Debat over de positie van regionale ziekenhuizen - Main contents
Het bericht dat intensive careafdelingen en spoedeisende hulpposten bij een groot aantal regionale ziekenhuizen zouden moeten sluiten, zorgt begrijpelijk voor onrust. Er moet een balans zijn tussen goede kwaliteit van zorg voor iedereen en de toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg. Een ic moet gewoon voldoen aan de vastgestelde richtlijnen. Tegelijkertijd mag het er niet toe leiden dat alle ic's uit de regio verdwijnen. Zeker in het geval van acute complexe zorg wil je goed en snel behandeld kunnen worden. En je naasten in je nabijheid hebben als je in het ziekenhuis ligt, is ook kwaliteit. De bijdrage van Aukje de Vries tijdens het debat hierover op 13 juni is hier terug te lezen en zien.
Bijdrage Aukje de Vries
Het bericht dat intensive careafdelingen en spoedeisende hulpposten bij een groot aantal regionale ziekenhuizen zouden moeten sluiten, zorgt begrijpelijk voor onrust. Ik zie dat mensen zich zorgen maken als de ic mogelijk verdwijnt uit hun regio, want vaak is het gevolg dat andere ingrepen en behandelingen uit hetzelfde ziekenhuis verdwijnen en dat de spoedeisende hulp dreigt te veranderen. Zeker in het geval van acute complexe zorg wil je goed en snel behandeld kunnen worden.
Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat de kwaliteit van zorg overal in Nederland goed is. Daarvoor is soms specialisatie, concentratie of samenwerking nodig. Naast kwaliteit moeten we ook kijken naar de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van zorg. Zo kan niet iedereen makkelijk verder reizen en de naasten in je nabijheid als je in het ziekenhuis ligt is ook kwaliteit. De zorg die wordt geleverd mag echter nooit ondermaats zijn. Door het regelmatig uitvoeren van behandelingen worden artsen beter in hun vak, waardoor de kwaliteit van zorg toeneemt. Voor de betaalbaarheid van de zorg, ook op de langere termijn, wil je dat die zorg zo doelmatig mogelijk wordt geleverd. Het is daarom slecht uit te leggen dat een intensivist in de toekomst op sommige momenten mogelijk moet zitten duimendraaien.
Er moet een balans zijn tussen goede kwaliteit van zorg voor iedereen en de toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg. Een ic moet gewoon voldoen aan de vastgestelde richtlijnen. Tegelijkertijd mag het er niet toe leiden dat alle ic's uit de regio verdwijnen. Mensen moeten op een redelijke afstand bij een ic kunnen zijn. De zorgverzekeraars hebben daarin ook een zorgplicht. Die redelijke afstand kan natuurlijk per type zorg wel verschillen. Daarom heb ik een aantal vragen aan de minister. Kunnen met de vastgestelde IC-richtlijn en de impact daarvan alle verzekeraars voldoen aan hun zorgplicht? Wordt in richtlijnen rekening gehouden met bijvoorbeeld toegankelijkheid en doelmatigheid? Hoe houdt het Zorginstituut, als het zijn doorzettingsmacht gebruikt, daar rekening mee? En ziet de minister mogelijkheden om dat wel mee te laten wegen?
De zorgprofessionals stellen de kwaliteitskaders op en dat is volgens mij ook goed. Politici zijn geen artsen en we moeten ook niet doen alsof. Als de zorgprofessionals er niet uit komen, dan stelt het Zorginstituut ze vast. Hoe worden de verschillende partijen daarbij betrokken: grote en kleine zorgaanbieders, maar ook partijen in dichtbevolkte en in dunbevolkte gebieden? En in hoeverre moet het kwaliteitskader vooral vastleggen wat kwaliteit is? Er moet ook ruimte zijn om te bepalen hoe je die kwaliteit of doelmatigheid bereikt. Welke mogelijkheden ziet de minister voor samenwerking om aan die eisen te voldoen, zodat er ook voldoende keuzemogelijkheden blijven?
De VVD krijgt signalen dat er een aantal zaken knellen, bijvoorbeeld bij de financiering in de netwerkzorg, maar ook bijvoorbeeld voor de medium care. Klopt dat, en hoe is dat geregeld?
Als dit soort berichten verschijnen, is het ook goed om met de betrokken partijen zelf te praten. Uit mijn contacten blijkt dat de verschillen misschien wel niet zo groot zijn en dat men eigenlijk geen verschil in kwaliteit in de regio's wil. Voor de ic's heeft men de afgelopen tijd ook wel gezocht naar een oplossing. Daarbij wordt vooral gekeken hoe de kwaliteit doelmatig ingevuld kan worden. Klopt het dat er inmiddels een oplossing in de maak is?
De VVD wil ook graag weten wat de stand van zaken is voor het spoedkader. In hoeverre zijn de betrokken partijen daar ook in overleg om te komen tot een doelmatige oplossing waarmee ook goede kwaliteit en zorg geleverd kan worden? Als dat niet het geval is, is de minister dan bereid om dat gesprek te organiseren?
Tot slot. In Drenthe speelt een iets andere problematiek, namelijk een tekort aan kinderartsen. Maar er zijn wel vergelijkbare gevolgen, die ook zorgen geven bij de bewoners. Daarom heb ik daar ook een aantal vragen over. Wordt door het voorgenomen besluit van Treant nog voldaan aan de afgesproken normen en voldoen verzekeraars aan hun zorgplicht? Wat heeft Treant er zelf aan gedaan om nieuwe kinderartsen aan te trekken? En wat zijn de mogelijkheden voor samenwerking met andere ziekenhuizen? Welke oplossing biedt het landelijke programma voor het tegengaan van de krapte op de arbeidsmarkt in dit geval? Hoe kan in de regio ook gewerkt worden aan het werven van artsen, bijvoorbeeld zoals in Friesland gebeurt, waar een tekort aan huisartsen is? En hoe gaat het overleg in de regio nu verder.