Nieuwe EU-regels voor auteursrechten - Main contents
In 2016 kwam de Europese Commissie i, in het licht van de snelle ontwikkeling van digitale technologieën, met een voorstel voor nieuwe EU-regels voor auteursrechten. Deze regels hebben tot doel de verschillen tussen de regels over auteursrechten in de Europese Unie i verkleinen. Ook moesten volgens de Commissie zo veel mogelijk mensen toegang krijgen tot materiaal dat op internet staat. Een aanpassing van de auteursrechtrichtlijn was vanuit dit oogpunt volgens de Commissie noodzakelijk. In maart 2019 nam de Europese Raad de nieuwe regels aan, gevolgd door het Europees Parlement in april 2019. EU-lidstaten hebben tot de zomer van 2021 om deze wetgeving om te zetten in nationale wetgeving.
De auteursrechtrichtlijn stamt uit 2001. Sindsdien is er door de digitalisering en de opkomst van de online wereld veel veranderd. Informatie is een stuk makkelijker te verkrijgen en te delen via verschillende kanalen. Nieuwe wet- en regelgeving zou volgens de Europese Commissie moeten inspelen op deze veranderingen.
De auteursrechtrichtlijn, officieel de richtlijn 'inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt', is één van de twee Commissievoorstellen uit 2016 die betrekking hebben op het auteursrecht. Het voorstel maakte dan ook deel uit van het bredere initiatief om bestaande regels over het auteursrecht te moderniseren.
Contents
De Europese Commissie is van mening dat bestaande rechten van journalisten, muzikanten en schrijvers door de nieuw overeengekomen EU-regels beter gewaarborgd worden. Grote online platforms als Facebook en Google News worden nu wettelijk aansprakelijk gesteld voor de inhoud die op deze fora wordt gepubliceerd. Dit brengt auteurs in een gunstigere positie wanneer zij onderhandelen over de compensatie voor hun creaties. Het doel van de richtlijn is creatievelingen te verzekeren van een eerlijke vergoeding voor hun werk, óók in het digitale tijdperk.
De creatieve sector was dan ook positief over de richtlijn, maar critici waren bang dat de nieuwe richtlijn de internetvrijheden te veel aantast. Deze discussie kwam in de besluitvorming over de richtlijn steeds weer terug. Het Europees Parlement ging, net als de Raad, uiteindelijk toch akkoord.
Europees Parlement
Het Europees Parlement (EP) weigerde eerst om de onderhandelingen over het voorstel voor een auteursrechtrichtlijn (COM(2016)593) te beginnen, omdat er bezorgdheid was over de inhoud daarvan. Het EP heeft na een oorspronkelijke afwijzing van de richtlijn uiteindelijk toch een aanpassing van het Commissievoorstel aangenomen om er vervolgens over te kunnen onderhandelen in de zogeheten triloog i. De aanpassingen betroffen onder andere de fel bekritiseerde artikelen 11 en 13 (na een wijziging zijn dat de artikelen 15 en 17 geworden).
Het Europees Parlement heeft met de Europese Commissie en de Raad onderhandeld over dit aangepaste voorstel. Op 13 februari 2019 kwamen zij tot een politiek akkoord. Er heerste veel controverse rondom de stemming, met petities en protesten tot gevolg. Ook Nederlandse Europarlementariërs hebben hun afkeuring laten blijken. Uiteindelijk ging het Europees Parlement op 26 maart 2019 in een stemming van 348 tegen 274 leden akkoord.
Raad van de Europese Unie
Na de stemming in het Europees Parlement is de richtlijn aan de Raad voorgelegd. Op 15 april 2019 stemde de Raad formeel in met de nieuwe EU-regels voor auteursrechten.
Kritiek
Het aanvankelijke voorstel kreeg forse kritiek, vooral artikel 13. Dat artikel legt vast dat internetplatforms, zoals bijvoorbeeld YouTube, uploads van gebruikers automatisch moeten filteren op auteursrechtelijk materiaal. Dat zou er volgens voorstanders voor zorgen dat kunstenaars, artiesten en journalisten eerlijk betaald krijgen voor hun werk. Volgens tegenstanders, waaronder de NAVO i, sommige wetenschappers en Wikipedia, belemmert het artikel juist de vrijheid van meningsuiting. Dit zou het geval zijn omdat burgers dan niet meer vrij alles kunnen delen op internet.
Ook was er veel te doen rond artikel 11. Dat artikel zorgt ervoor dat grote bedrijven als Facebook, Google en Twitter moeten betalen voor het overnemen van nieuwsberichten. Aanhangers zagen het als kans om te zorgen dat nieuwsberichten worden gelezen bij de bron en niet bij bedrijven die de link delen. Persuitgevers krijgen daarmee een nieuw recht en worden eerlijker betaald voor hun werk. Als bedrijven het nieuws wel overnemen moet hiervoor betaald worden. Dit wordt ook wel linkbelasting of linktaks genoemd. Tegenstanders zagen het echter als het moeilijker maken van het online delen van links en fragmenten.
Uiteindelijk zijn er onder andere op deze en meer artikelen amendementen aangebracht.
De Tweede Kamer i heeft de voltooiing van de digitale interne markt als 'algemeen prioritair' aangemerkt. Dit houdt in dat de Tweede Kamer aan dit onderwerp extra aandacht geeft.
Op 4 november 2016 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken i het BNC-fiche i naar de Eerste Kamer i. Uit het fiche blijkt onder andere dat Nederland in het algemeen de voorstellen van de Commissie om het auteursrecht te hervormen een stap in de goede richting vindt. Wel stond Nederland kritisch tegenover artikel 11 van de richtlijn. Nederland betwijfelde of de onderhandelingspositie van persuitgevers daadwerkelijk wordt versterkt.
Nederland was samen met vier andere EU-landen zeer kritisch over de auteursrechtrichtlijn, omdat de wet volgens de regering te onevenwichtig was. Er was echter te weinig steun om het voorstel te kunnen tegenhouden. In het Europees Parlement was een groot deel van de Nederlandse fracties bovendien tegen het voorstel.
Het Europees Parlement en de Raad sloten op 13 februari 2019 een informeel akkoord over de auteursrechtrichtlijn; de richtlijn 'inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt'. Het Europees Parlement ging op 26 maart 2019 formeel akkoord. Op 15 april 2019 keurde De Raad de richtlijn vervolgens ook formeel goed.
Het tweede voorstel van de Commissie betreft de online-uitzendingen van omroeporganisaties.
Besluitvorming
De Raad Concurrentievermogen i en het Europees Parlement zijn het in december 2018 eens geworden over het tweede Commissievoorstel uit 2016 (COM(2016)594). De Raad en het Parlement hebben ook dit voorstel formeel goedgekeurd. Op 6 juni 2019 trad deze verordening in werking en twee jaar later, in 2021, moet de verordening zijn omgezet in nationale regelgeving.