Schriftelijk overleg over plannen voor Waddenbewoners door wijziging nultarief zeeschepen - Main contents
Tijdens de behandeling van het Belastingplan vorig jaar heeft Aukje de Vries een motie ingediend waarin de regering wordt opgeroepen om in overleg met de besturen van de Waddeneilanden en de betrokken rederijen te komen tot een plan met concrete maatregelen die rekening houden met de situatie van de eilandbewoners als gevolg van de btw-vrijstelling voor de scheepvaart. De reactie op die motie is nu binnen. Aukje de Vries en Helma Lodders vragen nu met hoeveel de prijzen worden verhoogd en waarom de staatssecretaris niet voornemens is dit het nadeel te compenseren.
Inbreng schriftelijk overleg Helma Lodders en Aukje de Vries ten aanzien van de Reactie op motie van het lid Aukje de Vries c.s. over de vrijstelling voor het nultarief van zeeschepen
Maritieme sector
De leden van de VVD-fractie lezen dat er meerdere gesprekken hebben plaats gevonden met de maritieme sector. Welke partijen zijn hier allemaal bij betrokken? Wat zijn de gevolgen van de maatregel volgens de sector? Welke knelpunten signaleert de maritieme sector? Hoe kunnen die opgelost worden c.q. hoe kan daaraan tegemoet gekomen worden?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er een verduidelijking gaat worden gegeven aan de maritieme sector. Wanneer is deze gereed? Is dit tijdig genoeg, want de regeling gaat per 1 januari 2019 in? En in hoeverre zorgt dit er voor dat er een goed uitvoerbare regeling voor de sector is?
Wat is de stand van zaken hoe andere EU-landen omgaan met het niet meer mogelijk zijn van een btw-nultarief van zeeschepen? Welke EU-landen hebben allemaal nog meer een aanwijzing gekregen van de Europese Commissie? Welke oplossing vinden andere EU-landen hiervoor? In hoeverre hebben andere EU-landen al gehoor gegeven aan de aanwijzing van de Europese Commissie (Kamerstuk 34.785, nr.24) over de wijziging van het btw-nultarief van zeeschepen?
Situatie eilandbewoners
De Tweede Kamer heeft in een motie verzocht om in overleg met de besturen van de Waddeneilanden en de betrokken rederijen te komen tot een plan met concrete maatregelen die rekening houden met de situatie van de eilandbewoners.
Hoeveel gesprekken met de besturen van de Waddeneilanden hebben er plaats gevonden? Wat is daaruit gekomen?
Hoeveel gesprekken hebben er met de drie betrokken rederijen plaats gevonden? Wat is daaruit gekomen?
De staatssecretaris schrijft in zijn brief van 5 juli jl. dat de betrokken partijen door het aangenomen amendement (Kamerstuk 34 785, nr.28) voldoende tijd hebben gekregen om eventuele wijzigingen in beleid en bedrijfsvoering voor te bereiden. Delen de betrokken partijen deze mening van de staatssecretaris? Zo nee, waarom niet?
Hoe moet de inhoud van de onderhavige reactie gezien worden met het bericht in de Leeuwarder Courant op 12 september 2018 “Vlieland baalt van oude veerboot en duurder bootkaartje Doeksen”? Klopt het dat de maximale tariefsverhoging wordt doorgevoerd? Wat is de reden?
Hoe ziet de ontwikkeling van de prijzen van de Waddenveren eruit in de afgelopen 5 jaar (per doelgroep (bijvoorbeeld personen, auto, bewoners) en per eiland)?
Met hoeveel worden de prijzen in 2019 verhoogd (per doelgroep en per eiland)? Welk deel hiervan wordt veroorzaakt door het van toepassing worden van het lage btw tarief voor de bootkaartjes?
Met hoeveel mogen de prijzen maximaal stijgen conform de afspraken in de vervoerconcessies (West (Vlieland/Terschelling), Oost (Ameland/Schiermonnikoog)? In hoeverre moeten de btw binnen de prijsstijgingen in het kader van de vervoersconcessies plaats vinden? Onder welke kostensoort (stijging van de loonkosten, prijswijziging overheidsconsumptie, wijziging brandstofkosten) valt de toepassing van het btw-tarief?
Kan de regering de Tweede Kamer opnieuw informeren zodra de prijzen voor 2019 duidelijk zijn met een uitgebreide toelichting? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie lezen dat hoe en in welke mate de eilandbewoners precies geraakt worden door de invoering van de onderhavige maatregel op de lange termijn nog onderwerp van gesprek en onderzoek is, net als eventuele concrete maatregelen waarbij rekening wordt gehouden met de situatie van de eilandbewoners. Welke gesprekken en onderzoek gaan er nog plaats vinden? Wanneer kan hierover wel duidelijkheid komen? Wanneer kan de Tweede Kamer hierover worden geïnformeerd? Wat betekent de zin in de brief van 1 oktober jl. “op basis van het bovenstaande gaat de minister van BZK in overleg met de Waddenbesturen over de gevolgen voor de eilandbewoners”?
Hoe moet dit gezien worden tot hetgeen staatssecretaris Van Veldhoven in het laatste AO OV heeft aangegeven dat er nog gesproken wordt over een compensatieregeling voor de Waddenveren, dat BZK daar het voortouw heeft, en dat zodra die rond is, die naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Wanneer kan de regeling en informatie hierover naar de Tweede Kamer worden gestuurd, want het afschaffen van het BTW-nultarief gebeurt natuurlijk al in per 1 januari 2019? Is de staatssecretaris voornemens eerst een risicoanalyse te laten uitvoeren alvorens duidelijk te maken hoe de compensatieregeling eruit gaat komen te zien?
Waarom is de staatssecretaris niet voornemens dit nadeel te compenseren? Ziet hij geen andere mogelijkheden dit te doen. Zo nee, waarom wil hij daar niet naar kijken. Zo ja, welke?
Hoe wordt de komende jaren gemonitord wat de financieel nadelig impact is voor de veerdiensten en de gebruikers van de Waddenveren? Kan de staatssecretaris de indirecte nadelen van de maatregel nader verduidelijken?
Er is onlangs ook een rapport “Prijsgevoeligheid diensten personenvervoer” gepresenteerd in relatie tot de BTW-stijging. Wat vindt de regering van de resultaten van dit onderzoek op het punt van de Waddenveren? Wat wordt hiermee gedaan? In de brief van 1 oktober jl. lezen de leden van de VVD-fractie dat uit het onderzoek blijkt dat de vraag naar tickets voor de Waddenveren zeer inelastisch is. De bewoners van de Waddeneilanden hebben echter geen keuze, zij moeten wel gebruik maken van de Waddenveren. Dat is ook de reden van de destijds ingediende moties.