Tang: ‘Verdubbel ambities voor de Europese digitale taks voor Facebook en Google’

Source: P.J.G. (Paul) Tang i, published on Tuesday, October 9 2018, 3:35.

Het is Europarlementariër Paul Tang een doorn in het oog dat techreuzen zoals Google, Apple en Facebook in beurswaarde tot de allergrootste bedrijven ter wereld behoren, maar amper belasting betalen. De PvdA’er is het dan ook volkomen met de Europese Commissie eens dat er een tijdelijke omzetbelasting voor grote internetbedrijven moet komen in de EU.

Volgens Tang gaat de Commissie echter lang niet ver genoeg. Dinsdag bespreekt de parlementaire commissie economische en monetaire zaken zijn rapport, waarin Tang de hogere ambities van het Europees Parlement formuleert. In onderhandelingen met de EU-lidstaten kan het Europarlement de voorstellen van de Commissie nog fors aanscherpen. In theorie althans, want enkele lidstaten waaronder Ierland - Europese thuisbasis van Apple en Facebook - liggen dwars.

U vindt de digitale belasting die de Commissie voorstelt niet hoog genoeg. Waarom niet?

‘Er is nu geen gelijk speelveld. De belastingdruk voor internetbedrijven is gemiddeld 9,5%, terwijl die voor andere ondernemingen 23,2% bedraagt. Niet eerlijk, niet efficiënt en onbestaanbaar! Het komt doordat het huidige systeem fysieke aanwezigheid van bedrijven vereist om vennootschapsbelasting te mogen heffen. Digitale ondernemingen hebben juist veel gebruikers in landen zonder dat ze daar daadwerkelijk met een vestiging zitten. Frankrijk heeft zodoende al eens een rechtszaak over een belastingconflict met Google verloren. Het Europees Parlement stelde al eerder voor om bij de belastinginning voortaan ook te kijken naar digitale aanwezigheid van een onderneming. De Commissie heeft ons idee gelukkig overgenomen, maar een belastingtarief van 3% op de omzet van de internetbedrijven in een lidstaat is te weinig.’Paul Tang: ‘Een belastingtarief van 3% op de omzet van de internetbedrijven in een lidstaat is te weinig.

De Commissie denkt anders dat de EU-lidstaten €5 mrd kunnen ophalen aan extra belastinginkomsten.

‘Als rapporteur op dit dossier stel ik namens het Europees Parlement een tarief van 5% voor. Dat doet meer recht aan de grote verschillen in belastingdruk tussen werknemers en het midden- en kleinbedrijf enerzijds en multinationale internetbedrijven anderzijds. De Europese Commissie heeft bovendien gekozen om de zogeheten ‘user value creation’ te belasten in haar voorstel voor een digitale taks. Bedrijven als Facebook, waar gebruikers waarde creëren door bijvoorbeeld op ‘vind ik leuk’ te klikken, vallen daar wel onder. Streamingdienst Netflix en webwinkel Amazon niet. Dat wil ik anders zien. Amazon expandeert enorm.’

‘Je hoeft geen linkse jongen te zijn om het belachelijk te vinden dat juist de grootste bedrijven de minste belasting betalen’

Wat levert die verbreding op?

‘Als Amazon ook onder het voorstel gaat vallen, brengt dat de lidstaten op jaarbasis alleen al €1 mrd aan extra belastinginkomsten op. Netflix is nog eens goed voor €125 mln op jaarbasis. Alles bij elkaar levert de verdubbeling van de ambities die ik voorstel €10 mrd meer op.’

Hoe realistisch is het dat de digitaks er komt? Nederland wil wachten op de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, die zeker tot 2020 werkt aan een wereldwijde oplossing voor het belasten van webbedrijven. Ierland en Malta vinden het plan niets. Toch wil het Oostenrijks EU-voorzitterschap al in december met een gezamenlijke insteek naar buiten komen.

‘Het grote publiek in Nederland staat wel achter de Europese digitale belasting. Je hoeft geen linkse jongen te zijn om het belachelijk te vinden dat juist de grootste bedrijven de minste belasting betalen. De druk vanuit Brussel en andere lidstaten op Nederland is ook enorm. Voor bijvoorbeeld Frankrijk is de digitale taks heel belangrijk - en meer dan terecht. Ik denk dus dat de positie die het kabinet inneemt niet houdbaar is. Hopelijk heeft de politiek iets geleerd van de zure smaak die het drama van de dividendbelasting heeft achtergelaten: dat ze grote bedrijven niet moet laten bepalen hoe haar belastingbeleid eruit ziet. Dat is onverstandig, er is geen enkele reden hen te ontzien. Ik acht daarom de kans van slagen groter dan die van mislukken.’

Lees hier het originele artikel