Opheldering gevraagd over het bericht ‘Mestoverschot berekend met verouderde cijfers’ - Main contents
Er is de afgelopen jaren veel wet- en regelgeving op het gebied van de productie, het gebruik en de verwerking van mest bijgekomen. Hierdoor lopen veel regels langs en door elkaar heen. Daarnaast heeft de innovatie de afgelopen jaren niet stilgestaan en zijn we in staat om vanuit mest kostbare grondstoffen te herwinnen. Er wordt zelfs, zij het op kleine schaal, kleding gemaakt uit mest. Het is hoogtijd om deze wetgeving aan te passen. De wijziging van deze wet staat in 2019 op de agenda. Een belangrijke wens vanuit het VVD verkiezingsprogramma. De wet- en regelgeving op het gebied van mest mag de innovatie niet in de weg staan. In de wetgeving moet de nadruk komen te liggen op innovatie, hergebruik en verwerking.
Om de wet aan te passen hebben we wel de juiste informatie nodig. Recent kopte het Reformatorisch Dagblad ‘Mestoverschot berekend met verouderde cijfers’. En al eerder werd er door anderen op gewezen (V-Focus en het Mesdagfonds) dat de informatie waarop het mestbeleid gebaseerd is verouderd is. Samen met collega Jaco Geurts (CDA) heb ik de minister om opheldering gevraagd. Temeer omdat het ministerie heeft bevestigd dat de cijfers verouderd zijn maar er voorlopig geen aanpassing wordt gedaan. Dat kan natuurlijk niet. Als we regels met elkaar maken moet dat op basis van de juiste informatie gebeuren. Dat is het ministerie verplicht naar alle betrokkenen.
Schriftelijke vragen van de leden Lodders (VVD) en Geurts (CDA) aan de minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht ‘Mestoverschot berekend met verouderde cijfers’
-
1.Bent u bekend met het bericht ‘Mestoverschot berekend met verouderde cijfers’? (*)
-
2.Klopt het dat het mestbeleid geformuleerd wordt op basis van verouderde cijfers waardoor Nederlandse melkveehouders op achterstand worden gezet?
-
3.Kunt u aangeven waarom het mestbeleid wordt gebaseerd op verouderde cijfers? Zo nee, waarom niet?
-
4.Vindt u het rechtvaardig dat er beleid gevoerd wordt op basis van verouderde cijfers en doet dat recht aan een ‘betrouwbare overheid’? Zo ja, kan de minister een uitgebreide toelichting geven? Zo nee, waarom geeft u het signaal af dat deze verouderde cijfers voorlopig niet worden aangepast? Zo nee, wat gaat u daaraan doen?
-
5.Bent u het met deze leden eens dat het beleid op de meest actuele inzichten gestoeld moet zijn? Zo nee, waarom niet?
-
6.Bent u bekend met de mogelijke gevolgen voor dieren (diergezondheid) als verouderde cijfers de basis zijn voor beleid? Heeft u in de afgelopen periode een waarschuwing vanuit de sector hiervoor ontvangen? Zo ja, welke en wat gaat u hiermee doen?
-
7.Bent u bereid in het vervolg en in ieder geval voor de komende wijziging van de Meststoffenwet nieuwe gegevens te gebruiken? Zo nee, waarom niet?
-
8.Kunt u het verschil verklaren tussen de Nederlandse en de Belgische excretieforfaits? Hoe zit het met de Nederlandse excretieforfaits in relatie tot andere Europese lidstaten?
-
9.Bent u bereid de Nederlandse cijfers (in relatie tot de Belgische cijfers) onafhankelijk wetenschappelijk te laten toetsen door een instituut wat niet eerder betrokken is bij Nederlands mestbeleid onderzoek en aanlevering van cijfers in het kader van het mestbeleid? Zo nee, waarom niet?
-
10.Kunt u aangeven of u op de hoogte was van de forse verschillen tussen de Nederlandse en Belgische excretieforfaits? Zo ja, waarom gaf dat u geen reden om dit nader te onderzoeken?
-
11.Klopt het dat er verschillende instanties, organisaties en wetenschappers al verschillende keren en langere tijd hebben aangegeven dat de cijfers waarop het mestbeleid geformuleerd wordt niet kloppen? Kunt u een overzicht verstrekken van deze organisaties en de voorstellen en vragen, onder andere ten aanzien van het openbaar maken van gegevens, die zij u hebben aangereikt en welke stappen er door uw ministerie hierop zijn gezet?
-
12.Bent u zich bewust van het feit dat het gebruik van verouderde cijfers niet alleen impact heeft op het mestbeleid maar deze ook op andere gebieden gebruikt worden?
-
13.Kunt u aangeven welke informatie en cijfers de basis zijn geweest voor de gesprekken aan de klimaattafels? Zo nee, waarom niet?
-
14.Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?
(*) Reformatorisch Dagblad 10 januari 2019.