Laatste debat over de Staat van de Europese Unie voor Hans van Baalen - Main contents
Hoe gaat het met de EU en hoe ziet de toekomst eruit? Kamerleden en Europarlementariërs debatteren daarover met premier Rutte en minister Blok (Buitenlandse Zaken).
De voorzitter: Aan de orde is nu het debat over de Staat van de Europese Unie 2019. Ik heet alle aanwezigen in de zaal en op de publieke tribune, evenals de mensen die deze vergadering op een andere manier volgen, van harte welkom.
In het bijzonder heet ik welkom de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken. Ook de vertegenwoordigers van het Europees Parlement heet ik van harte welkom. Zij zijn vandaag in ons midden en zullen deelnemen aan het debat.
De aanwezige leden van het Europees Parlement mogen het woord voeren. Dat moet een inbreng met een informerend karakter zijn. Het is de Nederlandse leden van het Europees Parlement echter niet toegestaan om de leden van de Tweede Kamer, de bewindspersonen en de minister-president te interrumperen.
Verslag plenair debat (klik in lijst rechterkant op Staat van de Unie, het verslag is ongecorrigeerd)
Bijdrage Hans van Baalen (EP/VVD), eerste termijn:
Dank u, mevrouw de voorzitter. Net voordat het debat aanving, zei mijn collega Tang uit het Europees Parlement dat dit mijn laatste Staat van de Unie was. Dat realiseerde ik mij. Hij zei dat ik emotioneel mocht zijn.
De voorzitter:
Van mij mag het ook.
De heer Van Baalen (EP/VVD):
Als het van u ook mag, dan maak ik daar een klein moment van. Ik heb met veel plezier tien jaar deel uitgemaakt van de Tweede Kamer en deze debatten als Kamerlid gevoerd. Daarna heb ik dat tien jaar als Europarlementariër en gast van uw huis gedaan. Dat was een prachtige periode. Ik zal de komende vijf jaar niet in het Europees Parlement zitten, want je moet ook doorstroming hebben en een nieuwe generatie de mogelijkheid geven. De interesse zal altijd blijven.
Nu naar de inhoud. Als de Europese Unie niet had bestaan, hadden we haar moeten uitvinden. Misschien dat de positie van het Parlement of de Commissie of de Raad anders zou zijn geweest, maar die samenwerking is vitaal. Kijk maar naar de hele discussie in Groot-Brittannië en bij de 27 over de brexit. Er moet erg veel gedaan worden om alle negatieve aspecten van een vertrek draagbaar te maken. Dat had anders gekund.
Ik maak wel een opmerking over de discussie. De voorzitter van de Europese Raad, Tusk, heeft een plek in de hel gereserveerd voor de harde brexiteers. Zo'n opmerking leidt tot niets. Je moet respect hebben voor de mensen die de Unie willen verlaten of die willen blijven. Nogmaals, zo'n opmerking helpt niet. Voorzitter van de Europese Commissie, Juncker, heeft een aantal dagen voor het brexitreferendum gezegd dat de Britten eigenlijk verraders waren door zo'n referendum te houden. We moeten elkaar met respect bejegenen.
Een van de grote problemen in de Europese Unie is de besluitvorming. Dat neemt veel tijd. Toen ik tien jaar geleden lid werd van het Europees Parlement was een handelsverdrag met Japan aan de orde. Nou, het ziet er nu naar uit dat dat geratificeerd kan worden. Dat heeft dus tien jaar geduurd. Vaak is ook de uitvoering moeizaam. Besluiten worden niet uitgevoerd of de uitvoering kost heel veel tijd. Dat kost ook het aanzien van de Unie, ook bij de burgers. Er is dus vaak snelheid geboden en urgentie. De Europese Raad wil een cascade van extra besluitvormingsraden houden om die besluitvorming te versnellen. Daarover zal de Raad natuurlijk afspraken moeten maken met het Europees Parlement en de Commissie, maar het is een goed idee om deze cascade van raden te houden.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik denk dat de heer Van Baalen terecht een punt maakte van de ongepaste opmerking van voorzitter Tusk van de Europese Raad. Een speciale plek in de hel, daar gaat de heer Tusk niet over. Dat is niet zijn kerncompetentie en we dienen gewoon, ook met een land dat uitgetreden is, op een fatsoenlijke manier te spreken, ook als je het niet met elkaar eens bent. Hoe waardeert de heer Van Baalen de opmerking van de heer Verhofstadt daarover?
De heer Van Baalen (EP/VVD):
De heer Verhofstadt en ik spreken vaak, maar we spreken niet altijd dezelfde taal. Ik zeg: er moet respect zijn voor landen die de Unie willen verlaten of de Unie willen veranderen en degenen die dat niet willen. Dat geldt voor iedereen en dat geldt dus ook als de heer Verhofstadt of een ander iets te berde brengt. Maar ik ga natuurlijk niet in op een opmerking die u niet aangeeft. U moet mij dan even met een citaat laten zien wat u bedoelt.
De heer Omtzigt (CDA):
"Well, I doubt Lucifer would welcome them, as after what they did to Britain, they would even manage to divide hell." Dat was de opmerking van de heer Verhofstadt, die toch een beetje op het lijntje zat van de heer Tusk. Ik neem aan dat u daar dan ook maar even afstand van neemt.
De heer Van Baalen (EP/VVD):
Laat ik het zo zeggen: voor de heer Tusk gold dat ik dat niet juist vond. Ik vind die opmerking dan ook niet juist. Het leidt niet tot meer begrip.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Van Baalen (EP/VVD):
Voorzitter. We hebben het gehad over die cascade van besluitvormingsraden. Juist bij het buitenland- en veiligheidsbeleid zijn natuurlijk flexibiliteit, snelheid, urgentie en duidelijkheid geboden. Voor de VVD, zowel in Brussel als in Den Haag, geldt dat in de eerste plaats binnen de NAVO, want zonder de Verenigde Staten gaat het niet. Als wij ons hele veiligheids- en defensiebeleid zelf zouden organiseren, kost dat veel meer dan 2% van het bruto nationaal product. Het kost misschien zelfs investeringen van 10% en dat wordt niet gedaan; dat gaat niet gebeuren. Dan moet je ook troepen willen inzetten, niet alleen voor fotomissies, zoals onze Duitse collega's deden boven Libië, want dan zul je ook harde missies moeten uitvoeren, militaire operaties.
Dan is de vraag natuurlijk: een Europees leger? Ik denk alleen dat dat contraproductief is, want elk land moet besluiten of het militairen wil uitzenden of niet. In dit geval is dat dus de Tweede Kamer. Maar nogmaals, we kunnen wel kijken naar een taakverdeling en militaire samenwerking op materieel gebied. Dat is allemaal prima, maar uiteindelijk moeten we samen optrekken met de Verenigde Staten en ook meer investeren.
Voorzitter. Er werd ook gesproken over het VVD-verkiezingsprogramma, dat in Brussel zou hebben geleid tot grote euforie. Dat is mij ontgaan, maar dat kan aan mij hebben gelegen. Interessant vind ik dat de VVD stelt dat er meer meerderheidsbesluitvorming zou moeten komen op het gebied van, zeg maar, de veiligheids- en buitenlanddimensie. Dat kan op vele manieren, edoch je moet er altijd rekening mee houden dat ook wij eruit kunnen worden gestemd, bijvoorbeeld op het gebied van het Midden-Oostenbeleid.
Voorzitter, ik dank u en ik laat het hier graag bij.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Baalen.
Minister-president Rutte:
Mooi, Hans.
De voorzitter:
Mevrouw Maeijer heeft een informerende … Nee, informerend mag niet. Sorry, ze heeft een interruptie. Nee, het is andersom!
Mevrouw Maeijer (PVV):
Dank u, voorzitter. Het is geheel informerend, hoor.
Ik heb net als meneer Van Baalen in het Europees Parlement gezeten, zo'n tweeëneenhalf jaar. Meneer Van Baalen memoreerde net dat hij na tien jaar afscheid gaat nemen van het EP. Ik kon het nergens vinden en ik weet ook niet of u dat doet, want er staat wel in het nieuwe verkiezingsprogramma van de VVD dat het verplicht wordt voor Europarlementariërs om hun ongebruikte onkostenvergoedingen terug te storen. Ik vroeg mij eigenlijk af of u dat al doet en, zo niet, of u dan voornemens bent om dat te gaan doen, nu het einde van uw mandaat nabij is.
De heer Van Baalen (EP/VVD):
Uiteindelijk gaat het Nederlanders terecht om geld. De VVD heeft een interne regeling, waarbij inderdaad niet-gebruikt geld wordt teruggestort aan het einde van het mandaat. Het is zelfs zo dat maar de helft wordt opgenomen en dat ook verklaard moet worden aan het VVD-hoofdbestuur. Ik zal mij daar net als mijn collega's keurig aan houden.
De voorzitter:
Dat was een vraag met een informerend karakter. Dank u wel, meneer Van Baalen.
Inbreng Hans van Baalen, tweede termijn:
Dank u, voorzitter. Er is veel gesproken over de spitzenkandidatuur, hoe belangrijk die is. Ik ben blij dat ik behoor tot ALDE, de partij waar mevrouw In 't Veld en ik in zitten en die gezegd heeft: aan dat circus doen wij niet mee. Wij gaan wel campagnevoeren met een breed team, maar uiteindelijk is het de Europese Raad die een voorstel doet en het parlement dat moet instemmen. Er zal een discussie ontstaan en laat dan niet de leider van de grootste partij per definitie Commissievoorzitter worden, maar de beste man of vrouw die te vinden is. Dat moet het zijn.
Dank u vriendelijk.