Europarlement stemt: regels voor pan-Europees pensioensparen stap dichterbij - Main contents
Vandaag heeft de commissie Economische en Monetaire Zaken van het Europees Parlement ingestemd met de wettekst voor het Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct (PEPP). Eerder gingen de Lidstaten al akkoord. De PEPP Verordening is een belangrijke doorbraak, voor veilig, voordelig en grensoverschrijdend pensioensparen in de hele EU.
Sophie in ’t Veld heeft als rapporteur de huidige wettekst uit onderhandeld. Zij vindt het al langer tijd voor een kader dat dergelijke pensioenproducten reguleert: ‘Bedrijven uit de Verenigde Staten en China worden steeds dominanter in de digitale economie, wat ook effect heeft op de Europese pensioenmarkt. Ongereguleerde instellingen zien hun kans schoon om de Europese markt voor pensioenspaarproducten te gaan bedienen. Tijd voor een Europees kader, dat garant staat voor een hoge consumentenbescherming en de optie biedt, om te blijven sparen na verhuizing binnen de EU.’
Europees pensioensparen met streng toezicht
Het PEPP kan worden aangeboden door diverse aanbieders, zoals verzekeraars, banken en vermogensbeheerders. Het toezicht op deze instellingen blijft bij de nationale instanties, maar de Europese toezichthouder EIOPA kan ingrijpen bij ondeugdelijke producten en deze van de markt weren of zelfs intrekken. Zo is er een uniforme garantie dat deze pan-Europese pensioenspaarproducten overal in de EU even veilig zijn.
Het uitgangspunt is een eenvoudig en veilig basis-spaarproduct dat iedere aanbieder zal moeten aanbieden. Daar bovenop mag een aanbieder maximaal vijf alternatieve investeringsopties aanbieden. De basis-PEPP zal gebaseerd zijn op een kapitaalgarantie of op een life cycle-investeringstechniek. Informatie en advies aan spaarders is verplicht, en aanbieders moeten transparant zijn over hun prestaties in het verleden. Spaarders hebben het recht om van aanbieder te wisselen, en om hun PEPP mee te nemen naar een ander land, en daar verder te sparen in hetzelfde account. Voor klachten kunnen spaarders bij de toezichthouder in eigen land terecht, ongeacht in welke lidstaat de aanbieder zich bevindt.