Europese Raad 21-22 maart 2019
Op 21 en 22 maart 2019 vond een Europese Raad1 plaats. Alle regeringsleiders van de EU-lidstaten, de vaste voorzitter2, de voorzitter van de Europese Commissie3 en de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid4 kwamen bijeen.
Op de agenda stonden:
-
-brexit
-
-banen, groei en concurrentievermogen
-
-klimaatverandering
-
-externe betrekkingen
-
-het tegengaan van desinformatie
Brexit
De Britse premier May5 was niet aanwezig bij de gesprekken over de brexit. Tijdens de Raad werd besloten om de brexit in ieder geval uit te stellen tot 12 april. Mochten de Britten er voor eind maart voor kiezen om alsnog akkoord te gaan met de huidige brexitdeal, dan wordt uittreding uitgesteld tot 22 mei. Mocht dit akkoord er niet komen dan verwacht de Unie dat het Verenigd Koninkrijk voor 12 april met een plan komt over de te volgen koers. Nieuwe onderhandelingen over het akkoord blijven uitgesloten.
Banen, groei en concurrentievermogen
De Europese Raad besprak de verdere ontwikkeling van de eengemaakte markt, de kapitaalmarktenunie6, het industriebeleid, het Europees digitaal beleid en de prioriteiten voor het Europees Semester7 2019. Hierbij werd besloten dat de integratie van digitale diensten verdiept moet worden. Daarnaast werd de Commissie opgeroepen om uiterlijk in maart 2020 te komen met een langetermijnactieplan voor de handhaving en regels inzake de eengemaakte markt. Ook moet er een aanpak ontwikkeld worden wat betreft de industriële toekomst, de aanpak van de veiligheid van 5G-netwerken, de ondersteuning van de Europese Innovatieraad en de mededingingsregelingen. Ook moet energie gestoken worden in de ambitieuze en evenwichtige vrijhandelsagenda en is bescherming van de EU op het gebied van oneerlijke overheidsopdrachten en buitenlandse investeringen een prioriteit.
Klimaatverandering
Op de agenda stond een langetermijnstrategie voor de uitwerking van het Klimaatakkoord van Parijs8. Tijdens de Raad blokkeerden Polen en Duitsland het voorstel van onder andere Nederland om 2050 als streefjaar op te nemen voor klimaatneutraliteit. In deze tekst staat wel dat de Europese milieuministers eraan moeten werken om in 2020 met een plan te komen waardoor de EU klimaatneutraal zal worden in de toekomst. In de te bedenken strategie moeten de 'specifieke' kenmerken van lidstaten worden meegenomen, omdat niet alle landen denken 2050 te kunnen halen in verband met bijvoorbeeld de industrie in hun land. De tekst is een compromis en zet dan ook niet aan tot echte actie.
Externe betrekkingen
De Europese Raad bereidde de top EU-China van 9 april 2019 voor. De belangrijkste conclusie is dat de relatie gebaseerd is op wederkerigheid. Dit houdt in dat de voordelen die Chinese bedrijven op de Europese markt krijgen op dezelfde manier moeten gelden voor Europese bedrijven in China. Ook stemde de Raad in met het actieplan van de Europese Commissie omtrent de relatie met China. Hierin staat onder andere dat Europese aanbestedingstrajecten alleen toegankelijk zullen zijn voor China, wanneer een dergelijk systeem ook opengesteld wordt voor Europese bedrijven in China.
Het tegengaan van desinformatie
De Europese Raad bekeek de vorderingen bij het bestrijden van desinformatie en besprak de noodzaak van EU-brede maatregelen om beïnvloeding van de Europese en nationale verkiezingen te voorkomen. De Raad is tevreden met het werk dat de afgelopen maanden is verricht. Wel vraagt zij bedrijven op het gebied van social media en andere online platformen om hogere normen inzake verantwoordelijkheid en transparantie te verzekeren. De inspanningen op het gebied van desinformatie bij het beïnvloeden van democratieën in de EU moeten worden voortgezet.
- 1.The European Council brings together EU leaders to set the EU's political agenda. It represents the highest level of political cooperation between EU countries.
- 2.De vaste voorzitter van de Europese Raad leidt de werkzaamheden van deze Raad, die bestaat uit Europese regeringsleiders of staatshoofden. Ook treedt de vaste voorzitter op als vertegenwoordiger van de Europese Raad in contacten met andere regeringsleiders en staatshoofden. Deze functie, ook wel (ten onrechte) de 'president van de Europese Unie' genoemd, is in 2009 ingevoerd door het Verdrag van Lissabon.
- 3.Deze functie wordt sinds 1 december 2019 vervuld door de Duitse Ursula von der Leyen. Zij is de opvolger van de Luxemburger Jean-Claude Juncker.
- 4.De Hoge Vertegenwoordiger (HV) geeft de Europese Unie internationaal gezien één gezicht en één stem op het terrein van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Zo moet er meer samenhang in het externe optreden en het buitenlandse beleid van de Europese Unie komen. De HV deelt het podium met de Vaste voorzitter van de Europese Raad. Deze onderhoudt namens de EU de contacten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders.
- 5.Theresa May (1956) was van 13 juli 2016 tot 24 juli 2019 minister-president van het Verenigd Koninkrijk en tot 7 juni 2019 leider van de Britse Conservatieven. Na haar studie in Oxford werkte zij in het bankwezen en zij is sinds 1997 lid van het Lagerhuis. Daar klom zij als staatssecretaris en minister in de schaduwkabinetten van Duncan Smith, Howard, Hague en Cameron op tot een vooraanstaand lid van de Conservatieve fractie. In 2002 werd Theresa May partijvoorzitter en in 2005 vicefractievoorzitter. Bij het aantreden van het kabinet-Cameron in 2010 werd zij minister van Binnenlandse Zaken (onder belast met asielbeleid en veiligheid). In het Brexit-referendum was May voorstander van voortzetting van het EU-lidmaatschap.
- 6.De kapitaalmarktunie moet het voor spaarders en beleggers makkelijker maken om in bedrijven buiten hun eigen land te investeren. Zo kunnen kleine en middelgrote bedrijven gemakkelijker aan kapitaal komen buiten de banken om. Zo moet het makkelijker worden om extra te investeren in de economie, wat moet leiden tot meer economische groei.
- 7.Het Europees semester is de jaarlijkse cyclus voor de afstemming van het economisch en begrotingsbeleid van de lidstaten van de Europese Unie. Binnen het kader van het semester analyseert de Europese Commissie de nationale begrotingen van EU-landen en geeft de landen vervolgens aanbevelingen, waarmee de lidstaten rekening moeten houden als zij hun nationale begroting voor het komende jaar opstellen.
- 8.Om de klimaatverandering tegen te gaan worden er regelmatig internationale conferenties georganiseerd. Tijdens de eenentwintigste klimaatconferentie (COP21) van de Verenigde Naties in Parijs, eind 2015, bereikten de bijna 200 deelnemende landen overeenstemming over een bindend klimaatakkoord. Daarmee moet de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2, worden teruggedrongen en de opwarming van de aarde worden beperkt tot maximaal 2 graden, met 1,5 graad als streefwaarde.
- 9.De meeste wetenschappers zijn het er over eens dat de aarde door de uitstoot van broeikasgassen opwarmt en dat extreme weersomstandigheden vaker voorkomen. Deze klimaatverandering zet de leefbaarheid van veel gebieden op aarde onder druk en heeft grote gevolgen voor onder andere natuur en landbouw. Om de gevolgen te beperken is internationaal afgesproken de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 2°C ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Ook de Europese Unie spant zich zowel op Europees niveau als op mondiaal niveau in om klimaatverandering tegen te gaan.
- 10.In de Europese Raad, ook wel de Europese top genoemd, komen de regeringsleiders van alle lidstaten van de Europese Unie bij elkaar. Ook de Hoge Vertegenwoordiger is aanwezig bij deze bijeenkomsten en doorgaans ook de voorzitter van de Europese Commissie. De Europese Raad stelt onder meer de algemene politieke richting van de EU vast.