Europees Parlement verbiedt oneerlijke handelspraktijken tegen boeren - Main contents
Annie Schreijer-Pierik: ‘Historische stap voor wettelijke bescherming ketenpositie boeren’
Een overweldigende meerderheid van het Europees Parlement stemde vandaag voor aanpak van oneerlijke handelspraktijken in de voedingssector. De Europarlementariërs steunen een akkoord daartoe met EU-landen en Europese Commissie uit december.
“Een historische dag voor de bescherming van boeren, tuinders en vissers in de EU tegen oneerlijke handelspraktijken door afnemers, handelaren en supermarktgiganten”, aldus CDA-Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik, die via haar Ierse christendemocratische collega Mairead McGuiness bij de onderhandelingen betrokken was.
De nieuwe EU-Richtlijn verbiedt zestien oneerlijke handelspraktijken. Zo mogen supermarkten niet langer boeren en tuinders laten opdraaien voor voeding die niet is verkocht of waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken. Ook last minute-afzeggingen zijn taboe. Elke lidstaat wordt nu verplicht om binnen enkele maanden een ‘voedselscheidsrechter’ aan te stellen die de oneerlijke handelspraktijken ook kan gaan bestraffen. In Nederland wordt dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
“Jarenlang heb ik gestreden voor een wettelijke basis voor een ‘voedselscheidsrechter’. Eerdere vrijwillige initiatieven in de voedingssector hadden niet het noodzakelijke resultaat: het uitknijpen van boeren en tuinders ging gewoon door”, verklaart Schreijer-Pierik.
“Boeren, tuinders en vissers hebben in de voedselketen een zwakkere positie dan handelaren en multinationale retailgiganten“, zegt Schreijer. Dat blijkt ook uit onderzoek van een Europese onderzoekscommissie van oud-CDA-landbouwminister Cees Veerman in 2016. “Meer dan 88 % van de ondervraagde Europeanen vindt ook dat de ketenpositie van boeren versterkt moet worden”.
Een poging tot afzwakking van de beschermingswetgeving door liberale Europarlementariërs middels een tussentijdse plenaire stemming mislukte afgelopen herfst. “Op mijn voorstel zal binnen vier jaar opnieuw worden bekeken in welke mate de ketenpositie is verbeterd. Als Europarlementslid wil ik me de komende jaren daarom een vinger aan de pols houden; de tenuitvoerlegging en handhaving door de EU-landen moet strak gebeuren. Anders moet de volgende Europese Commissie over vier jaar met een rechtstreeks werkzame verordening komen”, aldus Schreijer-Pierik.