Europese Raad 10 april 2019
Op 10 april vond een extra bijeenkomst van de Europese Raad1 plaats. De regeringsleiders van de EU-lidstaten (met uitzondering van de Britse premier May2), de vaste voorzitter3, de voorzitter van de Europese Commissie4 en de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid5 kwamen bijeen.
Het enige agendapunt was de brexit6. Besloten werd om de Britten opnieuw uitstel te verlenen, nu tot 1 november 2019. Dit om een vertrek uit de Europese Unie7 zonder deal (een zogenaamde 'harde brexit') per 12 april te voorkomen.
Het Verenigd Koninkrijk moet meedoen aan de Europese verkiezingen, tenzij het Lagerhuis voor 22 mei de brexitdeal goedkeurt. De gekozen Britse politici komen dan in het nieuwe Europees Parlement dat op 1 juli wordt geïnstalleerd.
Zodra het Britse parlement het brexitakkoord met de EU heeft geratificeerd, kan het Verenigd Koninkrijk op de eerste dag van de volgende maand de EU verlaten. Er komt dan eerst een overgangsperiode tot eind 2020 waarin het land in de interne markt8 en douane-unie9 blijft maar niet meer mag meebeslissen over nieuwe EU-wetgeving.
- 1.The European Council brings together EU leaders to set the EU's political agenda. It represents the highest level of political cooperation between EU countries.
- 2.Theresa May (1956) was van 13 juli 2016 tot 24 juli 2019 minister-president van het Verenigd Koninkrijk en tot 7 juni 2019 leider van de Britse Conservatieven. Na haar studie in Oxford werkte zij in het bankwezen en zij is sinds 1997 lid van het Lagerhuis. Daar klom zij als staatssecretaris en minister in de schaduwkabinetten van Duncan Smith, Howard, Hague en Cameron op tot een vooraanstaand lid van de Conservatieve fractie. In 2002 werd Theresa May partijvoorzitter en in 2005 vicefractievoorzitter. Bij het aantreden van het kabinet-Cameron in 2010 werd zij minister van Binnenlandse Zaken (onder belast met asielbeleid en veiligheid). In het Brexit-referendum was May voorstander van voortzetting van het EU-lidmaatschap.
- 3.De vaste voorzitter van de Europese Raad leidt de werkzaamheden van deze Raad, die bestaat uit Europese regeringsleiders of staatshoofden. Ook treedt de vaste voorzitter op als vertegenwoordiger van de Europese Raad in contacten met andere regeringsleiders en staatshoofden. Deze functie, ook wel (ten onrechte) de 'president van de Europese Unie' genoemd, is in 2009 ingevoerd door het Verdrag van Lissabon.
- 4.Deze functie wordt sinds 1 december 2019 vervuld door de Duitse Ursula von der Leyen. Zij is de opvolger van de Luxemburger Jean-Claude Juncker.
- 5.De Hoge Vertegenwoordiger (HV) geeft de Europese Unie internationaal gezien één gezicht en één stem op het terrein van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Zo moet er meer samenhang in het externe optreden en het buitenlandse beleid van de Europese Unie komen. De HV deelt het podium met de Vaste voorzitter van de Europese Raad. Deze onderhoudt namens de EU de contacten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders.
- 6.Het Verenigd Koninkrijk verliet op 31 januari 2020 de Europese Unie. Het is daarmee het eerste land ooit dat uit de Europese Unie stapte. Het vertrek van de Britten ('brexit') was de uitkomst van een referendum over het lidmaatschap van de EU in het Verenigd Koninkrijk in 2016. Nadien volgden lange onderhandelingen over de scheidingsvoorwaarden en de overgangsperiode na de brexit, die op 31 december 2020 afliep. Eind december 2020 bereikten de onderhandelaars van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk een handels- en samenwerkingsovereenkomst. Die overeenkomst regelt vanaf 1 januari 2021 de relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
- 7.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 8.De interne markt is de ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal in de Europese Unie is gewaarborgd. Het begrip interne markt heeft alleen betrekking op het vrij verkeer binnen de Unie en niet op de handel met derde landen. Voor de import van goederen van buiten de Europese Unie hanteren de lidstaten een gemeenschappelijk importtarief.
- 9.De douane-unie is een samenwerking op het gebied van douanetarieven. De douane-unie werd in 1968 tot stand gebracht tussen de zes oorspronkelijke lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Dat was anderhalf jaar eerder dan in het EEG-Verdrag was bepaald. De douane-unie vormt de grondslag van de interne markt. Sinds de inwerkingtreding van de douane-unie worden in het goederenverkeer tussen de EU-lidstaten onderling geen invoerrechten meer geheven. Bovendien geldt in de gehele EU een gemeenschappelijk douanetarief (GDT) voor goederen uit derde landen. De inkomsten uit douanerechten maken deel uit van de eigen middelen van de Gemeenschap.
- 10.In de Europese Raad, ook wel de Europese top genoemd, komen de regeringsleiders van alle lidstaten van de Europese Unie bij elkaar. Ook de Hoge Vertegenwoordiger is aanwezig bij deze bijeenkomsten en doorgaans ook de voorzitter van de Europese Commissie. De Europese Raad stelt onder meer de algemene politieke richting van de EU vast.