Woede en schaamte om het verraad aan de Koerden - Main contents
Het is lang geleden dat ik met zo veel frustratie en onmacht naar het nieuws heb gekeken. De VS trokken zich terug uit Noordoost-Syrië en Turkije viel vervolgens daar de Koerden aan. Je hoorde de echo van het handjeklap tussen president Trump en president Erdogan en je zag het verraad aan de Koerden onder je ogen gebeuren.
Nog maar pas geleden was Islamitische Staat opgerukt tot aan de grens met Turkije en Erdogan liet ze begaan. Er zijn zelfs aanwijzingen dat Turkije IS geholpen heeft. Het sinistere vreemdelingenlegioen van slavenhandelaren, folteraars en moordenaars in naam van Allah was blijkbaar een minder grote bedreiging dan de Koerden en hun Arabische en christelijke bondgenoten.
11.000 Koerden verloren hun leven in de strijd tegen IS in Syrië. Meter voor meter, dorp voor dorp, straat voor straat, stad voor stad, hebben ze Noordoost-Syrië bevrijd van de terreurorganisatie. Het Westen, en vooral de VS, hielp ze met wapens en luchtsteun, maar het echte gevecht werd geleverd door de Koerden. Het volk dat zo heeft geleden onder de despoten van het Midden-Oosten en nog nooit een eigen staat heeft gehad. Zij hebben in Syrië gedaan waarvan wij in Europa hoopten dat er zou worden gedaan: IS verslaan. Zij stonden tegenover geradicaliseerde Europeanen, de potentiële daders van zelfmoordaanslagen in onze grote steden. De Koerden hebben ons een enorme dienst bewezen.
Het verraad aan hen maakt me kwaad. Het is onrecht. Het is moeilijk rustig te blijven wanneer de VS hun troepenmacht in Saoedi-Arabië verder opbouwen omdat, zoals Trump aangaf, zij ervoor betalen, terwijl de Koerden in de steek worden gelaten omdat - hij zei het echt - ze ook niets hebben gedaan toen er ooit in Normandië gevochten moest worden.
Ik geloof niet dat de VS er sinds de tijd van de slavernij moreel en politiek zo slecht hebben voorgestaan. Er is ook schaamte bij mij. Europa en Nederland hebben niets kunnen en willen doen om de Koerden te helpen. Het is makkelijk om kwaad te zijn op Trump, maar dat verhult onze eigen onmacht en onwil. Tien maanden geleden meldde Trump voor de eerste keer dat hij zich wilde terugtrekken uit Noordoost-Syrië. Europa protesteerde en als ChristenUnie stelden we voor om de VS te gaan helpen bij de bescherming van de Koerden. (https://nos.nl/…/2265300-coalitiepartij-christenunie-wil-ni…) We kregen er geen steun voor.
De Amerikaanse ambassadeur in Nederland, Pete Hoekstra, heeft daarna nog een officieel verzoek ingediend om hen te helpen. We hebben het nog steeds in beraad, maar de eerste reacties waren negatief omdat er geen volkenrechtelijk mandaat is om er met militairen aanwezig te zijn. Beschamend, want hoe kun je van de VS verlangen, wat je van jezelf niet mag en wilt doen?
Toen ik las over de Armeense genocide van ruim honderd jaar geleden vielen mij ook de machteloze berichten van westerse diplomaten op. Ze meldden het thuisfront over de gruwelijkheden, de slachtpartijen van duizenden en duizenden christenen door de Ottomanen. Ik vroeg me af waarom de westerse landen niets hadden gedaan. Nu weet ik dat als ons nageslacht leest over het lot van de Koerden, ze dezelfde vraag zullen stellen. En ik schaam me er nu al voor.
Wat rest, zijn de paar stappen die we nog wel kunnen zetten. We kunnen sancties uitvaardigen tegen Turkije, de onderhandelingen over een Turks EU-lidmaatschap definitief beëindigen en stoppen met de militaire samenwerking die er is met het land van Erdogan. En het minste wat we kunnen doen, is leren van deze dramatische episode. We hebben een Nederlandse én een Europese strategie nodig waarin veiligheid en vrijheid hand in hand gaan.
Dit is het - in ieder geval voor mij als geboren atlanticus en getogen vriend van Amerika - droeve moment om afscheid te nemen van de VS als onze levensverzekering voor veiligheid. We zullen het in Europa zelf moeten gaan doen. We moeten weer investeren in Defensie. En we moeten een nieuwe bereidheid ontwikkelen om in naam van vrijheid en mensenrechten en voor de bescherming van minderheden en onze eigen veiligheid over grenzen te gaan waarvoor we nu nog angstvallig halt houden.