Europese Raad 10 maart 2020 (Videoconferentie)
Op 10 maart 2020 vond een videoconferentie plaats tussen de regeringsleiders van de EU-lidstaten, de vaste voorzitter1, de voorzitter van de Europese Commissie2 en de Hoge Vertegenwoordiger3.
Contents
Uitbraak coronavirus
De regeringsleiders spraken over de gecoördineerde aanpak van het coronavirus (COVID-19). In deze aanpak staan vier prioriteiten centraal:
-
-het inperken van de verspreiding van het virus
-
-het verzekeren van de voorziening van medische middelen
-
-het bevorderen van onderzoek, onder meer naar een vaccin
-
-het aanpakken van sociaal-economische gevolgen.
Gecoördineerde aanpak
De regeringsleiders waren het eens over de noodzaak van een gezamenlijk Europees optreden tegen het coronavirus. Hiervoor werd afgesproken dat de ministers van Volksgezondheid en van Binnenlandse Zaken van de lidstaten dagelijks met elkaar in contact moeten staan voor overleg.
Medische voorzieningen
Ook hebben de regeringsleiders de Commissie gevraagd het initiatief te nemen in het voorkomen van tekorten aan medische uitrusting. De Commissie is van plan om deze beschermingsmiddelen te kopen via RescEU4.
Onderzoek
Onderzoek is nodig om een vaccin tegen het coronavirus te kunnen vinden. De Europese Raad benadrukte het belang van deze onderzoeksinspanningen. De Commissie heeft al €140 miljoen vrijgemaakt en specifieke projecten geselecteerd die gebruik kunnen maken van dit geld.
Economische gevolgen
Besloten werd dat de EU-regels wat betreft staatssteun en het Stabiliteits- en Groeipact5 flexibel zullen worden toegepast. Dit met het oog op de sociaal-economische gevolgen van het coronavirus voor de lidstaten. Om getroffen ondernemingen en sectoren te ondersteunen, zal de EU alle noodzakelijke instrumenten inzetten.
- 1.De vaste voorzitter van de Europese Raad leidt de werkzaamheden van deze Raad, die bestaat uit Europese regeringsleiders of staatshoofden. Ook treedt de vaste voorzitter op als vertegenwoordiger van de Europese Raad in contacten met andere regeringsleiders en staatshoofden. Deze functie, ook wel (ten onrechte) de 'president van de Europese Unie' genoemd, is in 2009 ingevoerd door het Verdrag van Lissabon.
- 2.Deze functie wordt sinds 1 december 2019 vervuld door de Duitse Ursula von der Leyen. Zij is de opvolger van de Luxemburger Jean-Claude Juncker.
- 3.De Hoge Vertegenwoordiger (HV) geeft de Europese Unie internationaal gezien één gezicht en één stem op het terrein van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Zo moet er meer samenhang in het externe optreden en het buitenlandse beleid van de Europese Unie komen. De HV deelt het podium met de Vaste voorzitter van de Europese Raad. Deze onderhoudt namens de EU de contacten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders.
- 4.RescEU is een financieringsmechanisme van de Europese Unie dat betrekking heeft op ‘civiele rampen.’ Dit betreft onder andere natuurrampen, rampen door menselijk toedoen of acute noodsituaties. Het mechanisme moet het reactievermogen van lidstaten verbeteren, maar ook moet het initiatieven van de EU-lidstaten in het geval van civiele rampen coördineren, aanvullen en ondersteunen.
- 5.In het Stabiliteits- en Groeipact spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen. Dat doel hoeft nog niet meteen bereikt te worden, maar de EU-landen moeten er wel naartoe werken. De afspraken zijn gemaakt in 1997.