Jaren wachten tot je verkrachter zijn verdiende loon krijgt - Main contents
Ietje van Lingen, inmiddels 80, werd vijf jaar geleden beroofd en verkracht. Ik sprak Ietje en haar man - steun en toeverlaat Ronald - afgelopen week. Ronald mocht vanwege corona niet bij het hoger beroep naast Ietje in de rechtbank zitten. Ietje noemde het ‘vreselijk en onacceptabel’. Ze weigerde alleen in de rechtszaal te gaan zitten voor haar getuigenverklaring. Een hartverscheurend verhaal en reden voor mij om de minister vragen of dit anders kan.
Gelukkig heeft de rechtbank besloten dat Ronald en Ietje toch samen in de rechtszaal mogen zitten. Eind goed, al goed? Helaas niet, want hoewel er vanwege corona vervelende maar noodzakelijke maatregelen worden genomen dringt zich hier toch de vraag op: waarom doen we dit slachtoffers aan? Twee jaar na de brute aanval op Ietje werd de dader veroordeeld maar inmiddels zijn we drie jaar verder en moet het hoger beroep nog dienen. Zit daar niet het echte probleem?
Slopend noemen Ietje en Ronald het. Het vreet je als een ziekte mentaal van binnen uit. En deze zaak staat niet op zichzelf. Susanne die ik regelmatig spreek werd in 2016 verkracht door een Tbs-er op verlof ook haar rechtsgang sleept maar voort. Zedenzaken waaronder zelfs verkrachting die pas na een jaar opgepakt worden.
Zedenzaken waaronder zelfs verkrachting die pas na een jaar opgepakt worden.
Er liggen nu al meer dan 40.000 zaken op de plank waaronder zware geweld en zedenzaken. Door de coronacrisis zijn er nog eens duizenden blijven liggen. Er wordt door alle mensen bij politie, OM en de rechtbank keihard gewerkt maar zonder extra collega’s en geld blijven de achterstanden verder oplopen. Het is onacceptabel als daardoor zaken worden geseponeerd en daders vrijuit gaan. Het is onacceptabel als slachtoffers zo lang met slepende rechtszaken worden geconfronteerd. Zij voelen zich daardoor dubbel slachtoffer.
Er wordt door alle mensen bij politie, OM en de rechtbank keihard gewerkt maar zonder extra collega’s en geld blijven de achterstanden verder oplopen.
Ietje en Ronald wandelen dagelijks met hun hondje. Dat houdt hen letterlijk en figuurlijk op de been. Maar zij vragen zich af hoe lang dit nog moet duren. Hoe vaak moeten zij nog in de tram naar de rechtbank? Wanneer houdt deze nachtmerrie op? Minister Dekker moet niet vanaf de kant blijven toekijken maar zorgen voor meer capaciteit bij het Openbaar Ministerie en de rechtbanken. In tijden van corona verdient niet alleen de economie steun, maar de rechtsstaat ook.