Voorstel van wet - Bepalingen over gegevensuitwisseling ter bevordering van samenwerking binnen het zorgdomein en van doelmatige en rechtmatige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp (Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg)

Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35515 - Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Bepalingen over gegevensuitwisseling ter bevordering van samenwerking binnen het zorgdomein en van doelmatige en rechtmatige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp (Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg); Voorstel van wet; Voorstel van wet
Document date 03-07-2020
Publication date 03-07-2020
Nummer KST355152
Reference 35515, nr. 2
External link original article
Original document in PDF

2.

Text

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2019-

2020

35 515

Bepalingen over gegevensuitwisseling ter bevordering van samenwerking binnen het zorgdomein en van doelmatige en rechtmatige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp (Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg)

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo, Wij in overweging hebben genomen, dat het wenselijk is regels te stellen over de gegevensuitwisseling ter bevordering van samenwerking binnen het zorgdomein met het oog op doelmatige en rechtmatige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALING EN ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • CIZ: CIZ als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg;
  • college: college van burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de Gemeentewet;
  • FIOD: bijzondere opsporingsdienst als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;
  • fraude in de zorg: opzettelijk misleidend handelen binnen het domein van de Zorgverzekeringwet, Wet langdurige zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of Jeugdwet, met het oog op eigen of andermans gewin, voor zover het in de wet strafbaar gestelde feiten betreft;
  • gegevens over gezondheid: gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15, van de Algemene verordening gegevensbescherming;
  • Informatieknooppunt zorgfraude: als zodanig door Onze Minister aangewezen instelling die is belast met de verwerking van gegevens waaronder persoonsgegevens, gegevens over gezondheid en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, ten behoeve van de bestrijding van fraude in de zorg;

kst-35515-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020

  • Inlichtingenbureau: als zodanig door Onze Minister aangewezen instelling die is belast met de coördinatie en dienstverlening ten behoeve van de colleges bij de verwerking van gegevens, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van taken van de colleges op het gebied van de Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
  • Inspectie SZW: bijzondere opsporingsdienst als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;
  • Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
  • persoonsgegevens van strafrechtelijke aard: persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;
  • Sociale verzekeringsbank: Sociale verzekeringsbank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
  • Wlz-uitvoerder: Wlz-uitvoerder als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg;
  • zorgautoriteit: zorgautoriteit als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Wet marktordening gezondheidszorg;
  • ziektekostenverzekeraar:

1°. zorgverzekeraar;

2°. Wlz-uitvoerder;

3°. particuliere ziektekostenverzekeraar, zijnde een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen; en

  • zorgverzekeraar: zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet.

Artikel 1.2

Op grond van deze wet worden geen gegevens over gezondheid verstrekt indien op deze gegevens een geheimhoudingsplicht rust als bedoeld in artikel 457 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of artikel 88 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

HOOFDSTUK 2. GEGEVENSUITWISSELING TEN BEHOEVE VAN SAMENWERKING EN RECHTMATIGE ZORG

§ 1. Gegevensverwerking bij gerechtvaardigde overtuiging van fraude in de zorg

Artikel 2.1

  • 1. 
    De colleges en ziektekostenverzekeraars verstrekken elkaar kosteloos de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gegevens, waaronder persoonsgegevens, gegevens over gezondheid en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, die noodzakelijk zijn voor de bestrijding van fraude in de zorg. Deze gegevens hebben betrekking op natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien van wie de gerechtvaardigde overtuiging bestaat dat zij fraude hebben gepleegd met zorg of overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringwet, zorg als bedoeld in de Wet langdurige zorg, maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of jeugdhulp als bedoeld in de Jeugdwet.
  • 2. 
    De in het eerste lid genoemde instanties verstrekken elkaar de in dat lid bedoelde gegevens niet eerder dan nadat zij, overeenkomstig een door hen op te stellen protocol dat, na gehoord hebbende de Autoriteit persoonsgegevens, is goedgekeurd door Onze Minister, voor de verwerking van deze gegevens de gerechtvaardigde overtuiging hebben dat er sprake is van fraude in de zorg.
  • 3. 
    De in het eerste lid genoemde instanties zijn bevoegd tot het verwerken van de in dat lid bedoelde gegevens enkel voor de bestrijding van de in dat lid bedoelde fraude.
  • 4. 
    De colleges en ziektekostenverzekeraars dragen zorg dat na toepassing van het tweede lid de verwerking van deze gegevens wordt beëindigd indien niet langer de gerechtvaardigde overtuiging bestaat dat er sprake is van fraude in de zorg.

Artikel 2.2

  • 1. 
    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het bepaalde in artikel 2.1. Deze regels hebben betrekking op:
  • a. 
    de eisen aan het in het tweede lid genoemde protocol;
  • b. 
    de wijze waarop de in het tweede lid bedoelde goedkeuring door Onze Minister plaatsvindt en de voorschriften die aan deze goedkeuring kunnen worden verbonden; en
  • c. 
    de beveiliging van gegevens, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid;
  • 2. 
    Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het bepaalde in artikel 2.1. Deze regels hebben betrekking op:
  • a. 
    de bewaartermijnen, waaronder begrepen de periode waarin de gegevens op grond van artikel 2.1 verstrekt kunnen worden; en
  • b. 
    de uitoefening van de rechten van betrokkenen.

§ 2. Het informatieknooppunt zorgfraude

Artikel 2.3

  • 1. 
    Het CIZ, de colleges, de Inspectie gezondheidszorg en jeugd, de Inspectie SZW, de rijksbelastingdienst, waaronder de FIOD, de Sociale verzekeringsbank, ziektekostenverzekeraars en de zorgautoriteit verstrekken het Informatieknooppunt zorgfraude, al dan niet op verzoek, kosteloos de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gegevens, waaronder persoonsgegevens en gegevens over gezondheid en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, die noodzakelijk zijn voor een of meerdere van de in dit lid genoemde instanties voor de bestrijding van fraude in de zorg in het kader van de aan die instanties opgedragen wettelijke taken. De verstrekking van politiegegevens door de FIOD en de Inspectie SZW aan het Informatieknooppunt zorgfraude geschiedt op grond van en met inachtneming van de Wet politiegegevens.
  • 2. 
    Het informatieknooppunt zorgfraude kan voor het in het eerste lid omschreven doel, de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gegevens verwerken uit:
  • a. 
    een openbare jaarverantwoording als bedoeld in artikel 40b van de Wet marktordening gezondheidszorg;
  • b. 
    stukken die krachtens paragraaf 8.3 van de Jeugdwet openbaar zijn gemaakt; en
  • c. 
    het handelsregister, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Handelsregisterwet 2007.
  • 3. 
    Het Informatieknooppunt zorgfraude heeft tot taak de in het eerste en tweede lid bedoelde ontvangen gegevens te verwerken en het resultaat van de verwerking kosteloos te verstrekken aan een of meerdere van de in het eerste lid genoemde instanties, voor zover die gegevens voor hen noodzakelijk zijn voor de in dat lid bedoelde fraudebestrijding in het kader van de aan die instanties opgedragen wettelijke taken. De in de eerste zin bedoelde verstrekking heeft geen betrekking op gegevens die zijn verstrekt door de rijksbelastingdienst, waaronder de FIOD voor zover zij taken uitoefent op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, aan het Informatieknooppunt zorgfraude voor zover het een verstrekking aan ziektekostenverzekeraars betreft, tenzij wordt voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels.
  • 4. 
    Ten behoeve van een gerichte verstrekking van de in het derde lid bedoelde gegevens, wisselen het Informatieknooppunt zorgfraude en de in het eerste lid genoemde instanties voor wie verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de in het eerste lid bedoelde fraudebestrijding in het kader van de aan die instanties opgedragen wettelijke taken, de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen noodzakelijke gegevens uit, waaronder persoonsgegevens, gegevens over gezondheid en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard.
  • 5. 
    De in het eerste lid genoemde instanties zijn bevoegd om de in het derde lid bedoelde ontvangen gegevens, waaronder persoonsgegevens, gegevens over gezondheid, persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, enkel te verwerken voor de in het eerste lid bedoelde fraudebestrijding in het kader van de aan die instanties opgedragen wettelijke taken.
  • 6. 
    De verstrekking van persoonsgegevens door en aan een college als bedoeld in het eerste en derde lid, geschiedt door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
  • 7. 
    Indien het Inlichtingenbureau op grond van het zesde lid persoonsgegevens verwerkt, is het voor deze verwerking verwerkingsverantwoorde-lijke.

Artikel 2.4

  • 1. 
    Het Informatieknooppunt zorgfraude heeft voorts tot taak het signaleren van trends en ontwikkelingen en het ontwikkelen van beleidsinformatie en statistische informatie met betrekking tot fraude in de zorg. Indien noodzakelijk worden hiervoor de in artikel 2.3, eerste tot en met het vierde lid bedoelde gegevens, waaronder persoonsgegevens, gegevens over gezondheid en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, verwerkt.
  • 2. 
    Het Informatieknooppunt zorgfraude verstrekt de in het eerste lid bedoelde signalering van trends en ontwikkelingen en ontwikkelde beleidsinformatie en statistische informatie uit eigen beweging en op verzoek, kosteloos, aan Onze Minister en de in artikel 2.3, eerste lid, genoemde instanties. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de termijn waarbinnen en de wijze waarop de verstrekking aan Onze Minister plaatsvindt.
  • 3. 
    De in het tweede lid bedoelde verstrekking van gegevens bevat geen persoonsgegevens en gegevens over individuele rechtspersonen.

Artikel 2.5

Bij de verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, vindt geen profilering in de zin van artikel 4, onder 4, van de Algemene verordening gegevensbescherming plaats.

Artikel 2.6

Het Informatieknooppunt zorgfraude draagt zorg voor de instandhouding van elektronische voorzieningen voor de verwerking van de gegevens, bedoeld in de artikelen 2.3, eerste tot en met vierde lid, en 2.4, eerste lid.

Artikel 2.7

  • 1. 
    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het bepaalde in de artikelen 2.3, 2.4 en 2.6.

Deze regels hebben betrekking op:

  • a. 
    de wijze waarop de gegevens, bedoeld in artikel 2.3, eerste en tweede lid, worden verstrekt;
  • b. 
    de benodigde aanleiding voor verstrekking van de gegevens, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, door de in dit lid genoemde instanties aan het Informatieknooppunt zorgfraude;
  • c. 
    de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de gegevens, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, worden verstrekt, alsmede op de aard van die gegevens;
  • d. 
    de inrichting en de vormgeving van de werkprocessen van het Informatieknooppunt zorgfraude, waarbij met betrekking tot de verwerking van de gegevens, bedoeld in artikel 2.3, derde lid, aandacht wordt besteed aan:

1°. de aard en herkomst van de te verwerken gegevens;

2°. de wijze van verwerking; en

3°. de beoordelingscriteria voor de verschillende fasen van verwerking;

  • e. 
    de wijze waarop, de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de gegevens, bedoeld in artikel 2.3, derde lid, worden verstrekt, alsmede op de aard van die gegevens;
  • f. 
    de beveiliging van gegevens, waaronder persoonsgegevens, gegevens over gezondheid en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard;
  • g. 
    de inrichting, het beheer en de beveiliging van de in artikel 2.6 bedoelde elektronische voorzieningen;
  • h. 
    de inrichting en het beheer van en de verantwoording door het Informatieknooppunt zorgfraude, waaronder begrepen regels ten aanzien van het vaststellen van het jaarplan en het verzoek van Onze Minister tot verstrekking van inlichtingen, en de daaraan verbonden bevoegdheid van Onze Minister tot het geven van aanwijzingen;
  • i. 
    de financiering van en de financiële verslaglegging door het Informatieknooppunt zorgfraude; en
  • j. 
    de aanwijzing van het Informatieknooppunt zorgfraude en de daaraan verbonden voorschriften;
  • 2. 
    Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het bepaalde in de artikelen 2.3, 2.4 en 2.6. Deze regels hebben betrekking op
  • a. 
    de bewaartermijnen; en
  • b. 
    de uitoefening van de rechten van betrokkenen.

§ 3. Geheimhouding

Artikel 2.8

  • 1. 
    Het is een ieder verboden hetgeen hem uit of in verband met enige werkzaamheid bij de uitvoering van deze wet over natuurlijke personen dan wel rechtspersonen blijkt of wordt meegedeeld, verder bekend te maken dan voor de uitvoering van deze wet noodzakelijk is dan wel op grond van deze wet is voorgeschreven of toegestaan.
  • 2. 
    Het eerste lid is niet van toepassing indien:
  • a. 
    enig wettelijk voorschrift tot de bekendmaking verplicht;
  • b. 
    de gegevens niet herleidbaar zijn tot individuele natuurlijke personen of rechtspersonen.

HOOFDSTUK 3. WIJZIGING VAN ANDERE WETTEN Artikel 3.1

De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1.1.1, eerste lid, wordt in de alfabetische rangschikking de volgende begripsomschrijving ingevoegd:

  • Inlichtingenbureau: als zodanig door Onze Minister aangewezen instelling die is belast met de coördinatie en dienstverlening ten behoeve van de colleges bij de verwerking van gegevens, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van taken van de colleges op het gebied van de Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

B

Aan artikel 5.1.1 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 8. 
    Het verwerken van persoonsgegevens door het college op grond van dit artikel geschiedt, voor zover het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen verwerkingen betreft, door het Inlichtingenbureau.
  • 9. 
    Indien het Inlichtingenbureau op grond van het achtste lid persoonsgegevens verwerkt, is het voor deze verwerking, in afwijking van het zevende lid, verwerkingsverantwoordelijke.

C

Na artikel 5.2.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.2.5a

  • 1. 
    Verstrekking van persoonsgegevens door of aan het college geschiedt, voor zover het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen verstrekkingen betreft, door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
  • 2. 
    Indien het Inlichtingenbureau op grond van het eerste lid persoonsgegevens verwerkt, is het voor deze verwerking verwerkingsverantwoordelijke.

D

Artikel 5.2.9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste lid wordt na «Het college,» ingevoegd « het Inlichtingenbureau,».
  • 2. 
    In het tweede lid wordt na «instanties en personen stellen» ingevoegd «, met uitzondering van het Inlichtingenbureau,»

E

In artikel 5.3.2, eerste lid, wordt na «Het college,» ingevoegd « het Inlichtingenbureau,».

F

In artikel 5.3.3, eerste lid, wordt na «het college,» ingevoegd « het Inlichtingenbureau,».

G

In artikel 5.3.4, eerste lid, wordt na «het college,» ingevoegd « het Inlichtingenbureau,».

In artikel 5.3.5, eerste lid, wordt na «Het college,» ingevoegd « het Inlichtingenbureau,».

Artikel 3.2

De Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1.1 wordt in de alfabetische rangschikking de volgende begripsomschrijving ingevoegd:

  • Inlichtingenbureau: als zodanig door Onze Minister aangewezen instelling die is belast met de coördinatie en dienstverlening ten behoeve van de colleges bij de verwerking van gegevens, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van taken van de colleges op het gebied van de Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

B

In artikel 7.2.1, eerste lid, wordt « en het college» vervangen door «, het college en het Inlichtingenbureau»

C

Na artikel 7.4.3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.4.3a

  • 1. 
    De verwerking van persoonsgegevens door het college op grond van artikel 7.4.0, eerste lid, en de verstrekking van persoonsgegevens aan het college op grond van de artikelen 7.4.0, tweede lid, en 7.4.3, geschiedt, voor zover het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen verwerkingen of verstrekkingen betreft, door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
  • 2. 
    Indien het Inlichtingenbureau op grond van het eerste lid persoonsgegevens verwerkt, is het voor deze verwerking verwerkingsverantwoorde-lijke.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN Artikel 4.1

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 4.2

Deze wet wordt aangehaald als: Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 515, nr. 2 8


 
 
 

3.

More information

 

4.

EU Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.