De zeven levens van Abraham Kuyper. Een nieuwe politieke biografie
DEN HAAG (PDC) - Op 28 september 2020 verscheen het boek 'De zeven levens van Abraham Kuyper', de nieuwste biografie over Abraham Kuyper. Hoewel er inmiddels al een tiental biografieën over de oud-premier zijn geschreven, wist historicus Johan Snel toch nog redelijk onbekende feiten te vergaren. Dit was mogelijk dankzij de recente digitalisering van met name Kuypers brieven- en krantenarchief. De biografie is gepubliceerd met het oog op de honderdste sterfdag van Kuyper: 8 november 2020.
Kuyper was de grote voorman en stichter van de Anti-Revolutionaire Partij1 (ARP), de partij van de 'kleine luyden': middenstanders, boeren, lagere ambtenaren en arbeiders. Daarnaast stichtte hij het dagblad De Standaard, de Vrije Universiteit en de Gereformeerde Kerk, nadat hij een afscheidingsbeweging (Doleantie) had geleid. Hij was ook predikant en werd in 1874 Tweede Kamerlid, maar verliet de Kamer al na drie jaar. Hij keerde in 1894 echter terug en werd leider van de ARP.
Van 1901 tot 1905 leidde Kuyper een coalitiekabinet2, dat vooral in de herinnering bleef voortleven door het beëindigen van de Spoorwegstaking in 1903 en door de ontbinding van de Eerste Kamer in 1904. In 1908 kwam hij in conflict met Heemskerk3 en in 1909 kwam hij in opspraak door de zgn. lintjesaffaire4. Desondanks werd hij tot zijn dood door zijn achterban als de door God gegeven leider beschouwd.
- 1.De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
- 2.Het coalitiekabinet-Kuyper werd gevormd na de overwinning van de rechtse partijen bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1901. Rooms-katholieken, Antirevolutionairen, Vrije antirevolutionairen en Christelijk-Historischen haalden daarbij samen 57 zetels. De twee laatstgenoemde groeperingen bleven echter buiten het kabinet. Tot 1904 had het kabinet geen meerderheid in de Eerste Kamer. Na de verwerping van de Hoger-onderwijswet in 1904 ontbond het kabinet de Eerste Kamer. De verkiezingen bezorgden het kabinet-Kuyper alsnog een meerderheid in de Senaat.
- 3.Antirevolutionair die bijna vijfenveertig jaar actief was als politicus. Zoon van de conservatieve staatsman J. Heemskerk Azn. en afkomstig uit een Amsterdams remonstrants koopmansgezin. Werd later gereformeerd. Kwam in 1888 in de Tweede Kamer en was tevens zeven jaar wethouder van Amsterdam. Weigerde in 1901 minister te worden onder Kuyper en werd in 1908 tegen diens zin kabinetsleider, hetgeen leidde tot een conflict. Na zijn premierschap staatsraad en in de periode 1918-1925 minister van Justitie die belangrijke wetgeving tot stand bracht. In 1929 verving Colijn hem nogal onverhoeds als fractievoorzitter. Hij bleef toen wel Kamerlid. Had de naam zaken soms wat te gemakkelijk op te nemen, maar wist zich door zijn intellect en spreekvaardigheid steeds staande te houden in debatten. Zijn luchtige wijze van optreden bezorgde zijn regeerperiode het predikaat 'jolig Christendom'.
- 4.De grote verkiezingswinst voor de christelijke coalitie van 1909 bracht niet - zoals verwacht was - de oude Kuyper terug aan het bewind. Tijdens de verkiezingscampagne beschuldigde een advocaat uit Heemstede, mr. Tideman, hem van gunstbetoon of corruptie.