“Werkende armen zijn een schande”. - Main contents
Mark van Assen (verschenen in het AD)
Het Europees Parlement stemt vandaag over een reeks sociale voorstellen van Agnes Jongerius (PvdA). Ze pleit voor hogere minimumlonen, afschaffing van de nulurencontracten en halvering van de jeugdwerkloosheid.
“Er is de afgelopen jaren iets gaan schuiven”, zegt Agnes Jongerius. Ze is zelf al veel langer bezig met sociale problemen, als lid van de Partij van de Arbeid en later natuurlijk als voorzitter van de vakbond FNV. Maar in haar tijd als Europarlementariër (sinds 2014) zag ze met name twee gebeurtenissen die haar ervan overtuigden dat er echt iets moet veranderen: de totaal onverwachte uitslag van het brexitreferendum in 2016 en de populariteit van de rechts-populistische Marine Le Pen, die een jaar later bijna president van Frankrijk werd. “Dat waren geen oeps-momenten. Het duidt erop dat veel mensen het idee hebben dat ze vol in de wind staan”. Een cijfer ter verduidelijking: Europa telt op dit moment 241,5 miljoen werknemers. Dat is meer dan ooit.
Vuurtje opstoken
Jongerius’ tweede termijn in Brussel en de benoeming van Ursula von der Leyen tot voorzitter van de Europese Commissie waren de opmaat voor het rapport dat nu op tafel ligt: Een sterk sociaal Europa. Jongerius schreef het samen met een Duitse collega, Dennis Radtke. “Wij steunden de kandidatuur van Von der Leyen destijds op voorwaarde dat er een concreet actieplan moest komen om de EU socialer te maken”, zegt ze. Dat plan kwam er, van de hand van Nicolas Schmit, de Luxemburgse Commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten. Het ging Jongerius en Radtke niet ver genoeg, reden om met alternatieve voorstellen te komen: “Die zijn veel ambitieuzer. We stoken het vuurtje een beetje op”.
Er staan meer dan zestig aanbevelingen in. Als ze de vijf belangrijkste op een rijtje zet, dan ziet dat er zo uit: hogere minimumlonen (“Dat er nu werkende armen zijn, is een schande”), weg met de nulurencontracten (“wachten op het appje van je baas zonder enige financiële zekerheid aan het begin van de maand”); betaalbare woningen (“Fatsoenlijk onderdak is een recht”); gelijk loon voor mannen en vrouwen (“Dat wil ik nog voor mijn pensioen geregeld hebben”); betere bescherming voor arbeidsmigranten (“Hun huisvesting!”).
Geen minimumloon
Over het eerste punt, een hoger minimumloon, wil ze nog wel iets zeggen. “Dat is dus geen Européés minimumloon. Daarvoor zijn de onderlinge verschillen te groot. Het zou mooi zijn, maar dat krijg ik niet meer voor elkaar, misschien in mijn hele leven niet. Nee, dit gaat over een loon dat in een goede verhouding staat tot het gemiddelde loon van een land. Dat het mogelijk maakt om een fatsoenlijk leven te leiden. Ik wil dat een Europese norm komt die lidstaten verplicht om dat te regelen”.
“Europa zou een project moeten zijn waarin iedereen het beter krijgt”.
Ze weet dat zo’n voorstel op veel tegenstand gaat stuiten. Bij de werkgevers, bijvoorbeeld. “Die zijn tegen. De formele positie van de Europese werkgeverskoepel is ‘neuh’. En lidstaten als Polen en Hongarije zijn niet enthousiast, om het voorzichtig uit te drukken. Die vinden dat Brussel zich nergens mee moet bemoeien. Ook in Scandinavië staan ze niet te springen. Daar kennen ze geen wettelijk minimumloon, alles gaat in overleg”.
‘Dat lukt nooit’
Jongerius is ervan overtuigd dat er dingen moeten veranderen. “We willen af van de situatie dat Europese werknemers elkaars concurrenten zijn. Alleen dan kunnen we er zeker van zijn dat mensen op goede gronden naar hier komen. Nu doen ze dat vaak alleen maar bij gebrek aan perspectief in hun eigen land. En het leidt te vaak tot misbruik. Europa zou een project moeten zijn waarin we het met z’n allen beter krijgen”.
Of ze positief is? “Ach, toen ik zes jaar geleden aan de detacheringsrichtlijn begon, dacht iedereen: dat lukt nooit. Die hadden het dus mis”. Nu is inderdaad geregeld dat tijdelijke werknemers uit een ander EU-land bij gelijk werk recht hebben op hetzelfde loon als collega’s in het gastland. “Vechten en overleggen, dat kan ik. Ze zeggen dat je geduldiger wordt als je ouder wordt, maar dat geldt voor mij totaal niet”.
Het rapport van Jongerius en Radtke is al goedgekeurd in de commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken. Vandaag is dus het parlement aan de beurt. Als alles goed gaat, komt de Europese Commissie in januari met een definitief voorstel.