Een ingrijpend, maar juist besluit - Main contents
Soms weet je dat je een belangrijke politieke beslissing alleen maar op grond van je eigen, diepste overtuiging kunt nemen. En daarna dan samen met de fractie en de eigen bewindspersonen op grond van ook hún eigen morele kompas. Dan weet je dat je alle peilingen en politieke overwegingen zoveel mogelijk terzijde moet schuiven en moet doen waarvan je gelooft dat het echt het goede is.
Vandaag heeft het kabinet besloten zijn ontslag in te dienen vanwege de toeslagenaffaire en het ongekende onrecht dat duizenden gezinnen jarenlang is aangedaan. En ik ben ervan overtuigd dat dit ingrijpende besluit van het kabinet nu inderdaad het juiste is om te doen.
Voor mijzelf was het afgelopen weekend het moment dat ik het zeker wist. In de aanloop naar de Kerst heb ik het indringende rapport van de parlementaire ondervragingscommissie gelezen en ben ik daarna gaan nadenken over de politieke consequenties.
Het was goed dat het kabinet allereerst is begonnen met het formuleren van een inhoudelijke reactie. Want het belangrijkste nu is dat slachtoffers genoegdoening krijgen, dat onrecht wordt rechtgezet en dat Kabinet, Kamer, ambtenaren, rechters en wij allemaal andere, rechtvaardiger en barmhartiger keuzes gaan maken.
Tegelijk wist ik ook dat de vraag naar de politieke consequenties beantwoord moest worden. Vorig weekend stond ik vrijdagochtend nog in dubio daarover, maar aan het eind van het afgelopen weekend had ik de overtuiging dat het passend zou zijn dat na dit dramatische onrecht het kabinet de ultieme stap zou zetten en zijn ontslag zou aanbieden. Ik las het rapport van de commissie-Van Dam opnieuw en liet de verhalen van slachtoffers nog meer tot me doordringen.
Een vrouw vertelde me hoe ze in 2012 een eerste brief van de Belastingdienst kreeg en dat het begin is geweest van een afschuwelijke periode waar nog steeds geen einde aan is gekomen. Een periode met groeiende schulden, geen schuldhulpverlening omdat ze verdacht werd van fraude, huurproblemen, gezondheidsproblemen, ontslag, een miskraam. Ongekend onrecht en dat dan nog maar in één gezin.
Er is een opmerking die tijdens een van onze interne overleggen werd gemaakt en die sindsdien in mijn hoofd is blijven hangen: deze mensen hadden geen schijn van kans. De vrouw die ik sprak heeft tassen vol bewijsstukken aan de Belastingdienst gegeven en nooit was het goed genoeg. Er zijn mensen naar de Ombudsman gestapt, naar de rechter, sommigen schreven in hun wanhoop een brief aan de Koning. En jarenlang was er niemand die hen echt hielp.
De overheid moet een schild voor burgers zijn, zeker voor kwetsbare burgers. En dat zijn de overheid en onze rechtsstaat voor veel mensen jarenlang niet geweest. Dit moment vraagt ook om zelfreflectie van de Kamer. Van ons als fractie. Van mij. Van iedereen die hier ergens een rol in heeft gespeeld in wetgeving, uitvoering, controle van de macht, rechtspraak. Dit vraagt om een andere overheid, een overheid die niet alleen maar uitgaat van wantrouwen en mensen van het ene loket naar het andere stuurt. Een overheid waar mensen wel gehoord worden, wel een schijn van kans hebben.
Vandaag komt aan een einde aan Rutte-3 als missionair kabinet, niet vanwege interne ruzies maar omdat er politieke verantwoordelijkheid moet worden genomen voor het jarenlange ongekende onrecht. Vandaag is ook het begin van het werken aan een andere overheid en de dag waarop we keuzes maken waarmee recht wordt gedaan aan slachtoffers. Ook daar willen wij als ChristenUnie verantwoordelijkheid voor dragen, zoals wij ook grote verantwoordelijkheid blijven voelen voor de bestrijding van de ingrijpende coronacrisis.
Het kabinet treedt af en dat kan niet anders. Het kabinet móet wel aftreden, juist omdat het anders moet.