Afdrogen EU-buitenlandchef is een teken van paniek in het Kremlin - Main contents
Vorige week werd de EU-buitenlandchef Josep Borrell in Moskou afgedroogd door de Russische minister Lavrov en het bezoek was zonder meer schadelijk voor het aanzien van de Europese Unie. Maar waarom deed de Russische overheid dit eigenlijk? In dit artikel mijn kijk op deze strategische blunder van Poetin.
Vol goede moed ging de EU-buitenlandchef Josep Borrell vorige week naar Moskou om de relaties met Rusland te bespreken. Waarschuwingen van verschillende kanten (inclusief ondergetekende) om af te zien van dit bezoek ten spijt. Borrell dacht een ‘constructieve dialoog’ te kunnen starten met de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Lavrov, zonder enig mandaat vanuit de Europese Raad te hebben meegekregen. De trip van Borrell stond immers al maanden geleden gepland en het zou het eerste bezoek van de hoogste Europese topdiplomaat sinds jaren zijn.
Vervolgens is Borrell overduidelijk in de val gelopen: hij werd geschoffeerd tijdens een gemanipuleerde persconferentie en de EU werd door minister Lavrov zonder blikken of blozen voor ‘onbetrouwbaar’ uitgemaakt. Om er nog een schepje bovenop te doen, kwam het Borrell via een Tweet ten gehore dat drie Europese diplomaten die dag Rusland werden uitgezet wegens aanwezigheid bij een demonstratie. Schijnbaar heeft, nadat Borrell hem confronteerde met dit nieuws, Lavrov laconiek uitgelegd dat het voorval een paar dagen te vroeg was gebeurd. Het was een ‘foutje’. Kan gebeuren.
Niet onverwacht was Borrell de afgelopen dagen het mikpunt van kritiek vanwege dit desastreuze bezoek aan Moskou. En terecht, want hij had beter moeten weten. Van een topdiplomaat zou je meer verwachten. Maar afgezien van zijn optreden, wat was eigenlijk het strategisch belang van Poetin om de EU op zo’n grove manier te schofferen?
Poetin staat onder druk: de gebeurtenissen omtrent oppositieleider Navalny, aanhoudende demonstraties, de eventuele uitbreiding van de bestaande sancties door het Westen en natuurlijk de coronacrisis zijn de meest zichtbare ontwikkelingen die hem zorgen zullen baren. Maar dat is niet alles, want op de middellange termijn staat veel meer op het spel. De Russische economie staat er slecht voor, de overheidsfinanciën zijn in een slechte staat en de druk in Europa om de bouw van de gaspijpleiding Nord-Stream 2 te stoppen neemt toe. Bovendien streeft Europa naar een snelle afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen: hét huidige en toekomstige exportproduct en verdienvermogen van de Russen. De Russische geopolitieke situatie staat er eveneens niet best voor. Met moeite werd de oorlog om Nagorno-Karabach beëindigd, waarin duidelijk werd dat Russisch militair machtsvertoon niet meer is wat het geweest is, gezien de (militaire) bemoeienis van Turkije. Ook in Libië hebben de Russische huurlingen van de Wagner Group geen doorslaggevend verschil kunnen maken en het conflict in Syrië blijft zich maar voortslepen. Dichterbij huis blijft het ondertussen onrustig in Wit-Rusland, waar de positie van de dictator Loekasjenko wankelt.
Tel dit rijtje op en je zou juist een toenadering, ook wel ‘rapprochement’ genoemd, van Rusland richting het Westen verwachten, in plaats van deze cheap shot richting de EU. De gebeurtenissen van vorige week maken het bovendien des te moeilijk voor Macron en Merkel, die tot nu toe altijd voorstander zijn geweest van een constructieve relatie met Poetin, om die strategie te handhaven. Niet alle lidstaten staan bovendien zo positief in de wedstrijd. De Baltische staten en ook Polen geven al langere tijd aan dat de Russen niet te vertrouwen zijn. Dankzij deze Russische diplomatieke schoffering lijkt een rapprochement tussen Rusland en de Europese Unie verder uit beeld te zijn geraakt.
Logischerwijs, verwacht ik dat de EU de blik nu naar het Westen zal richten en energie zal stoppen in het Trans-Atlantische bondgenootschap om de relatie met de VS in ere te herstellen. De kersverse President Biden en diens minister van Buitenlandse Zaken, laten de afgelopen twee weken duidelijk een trendbreuk zien met het beleid van Trump: er wordt weer meer met bondgenoten opgetrokken. Met de diplomatieke schoffering van vorige week lijkt de (unieke) kans vervlogen voor Poetin om het herstel van het Trans-Atlantische bondgenootschap (enigszins) te kunnen frustreren.
Gezien bovenstaande overwegingen kan ik alleen maar concluderen dat Poetin onder grote druk staat en daarom zo’n strategische blunder is begaan. Daarom is mijn pleidooi: laten we de druk op Poetin verder opvoeren, door ons vooral weer te gaan focussen op een intensivering van het Trans-Atlantisch bondgenootschap: daar waar Poetin het meest van te vrezen heeft!