Laat ons leren van de verloren oorlog in Afghanistan - Main contents
Westerse troepen trekken zich terug uit Afghanistan. SP-Kamerlid Jasper van Dijk vraagt zich af of Nederland lessen trekt uit de afgelopen 20 jaar
‘Declare victory and leave’. Die gevleugelde uitspraak, bekend geworden tijdens de Vietnamoorlog, beschrijft perfect de terugtrekking van de VS en de Navo uit Afghanistan. De doelen die twintig (!) jaar geleden, na de aanslagen van 11 september 2001, werden geformuleerd, zijn volgens de VS bereikt. Bin Laden is immers dood en Al Qaida is in Afghanistan niet meer wat het geweest is, aldus de Amerikaanse president Joe Biden.
Het is een gelegenheidsargument. Gemakshalve wordt ‘vergeten’ dat Navo-leiders nog tal van andere, geregeld bijzonder naïeve doelen hebben geformuleerd in de zogenaamde oorlog tegen het terrorisme. De ambities liepen zelfs zo hoog op dat Afghanistan zowat naar het eigen, westerse zelfbeeld opnieuw gecreëerd diende te worden - een nation-building-opdracht met ongekende, steeds verder uitdijende proporties.
Het claimen van de overwinning is grotesk. Al in december 2001, toen Al Qaida naar Pakistan uitweek en de Taliban zich overgaf, waren de doelen van de VS immers bereikt.
Anders dan de indruk die dezer dagen wordt gewekt, is het terrorisme in de wereld helemaal niet afgenomen. Integendeel, het is juist explosief toegenomen, ook in Europa. Gruwelijke aanslagen vanuit jihadistische hoek in Europese hoofdsteden getuigen ervan.
Nog veel erger zijn de resultaten voor de bevolking van Afghanistan: honderdduizenden doden en een veelvoud daarvan aan gewonden. De oorlog in Afghanistan bracht meer dan vijf miljoen vluchtelingen op de been, van wie een deel zich voor asiel in Nederland heeft gemeld. Het toont de vaak verzwegen relatie tussen onze oorlogen en vluchtelingencrises. Hoe zijn deze resultaten in hemelsnaam te verantwoorden als reactie op de drieduizend doden in de Verenigde Staten op 11 september 2001?
Geen uitgemaakte zaak
Natuurlijk zijn er op andere terreinen wel degelijk positieve resultaten behaald, al werden die in het verleden geregeld overdreven. Vaak genoemd worden dan de meisjes die naar school gaan en de verbeterde gezondheidszorg. Dat is zeer prijzenswaardig, maar de vraag is of dit enkel bereikt kon worden met twintig jaar oorlog. Onder ontwikkelingswerkers is dat geen uitgemaakte zaak.
Nederland lijkt nauwelijks betrokken bij het Amerikaanse besluit tot terugtrekking. Het illustreert de positie die ons land inneemt: Nederland volgt enkel en praat recht wat de Amerikanen besluiten. Had president Biden nog vier jaar langer in Afghanistan willen blijven, dan had het kabinet dat net zo makkelijk verkocht. Er is geen ontkomen aan: Nederland is een vazalstaat van de VS.
Wellicht nog pijnlijker zijn de argumenten die minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) een paar jaar geleden gebruikte om toch vooral geen troepen terug te trekken. Als we Afghanistan uit handen geven, wordt het volgens de minister weer een fundamentalistisch islamitisch land in de donkere middeleeuwen wat vooral voor de mensen daar, in het bijzonder voor vrouwen en meisjes, veel zal betekenen, namelijk terug naar de hel.
Langdurig bloedvergieten
Menigeen waarschuwt dat de door het Westen opgetuigde, maar corrupte Afghaanse staat kan instorten als de westerse troepen vertrekken. Hoe realistisch dat is, hangt onder andere af van eventuele onderhandelingsresultaten tussen Kabul en de Taliban. Daarom moet alles op alles worden gezet om tot een of andere deal te komen, zodat er eindelijk een punt gezet kan worden achter decennia bloedvergieten.
Belangrijk is ook dat de Afghanen niet in de steek worden gelaten en het land humanitaire en ontwikkelingshulp geboden blijft worden.
Met de troepenterugtrekking komt een einde aan twintig jaar westerse oorlog in Afghanistan. Nu komt het erop aan dat de juiste lessen geleerd worden van deze verloren oorlog. Daar ligt werk voor het kabinet.
Hoe dan ook lijkt er geen ontkomen aan dat we afscheid nemen van een op interventionisme ingerichte, in het hoogste geweldsspectrum opererende krijgsmacht.
Deze opinie verscheen ook in het Parool op 21 april 2021.