Van Göteborg naar Porto - Main contents
Door Agnes Jongerius op 7 mei 2021 Delen
Bindend sociaal beleid is hard nodig in Europa, vooral nu tijdens deze coronacrisis. Meer dan 91 miljoen Europeanen leven in armoede of lopen het risico op sociale uitsluiting. 27% van de Europeanen tussen 20 en 64 jaar heeft geen baan en 9 van de 27 Europese landen zakken door de armoedegrens met hun huidige minimumlonen. Op 7 en 8 mei 2021 vindt daarom de tweede Europese Sociale Top plaats in Porto, omdat een socialer Europa topprioriteit is van het Europese voorzitterschap van Portugal. De regeringsleiders van de Europese landen, de Europese Commissie en het Europees Parlement werken er aan de nieuwe sociale agenda van Europa.
In 2016 kondigde toenmalig voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker aan te zullen werken aan een ‘Triple-A Social Europe’. De uitslag van het Brexit-referendum toonde de Europese regeringsleiders wat de onzekerheid over de toenemende tweedeling binnen en tussen landen kan betekenen voor het Europese project. Onder het voorzitterschap van de Zweedse premier Stefan Löfven kreeg dit gestalte in de vorm van de Europese Pijler van Sociale Rechten (EPSR), op de Europese Sociale Top in Göteborg.
In november 2017 zetten de vertegenwoordigers van de Europese Raad, de Europese Commissie en het Europese Parlement hun handtekening onder dit compacte document met 20 beginselen waar iedere Europese inwoner recht op heeft.
Zo hebben kinderen recht op bescherming tegen armoede en op maatregelen die gelijke kansen versterken, hebben werknemers recht op een billijk loon met een fatsoenlijke levensstandaard, hebben vrouwen en mannen recht op gelijk loon voor gelijk werk en hebben werknemers recht op bescherming van hun gezondheid en veiligheid op het werk.
Samen kun je deze basisrechten zien als een poging om de Europese droom te beschrijven. Maar ook als een poging om de sociale rechten (tot dan toe vaak ondergeschikt aan economische en financiële doelstellingen) beter te verankeren.
Van belofte naar actie
Sommige van de basisrechten waar in Göteborg tot werd besloten, liggen al vast in Europese wetgeving, voor andere rechten moeten nog passende maatregelen of wetten opgesteld worden.
Al tijdens de top in Göteborg was er de roep om een concreet actieplan. Want hoe krijgen de werknemers en burgers van de Europese Unie nu daadwerkelijk hun rechten gegarandeerd? Wat doen de verschillende landen om deze rechten om te zetten in de praktijk? Hoe zorgen wij voor voldoende geld om de afspraken ook om te zetten in actie? Welke maatregelen en wetten worden er nu concreet ingevuld?
Een Parijsakkoord voor sociaal beleid
Met die vragen ging Agnes Jongerius aan de slag in de commissie Sociale Zaken. Het startschot vormde het rapport ‘A Strong Social Europe for Just Transitions’, waarin bindende sociale doelen beschreven staan die in 2030 verwezenlijkt moeten zijn. Ook wel de Porto 2030 Agenda. In december nam het Europees Parlement dit rapport aan met een ruime meerderheid.
“Er waait een nieuwe wind in Europa. We kunnen duizenden thuiszorgmedewerkers, platformwerkers en seizoenarbeiders aan goed werk helpen. We kunnen kansarme kinderen aan een eerlijke toekomst helpen, met een jeugd zonder armoede. En doodgaan van je werk, dat moet niet meer kunnen in deze eeuw. Hiervoor is wel lef nodig. Ik roep Charles Michel, premier Rutte en de andere regeringsleiders op om hun blik op de toekomst te richten, met bindende sociale doelen in heel Europa.”
Door te concentreren op een beperkt aantal doelstellingen, die wel verplichtend zijn, kan er meer en beter gestuurd worden op sociaal en fatsoenlijk beleid. En naar analogie met het Parijsakkoord waarbij de focus ligt op wat je wil bereiken zonder vast te leggen hoe je de doelen bereikt, zouden de hoofdpunten van het sociaal beleid ook een versnelling kunnen geven in de actie.
Het Strong Social Europe for Just Transitions rapport
In ons rapport zetten we in op het creëren van goed werk. Niet elke baan is immers een goede baan. Wie hard werkt, verdient zekerheid over zijn werkrooster én salaris. Daarom moeten de minimumlonen in Europa omhoog en moet er een einde komen aan nul-urencontracten. Platformwerkers behandelen we hetzelfde als alle andere werknemers, wat kan zodra online platforms moeten gaan bewijzen dat ze geen werkgever zijn: we draaien de bewijslast om. En arbeidsmigranten gaan we beter beschermen met een herziene uitzendrichtlijn.
Armoede remt mensen af, het houdt ontwikkeling tegen. Daar moeten we van af. Vorig jaar bleek dat meer dan 270.000 kinderen in Nederland in armoede opgroeit. Ten laatste in 2030 moet in Nederland en Europa het aantal mensen dat in armoede leeft minstens gehalveerd zijn, met de nadruk op het tegengaan van armoede onder kinderen.
Hoewel het verboden is om vrouwen minder te betalen dan mannen voor hetzelfde werk, gebeurt dat nog steeds. Wij willen dat alle bedrijven in Europa verplicht openbaar maken welke loonverschillen zij op de werkvloer hebben. Daarom zetten we in op een Europese richtlijn voor loontransparantie. De loonkloof moet dicht voor 2030.
Werk is belangrijk, maar je gezondheid is altijd belangrijker. Alleen al in Nederland zijn er ieder jaar nog 4.000 beroepsgerelateerde overlijdens, dat is onacceptabel. Strengere veiligheidseisen en normen voor wie bijvoorbeeld werkt met kankerverwekkende stoffen zijn hard nodig. Niemand mag nog overlijden door het werk.
Sociaal actieplan van de Europese Commissie
Geïnspireerd op ons rapport, presenteerde de Europese Commissie in maart ook haar sociaal actieplan, om een concrete invulling te geven aan de Europese Pijler van Sociale Rechten. Daarin zijn drie doelen opgenomen, die in 2030 bereikt moeten zijn op vlak van werkgelegenheid, armoedebestrijding en scholing van werknemers.
Daarnaast worden er wetsvoorstellen en concrete maatregelen aangekondigd op vlak van platformwerk, het invoeren van een Europees sociale zekerheidsnummer, en het onder de loep nemen van de uitzendrichtlijn.
Wat staat er op de agenda in Porto?
De Sociale Top bestaat uit twee delen. Op 7 mei organiseert het Portugese voorzitterschap een conferentie met de regeringsleiders van de lidstaten, de Europese sociale partners en de koepelorganisatie van sociale NGOs. Als zogenaamde sherpa neemt Agnes Jongerius, samen met de voorzitter van de Sociale Zakencommissie, Lucia Ďuriš Nicholsonová uit Slowakije, en de Duitse Christendemocraat Dennis Radtke, namens het Europees Parlement deel aan deze conferentie.
Hieruit volgt een verklaring die ondertekend zal worden door Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, Parlementsvoorzitter David Sassoli en de Portugese premier Antonio Costa, samen met de Europese werkgeverskoepel BusinessEurope en het Europees verbond van vakbonden ETUC. Met amendementen heeft Jongerius bijgedragen om deze verklaring zo ambitieus mogelijk te maken.
Deze verklaring is de basis voor de discussies van de regeringsleiders in de informele Raad de volgende dag, die achter geslotedeuren plaatsvindt. Daar moeten de regeringsleiders zich committeren aan de sociale doelstellingen die Europa de komende jaren zal nastreven. Net als de Franse president Emmanuel Macron heeft premier Rutte aangegeven aanwezig te zullen zijn bij beide delen van de Sociale Top.
Reacties in Europa
In een non-paper geschreven door elf lidstaten waaronder Nederland, wordt gewezen op subsidiariteit, maar in deze verklaring wordt voor het eerst ook het belang onderkend van sociaal beleid in alle Europese landen.
Lidstaten zoals Luxemburg, Spanje, België en Frankrijk verwelkomen in hun non-papers juist de ambitie om ook op Europees niveau stappen te zetten voor opwaartse sociale convergentie in Europa, met een steviger sociaal beleid en sterk verankerde sociale rechten.