Hoog tijd voor sociale bescherming van platformwerkers - Main contents
Door Agnes Jongerius op 13 september 2021 Delen
Deze week stemt het Europees Parlement over bescherming van platformwerkers. Het is hoog tijd voor erkenning en sociale bescherming.
De dag dat de rechter in Nederland uitspraak zal doen over de rechten van Uber-chauffeurs, debatteert het Europees Parlement over betere bescherming van platformwerkers. Het gaat over sociale bescherming voor mensen die via een online platform werken en gedwongen worden in een statuut van schijnzelfstandigheid.
Door de bewijslast om te draaien, kunnen echte zelfstandigen hun gang gaan, maar zijn alle andere platformwerkers wel beschermd.
Deze platformwerkers krijgen daardoor geen eerlijk loon, bouwen geen sociale rechten op en krijgen geen ziekteverlof. Op woensdag stemt het Europees Parlement over het voorstel om deze schijnzelfstandigheid tegen te gaan.
Bewijslast
Platformwerkers moeten dezelfde bescherming krijgen als elke andere werknemer en de platforms moeten dezelfde regels volgen als elk ander bedrijf. In mijn voorstel draaien we de bewijslast om. Platformwerkers worden automatisch werknemer en zullen niet langer individueel hun rechten moeten opeisen.
Bedrijven als Uber en Deliveroo hebben hun verdienmodel uitgebouwd door te doen alsof platformwerkers zelfstandigen zijn om zo hun arbeidskosten te drukken. Terwijl de winsten naar de bedrijven gaan, wentelen ze de risico’s af op de platformwerkers. Door de bewijslast om te draaien, kunnen echte zelfstandigen hun gang gaan, maar zijn alle andere platformwerkers wel beschermd.
Rechtszaken
In heel wat Europese landen hebben platformwerkers en vakbonden rechtszaken aangespannen. De FNV diende een rechtszaak in tegen Uber waarin ze eisen dat Uber de chauffeurs erkent als werknemers en hen ook betaalt volgens de cao-afspraken. We hopen dat er vandaag een positieve uitspraak komt.
Samen met de rechtszaken is het voorstel van het Europees Parlement een sterk signaal aan de Europese Commissie. Het is aan hen om sterke wetgeving voor te stellen die de bewijslast omkeert.