Zorgen bij wetsvoorstel abortuspil - Main contents
Vandaag spreken we in deze Kamer over de Wet afbreking zwangerschap. Ik hecht eraan om te benoemen dat ik me zeer bewust ben van de nood, het verdriet, en de vaak ontzettend ingewikkelde situaties van vrouwen die voor deze keuze staan of in het verleden hebben gestaan. In dat besef wil ik dit debat voeren, dat vraagt om zorgvuldigheid, van mij, van ons allemaal. Een ongewenste zwangerschap plaatst je voor zo veel vragen en keuzes.
Een ethisch dilemma, en veel te vaak staan vrouwen daar helaas alleen voor. Voor hen moet er goede zorg zijn, en daarnaast ook voor het ongeboren leven. Dat heeft in zichzelf ook intrinsieke waarde. Ik zou de indieners willen vragen hoe zij dat aspect wegen in hun voorstel. Zij geven aan geen verschuiving van de balans te wensen, maar wat zij destijds niet wisten en wat wij nu wel zien, is dat er naast hun voorstel ook een initiatiefwetsvoorstel over de vastgestelde beraadtermijn in deze Kamer klaarligt voor stemming. Hoe wegen zij nu deze balans? En hoe wegen zij de zorg die huisartsen zouden moeten geven ten aanzien van de waarde van het ongeboren leven? Zien de indieners de kwetsbaarheid dat het samengaan van deze wetsvoorstellen en het samenlopen kan bijdragen aan het verlagen van de drempel voor de keuze voor een abortus? Misschien zien de indieners dat anders, maar hoe zouden zij dat dan willen vervolgen?
De Raad van State was kritisch over dit voorstel. Het is waar dat goede en vertrouwde zorg geboden moet worden, maar is dit wetsvoorstel echt een verbetering? Dit zijn oprechte vragen. Zullen niet meer vrouwen naar de huisarts gaan met de verwachting dat zij niet meer naar een kliniek hoeven te reizen om dan vervolgens te ontdekken dat er elders alsnog een echo gemaakt zal moeten worden voor de termijnbepaling?
In gesprek met vrouwen die te maken hebben gehad met een medicamenteuze afbreking viel het mij op hoe vaak vrouwen daarin overvallen zijn door de heftigheid van deze behandeling. Juist dan zou ervaring, deskundigheid en zorgvuldigheid van een specialist van meerwaarde kunnen zijn. Is dat een traject voor bij de huisarts? Dat zijn oprechte vragen en zorgen van de ChristenUnie. Zouden we niet eerder moeten bekijken hoe de ondersteuning in de huidige praktijk verbeterd zou kunnen worden?
De ChristenUnie heeft ook zorgen om huisartsen die het voorstel, dat nog moet nog worden aangenomen, niet willen uitvoeren. Uit de tweede evaluatie van de Wet afbreking zwangerschap kwam duidelijk naar voren dat het veld best verdeeld is. Zijn de initiatiefnemers in gesprek gegaan met de huisartsen, en met name met de huisartsen die deze zorgen hebben? Als we spreken over huisartsen, is vaak het beeld dat de huisarts voor iedereen een vertrouwenszorgverlener is. Dat hebben wij ook vandaag in dit debat teruggekregen. Maar de realiteit is weerbarstiger, want dat is helaas op heel veel plekken niet altijd het geval. Zelfstandige huisartsenpraktijken zijn er steeds minder. Steeds vaker zijn er grootschalige huisartsenpraktijken waar een persoonlijke band helaas minder is. Als ik dat combineer met hoe weinig een huisarts deze vraag zal krijgen — de schatting is dat het op één hand te tellen zal zijn — dan vraag ik me af of het zal lukken om daadwerkelijk te voldoen aan de eisen die de wet stelt. In de laatste wetsevaluatie werd al terecht opgemerkt dat het best ingewikkeld zou zijn voor de IGJ om goed toezicht te houden. Zien de indieners in dat licht niet juist de meerwaarde van een vergunning in plaats van de voorgestelde accreditatie? Hoe denken zij de kwaliteit van zorg te kunnen waarborgen als een huisarts maximaal een of twee keer te maken krijgt met een dergelijke behandeling?
In de afgelopen maanden hebben alle fracties veel signalen gekregen van huisartsen over de zwaarte van hun takenpakket. Het is moeilijk, het is zwaar en als overheid zijn we voornemens om meer taken over te hevelen en de huisarts een veel belangrijkere maatschappelijke rol te geven. Er zijn ook zorgen over een tekort aan huisartsen. Daarom wil ik de initiatiefnemers vragen hoe zij in dit licht naar dit wetsvoorstel kijken. Aan de minister zou ik willen vragen om te waarborgen dat huisartsen die geen accreditatie of vergunning wensen te halen, daar geen negatieve gevolgen van zullen ondervinden ten aanzien van hun cliënten of patiënten. Ik vraag hem ook om te bezien hoe goede zorg verleend zal worden indien dit wetsvoorstel een meerderheid zal halen. Ik vraag de indieners ook hoe zij de verschillen in stadswijken en regio's wegen. In sommige wijken kan dit wetsvoorstel veel van de huisarts vragen. In sommige regio's is dat wellicht juist heel weinig. Is het voor goede zorg, voor het voeren van passende gesprekken, niet verstandig om dat eerst te onderzoeken? Hebben de indieners dan ook overwogen om bijvoorbeeld eerst in kleinere gebieden te verkennen wat nou de effecten zijn van een dergelijk voorstel? In een wijk met helaas veel tienerzwangerschappen of veel herhaalabortussen zal van een huisarts veel gevraagd worden. Als deze wet er komt, is er ook een zorgplicht voor artsen. Zij moeten op een goede manier voor hun patiënten kunnen zorgen. Aan de andere kant heeft mijn fractie in de schriftelijke voorbereiding zorgen geuit over het verlagen van de drempel. Ook dat zal per regio of stad verschillen. Moet daar niet eerst meer duidelijkheid over zijn alvorens dit in het hele land door te voeren?
Het is duidelijk dat de ChristenUnie heel veel zorgen heeft bij dit wetsvoorstel. We zien dat de hulp voor vrouwen in noodsituaties echt nog veel beter kan en moet zijn. Aan de beslissing van vrouwen om te kiezen voor een abortus liggen regelmatig ook sociaaleconomische motieven ten grondslag, zoals levensonderhoud, wonen, een studie en nog heel veel andere zorgen. Hoe je ook over abortus denkt, iedereen wil bijdragen aan het verminderen van het aantal abortussen en vooral herhaalde abortussen. We vragen dan ook niet meer dan te kijken naar mogelijkheden voor huisartsen in het goed kunnen doorverwijzen in het sociaal domein. Er moet een lokaal netwerk zijn met bijvoorbeeld de woningbouw, sociaal-maatschappelijk werk, studentenbegeleiding en vrijwilligers die een jonge moeder zouden willen ondersteunen. Als dit wetsvoorstel een meerderheid zou halen, hoop ik echt dat juist in het vergroten van deze keuzevrijheid wordt geïnvesteerd. De minister heeft toegezegd voor 1 mei met de invulling van het coalitieakkoord te komen om het aantal ongewenste zwangerschappen te verminderen. Ik zou de minister dan ook nadrukkelijk willen vragen om ook dit aspect daarin te betrekken, want voor alle vrouwen in deze noodsituatie hoop ik van harte dat zij mensen op hun pad vinden die willen luisteren, met hen op willen lopen en hen zullen steunen.