Mildheid - Main contents
Mijn vader vertelde het verhaal met een glimlach. Er klonk in ieder geval geen miskenning in door. Dat hij jarenlang directeur van de christelijke MAVO in Lisse was geweest. En dat hij geregeld kritische vragen kreeg van bezorgde leden van de Gereformeerde Gemeente, de kerk waarvan hij ook zelf lid was.
Dan waren ze niet te spreken over bepaalde muziek op een schoolfeest, of over lesmethoden, of over de geloofsovertuiging van docenten en vonden ze dat mijn vader hun wensen als directeur kon en dus moest afdwingen. Mijn vader heeft ze allemaal aangehoord, maar ze niet alleen maar gelijk gegeven. Dit was een school met een brede christelijke identiteit en geen school van de Gereformeerde Gemeente. Na zijn afscheid wisten diezelfde kerkleden hem nog steeds te vinden. Maar dan om hem te vertellen hoe bergafwaarts het ging met de christelijke identiteit van de school na het vertrek van mijn vader. En dat ze wensten dat hij nog directeur was. De glimlach waarmee mijn vader dit vertelde, leerde me dat je op een positie van verantwoordelijkheid kunt belanden waarin je nooit iedereen tevreden kan stellen, maar naar eer en geweten moet doen wat je kunt.
Jouw kinderen
Op de plek van mijn verantwoordelijkheid vinden de meeste politieke gevechten die ik lever achter de schermen plaats. Soms - in een vlaag van dualisme of gebrek aan politieke sensitiviteit van coalitiegenoten - is daar ook voor de schermen iets van zichtbaar. In deze tijd heb ik dan vaak met liberale politici te maken, aangezien de kiezer twee liberale partijen tot de grootste van het land heeft gemaakt. Liberalen zijn van nature geen betere of slechtere mensen dan anderen, maar wel gezegend met een groot moreel zelfvertrouwen. Ze kunnen vaak niet begrijpen dat jij geen liberaal bent zoals zij en ze vinden dat dan in ieder geval jouw kinderen het recht hebben om als liberaal op te groeien. Ze laten iedereen graag vrij, totdat overtuigingen buiten de oevers van de liberale stroming treden. Dan moet de overheid gaan corrigeren. Dan moet het onderwijs opvoeden tot liberale ruimdenkendheid, moet de overheid vaccinatie verplichten en moet er een einde komen aan de subsidie voor een christelijke zorgorganisatie. Dat is geen uiting van slechtheid, maar van bijziendheid in een liberale wereld die grotendeels bestaat uit normale, seculier-liberale mensen met nog wat anderen die nog zo niet verlicht zijn. Het is de drang van elke meerderheid - christelijk, islamitisch, seculier-liberaal - die minderheden tot normaliteit wil bekeren.
Tegen die achtergrond vond er een korte, maar dit keer publieke clash plaats over een wet die de onderwijsminister meer ruimte geeft om op scholen in te grijpen. Dat is bij wanbestuur en sociale onveiligheid soms ook nodig, maar moet altijd omgeven zijn door redelijke regels van de rechtsstaat. Met een eigen rol voor de Inspectie en met ruimte voor hoor en wederhoor. Dat is cruciaal in een samenleving die steeds minder tolerantie heeft voor verschillen en steeds vaker hyperventileert als een docent op een christelijke of islamitische school een stomme fout heeft gemaakt. In plaats dat een school de ruimte krijgt die fout goed te maken, moet die school per direct dicht en de onderwijsvrijheid worden afgeschaft. En met een Tweede Kamer die liever meedeint op de golven van maatschappelijke opwinding dan dat ze vrijheden van minderheden beschermt, is artikel 23 van de Grondwet geen rustig bezit.
Macht
In de beste traditie van de Nederlandse politiek hebben liberalen en de confessionelen hun verschillen ook dit keer gepacificeerd en is de betreffende wet - die de overheid wel erg veel macht gaf - aangepast. Zo kan dat dus nog steeds. Tegelijk realiseer ik me dat die aanpassing enkel plaatsvond omdat confessionele partijen deel uitmaken van de coalitie en een positie van invloed hebben. Als we die niet meer hebben, zal de politieke ruimte voor levensbeschouwelijk verschillen ongetwijfeld kleiner worden. Als sommige christenen dan last krijgen van heimwee, wil ik er met eenzelfde mildheid over kunnen spreken zoals mijn vader dat kon.
Deze column verscheen ook in het Nederlands Dagblad