Hervorming Europese Kiesakte - Main contents
Democratie is één van de kernwaarden van de Europese Unie i. Toch leeft bij veel burgers leeft het gevoel dat ze geen invloed kunnen uitoefenen op wat er gebeurt in 'Brussel' en dat er sprake is van een kloof tussen de Europese instellingen en de inwoners. Om dit te verbeteren heeft het Europees Parlement i een reeks wijzigingen van de Europese Kiesakte voorgesteld om de Europese verkiezingen te versterken en betrokkenheid van de kiezer te vergroten.
In het voorstel staan verschillende ingrijpende wijzigingen. Zo wordt er voorgesteld om voortaan 28 extra Europarlementariërs te verkiezen via transnationale kieslijsten en om de verkiezingen in de gehele EU voortaan op dezelfde dag, 9 mei i, te houden. Eén van de gevolgen van de wijzigingen zou zijn dat de verkiezingen verder geharmoniseerd worden tussen landen, omdat een deel van de bevoegdheden van de organisatie naar Europees niveau wordt getild. Lidstaten zijn echter vaak huiverig over het schuiven van bevoegdheden en kunnen zich beroepen op het subsidiariteitsbeginsel i.
De plannen van het Europees Parlement zijn in mei 2022 aangenomen door een meerderheid van de Europarlementariërs. De lidstaten, die de unaniem met de voorstellen akkoord moeten gaan, zouden de plannen bespreken tijdens de Europese Raad i van 15 december 2022. Nadat vooraf bekend werd dat de lidstaten de plannen zouden verwerpen, is het onderwerp tijdens de top uiteindelijk nooit aan bod gekomen. De hervorming van de Europese Kiesakte lijkt sindsdien op de lange baan geschoven.
Contents
De Europese Unie wordt vaak verweten last te hebben van een democratisch tekort i. Vanuit het perspectief van veel burgers ontbreekt het bij EU-besluitvorming aan democratische legitimiteit en zijn de procedures niet toegankelijk vanwege ingewikkelde werking. Ook in Nederland leeft dit gevoel: uit de burgerdialogen Kijk op Europa die plaatsvonden in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa i kwam naar voren dat Nederlanders afstand voelen en vinden dat de EU onvoldoende wortels heeft in de Nederlandse samenleving. Ook wordt de lage opkomst bij verkiezingen van het Europees Parlement als problematisch gezien.
Er is op verschillende manieren geprobeerd om deze kloof tussen de EU en de burgers te dichten. Met het verdrag van Lissabon i, dat in 2009 in werking is getreden, zijn de bevoegdheden van het Europees Parlement uitgebreid. Op een aantal terreinen is het Europees Parlement medewetgever geworden en ook kreeg het Europees Parlement medebeslissingsbevoegdheid over de benoeming van de voorzitter van de Europese Commissie i. In aanvulling hierop kunnen burgers ook sinds 2012 verzoeken doen aan de Europese Commissie via het Europees Burgerinitiatief i.
Ondanks de aanpassingen is er nog steeds kritiek op de democratische legitimiteit van de EU. Een groot kritiekpunt is het feit dat inwoners van de EU alleen kunnen stemmen op kandidaten uit hun eigen lidstaat, waardoor Europese verkiezingen gedomineerd worden door nationale thema's. Ook is de invloed van een stem bij Europese verkiezingen vaak onduidelijk, omdat het resultaat geen invloed heeft op de samenstelling van de Europese Commissie. Door Europarlementariërs is wel vaker geprobeerd om de verkiezingen te hervormen i, maar deze pogingen stranden vaak omdat zowel het Europees Parlement als de lidstaten akkoord moeten gaan.
Het Europees Parlement heeft verschillende wijzigingen voorgesteld die als doel hebben de Europese dimensie van de verkiezingen verder te versterken en verschillen tussen de lidstaten te verkleinen. Om de verkiezingen een duidelijkere Europese focus te geven, wil het Europees Parlement transnationale kieslijsten introduceren. Tijdens Europese verkiezingen zouden kiezers dan twee stemmen kunnen uitbrengen: één om de 705 leden van het Europees Parlement te kiezen in nationale kiesdistricten, zoals nu het geval is, en één om de 28 leden uit een EU-breed kiesdistrict te verkiezen. Ook heeft het Europees Parlement voorstellen gedaan om de verkiezingen verder te harmoniseren, onder meer door de verkiezingen voortaan op dezelfde dag, 9 mei, te houden in alle lidstaten.
De belangrijkste voorstellen op een rijtje:
-
-Een gezamenlijke leeftijd in alle lidstaten van 18 jaar voor passief kiesrecht en 16 jaar voor actief kiesrecht (tenzij grondwettelijk de leeftijd op 17 of 18 jaar is vastgelegd)
-
-Een verplichting voor lidstaten om briefstemmen, de mogelijkheid om vooraf fysiek te stemmen en met volmacht te stemmen mogelijk te maken
-
-Een vaste dag voor het houden van verkiezingen in de gehele EU, namelijk op 9 mei (Dag van Europa)
-
-Een verplichting voor alle politieke partijen om gendergelijkheid in acht te nemen, hetzij door een man-vrouwritssysteem, hetzij door een quotum
-
-De oprichting van een EU-breed kiesdistrict waaruit bij de komende verkiezingen 28 Europarlementariërs komen die verkozen zijn via transnationale kieslijsten, waarbij de kandidaten afwisselend man-vrouw moeten zijn
-
-De oprichting van een Europese verkiezingsautoriteit die wordt belast met het houden van verkiezingen in de pan-Europese kieskring en de coördinatie van informatie-uitwisselingen tussen nationale verkiezingsautoriteiten.
Het kabinet steunt het streven van het Europees Parlement om actief bij te dragen aan het vergroten van de democratische legitimiteit van de EU via het initiatiefvoorstel. Het kabinet is wel van mening dat de organisatie van Europese verkiezingen, de randvoorwaarden en de mogelijkheid voor kiezers om te stemmen zoveel mogelijk parallel moet blijven lopen met de regeling voor andere (nationale) verkiezingen. Het kabinet is onder meer geen voorstander van het stellen van een vrouwenquotum of een man-vrouwritssysteem en het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd bij verkiezingen van het Europees Parlement naar 16 jaar. Ook het voorstel om de verkiezingen altijd op 9 mei te houden kan het kabinet niet steunen, omdat dit tot gevolg heeft dat de verkiezingen kunnen vallen op zondag of een feestdag; dagen waarop in Nederland niet gestemd wordt. In de kwestie van transnationale kieslijsten neemt het kabinet een neutrale positie in.
De Tweede Kamer heeft zich kritisch uitgelaten over de voorstellen. In juli 2022 nam een meerderheid van Kamerleden een motie aan waarin de Kamer uitsprak dat het voorstel tot het wijzigen van de Europese Kiesakte niet in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Verder nam de Kamer moties aan die de transnationale kieslijsten en de vaste dag voor verkiezingen afwijzen. Ook een meerderheid van de Eerste Kamer vindt dat de voorstellen in strijd zijn met het subsidiariteitsbeginsel.
De voorstellen tot wijziging van de Europese Kiesakte komen uit de commissie Constitutionele Zaken van het Europees Parlement i. In mei 2022 heeft een meerderheid van de Europarlementariërs ingestemd met deze voorstellen tijdens een plenaire vergadering van het Europees Parlement. Het voorstel moet ook unaniem goedgekeurd worden door de lidstaten. Voordat de Raad i, waarin de lidstaten vertegenwoordigd zijn, hierover zal stemmen bepalen de individuele lidstaten hun positie en wordt er onderhandeld met het Europees Parlement. De hervorming van de Europese Kieskate stond op de agenda voor de Europese Raad i van 15 december 2022, maar daar is het onderwerp nooit aan bod gekomen nadat vooraf bekend werd dat de lidstaten tegen zouden stemmen. Sindsdien lijken de voorstellen op de lange baan te zijn geschoven.