Bijdrage commissiedebat jeugdzorg - Main contents
De problemen in de jeugdzorg zijn groot. Maar nieuw zijn ze niet. En, zoals mevrouw Sharon Stellaard in haar proefschrift aantoonde, blijken de oplossingen die wij hier bedenken al te vaak de oorzaken van nieuwe problemen. In de motie ‘boemerangbeleid’ riep ik daarom op zorgvuldigheid boven daadkracht te laten gaan. En bij het nemen van maatregelen te leren van fouten uit het verleden. Een overgrote meerderheid van deze Kamer heeft voor die motie gestemd. Kan de staatssecretaris vertellen hoe hij uitvoering geeft aan deze motie?
Een tijdje terug verscheen de staatssecretaris in de media met als doel het maatschappelijk debat aan te zwengelen. We kunnen hier en daar twisten over de timing, de woordkeus en de voorbeelden. Maar ik vind dat de staatssecretaris lef en moed toont om tegen de stroom in de kat de bel aan te binden. Gezondheidseconomen vertellen het al jaren. De vraag naar zorg is in theorie oneindig. Wanneer je toegang vrijwel drempelloos maakt en de marktwerking maximaal, dan vraag je financieel gezien om problemen. Zeker wanneer de maatschappij doordrenkt is van maakbaarheidsdenken en doorgeslagen individualisme. Een op de zeven kinderen krijgt professionele hulp om groot te worden. Dat kun je belachelijk veel noemen. Of weinig. Of precies genoeg. Of juist de bedoeling. Maar een ding is duidelijk. Het is het gevolg van beleidskeuzes. En geen natuurverschijnsel. Hoe ziet de staatssecretaris dat?
Het goede gesprek over de jeugdzorg, heeft zich de afgelopen jaren voornamelijk beperkt tot gesteggel over geld. Dat is over. Tenminste deze week. Ik durf er een pakje pudding om te verwedden dat die discussie weer oplaait zodra de eerste beleidskeuze gemaakt dreigt te worden. Voor mij is het helder. Wie verantwoordelijk wil zijn voor de inhoud, is ook verantwoordelijk voor de schaarste. Verwacht de staatssecretaris dat gemeenten nu beginnen met het structureel en gestructureerd doordenken van jeugdzorg in het besef dat het geen natuurverschijnsel betreft waartoe men zich heeft te verhouden?
De jeugdzorg is kapotbezuinigd. Tenminste die indruk zou je krijgen wanneer je het nieuws een beetje volgt. Maar er is de afgelopen jaren zo’n vijftig procent meer uitgegeven. Nog los van de vraag of je dat politiek moet willen? Is meer geld dan steeds de oplossing? Ik vraag het me serieus af. Hoe ziet de staatssecretaris dat? Vuistdik onderzoek wijst uit dat het geld gaat zitten in bureaucratie, steeds meer lichtere zorg en het feit dat we het moeilijk vinden om eenmaal ingezette zorg te stoppen of af te bouwen. Staan die conclusies nog, vraag ik aan de staatssecretaris?
Als dat dan zo is, hoe kunnen we er dan voor zorgen dat gemeenten de zelfde dingen op dezelfde manier gaan vragen? Hoe kunnen we er voor zorgen dat steeds meer beleidsambtenaren niet steeds meer beleid gaan maken waardoor mensen in de uitvoering of het veld, steeds van hun echte werk worden afgehouden? Hoe zorgen we er voor dat de uitvoering voorop staat en niet steeds nieuw beleid?
Het is zo dat we steeds meer lichtere zorg zijn gaan verlenen. We zijn ook steeds meer dingen erg gaan vinden. En meer geloof gaan hechten aan de maakbaarheid en oplosbaarheid van moeilijkheden. De waarheid is dat de positieve effecten van ‘zorg’ niet altijd zo groot zijn als we zouden denken. Vaak zetten we zorg in om symptomen te bestrijden van problemen op andere leefgebieden. Schulden, armoede, stress, een gebrek aan passend onderwijs, of ellende die in ieder leven helaas voorkomt. Hoe ziet de staatssecretaris dat? En is hij het met me eens dat symptoombestrijding van reële problemen door zorg niet alleen niet zo effectief is, maar ook relatief duur? En is de staatssecretaris het met me eens dat ‘niets doen’ vanuit het perspectief van een hulpverlener heel vaak de beste oplossing kan zijn?
Is de staatssecretaris het met me eens dat effectieve inzet op bestaanszekerheid, gemeenschapszin, sociale cohesie, zingeving en passend onderwijs, zoveel ellende kan voorkomen. Maar is de staatssecretaris het ook met me eens dat de zorg voor kinderen met ingewikkelde problemen en hun ouders in de jeugdzorg vaak niet goed geregeld is. Er is gewoon onvoldoende tijd, geld, energie en mankracht om hen goed te helpen. Laten we stoppen met gesteggel over geld. Laten we voorzichtig zijn met ons geloof in zorg als oplossing voor problemen die elders zijn ontstaan. Laten we samen met gemeenten nu eens goed doordenken hoe we onze tijd, geld, energie en mankracht het meest effectief in kunnen zetten. De uitvoering op een zetten en niet onze egootjes. Het akkoord tussen VNG en het rijk is er nu. Al moet het nog openbaar worden. We komen er snel over te spreken. Festina Lente zou ik zeggen. Haast u langzaam. Maar begin in Godsnaam.