Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) - Main contents
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36350 XII - Wijziging begroting Infrastructuur en Waterstaat 2023 (Voorjaarsnota).
Contents
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Document date | 11-05-2023 |
Publication date | 11-05-2023 |
Nummer | KST36350XII2 |
Reference | 36350 XII, nr. 2 |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022
2023
36 350 XII
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
INHOUDSOPGAVE
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties 6
2.2 Overzicht coronamaatregelen 10
2.3 Overzicht Nationaal Groeifonds en Klimaatfonds 12
3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeeld 14
3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond 18
3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid 21
3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor 26
3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens 34
3.7 Artikel 19 Internationaal Beeld 37
3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid 38
3.9 Artikel 21 Duurzaamheid 41
3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's 45
3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie 48
3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport 49
3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering 51
3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen 52
4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement 54
4.2 Artikel 98 Apparaatuitgaven Kerndepartement 56
4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld 61
5.1 Agentschap Rijkswaterstaat 62
5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:
-
1.de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
-
2.de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.
Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014-2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 de onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan onderstaande tabel worden op het niveau van de totale verplichtingen en de financiële instrumenten toegelicht. Dit houdt in dat financiële instrumenten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht (tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn).
De onderstaande ondergrenzen gelden niet indien de begrotingswet -als wettelijke grondslag voor het betreffend subsidiebedrag gaat gelden op basis van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder c, van de Awb. In die gevallen worden de afzonderlijke subsidiebedragen in de toelichting van het betreffend begrotingsartikel en optioneel in de tabel vermeld.
Tabel 1 Ondergrenzen |
conform RBV |
|
Omvang begrotingsartikel (stand Beleidsmatige mutaties ontwerpbegroting) in € miljoen (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
Naast de mutaties in jaar t worden sinds de 1e suppletoire begroting 2023 tevens meerjarige mutaties die uitsluitend betrekking hebben op t+1 en/of later toegelicht. Dit wordt op de volgende manier opgenomen:
-
1.Mutaties die enkel op 2023 (of een ander jaar) betrekking hebben. Toelichting: 2023:
-
2.Mutaties die in 2023 starten (of een ander jaar) en structureel doorlopen. Toelichting: 2023 en verder:
-
3.Mutaties die een afgebakende periode lopen (bijv. van 2024 t/m 2026). Toelichting: 2024 t/m 2026:
Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Dit wetsvoorstel is als volgt opgebouwd:
-
•In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2023 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Eerste suppletoire begroting.
-
•In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen die leiden tot wijziging van de begroting 2023 (Kamerstukken II, 2020-2021, 35 570 XII, nr 1). Deze worden in deze paragraaf financieel en inhoudelijk toegelicht. Hiermee wordt de begroting op hoofdlijnen beschreven van dit wetsvoorstel.
-
•In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen) wordt inzicht gegeven in de meerjarige mutaties op artikelonderdeelniveau die zijn opgenomen in de begrotingsstaat.
-
•In de paragraaf agentschappen (zie paragraaf 5) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen.
De onderstaande tabellen geven de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties van de 1e suppletoire begroting 2023 weer. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 3 (de beleidsartikelen) en 4 (de niet-beleidsartikelen).
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikel |
Uitgaven 2023 |
Uitgaven 2024 |
Uitgaven 2025 |
Uitgaven 2026 |
Uitgaven 2027 |
||
Vastgestelde begroting 2023 |
12.981.307 |
21.801.571 |
13.370.181 |
12.201.022 |
11.711.277 |
||
Belangrijkste suppletoire mutaties |
|||||||
Rijksbrede |
|||||||
1. |
taakstelling |
Divers |
|
|
|
|
|
Loon-en prijsbijstelling |
99 |
648.550 |
685.187 |
685.767 |
620.455 |
599.016 |
|
2. |
tranche 2023 |
||||||
Nacalculatie prijsbijstelling |
99 |
14.926 |
14.235 |
13.460 |
12.217 |
11.618 |
|
3. |
tranche 2022 |
||||||
Reguliere eindejaarsmarge |
99 |
22.726 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
4. |
2022 |
||||||
Voordelig saldo NGF-projecten en |
17, 18 en 98 |
12.027 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
5. |
Klimaatakkoordmiddelen |
||||||
6. |
Kasschuif HXII |
Divers |
|
72.702 |
34.291 |
3.708 |
|
7. |
Schaderegeling Stint |
14 |
20.000 |
20.000 |
0 |
0 |
0 |
8. |
Gezonde leefomgeving |
20 |
0 |
10.000 |
10.000 |
0 |
0 |
9. |
Maritieme Zaken |
18 en 98 |
1.000 |
3.300 |
5.300 |
6.300 |
8.300 |
10. |
HGIS |
Divers |
1.768 |
5.299 |
5.299 |
299 |
299 |
11. |
Nationaal Groeifonds (NGF) |
11 en 14 |
10.303 |
46.182 |
41.923 |
43.571 |
39.171 |
12. |
Klimaatfonds (KF) |
14 |
13.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verduurzaming |
|||||||
binnenvaartschepen 18 |
8.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
13. |
(stikstof) |
||||||
14. |
Coronamaatregelen 16, 22, 97 en 98 |
|
|
0 |
0 |
0 |
|
15. |
Overboekingen fondsen |
Divers |
101.054 |
7.245 |
12.683 |
9.775 |
6.091 |
16. |
Overboekingen ministeries |
Divers |
|
8.569 |
8.256 |
8.086 |
5.700 |
Overige mutaties |
Divers |
|
|
40.792 |
1.439.201 |
856.131 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2023 |
13.381.042 |
22.397.955 |
14.207.017 |
14.325.180 |
13.184.193 |
Bij de 1e suppletoire begroting wordt invulling gegeven aan de taakstelling ten behoeve van de rijksbrede opgave. Het aandeel van het ministerie van IenW bedraagt in 2023 € 136,0 oplopend naar € 191,0 miljoen per jaar met structurele doorwerking vanaf 2028. Verdeeld over de drie begrotingen gaat het om € 149,0 miljoen per jaar voor het Mobiliteitsfonds, € 24,0 miljoen per jaar voor het Deltafonds en € 18,0 miljoen per jaar voor Hoofdstuk XII. De taakstelling ten laste van Hoofdstuk XII bedraagt t/m 2027 € 100,8 miljoen.
De taakstelling is voor nu technisch ingepast per artikel en zal bij de Miljoenennota 2024 nog inhoudelijk herschikt worden.
Bij de 1e suppletoire begroting wordt de loon- en prijsbijstelling tranche
2023 van zowel Hoofdstuk XII als de fondsen toegevoegd aan de beleidsbegroting. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling wordt vervolgens bij de Ontwerpbegroting 2024 toebedeeld aan de diverse artikelen binnen Hoofdstuk XII, Mobiliteitsfonds en Deltafonds.
Om de (semi-)collectieve sector structureel te compenseren voor de hoge inflatie, is in de Najaarsnota besloten om de prijsbijstelling voor 2022 te voorzien van een nacalculatie in dit voorjaar. Dit wordt bij de 1e suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII toegevoegd aan artikel 99. De ontvangen prijsbijstelling wordt vervolgens toebedeeld aan de diverse artikelen op Hoofdstuk XII bij de Ontwerpbegroting 2024.
Dit betreft de toevoeging van de reguliere eindejaarsmarge 2022 aan artikel 99. Bij de Ontwerpbegroting 2024 worden de toegevoegde middelen toebedeeld aan de diverse artikelen binnen Hoofdstuk XII.
De NGF-projecten op Hoofdstuk XII vertonen over het jaar 2022 een voordelig saldo van cumulatief € 3,0 miljoen en de klimaatakkoordmiddelen voor de SEPP en SEBA € 9,0 miljoen. Het voordelig saldo wordt in 2023 toegevoegd aan de betreffende artikelen, zodat de middelen beschikbaar blijven voor het betreffende beleid.
Ten laste van het generale beeld wordt per saldo € 82,9 miljoen vanuit 2023 naar latere jaren doorgeschoven. De belangrijkste onderdelen zijn schuiven op het programma subsidie Walstroom, meerjarenprogramma bodem, en het project Toekomst Datamanagementsysteem (DMS).
Dit betreft de benodigde middelen voor de schaderegeling voor het gebruik van de Stint om gehoor te geven aan de uitspraak van de Raad van State (d.d. 22 december 2021). Voor de regeling is € 20,0 miljoen in 2023 en in
2024 vrijgemaakt.
Voor de uitvoering van wettelijke taken en maatregelen om te voldoen aan nieuwe Europese grenswaardes omtrent een gezonde leefomgeving wordt € 10,0 miljoen in 2024 en in 2025 vrijgemaakt.
Voor het toekomstbestendig maken van zaken op het gebied van duurzame scheepvaart, maritieme veiligheid en security, goederenvervoer, en digitalisering en daarin te voldoen aan (Europeese) wettelijke verplichtingen en ambities wordt structureel budget vrijgemaakt (waarvan cumulatief € 24,2 miljoen in de periode 2023 t/m 2027).
Dit betreft de toevoeging van HGIS-middelen aan Hoofdstuk XII. Dit gaat om zowel eindejaarsmarge (9,8 miljoen), middelen voor opvolging van de VN Waterconferentie 2023 (€ 10,5 in 2023 t/m 2025), contributiestijgingen (€ 0,2 miljoen structureel), en loonbijstelling (€ 0,1 miljoen structureel).
Dit betreft de toevoeging van de NGF-middelen aan Hoofdstuk XII voor NL2120 (totaal 70,0 miljoen), Groeiplan Water Technologie (totaal € 135,0 miljoen) en Dutch Metropolitan Innovations (totaal € 85,0 miljoen). Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.3.
Dit betreft de toevoeging in 2023 van de middelen in het kader van het Klimaatfonds aan Hoofdstuk XII voor slimme laadinfrastructuur (€ 13,0 miljoen). Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.3.
Dit betreft de toevoeging van stikstofmiddelen vanuit de Aanvullende Post voor de Subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen (€ 8 miljoen in 2023). Middels de subsidieregeling worden middelen beschikbaar gesteld voor de vervanging van oude motoren door nieuwe en schonere type motoren (minimaal Stage V niveau).
Dit betreft de generaal ontvangen middelen voor COVID-testen reizigers om aan overlopende opdrachten te kunnen voldoen (€ 4,8 miljoen) en voor de afwikkeling van de tijdelijke subsidie tegemoetkoming vuurwerkbranche (€ 2,3 miljoen). Daarnaast is het budget voor de beschikbaarheidsver-goeding OV naar beneden bijgesteld in lijn met de laatste ramingen; de middelen zijn teruggegeven aan het generale beeld (cumulatief - € 80,1 miljoen voor 2023 en 2024).
Voor de uitvoering van verschillende programma's is in 2023 in totaal € 104,6 miljoen overgeboekt vanuit het Mobiliteitsfonds naar Hoofdstuk XII en € 3,6 miljoen vanuit Hoofdstuk XII naar het Deltafonds. Per saldo wordt er € 136,8 miljoen toegevoegd aan de Hoofdstuk XII begroting in de periode 2023 t/m 2027 Dit betreft met name overboekingen voor het Transitie-vangnet OV (€ 75,0 miljoen in 2023), de BDU-beschikking 2023 (€ 13,7 miljoen in 2023) en versterking van de Kustwacht voor beveiliging van vitale infra op de Noordzee (structureel - € 2,7 miljoen).
Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting van per saldo € 45,2 miljoen naar andere depart-menten in de periode 2023 t/m 2027. Het gaat met name om bijdragen in 2023 aan het Gemeentefonds (€ 8,6 miljoen) en Provinciefonds (€ 1,4 miljoen), en de bijdrage aan de kabinetsreactie op het rapport van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden (€ 8,1 miljoen in 2023 en € 0,3 miljoen structureel).
De overige mutaties betreft voornamelijk de bijdragen aan de fondsen, waaronder een kaschuif met het generale beeld, het inpassen van de rijksbrede taakstelling, de nacalculatie prijsbijstelling en de toevoeging van de Coalitieakkoordmiddelen voor Instanthouding. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daarnaast gaat het met name om interne herschikkingen binnen Hoofdstuk XII.
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire |
ontvangstenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
||||
Artikelnummer |
Ontvangsten 2023 |
Ontvangsten 2024 |
Ontvangsten 2025 |
Ontvangsten 2026 |
Ontvangsten 2027 |
Vastgestelde begroting 2023 |
42.871 |
38.577 |
38.503 |
38.538 |
38.748 |
Belangrijkste suppletoire mutaties |
|||||
Ontvangsten |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
|
|||||
Beschikbaarheidsvergoeding
|
25.522 |
46.584 |
0 |
0 |
0 |
Kasschuif Lelystad ^ |
|
|
|
|
|
|
|||||
Overige mutaties Divers |
8.530 |
164 |
123 |
35 |
210 |
Stand 1e suppletoire begroting 2023 |
75.350 |
85.161 |
38.503 |
38.538 |
38.748 |
Winair heeft een gedeelte van de lening en rente over de periode september t/m oktober 2022 reeds in 2022 overgemaakt in plaats van 2023 (€ 1,2 miljoen).
Bij de vaststelling van de definitieve bijdragen voor de Beschikbaarheidsvergoeding OV is deze voor een aantal ontvangende partijen lager vastgesteld dan hetgeen zij reeds ontvangen hebben. Het teveel betaalde bedrag wordt teruggestord. Dit betreft de terugstorting in van € 25,5 miljoen in 2023 en 46,6 miljoen in 2024.
Kasschuif op de ontvangsten in verband met de latere openstelling van Lelystad Airport (€ 0,9 miljoen naar 2028).
2.2 Overzicht coronamaatregelen
Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) zijn opgenomen om de coronacrisis het hoofd te bieden. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual. Hieronder worden de maatregelen toegelicht die middelen beschikbaar hebben in 2023 en latere jaren.
Tabel 4 Overzicht coronamaatregelen (bedragen x € 1 mln)
Art. |
Naam maatregel/regeling |
Bedrag verplichtingen 2023 Bedrag uitgaven 2023 |
Bedrag ontvangsten 2023 Vindplaats |
|
16 |
Beschikbaarheidsvergoeding OV |
100,2 |
100,2 |
Kamerstuk II, 35 748, nr. 1 , 35 804, nr. 1 , 23 645, nr. 755,35 925, nr. 14 , 25,5 35 925, nr. 71 |
17 |
Lening Winair |
1,7 |
1,3 |
Kamerstuk II, 35 705, nr. 1 , 31 936, 3,0 nr. 896 |
22 |
Tegemoetkoming vuurwerkbranche |
2,3 |
2,3 |
Kamerstuk II, 35 781, nr. 1 , 35 925, 0,0 nr. 14,36 038, nr. 1 , 35 924, nr. 14 |
97 en 98 |
COVID-testen reizigers |
1,0 |
4,8 |
Kamerstuk II, 35 864, nr. 1 , 35 925, nr 71 |
Totaal |
105,1 |
108,6 |
28,5 |
Hieronder is een korte omschrijving opgenomen van de maatregelen en bijhorende mutaties in de 1e suppletoire begroting 2023.
Dit betreft een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer.
De vergoeding is bestemd om de beschikbaarheid van het openbaar vervoer tijdens de COVID-19-crisis te kunnen borgen.
Het uitgavenbudget voor de beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) is bij de 1e suppleotire begroting naar beneden bijgesteld in lijn met de laatste ramingen; de middelen zijn teruggegeven aan het generale beeld (cumulatief - € 80,1 miljoen voor 2023 en 2024). Daarnaast is bij de vaststelling van de definitieve bijdragen voor de BVOV deze voor een aantal ontvangende partijen lager vastgesteld dan hetgeen zij reeds ontvangen hebben. Het teveel betaalde bedrag wordt teruggestord. Dit betreft de terugstorting in van € 25,5 miljoen in 2023 en 46,6 miljoen in 2024.
Dit betreft een hypothecaire lening voor het luchthavengebouw van Winair. Deze lening is door zowel het ministerie van BZK als door het ministerie van IenW gefinancierd.
Bij de 1e suppletoire begroting is het ontvangstenbudget verlaagd omdat Winair een gedeelte van de lening en rente over de periode september t/m oktober 2022 reeds in 2022 heeft overgemaakt in plaats van 2023 (€ 1,2 miljoen).
Tegemoetkoming vuurwerkbranche
Dit betreft de middelen in verband met de tijdelijke subsidieregelingen voor de detailhandel en importeurs/distributeurs, die als doel hebben om de vuurwerkbranche tegemoet te komen in de extra kosten die zij maakt vanwege het vuurwerkverbod en voor de extra opslag en transport voor het F2-vuurwerk dat voor de jaarwisseling 2021 - 2022 niet verkocht mocht worden.
Voor de afwikkeling van de Tegemoetkoming Subsidieregeling Vuurwerk Covid-19 (TSVC-19) zijn bij de 1e suppletoire begroting generale middelen toegevoegd aan het uitgavenbudget (€ 2,3 miljoen).
Dit betreft de middelen voor het COVID-testen voor reizigers, inclusief uitvoeringskosten. Van de totale kosten zal circa € 32 miljoen in 2022 tot betaling komen. De reden hiervoor is dat de controle van de facturen van de testaanbieders meer tijd kost dan verwacht. Dit is nodig om er voor te zorgen dat de rechtmatigheid van de betaalde kosten gewaarborgd blijft.
Bij de 1e suppletoire begroting zijn generale middelen toegevoegd aan het uitgavenbudget voor COVID-testen reizigers om aan overlopende opdrachten te kunnen voldoen (€ 4,8 miljoen).
Deze paragraaf geeft een overzicht van de projecten die op de Hoofdstuk XII-begroting staan voor het Nationaal Groeifonds (NGF) en reeds toegekende middelen in het kader van het Klimaatfonds (KF).
Tabel 5 Overzicht middelen NGF |
|||||||||||||||
Project |
Artikel |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
2031 |
2032 |
2033 |
2034 |
Totaal |
Digitale Infrastructuur en Logistiek |
18 |
647 |
12.949 |
14.500 |
11.552 |
10.610 |
846 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
51.104 |
Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch |
18 |
9.500 |
15.600 |
25.100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
50.200 |
Luchtvaart in Transitie |
17 |
0 |
28.000 |
35.000 |
40.000 |
45.000 |
35.000 |
35.000 |
25.000 |
20.884 |
0 |
0 |
0 |
0 263.884 |
|
Dutch Metropolitan Innovations |
14 |
0 |
10.303 |
20.005 |
18.303 |
16.472 |
13.940 |
5.977 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
85.000 |
Groeiplan Watertechnologie |
11 |
0 |
0 |
15.980 |
13.426 |
13.095 |
13.015 |
21.595 |
9.988 |
10.350 |
9.952 |
10.555 |
8.636 |
8.408 |
135.000 |
NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland |
11 |
0 |
0 |
10.197 |
10.194 |
14.004 |
12.216 |
9.956 |
7.079 |
6.354 |
0 |
0 |
0 |
0 |
70.000 |
Totaal |
10.147 |
66.852 120.782 |
93.475 |
99.181 |
75.017 |
72.528 |
42.067 |
37.588 |
9.952 |
10.555 |
8.636 |
8.408 |
655.188 |
Tabel 6 Overzicht middelen in het kader van het KF
Artikel |
2.023 |
2.024 |
2.025 |
2.026 |
2.027 |
||
Slimme Laadinfra |
14 |
13.000 |
|||||
Totaal |
13.000 |
Hieronder wordt een korte toelichting gegeven van de middelen die bij de 1e suppletoire begroting zijn toegevoegd aan de Hoofdstuk XII-begroting.
NL2120
Voor het project NL2120 wordt in totaal 70,0 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het NGF. Dit project zet zich in voor het groene verdienvermogen van Nederland en richt zich op natuurlijke oplossingen (nature-based solutions) voor vraagstukken op het gebied van landgebruik en bodem- en waterbeheer.
Groeiplan Water Technologie
Voor het NGF-project Groeiplan Watertechnologie wordt in totaal € 135,0 miljoen beschikbaar gesteld. Dit project heeft als doel nieuwe technologieën voor de beschikbaarheid van (schoon) water te ontwikkelen en deze zowel nationaal als internationaal te vermarkten.
Dutch Metropolitan Innovations
Voor het NGF-project Dutch Metropolitan Innovations wordt in totaal € 85,0 miljoen beschikbaar gesteld. Dit project heeft als doel bij te dragen aan het realiseren van een digitale infrastructuur voor het delen en gebruiken van data. Een deel van de totale NGF-bijdrage (€ 6,7 mln.) voor DMI zal bij de Ontwerpbegroting 2024 aan de BZK-begroting worden toegevoegd voor het deelproject Bouwen aan Digital Twins.
Slimme laadinfrastructuur
Voor slimme laadinfrstructuur is € 13,0 miljoen toegevoegd in 2023. Voor de jaren 2024 - 2026 worden de activiteiten nog verder uitgewerkt waarna de middelen worden toegevoegd aan de begroting.
Dit budget wordt ingezet voor slimme laadinfrastructuur. De groei van het aantal elektrische voertuigen versnelt namelijk in hoog tempo. Hiervoor is een zorgvuldige inpassing nodig in de openbare ruimte en het energiesysteem.
3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeeld Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid art.11 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, |
Vastge- |
Mutaties 1e |
Stand 1e |
||||||
amende- |
stelde |
suppletoire |
suppletoire |
||||||
Ontwerpbe- |
menten en |
begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
|
groting t (1) |
ISB (2) (3) = (1) + (2) |
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
|||
Verplichtingen |
48.100 |
0 |
48.100 |
|
37.182 |
20.686 |
17.732 |
20.395 |
19.055 |
Uitgaven |
59.877 |
0 |
59.877 |
|
55.129 |
23.782 |
21.603 |
20.595 |
19.205 |
1 Algemeen Waterbeleid |
42.221 |
0 |
42.221 |
3.724 |
45.945 |
12.500 |
11.753 |
8.535 |
6.748 |
Opdrachten |
12.979 |
0 |
12.979 |
2.654 |
15.633 |
10.246 |
11.387 |
7.573 |
7.574 |
FLOW |
1.834 |
0 |
1.834 |
2.090 |
3.924 |
|
|
|
|
KAWI |
1.345 |
0 |
1.345 |
|
1.180 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Klimaat Bestuur/NOVI |
1.228 |
0 |
1.228 |
|
335 |
|
|
|
|
CORA |
450 |
0 |
450 |
400 |
850 |
500 |
500 |
0 |
0 |
VN Water |
3.450 |
0 |
3.450 |
|
1.500 |
4.000 |
4.000 |
0 |
0 |
Overige Opdrachten |
4.672 |
0 |
4.672 |
3.172 |
7.844 |
8.540 |
9.470 |
9.955 |
9.962 |
Subsidies |
13.748 |
0 |
13.748 |
345 |
14.093 |
791 |
|
|
|
Partners for Water 5 (HGIS) |
11.252 |
0 |
11.252 |
|
6.617 |
|
|
|
|
Blue Deal (HGIS) |
2.000 |
0 |
2.000 |
2.310 |
4.310 |
0 |
0 |
0 |
0 |
WI |
400 |
0 |
400 |
0 |
400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
NGF-project NL2120 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
7.033 |
7.963 |
8.274 |
8.274 |
Overige Subsidies |
96 |
0 |
96 |
2.670 |
2.766 |
510 |
500 |
0 |
0 |
Bijdragen aan agentschappen |
15.494 |
0 |
15.494 |
|
15.169 |
|
|
|
|
Waarvan Bijdragen aan KNMI |
394 |
0 |
394 |
291 |
685 |
80 |
80 |
0 |
0 |
Bijdragen aan RWS |
15.100 |
0 |
15.100 |
|
14.484 |
|
|
|
|
Bijdragen aan mederoverheden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2.839 |
2.031 |
5.480 |
3.692 |
NGF-project NL2120 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
3.164 |
2.231 |
5.730 |
3.942 |
Overige bijdragen aan mederoverheden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
|
|
|
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
0 |
0 |
0 |
1.050 |
1.050 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2 Waterveiligheid |
3.129 |
0 |
3.129 |
|
2.058 |
50 |
100 |
100 |
100 |
Opdrachten |
3.129 |
0 |
3.129 |
|
2.058 |
50 |
100 |
100 |
100 |
RWS Waterveiligheid |
2.456 |
0 |
2.456 |
|
1.285 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige Opdrachten |
673 |
0 |
673 |
100 |
773 |
50 |
100 |
100 |
100 |
3 Grote oppervlaktewateren |
1.565 |
0 |
1.565 |
|
944 |
142 |
142 |
142 |
142 |
Opdrachten |
1.465 |
0 |
1.465 |
|
944 |
242 |
242 |
242 |
242 |
RWS Zuid-Westelijke Delta |
1.050 |
0 |
1.050 |
|
343 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige Opdrachten |
415 |
0 |
415 |
186 |
601 |
242 |
242 |
242 |
242 |
Bijdragen aan medeoverheden |
100 |
0 |
100 |
|
0 |
|
|
|
|
4 Waterkwaliteit |
12.962 |
0 |
12.962 |
|
6.182 |
11.090 |
9.608 |
11.818 |
12.215 |
Opdrachten |
11.242 |
0 |
11.242 |
|
4.319 |
|
|
|
|
Noordzee akkoord |
5.140 |
0 |
5.140 |
|
158 |
|
|
|
|
RWS WKK opdrachten |
4.708 |
0 |
4.708 |
|
1.067 |
|
|
|
|
WKK opdrachten |
898 |
0 |
898 |
|
418 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige Opdrachten |
496 |
0 |
496 |
2.180 |
2.676 |
2.737 |
3.184 |
2.045 |
2.022 |
Subsidies |
30 |
0 |
30 |
232 |
262 |
16.180 |
13.626 |
13.295 |
13.215 |
NGF-project Groeiplan Watertechnologie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
15.980 |
13.426 |
13.095 |
13.015 |
Overige subsidies |
30 |
Twêede Kamér, vergadfêriaar 2022- |
-2023, 1300350 XII.200. 2 |
200 |
24 |
||||
Bijdragen aan medeoverheden |
0 |
0 |
0 |
50 |
50 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
1.690 |
0 |
1.690 |
|
1.551 |
0 |
0 |
0 |
0 |
WKK contributies |
640 |
0 |
640 |
|
36 |
|
|
|
|
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 11 is in 2023 met € 10,9 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 77,9 miljoen toegenomen. Dit wordt met name verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Tevens zijn er diverse verplichtingenschuiven verwerkt:
2023:
-
-Een (eerdere) verplichtingenschuif vanuit 2023 naar 2022 ten behoeve van het programma Klimaatadaptatie Water Internationaal (HGIS) met betrekking tot de inzet van Deltares, China Council en Water and Climate Coalition impact (- € 3,5 miljoen).
2023 en verder:
-
-Een verplichtingenschuif vanuit 2023-2027 naar 2023 van cumulatief € 1,1 miljoen voor het aangaan van een meerjarige verplichting voor de Richtlijn Overstromingsrisico's en het versneld aangaan van verplichtingen voor de SITO-regeling.
Uitgaven
1 Algemeen Waterbeleid
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van Algemeen Waterbeleid in 2023 met € 2,7 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode
2024 t/m 2027 met € 36,8 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Vanuit de HGIS-middelen is in totaal € 5,2 miljoen eindejaarsmarge toegevoegd aan het opdrachtenbudget voor Partners voor Water 5 en CORA.
-
-Een overboeking naar het Ministerie van BZK voor de bijdrage aan het Serviceteam Rijk 2023 voor de werkzaamheden voor de omgevingswet (- € 2,1 miljoen).
-
-Een budgetoverheveling binnen artikel 11 van opdrachten naar subsidies voor de inzet van Deltares, China Council en Water and Climate Coalition impact (- €2,7 miljoen).
2023 t/m 2025:
-
-Per saldo wordt € 6,2 miljoen vanuit 2023 naar 2024 en 2025 doorgeschoven onder het HGIS-plafond. Het programma Partners voor Water 5 is opgestart middels een inceptiefase in 2022, waarin het kasritme is vastgesteld in het Inceptierapport. Dit wijkt af van het lineaire kasritme zoals vastgesteld in HGIS-brief van 2021 met een vast jaarlijkse uitgave-patroon. Met deze kasschuif worden de middelen van Partners voor Water 5 in het juiste ritme gezet.
-
-Het budget is opgehoogd vanuit de HGIS-middelen om opvolging te geven aan de VN Waterconferentie 2023 (cumulatief € 10,5 miljoen).
2023 en verder:
-
-Een deel van de middelen voor het programma Partners voor Water
5 stond geraamd onder subsidies, maar betreft opdrachtenbudget. Om die reden vindt er een budgetoverheveling plaats van subsidies naar opdrachten (€ 6,8 miljoen). Hierbij worden de hiervoor beschikbare middelen ook meerjarig overgeboekt (cumulatief € 38,0 miljoen in de periode 2024-2027).
-
-Het opdrachtenbudget is opgehoogd met structureel € 3,9 miljoen voor de IenW-bijdrage aan de beheerkosten van het Digitale stelsel Omgevingswet Landelijke Voorziening en de additionele bijdrage aan het Informatiepunt Leefomgeving. Dit kan jaarlijks worden bijgesteld op basis van de opgave van het ministerie van BZK.
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 3,7 miljoen in 2023 t/m 2027).
2024 en verder:
-
-Vanaf 2024 wordt structureel € 5,8 miljoen per jaar overgeboekt naar artikel 13 voor Fysieke Leefomgeving en Omgevingswet (FLOW), omdat dit met ingang van 2024 op artikel 13 verantwoord wordt.
Subsidies
Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van algemeen waterbeleid in 2023 met € 0,3 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 5,5 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Vanuit de HGIS-middelen is in totaal € 4,4 miljoen eindejaarsmarge toegevoegd aan het subsidiebudget voor Partners voor Water 5 en Blue Deal.
-
-De tegenhanger van de hierboven beschreven budgetoverheveling (€ 2,7 miljoen) van opdrachten naar subsidies ten behoeven van inzet voor Deltares, China Council en Water and Climate Coalition impact.
2023 en verder:
-
-De tegenhanger van de hierboven beschreven budgetoverheveling van subsidies naar opdrachten voor Partners voor Water 5 (- € 6,8 miljoen), inclusief de meerjarige component (cumulatief - € 38,0 miljoen in de periode 2024-2027).
2024 en verder:
-
-Vanuit het Nationaal Groeifonds zijn middelen ontvangen voor het NGF-project NL2120. Dit project zet zich in voor groene verdienvermogen en richt zich op natuurlijke oplossingen (nature-based solutions) voor vraagstukken op het gebied van landgebruik en bodem- en waterbeheer. Hiervoor wordt € 70,0 miljoen vrijgemaakt over de periode 2024 t/m 2030. Dit betreft het aandeel dat op subsidiebudget is geboekt (cumulatief € 31,5 miljoen in de periode 2024 t/m 2027).
Bijdragen aan medeoverheden
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan medeoverheden op het gebied van algemeen waterbeleid in 2023 met € 0,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 14,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2024 en verder:
-
-Vanuit het Nationaal Groeifonds zijn middelen ontvangen voor het NGF-project NL2120. Dit project zet zich in voor groene verdienvermogen en richt zich op natuurlijke oplossingen (nature-based solutions) voor vraagstukken op het gebied van landgebruik en bodem- en waterbeheer. Hiervoor wordt € 70,0 miljoen vrijgemaakt over de periode 2024 t/m 2030. Dit betreft het aandeel dat op budget voor bijdragen aan medeoverheden is geboekt (cumulatief € 15,1 miljoen in de periode 2024 t/m 2027).
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van waterkwaliteit in 2023 met € 6,9 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 11,6 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-De tegenhanger van de hierboven toegelichte overboeking (artikelonderdeel waterveiligheid) naar het Deltafonds (- €1,2 miljoen) voor de SITO-regeling.
2023 en verder:
-
-Voor de uitvoering van het programma Noordzee vindt er een overboeking plaats naar het Deltafonds (- € 5,0 miljoen) in 2023 en cumulatief - € 12,0 miljoen in de periode 2024-2027 voor de uitvoering van het programma Monitoring Onderzoek Natuurversterking Soortenbescherming (MONS).
-
-Vanuit het ministerie van EZK is structureel budget ontvangen voor de kosten die voortvloeien uit de afspraken uit het Programma Noordzee voor de realisatie van 21 GW windenergie op zee. Dit betreft € 1,1 miljoen in 2023 en structureel € 2,4 miljoen vanaf 2024. Het budget voor 2023 alsmede €1,3 miljoen structureel wordt meteen overgeheveld naar artikel 98 omdat dit inzet personeel betreft. Het resterende structurele budget wordt overgeheveld naar het Deltafonds voor de beheerskosten RWS (incl. benodigde capaciteit) voor het Net op Zee, waarmee het windpark op zee wordt verbonden met het hoogspanningsnet op land.
Subsidies
Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van Waterkwaliteit in 2023 met € 0,2 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 56,3 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2024 en verder:
-
-Vanuit het Nationaal Groeifonds zijn middelen ontvangen voor het NGF-project Groeiplan Watertechnologie met als doel nieuwe technologieën voor de beschikbaarheid van (schoon) water te ontwikkelen en deze zowel nationaal als internationaal te vermarkten. Hiervoor wordt
€ 135,0 miljoen vrijgemaakt over de periode 2024 t/m 2034. Dit betreft het aandeel dat op subsidiebudget is geboekt (cumulatief € 55,5 miljoen in de periode 2024 t/m 2027).
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid art.13 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via |
|||||||||
NvW, moties, |
Vastge- |
Mutaties 1e |
Stand 1e |
||||||
amende- |
stelde |
suppletoire |
suppletoire |
||||||
Ontwerpbe- |
menten en |
begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
|
groting t (1) |
ISB (2) (3) = (1) + (2) |
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
|||
Verplichtingen |
117.282 |
0 |
117.282 |
|
93.420 |
|
|
6.231 |
7.912 |
Uitgaven |
130.944 |
0 |
130.944 |
|
109.569 |
4.498 |
4.377 |
6.381 |
8.062 |
4 Ruimtegebruik bodem |
130.944 |
0 |
130.944 |
|
109.569 |
4.498 |
4.377 |
6.381 |
8.062 |
Opdrachten |
18.487 |
0 |
18.487 |
|
12.553 |
13.606 |
8.383 |
5.874 |
5.874 |
Bodem en STRONG |
15.744 |
0 |
15.744 |
|
9.293 |
6.465 |
1.850 |
|
|
RWS Leefomgeving |
2.535 |
0 |
2.535 |
|
1.831 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige Opdrachten |
208 |
0 |
208 |
1.221 |
1.429 |
7.141 |
6.533 |
6.024 |
6.024 |
Subsidie |
18.902 |
0 |
18.902 |
4.322 |
23.224 |
2.350 |
1.150 |
1.145 |
150 |
Bedrijvenregeling |
9.000 |
0 |
9.000 |
322 |
9.322 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies Caribisch Nederland |
9.902 |
0 |
9.902 |
2.650 |
12.552 |
1.000 |
1.000 |
995 |
0 |
Overige subsidies |
0 |
0 |
0 |
1.350 |
1.350 |
1.350 |
150 |
150 |
150 |
Bijdragen aan agentschappen |
5.087 |
0 |
5.087 |
5.423 |
10.510 |
1.626 |
1.522 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan RWS |
3.869 |
0 |
3.869 |
1.335 |
5.204 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan RIVM |
1.218 |
0 |
1.218 |
4.088 |
5.306 |
1.626 |
1.522 |
0 |
0 |
Bijdragen aan medeoverheden |
88.468 |
0 |
88.468 |
|
63.194 |
|
|
|
2.038 |
Meerjarenprogramma Bodem |
88.468 |
0 |
88.468 |
|
63.194 |
|
|
|
2.038 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
0 |
0 |
0 |
88 |
88 |
8 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
3.500 |
3.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 13 is in 2023 met € 23,9 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 7,6 miljoen. Dit wordt met name verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Tevens zijn er diverse verplichtingenschuiven verwerkt:
2023:
-
-Er zijn in 2022 versneld verplichtingen aangegaan ten behoeve van de subsidieregeling omtrent bodemsaneringen van bedrijfsterreinen, waardoor er in 2023 € 5,0 miljoen minder aan verplichtingen hoeft worden aangegaan.
2023 t/m 2024:
-
-Er vindt een verplichtingenschuif plaats op subsidies van 2024 naar 2023 (€ 5,0 miljoen) ten behoeve van de uitvoering bedrijvenregeling bodemsaneringen.
2023 en verder:
-
-Er zijn in 2022 versneld verplichtingen aangegaan bij het Meerjarenprogramma Bodem voor de bijdragen aan medeoverheden omtrent bodemsaneringen (€25,0 miljoen). Dit heeft als gevolg dat er in 2023
€ 10,0 miljoen minder en vanuit de periode 2024-2025 cumulatief €15,0 miljoen minder aan verplichtingen hoeft worden aangegaan.
-
-Er vindt een verplichtingenschuif plaats naar 2023 (€ 8,1 miljoen) op programma Bodem en STRONG om beter aan te sluiten op de uitvoe-ringsplanning alsmede een eenzijdige verplichting ophoging. In 2024 en 2025 hoeft er cumulatief € 8,1 miljoen minder aan verplichtingen worden aangegaan.
Uitgaven
4 Ruimtegebruik bodem
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van ruimtegebruik boden in 2023 met € 5,9 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 33,7 miljoen toegenomen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-De mutatie bij de ontvangsten ( € 3,5 miljoen) heeft betrekking op ontvangsten van de gemeente Krimpen aan de IJssel en de provincie Zuid-Holland in het kader van het sanering van het EMK-terrein. Deze bijhorende mutatie op de uitgaven betreft een verhoging van de uitgavenraming, zodat de ontvangsten uit hoofde van de sanering van het EMK-terrein behouden blijven voor de bodemsanering.
2023 en verder:
-
-Middelen (- € 6,7 miljoen) op het opdrachtenbudget Bodem en STRONG in 2023 die worden aangewend voor bijdragen aan medeoverheden voor o.a. het invoeren van bodembeleid in Caribisch Nederland, dekking voor het Kenniscentrum Bodemdaling en een aanpassing van het ritme. In 2024 zijn de middelen op het opdrachtenbudget nodig, dus vindt er in dat jaar een omgekeerde boeking plaats. Tevens vindt in 2025 een schuif plaats tussen dezelfde posten van bijdragen aan medeoverheden aan het opdrachtenbudget (€2,0 miljoen).
2024 en verder:
-
-Vanaf 2024 wordt structureel € 5,8 miljoen per jaar overgeboekt naar artikel 13 voor Fysieke Leefomgeving en Omgevingswet (FLOW), omdat met ingang van 2024 op artikel 13 verantwoord wordt.
Subsidies
Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van ruimtegebruik bodem in 2023 met € 4,3 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 4,8 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023 en verder:
-
-De meerjarige budgetoverhevelingen van bijdragen aan medeoverheden (het Meerjarenprogramma Bodem) naar subsidies vanwege hogere kosten omtrent wisselkoersverschillen en een uitspraak in bezwaar bij St Eustatius en Bonaire, waardoor de kosten voor bodemsaneringen in Caribisch Nederland hoger uitvallen. In uitvoeringsjaar 2023 is dit bedrag € 2,7 miljoen en in de periode 2024 t/m 2026 wordt cumulatief € 3,0 miljoen budget voor overgeheveld.
Bijdragen aan agentschappen
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van ruimtegebruik bodem in 2023 met € 5,4 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 3,1 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023 en verder:
-
-Overboekingen vanuit het Deltafonds ten behoeve van de jaaropdracht RIVM (€ 2,4 miljoen in 2023 en cumulatief 3,1 miljoen in de periode 2024-2025).
Bijdragen aan medeoverheden
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan medeoverheden op het gebied van ruimtegebruik bodem in 2023 met € 25,3 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 18,4 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Een overboeking van - € 10,0 miljoen dat plaats vindt naar het ministerie BZK aan het gemeente- en provinciefonds ten behoeve van apparaatskosten van gemeenten en provincies voor de uitvoering van taken op grond van de Wet Bodembescherming.
2023 en verder:
-
-Voor het Meerjarenprogramma Bodem wordt ten laste van het generale beeld € 15,0 miljoen vanuit 2023 naar achteren geschoven om zo het ritme in lijn te brengen met de uitvoeringsplanning van het programma.
-
-De tegenhanger van de hierboven genoemde budgetoverhevelingen van bijdragen aan medeoverheden (Meerjarenprogramma Bodem) naar subsidies (in 2023 - €2,7 miljoen en cumulatief - € 3,0 miljoen in de periode 2024 t/m 2026).
-
-De tegenhanger van de hierboven genoemde budgetoverheveling tussen bijdragen aan medeoverheden (Meerjarenprogramma Bodem) en het opdrachtenbudget (Bodem en STRONG) in 2023 (€ 6,7 miljoen), in 2024 (- € 6,7 miljoen) en in 2025 (- € 2,0 miljoen).
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 13,3 miljoen in 2023 t/m 2027).
De hierboven genoemde ontvangsten (€3,5 miljoen in 2023) van de gemeenten Krimpen aan de IJssel en de provincie Zuid-Holland in het kader van de sanering EMK terrein.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via |
|||||||||
NvW, moties, |
Vastge- |
Mutaties 1e |
Stand 1e |
||||||
amende- |
stelde |
suppletoire |
suppletoire |
||||||
Ontwerpbe- |
menten en |
begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
|
groting t (1) |
ISB (2) (3) = (1) + (2) |
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
|||
Verplichtingen |
206.740 |
0 |
206.740 |
290.745 |
497.485 |
68.026 |
3.291 |
|
|
Uitgaven |
293.933 |
0 |
293.933 |
34.840 |
328.773 |
40.828 |
27.563 |
21.063 |
17.122 |
1 Netwerk |
20.413 |
0 |
20.413 |
7.357 |
27.770 |
8.435 |
6.201 |
1.039 |
1.273 |
Opdrachten |
11.206 |
0 |
11.206 |
4.975 |
16.181 |
1.251 |
4.346 |
1.039 |
1.273 |
Wegverkeersbeleid |
5.860 |
0 |
5.860 |
1.127 |
6.987 |
|
1.538 |
1.302 |
1.340 |
Unit Smart Mobility |
2.378 |
0 |
2.378 |
3.170 |
5.548 |
2.989 |
2.868 |
|
0 |
Overige opdrachten |
2.968 |
0 |
2.968 |
678 |
3.646 |
|
|
|
|
Bijdragen aan agentschappen |
6.739 |
0 |
6.739 |
2.062 |
8.801 |
1.490 |
1.855 |
0 |
0 |
Bijdragen aan agentschap RWS |
6.739 |
0 |
6.739 |
1.334 |
8.073 |
1.490 |
1.855 |
0 |
0 |
Overige bijdragen aan agentschappen |
0 |
0 |
0 |
728 |
728 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan medeoverheden |
1.414 |
0 |
1.414 |
0 |
1.414 |
5.694 |
0 |
0 |
0 |
Regionale bijdrage MIRT |
1.414 |
0 |
1.414 |
0 |
1.414 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWTs |
1.054 |
0 |
1.054 |
320 |
1.374 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2 Verkeersveiligheid |
19.789 |
0 |
19.789 |
19.749 |
39.538 |
19.338 |
|
|
|
Opdrachten |
6.387 |
0 |
6.387 |
|
5.355 |
|
|
|
|
Verkeersveiligheid |
6.387 |
0 |
6.387 |
|
5.072 |
|
|
|
|
Overige opdrachten |
0 |
0 |
0 |
283 |
283 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies |
9.735 |
0 |
9.735 |
1.035 |
10.770 |
75 |
0 |
0 |
0 |
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) |
4.131 |
0 |
4.131 |
332 |
4.463 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Veilig Verkeer Nederland (VVN) |
3.944 |
0 |
3.944 |
300 |
4.244 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige subsidies |
1.660 |
0 |
1.660 |
403 |
2.063 |
75 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan agentschappen |
700 |
0 |
700 |
29 |
729 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
30 |
0 |
30 |
0 |
30 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWTs |
2.937 |
0 |
2.937 |
0 |
2.937 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan CBR |
2.207 |
0 |
2.207 |
|
2.102 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige bijdragen |
730 |
0 |
730 |
105 |
835 |
0 |
0 |
0 |
0 |
(Schade)vergoedingen |
0 |
0 |
0 |
19.717 |
19.717 |
20.000 |
0 |
0 |
0 |
Stint |
0 |
0 |
0 |
19.717 |
19.717 |
20.000 |
0 |
0 |
0 |
3 Slimme en Duurzame Mobiliteit |
253.731 |
0 |
253.731 |
7.734 |
261.465 |
13.055 |
21.914 |
20.303 |
16.251 |
Opdrachten |
156.047 |
0 |
156.047 |
|
59.315 |
|
|
14.274 |
16.251 |
Reservering Klimaatakkoord |
117.718 |
0 |
117.718 |
|
760 |
|
|
|
|
Duurzame logistiek |
9.500 |
0 |
9.500 |
2.076 |
11.576 |
|
0 |
0 |
0 |
Innovatie en Intelligente Transportsystemen |
9.131 |
0 |
9.131 |
|
8.952 |
2.399 |
6.940 |
6.893 |
5.410 |
Programma duurzame mobiliteit |
8.453 |
0 |
8.453 |
|
4.686 |
701 |
|
|
|
Innovatie, strategie voor Mobiliteit (ISM) |
3.740 |
0 |
3.740 |
|
2.527 |
|
|
0 |
0 |
Verkeersemissies |
3.244 |
0 |
3.244 |
|
746 |
|
|
|
|
Programma fiets |
2.505 |
0 |
2.505 |
|
1.212 |
|
|
|
|
Duurzame energiedragers in |
1.338 |
0 |
1.338 |
|
458 |
|
|
|
|
Twippdp Kamer vergaderjaar 2022- |
-2023 36 350 XII nr 2 |
21 |
|||||||
NGF-project Dutch Metropolitan Innovations |
0 |
0 |
0 |
9.226 |
9.226 |
17.850 |
16.148 |
14.317 |
11.785 |
Overige opdrachten |
418 |
0 |
418 |
18.754 |
19.172 |
1.867 |
2.002 |
1.389 |
1.441 |
Subsidies |
78.018 |
0 |
78.018 |
87306 |
165.324 |
80.985 |
49.313 |
6.029 |
0 |
Bronmaatregelen stikstof |
39.000 |
0 |
39.000 |
|
24.541 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 14 is in 2023 met € 290,8 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 tot en met 2027 met € 58,4 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de onderstaande mutaties:
2023 t/m 2024:
-
-Voor de schaderegeling Stint is € 19,9 miljoen verplichtingenbudget vanuit 2024 naar 2023 geschoven om de verplichting volledig aan te kunnen gaan in 2023.
2023 t/m 2025:
-
-In 2022 is abusievelijk de volledige verplichting voor de gehele subsidie elektrisch vervoer particulieren (SEPP) in één keer vastgelegd. Deze subsidie is in 2022 bij Slotwet weer gecorrigeerd en toen in lijn gebracht met alleen de realisatie van dat jaar. Dit betekent dat bij de 1e suppletoire begroting € 97,4 miljoen aan verplichtingenbudget is opgeboekt voor
2023 en cumulatief € 81,3 miljoen voor 2024 en 2025, zodat dit budget conform de gepubliceerde regeling is. Het verplichtingenbudget over de jaren heen blijft gelijk en sluit aan op de regeling (subsidieplafond
2024 is € 87,4 miljoen).
2023 en verder:
-
-Voor het NGF-project Dutch Metropolitan Innovations wordt
€ 65,0 miljoen vanuit latere jaren naar 2023 geschoven om de meerjarige reeks in 2023 aan te kunnen gaan.
-
-De verplichtingen voor de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmateriaal (SSEB) stonden nog niet in het juiste ritme. Middels deze verplichtingenschuif van € 37,7 miljoen vanuit 2023 naar latere jaren sluiten de verplichtingen aan op de gepubliceerde regeling.
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van netwerk in 2023 met € 5,0 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 tot en met 2027 met € 7,9 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Een overboeking (€ 7,2 miljoen) in 2023 vanuit het subsidiebudget 14.03 Slimme en duurzame mobiliteit om het subsidieplafond voor de de Aanschafsubsidie Zero-Emissie Trucks (AanZET) en de SSEB over de jaren heen gelijk te trekken. Bij de 2e suppletoire begroting van 2022 is een versnelling doorgevoerd waarbij is aangegeven dat het daarvoor extra benodigde budget weer zou worden gecorrigeerd bij de 1e suppletoire begroting van 2023. Het totale subsidieplafond voor beide subsidieregelingen blijft over de jaren heen dus gelijk. Uw Kamer is hierover in de zomer van 2022 geïnformeerd in de voortgangsbrief over duurzaam vervoer (Kamerstukken 2021-2022, 31 305, nr. 352);
2023 t/m 2025:
-
-Een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds van € 3,7 miljoen in 2023 en cumulatief € 6,8 miljoen voor 2024 en 2025 vanuit het programma Veilig Slim Duurzaam (VSD). Binnen dit programma zijn middelen gereserveerd voor de opdracht Serviceproviders waarmee ingezet wordt op het verplicht stellen van in car veiligheidswaarschuwingen voor alle aanbieders van navigatiediensten.
2023 en verder:
-
-Een kasschuif van cumulatief € 5,5 miljoen vanuit 2023 en 2024 naar latere jaren. De campagne stimuleren en versnellen en de ondersteuning van deelauto's wordt momenteel vormgegeven. Aan de hand van deze kasschuif worden de middelen in het juiste katritme gezet, zodat de campagne kan worden uitgevoerd. Daarnaast betaalt wegverkeers-beleid 7 fte voor het mobiliteitspakket aan de ILT via een budgetoverhe-veling. De middelen worden met deze kasschuif in het juiste kasritme gezet en sluiten daarmee aan op de afspraak met de ILT
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 2,5 miljoen in 2023 t/m 2027).
Bijdragen aan medeoverheden
Per saldo is het kasbudget voor medeoverheden op het gebied van netwerk in 2024 met € 5,7 miljoen toegenomen. Dit betreft een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds voor een bijzondere uitkering naar het Openbaar Lichaam van Bonaire.
Opdrachten 2023 en verder:
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 1,8 miljoen in 2023 t/m 2027).
Schadevergoedingen
Per saldo is het kasbudget voor schadevergoedingen op het gebied van verkeersveiligheid in 2023 met € 19,7 miljoen toegenomen en in 2024 met € 20 miljoen. Dit betreft de schadevergoeding voor het gebruik van de Stint om gehoor te geven aan de uitspraak van de Raad van State (d.d.
22 december 2021). De regeling (€ 20 miljoen in 2023 en € 20 miljoen in 2024) bestaat uit een compensatie voor alle typen Stints, zowel 800W als 1200W Stints.
3 Slimme en duurzame mobiliteit
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van slimme en duurzame mobiliteit in 2023 met € 96,7 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 64,8 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Overboekingen vanuit het opdrachtenbudget naar bijdragen aan agentschappen (- € 14,5 miljoen) ten behoeve van afgesproken werkzaamheden van de RVO voor duurzame mobiliteit (waaronder de uitvoering van de subsidieregelingen SEPP, SEBA, SSEB en Topsector Logistiek (TSL)) en voor de agentschapsbijdrage aan RWS ten behoeve van de offerte Beleidsondersteuning en Advies (BOA) waarmee medewerkers van Rijkswaterstaat worden ingehuurd voor beleidswerkzaamheden.
-
-Een overboeking (€ 13,0 miljoen) van Klimaatakkoordmiddelen vanuit de Aanvullende Post (AP) van het Ministerie van FIN naar de reservering Klimaatakkoordmiddelen op het opdrachtenbudget in het kader van
Slimme Laadinfra, waarvan € 1,5 miljoen bestemd is voor uitvoeringskosten. De middelen worden op een later moment overgeboekt naar het juiste financiële instrument.
-
-Een overboeking (€ 11,3 miljoen) in 2023 vanuit het subsidiebudget 14.03 Slimme en duurzame mobiliteit naar het opdrachtenbudget om het subsidieplafond voor de subsidieregelingen AanZET en SSEB over de jaren heen gelijk te trekken, zoals beschreven bij de toelichting op het opdrachtenbudget 14.01 Netwerk.
2023 t/m 2025:
-
-Een overboeking (- € 2,3 miljoen) in 2023 (cumulatief € 5,1 miljoen over 2024 en 2025) vanuit de Klimaatakkoordmiddelen die gereserveerd stonden op het opdrachtenbudget naar het Mobiliteitsfonds ten behoeve van het project Living Lab Heavy Duty Laadpleinen.
2023 t/m 2026:
-
-Een overboeking (- € 104,5 miljoen) in 2023 (cumulatief € 134,0 miljoen over de periode 2024 t/m 2026) van de Klimaatakkoordmiddelen die gereserveerd stonden op het opdrachtenbudget naar subsidies binnen artikel 14.03 ten behoeve van het aangaan de subsidies SEPP en SEBA (Subsidie voor Elektrische auto's en Bestelauto's/Particulieren) en de subsidie AanZET.
2023 en verder:
-
-Vanuit het Nationaal Groeifonds zijn middelen ontvangen voor het NGF-project Dutch Metropolitan Innovations met als doel het realiseren van een digitale infrastructuur voor het delen en gebruiken van data. Hiervoor wordt in totaal € 85,0 miljoen vrijgemaakt over de periode 2023 t/m 2028. Dit betreft het aandeel dat op opdrachtenbudget is geboekt (cumulatief € 69,3 miljoen over de periode 2023 t/m 2027).
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 19,6 miljoen in 2023 t/m 2027).
2024 en verder:
-
-Een overboeking in 2024 t/m 2027 van cumulatief € 22,0 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor opdrachten die het Rijk centraal aangaat ten behoeve van de regio-overstijgende uitgaven in het kader van Veilig Slim Duurzaam (VSD).
Subsidies
Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van slimme en duurzame mobiliteit in 2023 met € 87,3 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 136,3 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Overboekingen (- € 20,9 miljoen) in 2023 vanuit subsidies naar het opdrachtenbudget binnen artikel 14 en naar artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor (€ 1,8 miljoen) om het subsidieplafond voor de subsidieregelingen AanZET en SSEB over de jaren heen gelijk te trekken, zoals beschreven bij de toelichting op het opdrachtenbudget 14.01 Netwerk.
-
-De Klimaatakkoordmiddelen laten een voordelig saldo zien in 2022 dat veroorzaakt is door autonome vertragingen en oplopende levertijden van auto's en bestelauto's. Deze middelen, waarvan € 3,0 miljoen voor de subsidieregeling SEPP en € 6,0 miljoen voor de subsidieregeling SEBA, worden daarom meegenomen naar 2023.
-
-Een overboeking (- € 5,2 miljoen) in 2023 vanuit het subsidiebudget naar schadevergoedingen ten behoeve van de compensatieregeling voor de Stint.
2023 t/m 2026:
-
-Een overboeking (€ 104,5 miljoen) in 2023 (cumulatief € 134,0 miljoen over de periode 2024 t/m 2026) die is beschreven bij de toelichting op het opdrachtenbudget. Het gaat hierbij om middelen uit het Klimaatak-koord ten behoeve van subsidies voor elektrisch vervoer (SEPP, SEBA en AanZET).
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel zijn de subsidieverplichtingen voor 2023 en verder opgenomen. De uitgaven hebben betrekking op de mogelijke verlening van subsidies:
-
-De jaarlijkse subsidie aan de Vereniging Fietsersbond voor de belangenbehartiging voor fietsen wordt in de periode 2023 t/m 2026 met € 195.000 verhoogd naar maximaal € 807000.
-
-De jaarlijkse subsidie aan de Stichting Dutch Cycling Embassy voor de internationale profilering van Nederland als fietsland wordt in de periode 2023 t/m 2026 met € 191.000 verhoogd naar maximaal € 441.000.
-
-De jaarlijkse subsidie aan Stichting Wandelnet voor de coördinatie en monitoring van het landelijk wandelroutenetwerk en de belangenbehartiging voor wandelen en lopen wordt in de periode 2023 t/m 2026 met € 125.000 verhoogd naar maximaal € 375.000.
Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Bijdragen aan agentschappen
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van slimme en duurzame mobiliteit in 2023 met € 17,1 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Een herschikking vanuit opdrachten en subsidies van € 13,7 miljoen ten behoeve van afgesproken werkzaamheden van de RVO voor het jaar 2023 voor duurzame mobiliteit (waaronder de uitvoering van de subsidieregelingen SEPP, SEBA, SSEB en TSL).
-
-Een overboeking van € 2,5 miljoen die is beschreven bij de toelichting op het opdrachtenbudget. Het betreft de agentschapsbijdrage aan RWS ten behoeve van de offerte BOA.
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, Vastge- Mutaties 1e Stand 1e
amende- stelde suppletoire suppletoire
Ontwerpbegroting t (1) |
menten en begroting t ISB (2) (3) = (1) + (2) |
begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutaties 2024 |
Mutaties 2025 |
Mutaties 2026 |
Mutaties 2027 |
|
Verplichtingen |
26.306 |
0 26.306 |
176.063 202.369 |
9.402 |
|
|
|
Uitgaven |
210.828 |
0 |
210.828 |
|
208.744 |
|
|
|
|
1 OV en Spoor |
32.178 |
0 |
32.178 |
1.380 |
33.558 |
|
|
|
|
Opdrachten |
8.405 |
0 |
8.405 |
1.613 |
10.018 |
|
|
|
|
ACM |
1.783 |
0 |
1.783 |
0 |
1.783 |
0 |
0 |
0 |
0 |
OV & Stations |
2.336 |
0 |
2.336 |
|
1.482 |
|
|
|
|
Aanst. NS en ProRail |
1.967 |
0 |
1.967 |
2.383 |
4.350 |
243 |
|
33 |
33 |
Opdrachten SU |
1.702 |
0 |
1.702 |
|
1.131 |
|
|
|
|
Overige opdrachten |
617 |
0 |
617 |
655 |
1.272 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies |
16.805 |
0 |
16.805 |
|
16.056 |
693 |
709 |
124 |
0 |
Maatregelen Spoorgoederenvervoer |
12.176 |
0 |
12.176 |
|
10.176 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Consumentenorganisatie OV |
663 |
0 |
663 |
430 |
1.093 |
355 |
355 |
0 |
0 |
Subsidie NS SV |
2.000 |
0 |
2.000 |
0 |
2.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige subsidies |
1.966 |
0 |
1.966 |
821 |
2.787 |
338 |
354 |
124 |
0 |
Bijdragen aan agentschappen |
877 |
0 |
877 |
247 |
1.124 |
|
|
|
|
Bijdragen aan RWS |
830 |
0 |
830 |
227 |
1.057 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan KNMI |
47 |
0 |
47 |
|
14 |
|
|
|
|
Bijdragen aan overige agentschappen |
0 |
0 |
0 |
53 |
53 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan medeoverheden |
5.989 |
0 |
5.989 |
269 |
6.258 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage medeoverheden OVS |
3.512 |
0 |
3.512 |
269 |
3.781 |
0 |
0 |
0 |
0 |
CLU Betuwe en HSL |
2.477 |
0 |
2.477 |
0 |
2.477 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
102 |
0 |
102 |
0 |
102 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2 Maatregelenpakket OVS |
178.650 |
0 |
178.650 |
|
100.186 |
|
0 |
0 |
0 |
Subsidies |
178.650 |
0 |
178.650 |
|
100.186 |
|
0 |
0 |
0 |
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector |
178.650 |
0 |
178.650 |
|
100.186 |
|
0 |
0 |
0 |
3 Transitievangnet OV |
0 |
0 |
0 |
75.000 |
75.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidie |
0 |
0 |
0 |
75.000 |
75.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
25.522 |
25.522 |
46.584 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 16 is in 2023 met € 176,1 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 5,0 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de bijstelling van de raming van de benodigde middelen voor de beschikbaarheidsvergoeding OV (cumulatief € 111,9 miljoen in 2023 en 2024) voor de regelingen 2020, 2021, en 2022 op basis van de meest recente inzichten.
Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Opdrachten 2023 en verder:
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 1,3 miljoen in 2023 t/m 2027).
Subsidies
Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van OV en spoor in 2023 met € 0,7 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met 1,5 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023 t/m 2025:
-
-Aan de Coöperatieve Vereniging Samenwerkingsverband DOVA (Decentrale Openbaar Vervoer Autoriteit) wordt subsidie verleend voor de periode 2023-2025 voor een bedrag van maximaal € 1,14 miljoen. Deze subsidie is bedoeld om de gezamenlijke activiteiten voor de Nationale Data Openbaar Vervoer (NDOV), Stationstopologie, Beheer Informatie Standaarden OV Nederland (BISON), Dashboard Deur-tot-Deur en de Staat van het OV optimaal uit te kunnen voeren. In 2023 zal een bedrag van maximaal € 0,43 miljoen en in 2024 en 2025 van maximaal € 0,36 miljoen per jaar verstrekt worden.
2023 t/m 2026:
-
-Aan Trans Link Systems B.V. wordt voor de periode 1 mei 2022 tot 1 mei 2026 subsidie verleend. Deze subsidie betreft een bedrag van
€ 1,34 miljoen voor de verdere doorontwikkeling en realisatie van de informatiehuishouding van het openbaar vervoer. De volgende maximale bedragen worden aan Trans Link Systems als subsidie verstrekt: € 0,52 miljoen in 2023, € 0,34 miljoen in 2024, 0,35 miljoen in 2025 en € 0,12 miljoen in 2026.
Bovenstaande begrotingsvermeldingen voor de verdere doorontwikkeling en realisatie van de informatiehuishouding van het openbaar vervoer en de gezamenlijke activiteiten voor de Nationale Data Openbaar Vervoer (NDOV), Stationstopologie, Beheer Informatie Standaarden OV Nederland (BISON), Dashboard Deur-tot-Deur en de Staat van het OV vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverleningen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.
Subsidies
Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van maatregelen OV-sector in 2023 met € 78,5 miljoen verlaagd en in 2024 met € 1,7 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Een bijstelling van de raming van de benodigde middelen voor de regeling Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector in 2020 (€ 1,4 miljoen), 2021 ( - € 65,9 miljoen) en 2022 (- € 14 miljoen) op basis van de meest recente inzichten.
De verantwoordingen van de decentrale overheden en de NS over de Beschikbaarheidsvergoeding (BVOV) 2020 zijn ingediend en beoordeeld. Alle beschikkingen over 2020 zijn definitief vastgesteld. De beschikbaar gestelde bedragen zijn € 422,9 miljoen voor de decentrale overheden en € 806,9 miljoen voor de concessie Hoofdrailnet van NS.
Subsidies
Het kasbudget voor subsidies op het gebied van Transitievangnet OV (TVOV) is in 2023 met € 75,0 miljoen verhoogd. De gereserveerde middelen op het Mobiliteitsfonds voor het Transitievangnet OV (TVOV) worden overgeboekt naar Hoofdstuk XII waarop de subsidie wordt verantwoord. TVOV is een tijdelijk vangnet om de OV-sector te ondersteunen om reizigers zekerheid te geven over voldoende, veilig en een betrouwbaar OV.
Bij de vaststelling van de definitieve bijdragen in het kader van de Beschikbaarheidsvergoeding OV is deze voor een aantal ontvangende partijen lager vastgesteld dan hetgeen zij reeds ontvangen hebben. Het teveel betaalde bedrag zal worden teruggestort in 2023 (€ 25,5 miljoen) en 2024 (€ 46,6 miljoen).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid art. 17 (bedragen x € 1.000) |
|||||||||
Mutaties via |
|||||||||
NvW, moties, |
Vastge- |
Mutaties 1e |
Stand 1e |
||||||
amende- |
stelde |
suppletoire |
suppletoire |
||||||
Ontwerpbe- |
menten en |
begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
|
groting t (1) |
ISB (2) (3) = (1) + (2) |
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
|||
Verplichtingen |
93.241 |
0 |
93.241 |
166.635 |
259.876 |
|
|
|
|
Uitgaven |
46.693 |
0 |
46.693 |
6.673 |
53.366 |
964 |
|
|
|
1 Luchtvaart |
46.693 |
0 |
46.693 |
6.673 |
53.366 |
964 |
|
|
|
Opdrachten |
14.582 |
0 |
14.582 |
1.017 |
15.599 |
|
|
|
|
Opdrachten GIS |
1.210 |
0 |
1.210 |
|
1.078 |
|
|
|
|
Caribisch Nederland |
465 |
0 |
465 |
1.830 |
2.295 |
0 |
0 |
0 |
|
Klimaatbeleid |
404 |
0 |
404 |
841 |
1.245 |
851 |
0 |
0 |
|
Luchtruim Regio Luchthaven |
1.549 |
0 |
1.549 |
|
1.532 |
50 |
50 |
50 |
|
Luchtruimherziening |
2.243 |
0 |
2.243 |
|
1.295 |
|
|
0 |
|
Onbemande luchtvaart |
1.637 |
0 |
1.637 |
|
387 |
|
|
0 |
|
Onderzoek luchtvaart |
2.549 |
0 |
2.549 |
319 |
2.868 |
580 |
580 |
|
0 |
NGF-project Luchtvaart in transitie |
0 |
0 |
0 |
824 |
824 |
60 |
60 |
60 |
60 |
Overige opdrachten |
4.525 |
0 |
4.525 |
|
4.075 |
|
|
155 |
|
Subsidies |
28.702 |
0 |
28.702 |
3.416 |
32.118 |
1.142 |
|
|
|
Subsidies klimaatbeleid |
2.850 |
0 |
2.850 |
|
2.602 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies tarieven Bonaire |
0 |
0 |
0 |
420 |
420 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies omploegen graan |
0 |
0 |
0 |
1.600 |
1.600 |
1.601 |
0 |
0 |
0 |
NGF-project Luchtvaart in transitie |
25.000 |
0 |
25.000 |
703 |
25.703 |
|
|
|
|
Overige subsidies |
852 |
0 |
852 |
941 |
1.793 |
941 |
941 |
941 |
0 |
Bijdragen aan agentschappen |
117 |
0 |
117 |
1.188 |
1.305 |
420 |
420 |
420 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan agentschap KNMI |
14 |
0 |
14 |
0 |
14 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan agentschap RWS |
53 |
0 |
53 |
752 |
805 |
420 |
420 |
420 |
0 |
Overige Bijdragen aan agentschappen |
50 |
0 |
50 |
436 |
486 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan (inter-)nationaie organisaties |
1.481 |
0 |
1.481 |
144 |
1.625 |
144 |
144 |
144 |
144 |
Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization |
1.311 |
0 |
1.311 |
144 |
1.455 |
144 |
144 |
144 |
144 |
Overige Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
170 |
0 |
170 |
0 |
170 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
100 |
0 |
100 |
908 |
1.008 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
1.711 |
0 |
1.711 |
0 |
1.711 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
5.167 |
0 |
5.167 |
|
4.522 |
|
|
|
|
Tabel 12 Uitsplitsing verplichtingen
Mutaties via NvW, Vastge- Mutaties Stand 1e moties, stelde 1euppletoire amendementenbegrotinsuppletoirebegroting
Ontwerpbegroting en ISB t (3) = (1)begroting (5) = (3) Mutaties Mutaties Mutaties Mutaties
t (1) |
(2) |
|
(4) |
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
|
Verplichtingen |
93.241 |
0 |
93.241 |
166.635 |
259.876 |
|
|
|
|
waarvan garantieverplichtingen |
48.000 |
0 |
48.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
45.241 |
0 |
45.241 |
166.635 |
259.876 |
|
|
|
|
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 17 is in 2023 met € 166,6 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 153,9 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2023:
-
-Een ophoging van het verplichtingenbudget met € 9,3 miljoen voor de uitvoering van een nadeelcompensatieregeling voor de overschrijding van de geluid grenswaarde Schiphol.
2023 en verder:
-
-Voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie wordt € 151,1 miljoen vanuit latere jaren naar 2023 geschoven om de meerjarige reeks in 2023 aan te kunnen gaan.
Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van luchtvaart in
2023 met € 1,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 5,2 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds (€ 1,8 miljoen) voor diverse opdrachten voor Caribisch Nederland. Deze middelen zijn grotendeels bestemd voor de opzet van de oprichting van de Search and Rescue (SAR) voorziening en de instelling van de SAR Beheerorganisatie voor Saba en Sint Eustatius in het kader van ICAO wet-en regelgeving.
2024 t/m 2025:
-
-Er vindt een overboeking plaatst van de opdrachtbudgetten voor onbemande luchtvaart en luchtruimherziening naar het subsidiebudget voor de subsidie omploegen graanresten. Hierdoor neemt het opdrachtenbudget in de jaren 2024 en 2025 met € 2,8 miljoen af.
2027 en verder:
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling met € 0,9 miljoen structureel vanaf 2027
Subsidies
Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van luchtvaart in
2023 met € 3,4 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027
met € 1,2 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties.
2023:
-
-Het NGF-project Luchtvaart in Transitie toont over het jaar 2022 een voordelig saldo van € 2,4 miljoen doordat er geen uitgaven zijn geweest. Deze middelen worden meegenomen naar 2023.
2023 t/m 2025:
-
-In 2025 is het subsidiebudget met € 2,8 miljoen miljoen verhoogd door een overboeking van middelen Luchtruimherziening en Onbemande Luchtvaart ter dekking van de verlenging van de subsidie omploegen graanresten.
-
-De middelen voor de subsidie omploegen graanresten (€ 2,8 miljoen) worden vanuit 2025 naar voren gehaald. De subsidie wordt met 2 jaar verlengd. Ter dekking hiervan wordt een deel van het opdachtenbudget voor Luchtruimherziening en Onbemande Luchtvaart ingezet en naar voren geschoven.
2023 t/m 2026:
-
-Een overboeking vanuit het apparaatsartikel 98 van € 0,9 miljoen per jaar voor de bijdrage Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS). De MRS is een opvolger van de Omgevingsraad Schiphol (ORS) met als doel de maatschappelijke perspectieven op het garanderen van de leefomge-vingskwaliteit rondom Schiphol te kanaliseren.
2023 en verder:
-
-Er vindt een herverdeling plaats van de middelen voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie (€ 1,7 miljoen in 2023 en € 1,4 miljoen vanaf 2024) . Alle toegekende NGF-middelen zijn geboekt op het instrument subsidies, maar een deel hiervan behoort tot opdrachten en personele uitgaven.
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel:
-
-is in regel NGF-project Luchtvaart in transitie een bedrag van € 25,7 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2023 opgenomen.
-
•Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 8,25 miljoen betrekking op een subsidie aan Koninklijke NLR (Nederlands Luchten Ruimtevaartcentrum) ten behoeve van ondersteunend onderzoek.
-
•Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 5,25 miljoen betrekking op een subsidie aan TU Delft ten behoeve van ondersteunend onderzoek.
-
•Het doel van het project Ondersteunend Onderzoek is het verder uitbouwen van de kennispositie in Nederland ook na 2030 door kennisopbouw en het versterken van de R&D infrastructuur. Deze activiteiten zijn ter ondersteuning van de activiteiten binnen het project Luchtvaart in Transitie. De kennisopbouw richt zich op nieuwe aandrijflijnen, elektrisch-thermische huishouding, nieuwe ontwerpconcepten en materialen, ultra efficiënte structurele componenten en kosten effectieve fabricagetechnologieën voor nieuwe vliegtuigcon-figuraties na 2030.
-
-is in de regel overige subsidies een bedrag van €1,8 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2023 opgenomen.
-
•Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste €50.000 betrekking op de verlening van een subsidie aan de Stichting Leefbaarheid Luchthaven Eindhoven. De subsidie is bedoeld als financiële ondersteuning van milieu gerelateerde activiteiten ter bevordering van de leefbaarheid in de omgeving van de luchthaven Eindhoven.
-
•Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste €50.000 betrekking op de verlening van een subsidie aan de stichting AviAssist voor het verbeteren van de luchtvaartveiligheid Zuidoost Afrika. IenW heeft het initiatief genomen om te zorgen dat in die regio kennis over luchtvaartveiligheid wordt gedeeld, maar vooral goed gebruikt. Hiermee wordt invulling gegeven aan de doelstellingen ten aanzien van luchtvaartveiligheid zoals neergelegd in het State Safety Programme.
-
-is in regel subsidies omploegen graan een bedrag van € 1,6 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2023 opgenomen. Eén van de sporen in de aanpak om het risico van vogelaanvaringen op Schiphol te reduceren is het beperken van voedselaanbod in de omgeving van de luchthaven. De afgelopen jaren was er een subsidieregeling voor het bijdragen aan het versneld onderwerken van de graanresten na de oogst in een deel van de Haarlemmermeerpolder. Er is besloten de nieuwe regeling met 2 jaar te verlengen t/m 2024. Agrarische ondernemers kunnen op vrijwillige basis deelnemen, met de deelnemers worden overeenkomsten gesloten.
-
-is in regel subsidies tarieven Bonaire een bedrag van €0,42 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2023 opgenomen.
-
•Dit bedrag heeft betrekking op een subsidie aan DC-ANSP van maximaal € 0,42 miljoen (exclusief eventuele koersverschillen, omdat de subsidie in US dollars wordt uitgekeerd) ten behoeve het verlagen van luchtverkeersdienstverleningstarieven. Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeers-dienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen, zal IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) dekken via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap.
Bovenstaande begrotingsvermeldingen voor de Koninklijke NLR (Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum), TU Delft, de Stichting Leefbaarheid Eindhoven, de Stichting AviAssist en DC-ANSP vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverleningen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Bijdragen aan agentschappen
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van luchtvaart in 2023 met € 1,2 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2026 met € 1,3 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties.
2023:
-
-Diverse overboekingen vanuit opdrachten naar bijdragen aan agentschappen (€ 0,8 miljoen) voor opdrachten die worden uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Rijkswaterstaat (RWS) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
2023 t/m 2026:
-
-Een overboeking vanuit opdrachten naar bijdragen aan agentschappen voor opdrachten die door RWS worden uitgevoerd in het kader van het afhandelen schade Schiphol (€ 0,4 miljoen per jaar).
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid art. 18 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, Vastge- Mutaties 1e Stand 1e
amende- stelde suppletoire suppletoire
Ontwerpbe- |
menten en |
begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
|
groting t (1) |
ISB (2) (3) = (1) + (2) |
|
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
||
Verplichtingen |
115.127 |
0 |
115.127 |
90.642 |
205.769 |
|
|
|
|
Uitgaven |
130.251 |
0 |
130.251 |
|
95.316 |
48.826 |
30.571 |
|
|
1 Scheepvaart en Havens |
130.251 |
0 |
130.251 |
|
95.316 |
48.826 |
30.571 |
|
|
Opdrachten |
28.195 |
0 |
28.195 |
3.031 |
31.226 |
3.055 |
1.733 |
1.291 |
3.194 |
Caribisch Nederland |
100 |
0 |
100 |
0 |
100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Topsector logistiek |
9.096 |
0 |
9.096 |
2.216 |
11.312 |
0 |
0 |
0 |
0 |
NGF Project - Digitale Infrastructuur Logistiek |
13.868 |
0 |
13.868 |
|
12.949 |
1.562 |
|
|
846 |
Overige opdrachten |
5.131 |
0 |
5.131 |
1.734 |
6.865 |
1.493 |
1.993 |
2.493 |
2.348 |
Subsidies |
94.910 |
0 |
94.910 |
|
55.636 |
45.704 |
28.771 |
|
|
NGF Project - Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch |
15.600 |
0 |
15.600 |
0 |
15.600 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Innovatieve Duurzame Binnenvaart |
13.330 |
0 |
13.330 |
7.646 |
20.976 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Walstroom |
62.900 |
0 |
62.900 |
|
15.980 |
45.704 |
28.771 |
|
|
Topsector Logistiek |
3.000 |
0 |
3.000 |
0 |
3.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige Subsidies |
80 |
0 |
80 |
0 |
80 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan agentschappen |
2.465 |
0 |
2.465 |
1.241 |
3.706 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan agentschap RWS |
2.465 |
0 |
2.465 |
330 |
2.795 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige Bijdragen aan agentschappen |
0 |
0 |
0 |
911 |
911 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan medeoverheden |
3.000 |
0 |
3.000 |
0 |
3.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
1.581 |
0 |
1.581 |
60 |
1.641 |
60 |
60 |
60 |
60 |
Bijdragen aan ZBO's/RWTs |
100 |
0 |
100 |
7 |
107 |
7 |
7 |
7 |
7 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 18 is in 2023 met € 90,6 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 155,0 verlaagd.
Dit wordt met name veroorzaakt door:
2023 t/m 2024:
-
-Een (eerdere) verplichtingenschuif vanuit 2023 en 2024 naar 2022 van totaal € 25,6 miljoen voor het NGF Project Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch (ZES), zodat de meerjarige verplichting reeds in 2022 kon worden aangegaan.
2023 t/m 2026:
-
-Een (eerdere) verplichtingenschuif vanuit latere jaren naar 2022 van totaal € 50,2 miljoen voor het NGF-project Digitale infrastructuur en Logistiek (DIL), zodat de meerjarige verplichting reeds in 2022 kon worden aangegaan.
2023 en verder:
-
-Voor de tijdelijke subsidie Walstroom Zeeschepen wordt € 103,1 miljoen verplichtingenbudget naar 2023 geschoven vanuit latere jaren, zodat de meerjarige reeks in 2023 kan worden verplicht.
Het resterende bedrag wordt verklaard door diverse kleine mutaties en de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 Scheepvaart en havens
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van scheepvaart en havens in 2023 met € 3,0 miljoen verhoogd en in de periode 2024 t/m
2027 met € 9,3 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Verschillende overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds (€ 4,3 miljoen):
-
•De middelen voor de Topsector Logistiek staan gereserveerd op het Mobiliteitsfond en worden overgeboekt naar de beleidsbegroting waar de uitgaven worden gedaan en verantwoord (€ 2,2 miljoen).
-
•€ 1,3 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor het project Digitale Transport Strategie (DTS). De middelen voor DTS zijn gereserveerd op het Mobiliteitsfonds. De uitvoering en realisatie vindt plaats op de beleidsbegroting. Met deze overboeking worden de middelen voor een deelaanbesting toegevoegd aan artikel 18.
-
•€ 0,9 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor extra benodigde middelen voor opdrachten die gerelateerd zijn aan het Mobiliteitsfonds maar op Hoofdstuk XII worden uitgevoerd. Deels worden deze opdrachten uitgevoerd door RWS. Hiervoor worden middelen beschikbaar gesteld vanuit de budgetten op artikel 15 Vaarwegen op het Mobiliteitsfonds.
-
-Daarnaast neemt het opdrachtenbudget met € 1,0 miljoen af vanwege een overboeking van middelen naar het ministerie van EZK. Het gaat om een bijdrage vanuit het ministerie van lenW aan de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en het Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN) voor de inzet ten behoeve van de validatietechnieken zeevaart voortvloeiend uit afspraken in de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens.
2023 en verder:
-
-Het opdrachtenbudget wordt opgehoogd met cumulatief € 11,0 miljoen in 2023 t/m 2027 en daarna € 5,0 miljoen structureel om zo de budgetten van Maritieme Zaken toekomstbestendiger te maken. Deze middelen zullen worden ingezet voor duurzame scheepvaart, maritieme veiligheid en security, goederenvervoer, en digitalisering en het kunnen voldoen aan (Europeese) wettelijke verplichtingen en ambities.
2027 en verder:
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (€ 1,6 miljoen in 2027 en € 0,6 miljoen structureel).
Subsidies
Het kasbudget voor subsidies is in 2023 met € 39,3 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 - 2027 met € 34,1 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende mutaties:
2023:
-
-Vanuit de Aanvullende Post bij het minsterie van Financïen worden stikstofmiddelen toegevoegd aan het subsidiebudget voor de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen (€ 8 miljoen).
2023 t/m 2026:
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 12,2 miljoen in 2023 t/m 2026).
2023 en verder:
-
-Een kasschuif voor de Tijdelijke subsidieregeling Walstroom Zeeschepen waarbij cumulatief - € 81,2 miljoen vanuit de jaren 2023 en 2027 wordt verschoven naar de jaren 2024 t/m 2026. Deze kasschuif wordt gefaciliteerd via het generale beeld en zorgt ervoor dat de budgetten in het juiste ritme komen te staan.
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.7 Artikel 19 Internationaal Beeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid art.19 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, Vastge- Mutaties 1e Stand 1e
amende- stelde suppletoire suppletoire
Ontwerpbe- |
menten en |
begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
|
groting t (1) |
ISB (2) (3) = (1) + (2) |
|
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
||
Verplichtingen |
10.955 |
0 |
10.955 |
147 |
11.102 |
|
|
|
|
Uitgaven |
11.377 |
0 |
11.377 |
|
11.326 |
|
|
|
|
2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking |
11.377 |
0 |
11.377 |
|
11.326 |
|
|
|
|
Opdrachten |
4.613 |
0 |
4.613 |
|
3.652 |
|
|
|
|
Uitvoering Intereg |
543 |
0 |
543 |
0 |
543 |
0 |
61 |
61 |
61 |
Uitvoering HGIS |
1.408 |
0 |
1.408 |
|
993 |
|
|
|
|
Uitvoering niet-HGIS |
814 |
0 |
814 |
354 |
1.168 |
|
|
|
|
Overige opdrachten |
1.848 |
0 |
1.848 |
|
948 |
|
|
|
|
Subsidies |
1.692 |
0 |
1.692 |
0 |
1.692 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Interreg |
1.622 |
0 |
1.622 |
0 |
1.622 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige subsidies |
70 |
0 |
70 |
0 |
70 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan agentschappen |
2.278 |
0 |
2.278 |
493 |
2.771 |
112 |
112 |
112 |
112 |
Waarvan Bijdragen aan RIVM |
0 |
0 |
0 |
135 |
135 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan RWS |
398 |
0 |
398 |
246 |
644 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan RVO |
1.880 |
0 |
1.880 |
112 |
1.992 |
112 |
112 |
112 |
112 |
Bijdragen aan (inter-)nationaie organisaties |
2.394 |
0 |
2.394 |
417 |
2.811 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan bijdragen HGIS |
2.194 |
0 |
2.194 |
417 |
2.611 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan bijdragen niet-HGIS |
200 |
0 |
200 |
0 |
200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bekostiging |
400 |
0 |
400 |
0 |
400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bekostiging GCA |
400 |
0 |
400 |
0 |
400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
312 |
312 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 19 met € 0,1 miljoen verhoogd in 2023 en cumulatief voor de periode 2024 t/m 2027 met € 5,0 miljoen wat met name wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutatie.
Opdrachten 2023 t/m 2027:
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 4,9 miljoen in 2023 t/m 2027).
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid art. 20 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via |
|||||||||
NvW, moties, |
Vastge- |
Mutaties 1e |
Stand 1e |
||||||
amende- |
stelde |
suppletoire |
suppletoire |
||||||
Ontwerpbe- |
menten en |
begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
|
groting t (1) |
ISB (2) (3) = (1) + (2) |
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
|||
Verplichtingen |
52.142 |
0 |
52.142 |
10.818 |
62.960 |
10.000 |
10.000 |
0 |
0 |
Uitgaven |
54.838 |
0 |
54.838 |
1.379 |
56.217 |
9.992 |
10.000 |
0 |
0 |
1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder |
54.838 |
0 |
54.838 |
1.379 |
56.217 |
9.992 |
10.000 |
0 |
0 |
Opdrachten |
5.566 |
0 |
5.566 |
4.451 |
10.017 |
|
0 |
0 |
0 |
Waarvan RIVM |
0 |
0 |
0 |
5.380 |
5.380 |
1.547 |
1.547 |
1.547 |
1.547 |
Waarvan uitvoering geluiden luchtsanering |
5.566 |
0 |
5.566 |
|
4.164 |
|
|
|
|
Overige opdrachten |
0 |
0 |
0 |
473 |
473 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan agentschappen |
11.143 |
0 |
11.143 |
4.517 |
15.660 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan RWS |
1.647 |
0 |
1.647 |
763 |
2.410 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan RIVM |
9.486 |
0 |
9.486 |
3.535 |
13.021 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan overige agentschappen (RVO en KNMI) |
10 |
0 |
10 |
219 |
229 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan medeoverheden |
37.666 |
0 |
37.666 |
|
30.077 |
10.000 |
10.000 |
0 |
0 |
Programma NSL en SLA |
10.000 |
0 |
10.000 |
|
7.281 |
10.000 |
10.000 |
0 |
0 |
Uitvoering geluidsanering |
27.666 |
0 |
27.666 |
|
22.796 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bekostiging |
463 |
0 |
463 |
0 |
463 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
400 |
400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 20 met € 10,8 miljoen opgehoogd in 2023 en cumulatief 20,0 miljoen in de periode 2024 t/m 2027 Dit komt met name door de volgende mutaties:
2023:
-
-Een ophoging van het verplichtingenbudget van € 9,4 miljoen ten behoeve van de meerjarige opdracht inzake de uitvoeringskosten van de subsidieregeling Sanering verkeerslawaai. Als gevolg van de vertraging van de Omgevingswet is de voorziene meerjarige opdracht in 2022 uitgesteld. Daarnaast is het aanbestedingstraject rondom de uitvoeringskosten onder de Wet geluidshinder vertraagd. Voor de vastlegging van deze opdrachten is aanvullend verplichtingenbudget nodig in 2023.
Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget op dit financieel instrument voor het jaar 2023 met € 4,5 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Een budgetoverheveling van het Mobiliteitsfonds naar artikel 20 van € 1,8 miljoen ten behoeve van de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord (SLA) in 2023.
-
-Twee herschikkingen binnen artikel 20 van cumulatief € 3,8 miljoen in 2023 ten behoeve van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden in het kader van een duurzame en gezonde leefomgeving.
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling met € 0,9 miljoen.
Bijdragen aan agentschappen
Per saldo is het kasbudget op dit financieel instrument voor het jaar 2023 met € 4,5 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door onderstaande mutaties:
2023:
-
-Twee herschikkingen binnen artikel 20 van cumulatief € 3,5 miljoen ten behoeve van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden in het kader van een duurzame en gezonde leefomgeving.
-
-Een herschikking binnen artikel 20 van € 0,8 miljoen ten behoeve van de door RWS uit te voeren werkzaamheden in 2023 inzake de leefomge-vingprogramma's Geluid en Schone Lucht Akkoord.
-
-Een herschikking binnen artikel 20 van € 0,2 miljoen ten behoeve van de door RVO uit te voeren werkzaamheden in het kader van de Specifiek e Uitkering Schone Lucht Akkoord (SPUK-SLA).
Bijdragen aan medeoverheden
Per saldo is het kasbudget op dit financieel instrument voor het jaar 2023 met € 7,6 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 20,0 miljoen. Dit komt met name door onderstaande mutaties:
2023:
-
-Verschillende herschikkingen binnen artikel 20 van cumulatief
€ 7,4 miljoen ten behoeve van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden in het kader van een duurzame en gezonde leefomgeving.
-
-Een herschikking binnen artikel 20 van € 0,2 miljoen ten behoeve van de door RVO uit te voeren werkzaamheden in het kader van de SPUK-SLA.
2024 t/m 2025:
-
-Ten behoeve van het verbeteren van de luchtkwaliteit in Nederland wordt voor twee keer € 10,0 miljoen bijgedragen voor de jaren 2024 en 2025 uit de IenW-brede middelen ten behoeve van het voortzetten van het uitvoerings- en stimuleringsprogramma SLA en de bijbehorende wettelijke instrumentaria.
Bekostiging
Jaarlijks bekostigt het Ministerie van IenW een deel van het milieuonder-zoeksprogramma van TNO. In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 0,387 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2023 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie voor het Milieuonderzoeks-programma aan TNO.
Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid art. 21 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, Vastge- Mutaties 1e Stand 1e
amende- stelde suppletoire suppletoire
Ontwerpbegroting t (1) |
menten en begroting t ISB (2) (3) = (1) + (2) |
begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutaties 2024 |
Mutaties 2025 |
Mutaties 2026 |
Mutaties 2027 |
|
Verplichtingen |
74.209 |
0 74.209 |
|
|
|
|
|
Uitgaven |
71.886 |
0 |
71.886 |
|
62.888 |
|
962 |
2.639 |
616 |
4 Duurzaamheidsinstrumentarium |
859 |
0 |
859 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
859 |
0 |
859 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
5 Duurzame productieketens |
65.111 |
0 |
65.111 |
|
60.141 |
|
1.997 |
2.466 |
443 |
Opdrachten |
20.605 |
0 |
20.605 |
|
20.338 |
|
|
|
|
Uitvoering duurzame productieketens |
14.650 |
0 |
14.650 |
|
12.580 |
|
|
|
|
Waarvan RWS |
5.054 |
0 |
5.054 |
1.095 |
6.149 |
1.095 |
1.095 |
1.095 |
1.095 |
Overige opdrachten |
901 |
0 |
901 |
708 |
1.609 |
573 |
573 |
573 |
573 |
Subsidies |
22.162 |
0 |
22.162 |
|
14.976 |
450 |
1.450 |
3.450 |
1.450 |
Subsidies duurzame productieketens |
22.162 |
0 |
22.162 |
|
14.976 |
450 |
1.450 |
3.450 |
1.450 |
Bijdragen aan agentschappen |
20.512 |
0 |
20.512 |
3.808 |
24.320 |
1.743 |
1.743 |
1.743 |
1.743 |
Waarvan Bijdragen aan RWS |
10.585 |
0 |
10.585 |
1.077 |
11.662 |
1.077 |
1.077 |
1.077 |
1.077 |
Waarvan Bijdragen aan RVO |
9.114 |
0 |
9.114 |
2.251 |
11.365 |
251 |
251 |
251 |
251 |
Overige bijdragen aan agentschappen |
813 |
0 |
813 |
480 |
1.293 |
415 |
415 |
415 |
415 |
Bijdragen aan medeoverheden |
1.375 |
0 |
1.375 |
|
0 |
0 |
1.375 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan Caribisch Nederland |
1.375 |
0 |
1.375 |
|
0 |
0 |
1.375 |
0 |
0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
0 |
0 |
0 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
Bijdragen aan ZBO's en RWT's |
457 |
0 |
457 |
0 |
457 |
0 |
0 |
0 |
0 |
6 Natuurlijk kapitaal |
5.916 |
0 |
5.916 |
|
2.747 |
|
|
173 |
173 |
Opdrachten |
5.457 |
0 |
5.457 |
|
2.133 |
|
|
18 |
18 |
Uitvoering Natuurlijk kapitaal |
5.261 |
0 |
5.261 |
|
1.709 |
|
|
|
|
Overige opdrachten |
196 |
0 |
196 |
228 |
424 |
228 |
228 |
228 |
228 |
Bijdragen aan agentschappen |
459 |
0 |
459 |
155 |
614 |
155 |
155 |
155 |
155 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 21 is in 2023 met € 4,9 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 9,8 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2023 t/m 2025:
-
-Een (eerdere) verplichtingenschuif van cumulatief € 3,8 miljoen vanuit 2023 t/m 2025 naar 2022 voor het meerjarig vastleggen van de begro-tingssubsidie voor Milieu Centraal.
Het resterend bedrag worden verklaard door diverse kleine mutaties en de hieronder toegelichte kasmutaties.
Uitgaven
5 Duurzame productieketens
Opdrachten
Het opdrachtenbudget is in 2023 met € 1,1 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 10,6 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2023 en verder:
-
-Een herschikking binnen artikel 21 van structureel € 2,2 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2023. De opdrachtverlening aan RWS betreft meerdere dossiers op het gebied van Circulaire Economie. Het voor die onderwerpen geraamd budget wordt overgeboekt naar bijdragen aan agentschap RWS.
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 4,8 miljoen in 2023 t/m 2027).
Subsidies
Het subsidiebudget is in 2023 met € 7,2 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 6,8 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2023 en verder:
-
-Er wordt € 7,0 miljoen vanuit 2023 naar latere jaren geschoven ten laste van het generale beeld, zodat de Coalitie Akkoord-middelen voor de circulaire doorbraak ketenprojecten aansluiten op de afgegeven prognose van de RVO.
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel zijn de volgende subsidieverplichtingen opgenomen:
2023:
-
-Een bedrag van maximaal € 1,2 miljoen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Milieu Centraal voor nadere focusac-tiviteiten gericht op consumentenvoorlichting, zoals project- en/of campagnematige activiteiten gefocust op een beperkt aantal duurzaam-heidsthema's. Deze thema's betreffen onder andere de week zonder afval, duurzaam schoonmaken, elektrisch vervoer, asbestdaken en andere toepassingen. In de ontwerpbegroting 2023 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 0,7 miljoen. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting 2023 opgehoogd tot € 1,2 miljoen.
2023 t/m 2024:
-
-Een bedrag van maximaal € 0,06 miljoen per jaar voor de jaren 2023 en 2024. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan Stichting Springtij Festival Terschelling voor de organisatie van het Springtij Forum 2023 en 2024. In de ontwerpbegroting 2023 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 0,03 miljoen per jaar. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting 2023 opgehoogd tot € 0,06 miljoen.
2023 t/m 2025:
-
-Een bedrag van maximaal € 1,6 miljoen per jaar voor de jaren 2023 tot en met 2025. Deze bedragen hebben betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan Milieu Centraal voor het uitvoeren van de basisactiviteiten gericht op de kerntaak van consumentenvoorlichting. het betreft een onafhankelijke vraagbaak voor consumenten en media op verschillende duurzaamheidsthema's, zoals milieukeurmerken, plaagdierbestrijding, minder afval, microplastics en duurzaam vervoer. In de ontwerpbegroting 2023 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 1,0 miljoen. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting 2023 opgehoogd tot € 1,6 miljoen.
-
-Een bedrag van maximaal € 0,067 miljoen voor de jaren 2023 tot en met 2025. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor ondersteuning van een betere infrastructuur voor repair aan Stichting Repair Café.
Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Bijdrage aan agentschappen
Het uitgavenbudget voor bijdrage aan agentschappen is in 2023 met € 3,8 miljoen toegenomen en cumulatief met € 7,0 miljoen in de periode 2024
-
-2027. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2023:
-
-De verhoging van de Milieu-inversteringsaftrek (MIA) vanuit het generale beeld met € 2,0 miljoen waarvoor extra uitvoeringskosten gedekt moeten worden.
2023 en verder:
-
-Een herschikking binnen artikel 21 van structureel € 1,1 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2023. De opdrachtverlening aan RWS betreft meerdere dossiers op het gebied van Circulaire Economie. Het voor die onderwerpen geraamd budget wordt overgeboekt naar bijdragen aan agentschap RWS.
Opdrachten
Het opdrachtenbudget op artikel 21 voor natuurlijk kapitaal is in 2023 met € 3,3 miljoen verlaagd en cumulatief met € 5,4 miljoen in de periode 2024 t/ m 2027. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2023 t/m 2024:
-
-In het kader van de klimaatenveloppe heeft het kabinet middelen beschikbaar gesteld voor circulaire maatregelen in de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) waarmee CO2-reductie kan worden gerealiseerd. Op basis van een uitgevoerde evaluatie ten behoeve van de opdrachtverlening voor 2022-2024 ontvangt RWS nu de opdracht en benodigde middelen van € 3,0 miljoen voor 2023 en 2024 voor het vervolg van de klimaatenveloppe.
2023 t/m 2025:
-
-Een budgetoverheveling van artikel 21 naar het Mobiliteitsfonds van € 0,3 miljoen voor 2023, € 1,3 miljoen voor 2024 en € 1,2 miljoen voor 2025 voor RWS voor de toepassing van recyclaat in bouwmaterialen, hergebruik van liggers en uitvoeringskosten voor 2023-2025. Bij de vorming van het kabinet-Rutte-IV zijn middelen beschikbaar gesteld voor circulaire maatregelen waarmee hergebruik van recyclaat in bouwmaterialen gestimuleerd wordt.
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid art. 22 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, |
Vastge- |
Mutaties 1e |
Stand 1e |
||||||
amende- |
stelde |
suppletoire |
suppletoire |
||||||
Ontwerpbe- |
menten en |
begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
|
groting t (1) |
ISB (2) (3) = (1) + (2) |
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
|||
Verplichtingen |
77.333 |
0 |
77.333 |
|
76.532 |
|
|
|
|
Uitgaven |
87.006 |
0 |
87.006 |
|
86.676 |
|
|
|
|
1 Veiligheid chemische stoffen |
20.816 |
0 |
20.816 |
4.675 |
25.491 |
3.131 |
2.981 |
3.042 |
3.042 |
Opdrachten |
6.717 |
0 |
6.717 |
1.819 |
8.536 |
747 |
597 |
659 |
659 |
Waarvan RWS |
2.006 |
0 |
2.006 |
|
1.841 |
|
|
|
|
Waarvan RIVM |
739 |
0 |
739 |
340 |
1.079 |
340 |
340 |
341 |
341 |
Uitvoering veiligheid |
1.665 |
0 |
1.665 |
|
1.538 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitvoering stoffen en M&G |
1.007 |
0 |
1.007 |
1.337 |
2.344 |
89 |
|
0 |
0 |
Overige opdrachten |
1.300 |
0 |
1.300 |
434 |
1.734 |
483 |
483 |
483 |
483 |
Subsidies |
177 |
0 |
177 |
|
0 |
|
|
|
|
Bijdragen aan agentschappen |
12.899 |
0 |
12.899 |
2.556 |
15.455 |
2.561 |
2.561 |
2.561 |
2.561 |
Waarvan Bijdragen aan RWS |
2.524 |
0 |
2.524 |
201 |
2.725 |
201 |
201 |
201 |
201 |
Waarvan Bijdragen aan RIVM |
10.050 |
0 |
10.050 |
2.360 |
12.410 |
2.360 |
2.360 |
2.360 |
2.360 |
Overige bijdragen aan agentschappen |
325 |
0 |
325 |
|
320 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
0 |
0 |
0 |
250 |
250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWTs |
1.023 |
0 |
1.023 |
227 |
1.250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan CTGB |
1.023 |
0 |
1.023 |
227 |
1.250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2 Veilige biotechnologie |
5.528 |
0 |
5.528 |
665 |
6.193 |
470 |
470 |
470 |
470 |
Opdrachten |
1.111 |
0 |
1.111 |
255 |
1.366 |
60 |
60 |
60 |
60 |
Uitvoering veiligheid GGO |
1.111 |
0 |
1.111 |
195 |
1.306 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige opdrachten |
0 |
0 |
0 |
60 |
60 |
60 |
60 |
60 |
60 |
Bijdragen aan agentschappen |
4.417 |
0 |
4.417 |
410 |
4.827 |
410 |
410 |
410 |
410 |
Waarvan Bijdragen aan COGEM |
1.700 |
0 |
1.700 |
0 |
1.700 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan RIVM |
2.717 |
0 |
2.717 |
410 |
3.127 |
410 |
410 |
410 |
410 |
3 Veiligheid bedrijven en transport |
60.662 |
0 |
60.662 |
|
54.992 |
|
|
|
|
Opdrachten |
40.412 |
0 |
40.412 |
|
25.252 |
|
|
|
|
Waarvan RWS |
1.054 |
0 |
1.054 |
298 |
1.352 |
298 |
298 |
298 |
298 |
Opdrachten asbest |
4.191 |
0 |
4.191 |
|
2.946 |
|
|
|
|
Programma omgevingsveilig |
9.119 |
0 |
9.119 |
|
6.255 |
|
|
|
|
VTH-stelsel |
21.908 |
0 |
21.908 |
|
11.814 |
|
0 |
0 |
0 |
Uitvoering Buisleidingen |
2.528 |
0 |
2.528 |
|
1.250 |
|
|
|
|
Uitvoering veiligheid VGS |
952 |
0 |
952 |
328 |
1.280 |
328 |
328 |
328 |
328 |
Overige opdrachten |
660 |
0 |
660 |
|
355 |
|
|
|
|
Subsidies |
10.074 |
0 |
10.074 |
|
9.847 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies inrichtingen & transport |
7.001 |
0 |
7.001 |
71 |
7.072 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies asbest |
2.500 |
0 |
2.500 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies vuurwerk |
0 |
0 |
0 |
2.260 |
2.260 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige subsidies |
573 |
0 |
573 |
|
515 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan agentschappen |
5.799 |
0 |
5.799 |
633 |
6.432 |
508 |
508 |
508 |
508 |
Waarvan Bijdragen aan RWS |
1.609 |
0 |
1.609 |
2.575 |
4.184 |
2.450 |
2.450 |
2.450 |
2.450 |
Waarvan Bijdragen aan RIVM |
3.062 |
0 |
3.062 |
|
1.906 |
|
|
|
|
Waarvan Bijdragen aan RVO |
1.128 |
Twiede Kamer, verga78êrjaar 2022- |
-2023,-366350 XI-, 7n6. 2 |
|
|
||||
Bijdragen aan medeoverheden |
300 |
0 |
300 |
9.369 |
9.669 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan Caribisch Nederland |
300 |
0 |
300 |
|
175 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige bijdragen aan medeoverheden |
0 |
0 |
0 |
9.494 |
9.494 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
1 Veiligheid chemische stoffen
Bijdragen aan agentschappen
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van veiligheid chemische stoffen in 2023 met € 2,6 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 10,2 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023 en verder:
-
-Een structurele herschikking binnen artikel 22 van € 2,4 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RIVM. De opdrachtverlening aan RIVM betreft de ondersteuning van vervoer gevaarlijke stoffen, veiligheid bedrijven, veiligheid biotechnologie, veiligheid stoffen, gezonde leefomgevingen, onderzoek, beleid en nucleair.
-
-Een structurele herschikking binnen artikel 22 van € 0,2 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RWS. De opdrachtverlening aan RWS betreft onder andere de ondersteuning van register externe veiligheid, maatwerkafspraken, basisnet, risicozonering windturbines, omgevingsveiligheid, landelijk asbest volgsysteem, zeer zorgwekkende stoffen, atlas leefomgeving en Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH).
3 Veiligheid bedrijven en transport
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van veiligheid bedrijven en transport in 2023 met € 15,2 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 23,0 miljoen. Dit komt met name door onderstaande mutaties:
2023:
-
-Een herschikking binnen artikel 22 van € 9,5 miljoen van het instrument opdrachten naar het instrument bijdrage aan medeoverheden inzake de specifieke uitkering vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). De specifieke uitkering VTH wordt verantwoord op bijdrage medeoverheden om de uitkering aan decentrale overheden te faciliteren.
2023 t/m 2024:
-
-Een overboeking van artikel 22 naar artikel 98 van - € 0,6 miljoen ten behoeve van de personele uitgaven. Dit betreft de inzet voor het Interbestuurlijk Programma (IBP) in kader van het programma VTH. De looptijd van het IBP bedraagt 2 jaar.
2023 en verder:
-
-Een structurele herschikking binnen artikel 22 van - € 2,7 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2023 en verder. De opdrachtverlening aan RWS betreft onder andere de ondersteuning van register externe veiligheid, maatwerkafspraken, basisnet, risicozonering windturbines, omgevingsveiligheid, landelijk asbest volgsysteem, zeer zorgwekkende stoffen, atlas, leefomgeving en VTH.
-
-Een structurele herschikking binnen artikel 22 van - € 0,7 1,3 miljoen waarbij de meerjarige middelen in lijn worden gebracht met de meerjarige planning voor activiteiten omtrent veiligheid energietransitie en emplacementen en de ontwikkeling van modellen.
-
-Een structurele herschikking binnen artikel 22 van - € 0,9 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RIVM voor 2023. De opdrachtverlening aan RIVM betreft de ondersteuning van vervoer gevaarlijke stoffen, veiligheid bedrijven, veiligheid biotechnologie, veiligheid stoffen, gezonde leefomgevingen, onderzoek, beleid en nucleair.
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 7,9 miljoen in 2023 t/m 2027).
Subsidies
2023:
-
-Voor de afwikkeling van de Tegemoetkoming Subsidieregeling Vuurwerk Covid-19 zijn bij de 1e suppletoire begroting generale middelen toegevoegd aan het subsidiebudget (€ 2,3 miljoen).
Bijdragen aan medeoverheden
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan medeoverheden op het gebied van veiligheid bedrijven en transport in 2023 met € 9,4 miljoen toegenomen. Dit komt door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Een herschikking binnen artikel 22 van € 9,5 miljoen van het instrument opdrachten naar het instrument bijdrage aan medeoverheden inzake de specifieke uitkering VTH. De specifieke uitkering VTH wordt verantwoord op bijdrage medeoverheden om de uitkering aan decentrale overheden te faciliteren.
-
-Een herschikking binnen artikel 22 van - € 0,1 miljoen ten behoeve van de door RWS uit te voeren werkzaamheden in 2023 voor projecten op Caribische Nederland.
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, Vastge- Mutaties 1e Stand 1e
amende- stelde suppletoire suppletoire
Ontwerpbegroting t (1) |
menten en begroting t ISB (2) (3) = (1) + (2) |
begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutaties 2024 |
Mutaties 2025 |
Mutaties 2026 |
Mutaties 2027 |
|
Verplichtingen |
70.402 |
0 70.402 |
1.123 71.525 |
1.400 |
1.610 |
2.070 |
2.070 |
Uitgaven |
69.462 |
0 |
69.462 |
992 |
70.454 |
1.400 |
1.610 |
2.070 |
2.070 |
1 Meteorologie en seismologie |
47.575 |
0 |
47.575 |
992 |
48.567 |
1.400 |
1.610 |
2.070 |
2.070 |
Bijdragen aan agentschappen |
43.485 |
0 |
43.485 |
992 |
44.477 |
1.400 |
1.610 |
2.070 |
2.070 |
Waarvan Bijdragen aan agentschap KNMI |
43.485 |
0 |
43.485 |
992 |
44.477 |
1.400 |
1.610 |
2.070 |
2.070 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
4.090 |
0 |
4.090 |
0 |
4.090 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Contributie ECMWF (HGIS) |
3.150 |
0 |
3.150 |
0 |
3.150 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
940 |
0 |
940 |
0 |
940 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2 Aardobservatie |
21.887 |
0 |
21.887 |
0 |
21.887 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan agentschappen |
21.887 |
0 |
21.887 |
0 |
21.887 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan Bijdragen aan KNMI |
21.887 |
0 |
21.887 |
0 |
21.887 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 23 is in 2023 met € 1,1 miljoen opgehoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 7,2 miljoen. Dit wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutatie.
Bijdrage aan agenschappen
Per saldo is het kasbudget in 2023 met € 1,0 miljoen opgehoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 7,2 miljoen. Dit komt met name door een ophoging van cumulatief € 8,0 miljoen in 2023 t/m 2027 voor het versterken van de life cycle management en vergroting leveringszekerheid Informatiehuishouding.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid art. |
24 (bedragen x € 1.000) |
||||||||
Mutaties via |
|||||||||
NvW, moties, |
Vastge- |
Mutaties 1e |
Stand 1e |
||||||
amende- |
stelde |
suppletoire |
suppletoire |
||||||
Ontwerpbe- |
menten en begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
||
groting t (1) |
ISB (2) (3) |
|
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
||
Verplichtingen |
203.598 |
0 |
203.598 |
|
188.309 |
|
|
|
|
Uitgaven |
203.598 |
0 |
203.598 |
|
188.309 |
|
|
|
|
1 Personele uitgaven |
170.735 |
0 |
170.735 |
2.598 |
173.333 |
1.819 |
1.818 |
1.815 |
|
Waarvan eigen personeel |
149.455 |
0 |
149.455 |
1.632 |
151.087 |
1.819 |
1.818 |
1.815 |
|
Waarvan inhuur externen |
20.755 |
0 |
20.755 |
966 |
21.721 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan overige personele uitgaven |
525 |
0 |
525 |
0 |
525 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2 Materiële uitgaven |
32.863 |
0 |
32.863 |
|
14.976 |
|
|
|
|
Waarvan ICT |
2.679 |
0 |
2.679 |
|
2.644 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan bijdragen SSO's |
12.652 |
0 |
12.652 |
|
2.302 |
|
|
|
|
Waarvan overige materiële uitgaven |
17.532 |
0 |
17.532 |
|
10.030 |
|
|
|
|
Ontvangsten |
24.700 |
0 |
24.700 |
0 |
24.700 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 24 is per saldo met € 15,3 miljoen verlaagd in 2023. De verplichtingenmutaties zijn volledig gerelateerd aan de hieronder toegelichte kasmutaties.
Het budget voor personele uitgaven is verhoogd met € 2,6 miljoen en cumulatief met € 5,3 miljoen in de periode 2024 t/m 2027 Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023:
-
-Een bijdrage aan ILT van € 0,6 miljoen voor het invullen van arbeid-plaatsen van de banenafspraak. Dit betreft een afspraak tussen het kabinet en werkgevers om te zorgen voor extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking.
2023 t/m 2026:
-
-Dit betreft een budgetoverheveling van € 1,7 miljoen in 2023 en
€ 1,9 miljoen in 2024 t/m 2026 voor de uitbreiding van de capaciteit voor Toezicht Bodem en Versterking Stelsel Kwaliteit Bodembeheer (Kwalibo).
Het budget voor personele uitgaven is verlaagd met € 17,9 miljoen en cumulatief met € 70,8 miljoen in de periode 2024 t/m 2027. Dit komt met name door de een structurele budgetoverheveling van € 17,8 miljoen voor de jaarlijkse bijdrage voor bedrijfsvoering voor de dienstverleningsover-eenkomst verrekend tussen ILT en de ICT en Human Resources directies van het ministerie van IenW.
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid art. 25 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, Vastge- Mutaties 1e Stand 1e
amende- stelde suppletoire suppletoire
Ontwerpbe- menten en begroting t begroting begroting Mutaties Mutaties Mutaties Mutaties
groting t (1) |
ISB (2) (3) |
|
|
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
|
Verplichtingen |
991.492 |
0 |
991.492 |
3 |
991.495 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
991.493 |
0 |
991.493 |
13.747 |
1.005.240 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1 Brede doeluitkering |
991.493 |
0 |
991.493 |
13.747 |
1.005.240 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Brede doeluitkering |
991.493 |
0 |
991.493 |
13.747 |
1.005.240 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage BDU |
991.493 |
0 |
991.493 |
13.747 |
1.005.240 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Brede doeluitkering
Het budget wordt per saldo met € 13,7 miljoen verhoogd in 2023. Dit wordt veroorzaakt door enkele overboekingen ter dekking van de BDU-beschikking 2023 voor Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA) vanuit artikel 11, 12, en 13 van het Mobiliteitsfonds en artikel 14 op Hoofdstuk XII (totaal € 14,6 miljoen). Dit bedrag is inclusief een afdracht die gemaakt moet worden aan het BTW-compensatiefonds, welke vervolgens gelijk is afgedragen vanuit dit artikel (- € 0,9 miljoen).
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid art. 26 (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, Vastge- Mutaties 1e Stand 1e
amende- stelde suppletoire suppletoire
Ontwerpbe- |
menten en |
begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
|
groting t (1) |
ISB (2) (3) = (1) + (2) |
|
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
||
Verplichtingen |
10.064.928 |
0 |
10.064.928 |
|
9.906.058 |
|
|
860.763 |
1.169.082 |
Uitgaven |
10.160.555 |
0 |
10.160.555 |
|
9.906.418 |
|
52.687 |
1.132.521 |
863.584 |
1 Bijdragen aan het Mobiliteitsfonds |
8.416.715 |
0 |
8.416.715 |
|
8.297.781 |
|
|
668.433 |
652.762 |
2 Bijdragen aan het Deltafonds |
1.743.840 |
0 |
1.743.840 |
|
1.608.637 |
|
69.845 |
464.088 |
210.822 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt bij de 1e suppletoire begroting in 2023 per saldo met € 158,9 miljoen verlaagd en cumulatief voor de periode 2024 t/m 2027 met € 1.596,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Daarnaast vindt er een technische correctie plaats om de verplichtingen gelijk te trekken aan het uitgavenbudget (cumulatief - € 136,9 miljoen in de periode 2023 t/m 2027).
Per saldo is de bijdrage aan het Mobiliteitsfonds in 2023 met € 118,9 miljoen afgenomen en in de periode 2024 t/m 2027 cumulatief met € 1.262,6 miljoen toegenomen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023 t/m 2026:
-
-De prijsbijstelling op de middelen van de Aanvullende Post (cumulatief € 69,1 miljoen in 2023 t/m 2026).
2025 en verder:
-
-Een overboeking van de Coalitie Akkoord middelen Rutte IV voor de Tolvrije Westerscheldetunnel vanuit de Aanvullende Post (cumulatief € 84,0 miljoen in 2025 t/m 2027).
2023 en verder:
-
-De nacalculatie op de prijsbijstelling van 2022 (cumulatief
€ 329,7 miljoen in 2023 t/m 2027 en € 64,5 miljoen structureel).
-
-Bij deze eerste suppletoire begroting wordt invulling gegeven aan de taakstelling ten behoeve van de rijksbrede opgave. Het aandeel van lenW bedraagt in 2023 € 136 oplopend naar € 191 miljoen per jaar met structurele doorwerking vanaf 2028. Verdeeld over de drie begrotingen gaat het om € 149 miljoen per jaar voor het Mobiliteitsfonds, € 24 miljoen per jaar voor het Deltafonds en € 18 miljoen per jaar voor Hoofdstuk XII. De taakstelling ten laste van het Mobiliteitsfonds bedraagt t/m 2037 ruim € 2.137 miljoen.
2026 en verder:
-
-Toevoeging van de Coalitie Akkoord middelen Rutte IV voor instan-thouding (waarvan € 707,6 in 2023 en 699,1 miljoen in 2027).
Het resterende bedrag wordt met name verklaard door diverse overboekingen tussen Hoofdstuk XII en het Mobiliteitsfonds en overboekingen vanuit andere ministeries.
Voor meer details wordt verwezen naar de 1e suppleotire begroting van het Mobiliteitsfonds.
Per saldo is de bijdrage aan het Deltafonds in 2023 met €135,2 miljoen verlaagd en in de periode 2024 t/m 2027 cumulatief met € 563,2 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2023 t/m 2025:
-
-De prijsbijstelling op de middelen van de Aanvullende Post (cumulatief € 2,7 miljoen in 2023 t/m 2025).
2023 t/m 2026:
-
-Een kasschuif van € 133,3 miljoen in 2023 en € 180,1 miljoen in 2024 naar 2025 en 2026 ten laste van het generale beeld.
2023 en verder:
-
-De nacalculatie op de prijsbijstelling van 2022 (cumulatief € 55,4 miljoen in 2023 t/m 2027 en € 9,1 miljoen structureel).
-
-Bij deze Eerste suppletoire begroting wordt invulling gegeven aan de taakstelling ten behoeve van de rijksbrede opgave. Het aandeel van lenW bedraagt in 2023 € 136 oplopend naar € 191 miljoen per jaar met structurele doorwerking vanaf 2028. Verdeeld over de drie begrotingen gaat het om € 149 miljoen per jaar voor het Mobiliteitsfonds, € 24 miljoen per jaar voor het Deltafonds en € 18 miljoen per jaar voor Hoofdstuk XII. De taakstelling ten laste van het Deltafonds bedraagt t/m 2037
€ 355 miljoen.
2026 en verder:
-
-Toevoeging van de Coalitie Akkoord middelen Rutte IV voor instan-thouding (waarvan € 224,9 in 2023 en 223,0 miljoen in 2027).
Het resterende bedrag wordt met name verklaard door diverse overboekingen tussen Hoofdstuk XII en het Deltafonds en overboekingen vanuit andere ministeries.
Voor meer detail wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds.
Tabel 22 Budgettaire tabel artikel 97 Algemeen Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, Vastge- Mutaties 1e Stand 1e
amende- stelde suppletoire suppletoire
Ontwerpbe- |
menten en |
begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
|
groting t (1) |
ISB (2) (3) = (1) + (2) |
|
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
||
Verplichtingen |
41.543 |
0 |
41.543 |
|
40.860 |
|
|
|
|
Uitgaven |
50.988 |
0 |
50.988 |
2.854 |
53.842 |
|
|
|
|
1 Algemeen departement |
50.988 |
0 |
50.988 |
|
49.406 |
|
|
|
|
Opdrachten |
38.289 |
0 |
38.289 |
|
37.094 |
|
|
|
|
van A naar Beter |
1.903 |
0 |
1.903 |
|
1.725 |
|
|
|
|
Ext. juridische adv. |
1.731 |
0 |
1.731 |
125 |
1.856 |
116 |
115 |
115 |
|
Onderzoeken PBL |
2.811 |
0 |
2.811 |
0 |
2.811 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Onderzoeken ANVS |
3.839 |
0 |
3.839 |
|
3.772 |
|
0 |
0 |
0 |
DCC |
8.570 |
0 |
8.570 |
400 |
8.970 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Regeringsvliegtuig |
13.973 |
0 |
13.973 |
|
13.771 |
|
|
|
|
Overige opdrachten |
5.462 |
0 |
5.462 |
|
4.189 |
|
|
|
|
Subsidies |
377 |
0 |
377 |
|
0 |
|
|
|
|
Bijdragen aan agentschappen |
12.322 |
0 |
12.322 |
|
12.312 |
|
|
|
|
Waarvan Bijdragen aan agentschap RWS |
3.174 |
0 |
3.174 |
|
3.164 |
|
|
|
|
Waarvan Bijdragen aan agentschap KNMI |
227 |
0 |
227 |
0 |
227 |
0 |
0 |
0 |
|
Dienstverlening RIVM |
8.921 |
0 |
8.921 |
0 |
8.921 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0
3 COVID-19 Testen reizen |
0 |
0 |
0 |
4.436 |
4.436 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten COVID-19 |
0 |
0 |
0 |
4.436 |
4.436 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
1.101 |
0 |
1.101 |
400 |
1.501 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
2023/2027:
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling. Dit is verdeeld over het opdrachten-, subsidie- en bijdragen aan agentschappenbudget (cumulatief € 2,2 miljoen in 2023 t/m 2027).
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het COVID-19 testen reizen in 2023 met € 4,4 miljoen verhoogd. Dit komt door de toegenomen uitgaven 2023 betreffen de generaal ontvangen middelen voor de COVID-directie om aan overlopende opdrachten te kunnen voldoen.
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Tabel 23 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, Vastge- Mutaties 1e Stand 1e
amende- stelde suppletoire suppletoire
Ontwerpbegroting t (1) |
menten en begroting t ISB (2) (3) = (1) + (2) |
begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutaties 2024 |
Mutaties 2025 |
Mutaties 2026 |
Mutaties 2027 |
|
Verplichtingen |
401.985 |
0 401.985 |
30.112 432.097 |
43.321 |
38.801 |
38.104 |
47.985 |
Uitgaven |
407.254 |
0 |
407.254 |
30.636 |
437.890 |
50.728 |
43.380 |
41.457 |
51.738 |
1 Personele uitgaven |
294.588 |
0 |
294.588 |
23.009 |
317.597 |
22.146 |
21.190 |
21.951 |
18.970 |
Waarvan eigen personeel |
260.851 |
0 |
260.851 |
13.721 |
274.572 |
18.598 |
20.911 |
21.692 |
17.964 |
Waarvan inhuur externen |
27.897 |
0 |
27.897 |
11.135 |
39.032 |
5.317 |
2.045 |
2.045 |
2.800 |
Waarvan overige personele uitgaven |
5.840 |
0 |
5.840 |
|
3.993 |
|
|
|
0 |
2 Materiële uitgaven |
112.666 |
0 |
112.666 |
7.627 |
120.293 |
28.582 |
22.190 |
19.506 |
32.768 |
Waarvan ICT |
37.028 |
0 |
37.028 |
|
33.406 |
17.237 |
10.543 |
7.136 |
16.829 |
Waarvan bijdrage SSO's |
35.775 |
0 |
35.775 |
17.431 |
53.206 |
18.341 |
18.425 |
18.972 |
17.849 |
Waarvan overige materiële uitgaven |
39.863 |
0 |
39.863 |
|
33.681 |
|
|
|
|
Ontvangsten |
5.841 |
0 |
5.841 |
2.612 |
8.453 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 98 is in 2023 met € 30,1 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 168,2 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door:
De onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil is voornamelijk het gevolg van (eerdere) verplichtingenschuiven van en naar 2022 en 2023 ten behoeve van het aangaan van inhuurcontracten.
Per saldo is het kasbudget voor personele uitgaven in 2023 met € 23,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 84,3 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
De hogere uitgaven voor eigen personeel is met name het gevolg van:
2023:
-
-Door het lastig in kunnen vullen van vacatures wordt er meer inhuur ingezet, tevens is er extra inhuur op Luchtvaart en voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied in het kader van Stikstof (- € 4,6 miljoen).
-
-Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van de Vrachtwagenheffing (€ 1,5 miljoen), Tijdelijke Tolheffing (€ 0,8 miljoen), detachering in het kader van het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW) (- € 0,3 miljoen).
-
-Bijdrage van het minsterie van BZ voor het aandeel van beheer en personele inzet van de ICT-directie (€ 0,5 miljoen).
-
-Extra inzet voor communicatie en gedrag (€ 0,5 miljoen).
-
-Extra inzet voor de afdeling COVID. Ook na het opheffen van de program-madirectie als crisisorganisatie zullen er nog een aantal doorlopende taken zijn (€ 0,4 miljoen).
2023 t/m 2024:
-
-Terugboeking ERTMS gelden naar het programmabudget op het Mobiliteitsfonds omdat er minder nodig is dan voorzien 2023 (- € 0,6 miljoen), 2024 (- € 1,4 miljoen).
2023 t/m 2025:
-
-Overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van de apparaatskosten van de opdrachtgevers voor project Digitale Transport Strategie (DTS) 2023 (€ 0,1 miljoen) en 2024 t/m 2025 (€ 0,2 miljoen).
2023 t/m 2026:
-
-Overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds voor het Regiopakket Veilige Slimme en Duurzame Mobiliteit (VSD) 2023 (€ 0,5 miljoen) en 2024 t/m 2026 (€ 4,5 miljoen).
-
-bijdragen van het ministerie van EZK voor organisatie van het Nationaal Klimaatplatform 2023 (€ 2,4 miljoen) en 2024 t/m 2026 (€ 7,2 miljoen).
2023 en verder:
-
-Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds voor Ontsluiting Woningbouw (WOMO) 2023 (€ 0,8 miljoen) en 2024 t/m 2027
(€ 6,0 miljoen), en de bijdrage RWS voor Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) structureel (€ 1,0 miljoen).
-
-Herschikking vanuit Postactieven als gevolg van herijking personele budgetten van de bedrijfsvoering op basis van formatie en beschikbare budgetten structureel (€ 1,7 miljoen).
-
-Groei van het verzorgingsgebied bedrijfsvoering structureel (€ 0,4 miljoen).
-
-Interdepartementale overboekingen
-
•structureel vanuit het minsterie van LNV in het kader van het bestedingsplan Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)
€ 2,6 miljoen);
-
•vanuit het ministerie van EZK voor het Programma Noordzee 2023 (€ 0,2 miljoen) en 2024 t/m 2027 (€ 1,7 miljoen);
-
•en structureel vanuit het minsterie van BZ voor lokaal personeel op ambassades en attachees (€ 0,8 miljoen).
-
-Diverse herschikkingen naar Materieel onder andere in het kader van Stikstof structureel (- € 0,3 miljoen).
-
-Herschikking naar Rijksbrede SSO's als gevolg van groei structureel (€ 0,9 miljoen).
-
-Herschikking vanuit ICT voor bijdrage aan GDI structureel (€ 0,4 miljoen).
-
-Overboeking vanuit artikel 97 omdat er meer werkzaamheden door eigen personeel worden gedaan en minder opdrachten worden uitgezet structureel (€ 0,4 miljoen).
-
-Verplaatsing van capaciteit van RWS naar DGWB vanuit BOA 2023 (€ 3,1 miljoen) en 2024 t/m 2027 (€ 11,3 miljoen).
-
-Herschikking NGF-middelen vanuit subsidiebudget 2023 (€ 0,6 miljoen) en 2024 t/m 2027 (€ 0,7 miljoen).
-
-Structurele bijdragen voor bedrijfsvoering van ANVS (art 97) en ILT (art 24) structureel (€ 0,4 miljoen).
-
-Extra inzet ten behoeve van de uitvoering van het nieuwe CIO-stelsel 2023 (€ 0,2 miljoen), 2024 en 2025 (€ 1,8 miljoen), vanaf 2026 structureel (€ 1,4 miljoen).
-
-In het kader van strategische personeelsplanning, structureel extra inkoop- en subsidie capaciteit (€ 1,5 miljoen).
-
-Fundament op orde voor Maritieme Zaken 2024 (€ 1,8 miljoen), 2025 t/m 2026 (€ 7,1 miljoen) en vanaf 2027 structureel (€ 4,3 miljoen).
-
-Bijdrage vanuit het Nationaal Groei Fonds (NGF) voor het project Dutch Metropolitan Innovations 2023 (€ 1,1 mijloen), 2024 tm 2027
(€ 8,6 miljoen).
-
-Extra HGIS uitgaven als gevolg van de gestegen kosten lenW attachés en overlopende betalingen uit 2022, 2023 (€ 0,1 miljoen) en structureel vanaf 2024 (€ 0,1 mijloen).
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 14,8 miljoen in 2023 t/m 2027).
De hogere inhuur is met name het gevolg van:
2023:
-
-Door het lastig in kunnen vullen van vacatures wordt er meer inhuur ingezet, tevens is er extra inhuur op Luchtvaart Nationaal Programma Landelijk Gebied in het kader van Stikstof (€ 4,6 miljoen).
-
-Overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het Mobiliteitsfonds voor inhuur op programma's Digitale Transport Strategie (€ 0,3 miljoen), Verkenning A50 2023 (€ 0,5 miljoen), Tijdelijke Tolheffing (€ 1,0 miljoen), en inhuur projectleider Buisleidingen (€ 0,3 miljoen).
-
-Diverse overboekingen vanuit programma voor Openbaar Vervoer en Spoor (OVS) voor onder andere de inzet van een logistiek makelaar (€ 0,7 miljoen), Duurzame Mobiliteit (DUMO) (€ 0,3 miljoen), Digitale Transport Strategie (DTS) (€ 0,1 miljoen).
-
-Centraal toegekende middelen voor Inzet in het kader van COVID-19, NGF, en het Herstel en Veerkracht Plan (HPV) (€ 0,8 miljoen).
-
-Extra bijdrage ministerie van BZ voor inhuur voor het programma Vernieuwing SAP (€ 0,3 miljoen).
2023 t/m 2024:
-
-Overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het Mobiliteitsfonds voor Vrachtwagenheffing 2023 (€ 1,1 miljoen) en 2024 (€ 2,7 miljoen) en daarnaast een bijstelling van de geplande apparaatmiddelen voor ERTMS 2023 (- € 0,6 miljoen) en 2024 (€ 0,8 miljoen).
-
-Diverse overboekingen vanuit programma voor Openbaar Vervoer en Spoor (OVS) voor onder andere Infrastructuur management (ISM) 2023 (€ 0,5 miljoen) en 2024 (€ 0,5 miljoen).
2023 en verder:
-
-Overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het Mobiliteitsfonds voor inhuur in het kader van de Ontsluiting Woningbouw (WOMO) 2023 (€ 1,2 miljoen) en 2024 t/m 2027 (€ 6 miljoen), en inhuur voor Veilig Slim Duurzaam(VSD) 2025 t/m 2027 (€ 2,7 miljoen).
-
-Overboeking vanuit programma voor Openbaar Vervoer en Spoor (OVS) voor de Transitieagenda Consumentengoederen (TAC) en inzet NGF-middelen structureel (€ 0,6 miljoen).
-
-Kas- en verplichtingenschuif om de middelen voor de inhuur logistiek makelaar in het juiste ritme te zetten van 2023 (- € 0,3 miljoen) naar latere jaren.
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 0,3 miljoen in 2023 t/m 2027).
Overige personele uitgaven:
2023 en verder:
-
-Herschikking naar eigen personeel als gevolg van herijking personele budgetten van de bedrijfsvoering op basis van formatie en beschikbare budgetten 2023-2027 (- € 1,8 miljoen).
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 0,5 miljoen in 2023 t/m 2027).
Per saldo is het kasbudget voor materiële uitgaven in 2023 met € 7,6 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 103,0 miljoen.
Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
De afname van uitgaven aan ICT betreft voornamelijk:
2023:
-
-Centraal toegekende middelen voor de COVID-directie om aan overlopende opdrachten te kunnen voldoen (€ 0,2 miljoen).
2023 t/m 2025:
-
-Het kas en verplichtingenritme voor de vernieuwing van het Datamana-gementsysteem (DMS) verandert. Het proces duurt langer waardoor een kasschuif van 2023 (- € 11,7 miljoen) naar 2024 (€ 9,5 miljoen) en 2025 (€ 2,2 miljoen) noodzakelijk is.
2023 en verder:
-
-Structurele jaarlijkse bijdrage voor de dienstverlening verrekend tussen ILT en de centrale ICT-directie structureel (€ 2,6 miljoen).
-
-Bijdrage van het ministerie van BZ voor beheer en personele inzet door centrale ICT-directie 2023 (€ 1,8 miljoen).
-
-Herschikking van gereserveerde middelen Informatiehuishouden (IHH) en POK 2023 (€ 3,1 miljoen) en 2024 t/m 2027 (€ 24,7 miljoen).
-
-Structurele bijdrage vanuit programma naar bedrijfsvoering voor de dienstverlening door de centrale ICT-directie structureel (€ 0,2 miljoen).
-
-Herschikking naar personeel voor bijdrage aan GDI structureel (€ 0,4 miljoen).
-
-Versterking van de cyberweerbaarheid van ANVS structureel (€ 0,8 miljoen);
-
-Voorzieningen voor de verwerking van staatsgeheime stukken 2023 (€ 0,3 miljoen), 2024 tm 2027 (€ 4,2 miljoen).
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 1,9 miljoen in 2023 t/m 2027).
Hogere bijdragen Rijksbrede SSO zijn overwegend het gevolg van:
2023:
-
-Bijdrage aan BZK in het kader van Hybride Werken (- € 0,5 miljoen).
2023 en verder:
-
-Herschikking van uitgekeerde LPO 2022 vanuit materieel 2023 (€ 1,1 miljoen)en 2024 t/m 2027 (€ 6,7 miljoen).
-
-Herschikking vanuit personeel als gevolg van groei verzorgingsgebieden structureel (€ 0,9 miljoen).
-
-Structurele jaarlijkse bijdrage voor bedrijfsvoering voor de dienstverlening verrekend tussen ILT, ANVS, Staf Deltacommissaris (DF) en de centrale directies (€ 16,2 miljoen);
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 3,2 miljoen in 2023 t/m 2027).
Lagere uitgaven Materieel overwegend als gevolg van:
2023:
-
-Bijdragen aan ILT (art 24) en KNMI (art 23) voor het invullen van arbeidsplaatsen voor arbeidsbeperkten (-€ 0,7 miljoen).
2023 t/m 2025:
-
-Overboeking naar het ministerie van BZK voor bijdrage Duurzaamheids-project 2023 (- € 0,2 miljoen) 2024 t/m 2025 (- € 0,5 miljoen).
2023 t/m 2026:
-
-Herschikking naar ICT van gereserveerde middelen IHH POK 2023 (€ 3,1 miljoen) en 2024 t/m 2026 (€ 11,1 miljoen).
2023 en verder:
-
-Herschikking van uitgekeerde LPO 2022 naar Rijksbrede SSO's 2023 (€ 1,1 miljoen) en 2024 t/m/ 2027 (€ 6,7 miljoen).
-
-Diverse structurele herschikkingen vanuit Personeel onder andere in het kader van Stikstof (€ 0,3 miljoen).
-
-Structurele bijdragen ANVS voor interne dienstverlening (€ 1,2 miljoen).
-
-Conform CAO eisen moet er een ombudsman en integriteitscommissie worden aangesteld 2023 (€ 0,5 miljoen), vanaf 2024 structureel
(€ 0,8 miljoen).
-
-Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 2,4 miljoen in 2023 t/m 2027).
De hogere ontvangsten in 2023 zijn het gevolg van de bijdragen van BZ voor de bijdrage in de beheer en personele kosten van de centrale ICT-directie
(€ 2,6 miljoen).
Tabel 24 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Mutaties via NvW,
moties, Vastge- Mutaties 1e Stand 1e
amende- stelde suppletoire suppletoire
Ontwerpbe- |
menten en |
begroting t |
begroting |
begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
|
groting t (1) |
ISB (2) (3) = (1) + (2) |
|
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
||
Verplichtingen |
324 |
0 |
324 |
658.631 |
658.955 |
665.817 |
668.697 |
606.126 |
570.525 |
Uitgaven |
324 |
0 |
324 |
650.536 |
650.860 |
665.508 |
668.394 |
605.824 |
570.237 |
Nominaal en onvoorzien |
324 |
0 |
324 |
650.536 |
650.860 |
665.508 |
668.394 |
605.824 |
570.237 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt in 2027 met € 659,0 miljoen opgehoogd en cumulatief met € 2.825,2 miljoen in de periode 2024 t/m 2027. Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Nominaal en onvoorzien
Het uitgavenbudget wordt in 2027 met € 650,5 miljoen opgehoogd en cumulatief met € 2.824,0 miljoen in de periode 2024 t/m 2027. Dit komt met name door onderstaande mutaties:
2023:
-
-De reguliere eindejaarmarge 2022 (€ 22,7 miloen) wordt toegevoegd aan artikel 99. Bij de Ontwerpbegroting 2024 worden de toegevoegde middelen toebedeeld aan de diverse artikelen binnen Hoofdstuk XII.
2023 en verder:
-
-De loon- en prijsbijstelling tranche 2023 van zowel Hoofdstuk XII als de fondsen wordt toegevoegd aan artikel 99. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling wordt bij de ontwerpbegroting 2023 toebedeeld aan de diverse artikelen binnen HXII, Mobiliteitsfonds en Deltafonds.
-
-Vanwege de prijsstijgingen gedurende 2022 is in de Najaarsnota besloten om de prijsbijstelling voor 2022 te voorzien van een nacalculatie in dit voorjaar. Dit wordt bij de 1e suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII toegevoegd aan artikel 99. De ontvangen prijsbijstelling wordt vervolgens toebedeeld aan de diverse artikelen op Hoofdstuk XII bij de Ontwerpbegroting 2024.
2027:
-
-Het budget wordt in 2027 met € 13,5 miljoen verlaagd door het overhevelen van de middelen voor de Parlementaire Ondervragings-commissie Kinderopvangtoeslagen (POK) en Wet Open Overheid (WOO) naar artikel 98 vanuit waar de middelen verder toebedeeld zullen worden.
5.1 Agentschap Rijkswaterstaat
Tabel 25 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RWS (bedragen x € 1.000)
-
(1)Vastgestelde begroting (2) Mutaties 1e suppletoire (3) = (1) + (2) Totaal geraamd begroting
Baten
Omzet 3.591.488
waarvan omzet moederdepartement 3.307.096
waarvan omzet overige departementen 80.571
waarvan omzet derden 203.821
waarvan omzet nog uit te voeren
Totaal baten 3.592.988
172.214
54.034
3.419.274
3.361.130
20.247
15.287
100.818
219.108
261.792
40.218
0
0
132.006
-
-261.792 40.218 0
1.500
3.460.982
Lasten |
|||
Apparaatskosten |
1.357.693 |
51.302 |
1.408.995 |
|
1.095.760 |
9.217 |
1.104.977 |
waarvan eigen personeel |
1.009.917 |
17.969 |
1.027.886 |
waarvan inhuur externen |
85.843 |
|
77.091 |
waarvan overige personele kosten |
0 |
0 |
0 |
|
261.933 |
42.085 |
304.018 |
waarvan apparaat ICT |
38.510 |
11.501 |
50.011 |
waarvan bijdrage aan SSOS |
67.740 |
4.464 |
72.204 |
waarvan overige materiele kosten |
155.683 |
26.120 |
181.803 |
Externe Productkosten |
2.203.690 |
|
2.022.000 |
Rentelasten |
723 |
745 |
1.468 |
Afschrijvingskosten |
21.727 |
|
18.879 |
|
21.285 |
|
18.744 |
waarvan apparaat ICT |
5.114 |
|
4.554 |
waarvan overige materiele afschrijvingskosten |
16.171 |
|
14.190 |
|
442 |
|
135 |
Overige lasten |
3.800 |
4.200 |
8.000 |
waarvan dotaties voorzieningen |
3.800 |
4.200 |
8.000 |
waarvan bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
3.587.633 |
|
3.459.342 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening |
5.355 |
|
1.650 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten |
130 |
0 |
130 |
Saldo van baten en lasten |
5.225 |
|
1.520 |
Dotatie aan reserve Rijksrederij |
5.225 |
|
1.520 |
Te verdelen resultaat |
0 |
0 |
0 |
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de begroting 2023 € 54,0 miljoen is met name veroorzaakt door:
-
-Verrekening herstelmaatregelen hoogwater Limburg. Vrijwel alle schademeldingen zijn afgehandeld en betaald. Het resterende budget is teruggegeven aan Ministerie van Financiën (€ -26,9 miljoen).
-
-Programmamiddelen voor de aanpak Verkeersveiligheid op Rijks-N-wegen (€ 25,0 miljoen);
-
-Prijsbijstelling 2022, nacalculatie naar aanleiding van Kabinetsbesluit bij Najaarsnota 2022 (€ 19,2 miljoen)
-
-Programmamiddelen voor het uitvoeren van het onderzoeksprogramma 2023 voor de water en bodemopgaven. Dit onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd onder de Subsidieregeling Instituten voor Toegepast Onderzoek (SITO-regeling) (€ 12,6 miljoen);
-
-Apparaatsmiddelen voor de extra capaciteit die RWS levert in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA). Dit betreft alle advieswerkzaamheden die RWS uitvoert in opdracht van lenW (€ 10,1 miljoen);
-
-Programma- en apparaatsmiddelen voor de uitvoering van het programma Monitoring Onderzoek Natuurversterking Soortenbescher-mingsplannen (MONS). Het programma heeft als doel de centrale vraag te beantwoorden of en hoe het veranderende gebruik van de Noordzee past binnen de ecologisch draagkracht van de Noordzee (€ 5,0 miljoen);
-
-Het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen.
Omzet overige departementen
De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de begroting 2023 € 20,2 miljoen is met name veroorzaakt door een toename van de omzet door de hogere brandstofkosten (€ 3,7 miljoen), de levering van extra Noodsleephulpdiensten (€ 3,6 miljoen) en een hogere vergoeding voor het gebruik van de vaartuigen van de Rijksrederij (€ 1,6 miljoen). Daarnaast is er ook een hogere omzet op de apparaats- en programmakosten die RWS bij het ministerie van BZK in rekening brengt voor de werkzaamheden in het kader van de Omgevingswet (€ 9,7 miljoen).
Omzet derden
Ten opzichte van de begroting 2023 neemt de omzet derden toe met € 15,3 miljoen. Dit is met name veroorzaakt door toename van de opdrachten van partners aan het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW) (€ 7,9 miljoen); een hogere omzet op het verhalen van kosten door schade-rijdingen en schadevaringen (€ 5,7 miljoen). Het restant betreft mutaties kleiner dan € 5 miljoen.
Nog uit te voeren werkzaamheden
RWS is een agentschap met een baten-lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar over zijn of tekort worden gekomen, worden op de balans van RWS verantwoord onder de benaming Nog Uit Te voeren Werkzaamheden (NUTW). Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien.
De omvang van deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de omzet af te trekken. NUTW heeft niet alleen betrekking op de SLA (beheer en onderhoud), maar ook op andere werkzaamheden die via de agentschapsbegroting worden bekostigd (verkenningen en planuitwerkingen, servicepakketten, werkzaamheden Caribisch Nederland en Omgevingswet).
De productie valt in 2023 naar verwachting lager uit dan het beschikbare budget. Deze achterblijvende realisatie wordt met name veroorzaakt door onderbezetting bij een deel van de onderhoudsteams van Rijkswaterstaat vanwege krapte op de arbeidsmarkt. Tevens speelt de marktonzekerheid door de situatie in Oekraïne een rol. Als gevolg hiervan neemt de NUTW naar verwachting toe met € 261,8 miljoen.
Ultimo 2023 komt de balanspost met deze toename uit op € 1.372 miljoen (ultimo 2022 € 1.110,2 miljoen)
Rentebaten zijn het gevolg van de gestegen rentepercentages sinds 2022, ter bestrijding van de inflatie. RWS ontvangt rente op de rekening-courant verhouding met het ministerie van Financiën. Daarnaast ontvangt RWS ook rentebaten op bedragen die gedurende 2023 deposito zijn gezet en in het jaar tot uitkering komen.
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. Dat de personele kosten zijn toegenomen ten opzichte van de begroting 2023 komt met name door extra capaciteit in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA) en het programma Net op Zee.
De lagere inhuur ten opzichte van de begroting is met name het gevolg van het werven van eigen personeel, krapte op de arbeidsmarkt en het actief sturen op het terugdringen van inhuur. Hiervoor is een inhuurcommissie ingesteld om nieuwe inhuuraanvragen te boordelen.
Materiële kosten
Materiële kosten betreft een optelling van de kosten voor apparaat gebonden ICT-middelen, de bijdrage aan SSO's die bedrijfsvoerings-diensten leveren en overige materiële kosten. Deze kosten laten een toename zien in vergelijking met de begroting 2023. Dit is met name te verklaren door de extra capaciteit van RWS, prijsstijgingen, waaronder hogere exploitatiekosten voor de inzet van vaartuigen van de Rijksrederij, kosten voor het ontwikkelen van het Digitaal Systeem Omgevingswet en verbetertrajecten voor de interne RWS organisatie.
De lagere externe productkosten ten opzichte van de begroting 2023 ad.
€ -181,7 miljoen is met name het gevolg van het niet om kunnen zetten van budget in opdrachten die in 2023 tot uitvoering komen, onderbezetting bij een deel van de onderhoudsteams van Rijkswaterstaat vanwege krapte op de arbeidsmarkt en marktonzekerheid door de situatie in de Oekraïne, waardoor de uitvoering van werkzaamheden vertraagt.
De rentelasten zijn met € 0,7 miljoen naar boven bijgesteld vanwege stijgende rentepercentages op de kapitaalmarkt. Dit heeft gevolgen voor de leningen die RWS afsluit voor de investeringen.
Ten opzichte van de begroting zijn de afschrijvingskosten naar beneden bijgesteld (€ -2,8 miljoen) als gevolg van de lagere realisatie van investeringen in 2022. Dit kent een doorwerking in de afschrijvingskosten in 2023.
Dotaties voorzieningen
Het verschil ten opzichte van de begroting ad. € 4,2 miljoen wordt veroorzaakt door de verhoging van de verwachte dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen. De verwachte dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen stijgt van € 3,8 miljoen naar € 8,0 miljoen op basis van het vastgesteld groot onderhoudsprogramma 2023. Deze stijging hangt samen met de groot onderhoudsuitgaven die worden gevraagd om de bestaande vloot langer varende te houden.
Dotatie aan reserve Rijksrederij
Het verschil tussen de doorbelaste rente en afschrijvingskosten voor de vaartuigen van de Rijksrederij op basis van vervangingswaarde (waarop de tarieven worden gebaseerd) en de afschrijvings- en rentekosten (waarop de vaartuigen worden gewaardeerd) is met € 0,5 miljoen naar boven bijgesteld. Van het totaal ad. € 9,5 miljoen wordt naar verwachting € 1,5 miljoen gedoteerd aan de reserve Rijksrederij, bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en € 8,0 miljoen aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen, bestemd voor groot, levensduur verlengend, onderhoud.
Tabel 26 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
Omschrijving |
|
|
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd |
|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari 2023 |
750.234 |
750.463 |
1.500.697 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
3.592.988 |
129.786 |
3.722.774 |
|
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
|
129.653 |
|
|
2 Totaal operationele kasstroom |
30.752 |
259.439 |
290.191 |
|
Totaal investeringen (-/-) |
|
|
|
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
|||
3. |
Totaal investeringskasstroom |
|
|
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
|
|
||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
8.500 |
8.500 |
||
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
2.726 |
|
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
35.985 |
10.383 |
46.368 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
25.715 |
|
19.515 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december 2023 (=1+2+3+4) |
768.822 |
992.773 |
1.761.595 |
Rekening courant RHB 1 januari 2023
Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2023. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2022.
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 129,8 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement, overige departementen, derden en de verwachte rentebaten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Omzet» en «Rentebaten».
De lagere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 129,6 miljoen) worden met name veroorzaakt door de lagere externe productkosten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Externe product-kosten».
Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.
Ten opzichte van de begroting zijn de investeringen naar boven bijgesteld (€ 10,9 miljoen).
Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.
De eenmalige uitkering aan het moederdepartement van € 19,3 miljoen betreft het uitkeren van het over 2022 gerealiseerde surplus op de grens van het Eigen Vermogen aan de eigenaar, op basis van de Regeling agentschappen. Het hogere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de begroting (€ 10,4 miljoen) is het gevolg van de hierboven genoemde hogere investeringen.
Tabel 27 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap KNMI (bedragen x € 1.000)
|
|
(3) = |
|
Baten |
|||
|
100.793 |
6.694 |
107.487 |
waarvan omzet moederdepartement |
67.792 |
7.335 |
75.127 |
waarvan omzet overige departementen |
3.610 |
|
3.596 |
waarvan omzet derden |
29.391 |
|
28.764 |
Rentebaten |
- |
- |
- |
Vrijval voorzieningen |
- |
- |
- |
Bijzondere baten |
- |
- |
- |
Totaal baten |
100.793 |
6.694 |
107.487 |
Lasten |
|||
Apparaatskosten |
75.049 |
8.984 |
84.033 |
|
45.882 |
8.416 |
54.298 |
waarvan eigen personeel |
42.417 |
5.346 |
47.763 |
waarvan inhuur externen |
3.411 |
3.024 |
6.435 |
waarvan overige personele kosten |
54 |
46 |
100 |
|
29.167 |
568 |
29.735 |
waarvan apparaat ICT |
12.220 |
219 |
12.439 |
waarvan bijdrage aan SSO's |
5.472 |
80 |
5.552 |
waarvan overige materiële kosten |
11.475 |
269 |
11.744 |
Rentelasten |
|||
Afschrijvingskosten |
2.361 |
|
2.041 |
|
2.145 |
|
1.915 |
waarvan apparaat ICT |
156 |
|
133 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten |
1.989 |
|
1.781 |
|
216 |
|
126 |
Overige lasten |
23.358 |
|
21.888 |
waarvan aardobservatie |
21.888 |
- |
21.888 |
waarvan dotaties voorzieningen |
- |
- |
|
waarvan bijzondere lasten |
1.470 |
|
- |
Totaal lasten |
100.768 |
7.194 |
107.962 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening |
25 |
|
|
Agentschapsdeel Vpb-lasten |
25 |
- |
25 |
Saldo van baten en lasten |
- |
|
|
Baten
Omzet moederdepartement
Een groot deel van de stijging is te verklaren door toevoeging van de bijdrage uit de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) ten behoeve van de aansluiting Rijk en Europa voor de uitvoering van publiek-wetenschappelijke taken (€ 3,5 miljoen) Daarnaast betreft dit het doorschuiven van niet-bestede ontvangsten in 2022 voor I-Strategie (€ 1,0 miljoen), Informatiehuishouding (€ 0,4 miljoen) en diverse kleinere posten (€ 0,1 miljoen). Verder is vooruitgelopen op nog te ontvangen middelen voor een aantal additionele kosten (€ 1,4 miljoen). Dit betreffen de loon- en prijsbijstelling en SEO. Tenslotte is de verwachte omzet voor maatwerk binnen het moederdepartement gestegen met € 0,9 miljoen.
Omzet overige departementen Geen noemenswaardige wijzigingen.
Omzet derden
Lagere omzet door het wegvallen van de omzet voor licenties (€ 0,6 miljoen). Dit komt door de open data politiek van met name het ECMWF
Personele kosten
Ten opzichte van de vastgestelde begroting wordt er meer personeel aangenomen om invulling te geven aan met name het strategische project «early warning centre», Hybride werken, Informatiehuishouding en versterken life cycle management (€ 7,4 miljoen). Tegelijkertijd bevat het nieuwe geraamde bedrag een begrote indexatie van 2,25% op het brutoloon door de doorwerking van de Cao-afspraken (€1,0 miljoen).
Materiële kosten
De materiële kosten zijn per saldo licht gestegen (€ 0,6 miljoen) door diverse projecten.
Afschrijvingskosten
De aanschaf van nieuwe meetapparatuur in het kader van de modernisering van de waarneeminfrastructuur (MWI) begint op gang te komen, maar de ingebruikname is vertraagd waardoor de afschrijvingskosten die hieruit voortvloeien dalen (€ 0,2 miljoen).
Bijzondere lasten
De afwaardering van de computerruimte wordt door vertraging bij de inkoop en het testen van de apparatuur pas volgend jaar verwacht.
Tabel 28 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
Omschrijving |
|
|
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd |
|
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2023 |
4.269 |
4.227 |
8.496 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
4.464 |
(1.820) |
2.644 |
|
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
(2.217) |
(1.504) |
(3.721) |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
2.247 |
(3.324) |
(1.078) |
Totaal investeringen (-/-) |
(5.300) |
1.520 |
(3.780) |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
||||
3. |
Totaal investeringkasstroom |
(5.300) |
1.520 |
(3.780) |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
||||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
300 |
870 |
1.170 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
(2.197) |
141 |
(2.056) |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
5.300 |
(1.520) |
3.780 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
3.403 |
(509) |
2.894 |
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2023 (=1+2+3) |
4.618 |
1.914 |
6.532 |
Rekening-courant RHB 1 januari 2023
De stand is aangepast conform de jaarrekening 2022.
De afschrijvingskosten zijn circa € 0,3 miljoen lager dan oorspronkelijk begroot. Daarnaast was rekening gehouden met extra ontvangsten vanuit de luchtvaart (€ 1,5 miljoen), maar daar is door de financiële positie van de luchtvaartmaatschappijen als gevolg van Corona geen rekening meer mee gehouden voor 2023.
De uitgaven operationele kasstroom betreffen enerzijds doorgeschoven bestedingen van 2022. Dit betreft vooral I-Strategie (€ 1,0 miljoen), Hybride werken (€ 0,4 miljoen) en enkele kleinere posten voor per saldo € 0,1 miljoen.
De investeringen zijn aangepast conform de leenaanvraag 2023, zie ook de toelichting onder de financieringskasstroom.
Het beroep op de leenfaciliteit is aangepast aan de leenaanvraag 2023. De post «Aflossingen op leningen» is aangepast aan de daadwerkelijk af te lossen leningen in 2023. Deze is iets hoger dan begroot (€ 0,1 miljoen). De investeringen vinden plaats in diverse soorten meetapparatuur (€ 3,1 miljoen), software voor de verwerking van operationele data (€ 0,5 miljoen) en enkele overige posten (€ 0,2 miljoen). De bijdrage voor het versterken life cycle management en vergroting leveringszekerheid Informatiehuishouding wordt toegevoegd aan het Eigen Vermogen (€ 0,9 miljoen).
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 350 XII, nr. 2 69
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.