Het belang van het gezin voorop bij de herziening van de kinderopvang - Main contents
Vorige week werden aan de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid twee petities uitgereikt. Eén over het kinderopvangstelsel en één naar aanleiding van de ‘Week van het gezin’. Beide hebben te maken met een groot vraagstuk, namelijk hoe gezinnen de balans tussen thuis, betaald- en vrijwilligerswerk en vrije tijd combineren.
Veel gezinnen maken gebruik van kinderopvang om werk en gezin te combineren. Dit vraagt van de overheid een goed ingericht kinderopvangstelsel met het belang van het gezin voorop. Over de rol van kinderopvang binnen de opvoeding van kinderen en de verhouding van kinderopvang tot de arbeidsmarkt wordt in de Tweede Kamer heel verschillend gedacht. Er liggen grote ideologische verschillen aan ten grondslag. In het coalitieakkoord is afgesproken toe te werken naar een kinderopvangstelsel zonder toeslagen en met een kleine ouderbijdrage voor alle werkende ouders. Hoe kijkt de ChristenUnie hiernaar?
Het belang van het gezin voorop
Het gezin is de eerste gemeenschap waar ouders hun kinderen liefdevol laten opgroeien tot burgers en deelnemers aan de maatschappij. De ChristenUnie zet zich daarom dagelijks in voor een overheid die omstandigheden schept waarin ouders ruimte ervaren om hun kinderen op te voeden volgens hun eigen overtuiging. Kinderopvang is voor veel gezinnen in Nederland een vast onderdeel geworden van de invulling van de week. Kinderen groeien op in verbinding met hun eigen gezin, met de kinderen op de kinderopvang of peuterspeelzaal en later met hun klasgenoten. Vraagstukken rond opvoeding en veilige gehechtheid vinden dus in een veel bredere context plaats dan alleen in het gezin. Ouders zoeken hierbij op basis van hun eigen overtuiging een balans tussen werk en privé en laten zich hierbij maar beperkt leiden door de overheid.
Herziening kinderopvangstelsel
Deze visie staat op sommige punten haaks op de overtuigingen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van andere politieke partijen in de Tweede Kamer. Bij de keuzes die rond het kinderopvangstelsel gemaakt worden staat bij hen arbeidsparticipatie centraal. Dit lijkt mij niet verstandig. Het beleid van de minister ademt een liberaal gedachtegoed van maximale arbeidsparticipatie als hoogste goed. Kinderopvang is daarin voornamelijk een arbeidsmarktinstrument. De kinderopvang zou de motor zijn van de economie waardoor - voornamelijk - vrouwen sterk gestimuleerd zouden moeten worden om meer te gaan werken. Deze visie van de minister op de kinderopvang en arbeidsmarkt is wat mij betreft dus te instrumenteel.
Ik zet mij in deze discussie in om te voorkomen dat we met het nieuwe kinderopvangstelsel een Scandinavisch model van kinderopvang (gratis kinderopvang voor ieder kind) met een liberaal-Amerikaanse arbeidsethos nastreven. Dit is een giftige mix. Wat bedoel ik hiermee? De kinderopvang wordt dan vooral de plek waar kinderen worden ‘uitbesteed’ zodat onze economie maar in volle vaart door kan draaien. De economie als hoogste goed waarvoor iedereen het maximale moet bijdragen. Dit is niet vol te houden. Zeker niet als de overheid ook een weerbare samenleving voor zich ziet waarbij van jonge ouders wordt verwacht dat zij mantelzorg verlenen of zich inzetten als vrijwilliger op school of de sportvereniging.
De stelselherziening is twee jaar uitgesteld tot 2027. Het uitstel is teleurstellend, vooral omdat gezinnen daarmee langer afhankelijk zijn van het huidige toeslagenstelsel. Het toeslagenstelstel wat leidt tot onzekerheid vooraf over de hoogte van de toeslag en wat juist voor gezinnen die minder te besteden hebben zorgt voor veel administratieve rompslomp. Voor de ChristenUnie biedt uitstel wel ruimte voor zorgvuldige uitwerking. Het is van belang dat er een stelsel komt met het belang van het gezin voorop. Technisch gezien betekent dit voor de ChristenUnie dat moet worden voorkomen dat de kinderopvangorganisaties veel hogere prijzen gaan vragen voor de kinderopvang. Dit kan zorgen voor nieuwe segregatie waarbij kinderopvang niet voor ieder gezin bereikbaar is, of tot grote kwaliteitsverschillen tussen kinderopvanglocaties. De discussie over de inrichting van het nieuwe kinderopvangstelsel is voorlopig niet klaar. Het gezin verdient alle mogelijke steun zodat kinderen zich kunnen ontwikkelen tot evenwichtige en verantwoordelijke jonge burgers. Ik blijf mij inzetten om ouders de grootste keuzevrijheid te geven rond arbeid en zorg, want samen leven begint in het gezin.