Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2024 - Main contents
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36410 J - Vaststelling begroting Deltafonds 2024 i.
Contents
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2024; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Document date | 19-09-2023 |
Publication date | 19-09-2023 |
Nummer | KST36410J2 |
Reference | 36410 J, nr. 2 |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-2024
36 410 J
Nr. 2
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2024
MEMORIE VAN TOELICHTING
INHOUDSOPGAVE
Geraamde uitgaven en ontvangsten 3
3.1 Artikel 1 Investeren in waterveiligheid 13
3.2 Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening 24
3.3 Artikel 3 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing 29
3.4 Artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet 38
3.5 Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven 40
3.6 Artikel 6 Bijdragen andere begrotingen Rijk 44
3.7 Artikel 7 Investeren in waterkwaliteit 45
Bijlage 1: Voeding van het Deltafonds en begrotingsstaat per artikelonderdeel 52
Bijlage 2: Verdiepingshoofdstuk 53
Bijlage 3: Overzicht Hoogwaterbeschermingsprogramma 76 Bijlage 4: Instandhouding 79
Bijlage 5: Lijst van afkortingen 96
GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN
Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal €1.819.495.000.
-
1.Investeren in waterveiligheid
-
2.Investeren in zoetwatervoorziening
-
3.Beheer, onderhoud en vernieuwing
-
4.Experimenteren cf.
art. III Deltawet
-
5.Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven (excl 5.03 en 5.04)
5.03
Investeringsruimte
7 Investeren in waterkwaliteit
200 400 600 800
Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 1.819.495.000.
169
-
1.Investeren in waterveiligheid
7 Investeren in waterkwaliteit
0 500 1.000 1.500 2.000
Figuur 3 Onderstaand zijn de gemiddelde jaarlijkse uitgaven per productartikel in de periode 2023-2037 gepresenteerd (bedragen x € 1 miljoen). Totaal gemiddeld € 1.794 miljoen.
-
4.Experimenteren cf.
art. III Deltawet
-
5.Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven (excl 5.03 en 5.04)
5.03
Investeringsruimte
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat
M.G.J. Harbers
B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN
De opzet en de structuur van de begroting voor het Deltafonds zijn gebaseerd op de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. De begrotingstoelichting kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd.
-
-Allereerst is de begroting(wet)staat voor het Deltafonds voor het jaar 2024 opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de budgetten die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld.
-
-In de Deltafondsagenda is vervolgens inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2024 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2024 begint.
-
-Het laatste onderdeel van de agenda, «Begroting op hoofdlijnen», verstrekt inzicht in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting. Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.
-
-In de artikelgewijze toelichting bij dit wetsvoorstel zijn de Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) tabellen met de realisatieprojecten alsmede de verkenningen en planuitwerkingpro-gramma's opgenomen waarin de begrotingsmutaties op projectniveau zichtbaar zijn gemaakt. Deze MIRT tabellen zijn in ieder geval voorzien van toelichtingen indien sprake is: - van een wijziging (anders dan door de verwerking van prijsbijstelling) in het taakstellend projectbudget groter dan 10% of meer dan € 10 miljoen; - van een wijziging groter dan 1 jaar in de oplevering van het project. De stand «vorig» betreft de stand in de eerste suppletoire begroting 2023. Meer gedetailleerde informatie over de projecten die zich thans in de fase van verkenning, planuitwerking en realisatie bevinden, kunt u vinden in de individuele projectbladen van het MIRT Overzicht 2024. Voor de projecten in de MIRT tabellen is waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar het projectblad van dat project in het MIRT Overzicht.
-
-In de verdiepingsbijlage is door middel van een meerjarige mutatietabel op artikelonderdeelniveau de aansluiting gemaakt tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit voor de volledige looptijd van het fonds.
-
-De overige bijlagen geven voor enkele specifieke onderwerpen inhoudelijk meer toelichting of betreffen overzichtsconstructies.
Mede naar aanleiding van overleg met de Tweede Kamer zijn in aanvulling op de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften de onderstaande punten in deze begroting verwerkt:
-
-Naar aanleiding van de motie van de leden Van Helvert en Van Veldhoven (Kamerstukken II 2015-2016 34 475 XII, nr. 12) worden bij alle begrotingsartikelen op het Mobiliteitsfonds en Deltafonds groter dan € 1 miljard de begrotingsmutaties boven de € 5 miljoen toegelicht. Dit heeft als praktische uitwerking dat bij de artikelen tussen de € 200 miljoen en
€ 1 miljard de ondergrens voor technische mutaties ook neerwaarts is bijgesteld. Voor beleidsmatige mutaties was er bij de artikelen van deze omvang reeds sprake van een ondergrens van € 5 miljoen. De norm voor het toelichten van de begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel is hiermee als volgt:
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
5 |
=> 1000 |
5 |
5 |
Werken aan waterveiligheid, zoetwatervoorziening en waterkwaliteit vraagt continu inspanningen en investeringen. Deze worden verantwoord in het Deltafonds. Het aantal mensen en de waarde van het te beschermen goed veranderen onder invloed van economische en demografische ontwikkelingen. Ook water en bodem veranderen in de loop van de tijd; de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Door de klimaatverandering wordt het warmer en zullen rivierafvoeren en regenval grotere extremen vertonen.
Het Deltaprogramma is het nationale programma waarin Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken om Nederland veilig en aantrekkelijk te houden en goed te blijven voorzien van zoetwater. Zo kan onze economie blijven profiteren van de gunstige ligging in de delta.
Het Deltaprogramma heeft als doel ons land nu en in de toekomst te beschermen tegen hoogwater en de zoetwatervoorziening op orde te houden.
Hieronder wordt ingegaan op de mijlpalen in het lopende programma. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2024 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2024 start.
Exploitatie, onderhoud en vernieuwing
In 2024 gaat IenW onder meer de volgende activiteiten in het kader van exploitatie, onderhoud en vernieuwing uitvoeren.
Tabel 1 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing
Hoofdwatersystemen - Zandsuppleties basiskustlijn
-
-Stuwen Maas (planfase en groot onderhoud)
-
-Sifons en Duikers ZN (planfase)
-
-Gemaal IJmuiden (planfase)
De 7 stuwen in de Maas worden vernieuwd of gerenoveerd Vervanging duikers en sifons Het gemaal Jmuiden wordt vernieuwd of gerenoveerd
Er wordt onderzocht welke onderdelen van 8 objecten
-
-Objecten Jsselmeergebied (planfase) (sluiscomplexen, bruggen, een naviduct) worden vernieuwd en/of gerenoveerd
-
-Gemaal Heumen (planfase)
Het gemaal Heumen wordt vernieuwd en/of gerenoveerd
-
-Bediening Maasobjecten (MB2) (planfase)
De bediening op afstand van de Maasobjecten wordt vernieuwd en/of gerenoveerd
Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van beheer, onderhoud en vernieuwing wordt verwezen naar bijlage 4 Instandhouding van deze begroting.
In 2024 wordt voortvarend gewerkt aan het verbeteren van de watervei ligheid, onder andere door het uitvoeren van het tweede Hoogwaterbe schermingsprogramma, het Hoogwaterbeschermingsprogramma en de Maaswerken. Hieronder volgen de mijlpalen die IenW in 2024 bij deze programma's wil behalen:
Tabel 2
Programma Mijlpaal Project
HWBP Start realisatie Wijk bij Duurstede Amerongen (WAM)
Den Oever - Den Helder
Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard (KIJK)
Ravenstein - Lith
Standhazense Dijk
Zwolle - Olst
Koehool - Lauwersmeer
Willem Alexanderhaven C
Industrieterrein Grutbroek
Neder Betuwe
Zuidermeerdijk MSNF
Kunstwerken Noordoostpolder
Oplevering Salmsteke
Verbetering Ijsseldijken Gouda Stadsfront Voorlanden Alexanderhaven AB Industrieterrein Grutbroek
Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor de lopende programma's wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen, de voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer, het Deltaprogramma 2024 en het MIRT Overzicht 2024. Het Deltaprogramma is te vinden op de website www.deltaprogramma.nl.
Verlenging looptijd investeringsfondsen tot en met 2037
Bij de begroting 2024 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2037. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2036 stand begroting 2023 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken. Met de verlenging tot en met 2037 komt in totaal - inclusief structurele ontvangsten - een ruimte van circa € 1,5 miljard beschikbaar op het Deltafonds. Deze ruimte wordt bij voorrang ingezet voor het dekken van de doorlopende verplichtingen, zoals de uitgaven die zijn benodigd voor de instandhouding van het huidige areaal. Hiervoor is in 2037 circa € 1,2 miljard benodigd. De ruimte die in 2037 resteert na aftrek van de doorlopende verplichtingen bedraagt circa € 0,3 miljard en wordt toegevoegd aan de investeringsruimte.
art. |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029-2036 |
2037 |
|
Stand ontwerpbegroting 2023 |
1.908.448 |
1.858.230 |
1.765.333 |
1.504.095 |
1.579.829 |
1.491.843 |
10.984.561 |
1.549.010 |
|
Mutaties 1e suppletoire begroting 2023 |
101.032 |
|
74.798 |
455.277 |
204.013 |
209.606 |
1.929.470 |
250.992 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2023 |
2.009.480 |
1.687.037 |
1.840.131 |
1.959.372 |
1.783.842 |
1.701.449 |
12.914.031 |
1.800.002 |
|
Belangrijkste mutaties |
|||||||||
Kaderrelevante mutaties Deltafonds |
|||||||||
|
Div |
||||||||
|
Div |
86.474 |
84.807 |
80.834 |
67.695 |
70.546 |
66.236 |
529.888 |
66.236 |
|
12.955 |
8.012 |
7.078 |
6.922 |
7.807 |
5.563 |
66.766 |
7.443 |
|
|
Div |
|
37.000 |
|
|
|
45.000 |
163.000 |
0 |
|
Div |
|
166 |
816 |
816 |
250 |
0 |
0 |
0 |
|
Div |
|
2.473 |
3.000 |
3.047 |
4.481 |
3.344 |
26.417 |
3.993 |
Mutaties binnen kaders Deltafonds |
|||||||||
|
3.02 |
2.996 |
|
|
70.507 |
188.137 |
196.446 |
392.065 |
|
5.04 |
|
6.893 |
8.882 |
|
|
|
|
||
|
5.01 |
|
6.860 |
6.860 |
20.797 |
21.754 |
19.446 |
120.224 |
13.313 |
5.03 |
3.497 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2024 |
1.951.778 |
1.819.495 |
1.907.859 |
2.029.852 |
1.807.926 |
1.821.592 |
13.700.102 |
1.877.674 |
-
1.Bij de begroting 2024 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2037. Het niveau van extrapolatie is gel ijk aan het jaar 2036 stand begroting 2023 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken.
-
2.Loon- en prijsbijstelling 2023: Jaarlijks wordt besloten of de overheidsuitgaven van de Rijksbegroting gecorrigeerd worden voor loon- en prijs ontwikkelingen. Dit betreft de toegekende loonbijstelling en prijsbijstelling tranche 2023 die vanuit Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar het Deltafonds.
-
3.Desalderingen: Deze mutatie betreft een aanpassing van de ontvangsten. De aanpassing betreft met name een actualisatie van de bijdragen derden die gerelateerd zijn aan het hoogwaterbescherming
-
4.Kaderaanpassing: als gevolg van de actualisering van de projectra-mingen is een kaderaanpassing doorgevoerd op het DF Met deze kaderaanpassing worden de uitgavenkaders op het DF weer in balans gebracht met de programmering. Het gaat om een kaderaanpassing die over de jaren budgetneutraal is. Vanuit de periode 2023-2028 wordt € 163 miljoen naar latere jaren doorgeschoven. Daarmee komt de over/ onderprogrammering uit op een overprogrammering van € 475 miljoen in de periode 2023-2028 waarvan € 75 miljoen in 2023.
-
5.Overboekingen van en naar andere begrotingen: de omvangrijkste betreft een overboeking betreft een overboeking naar het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit ten behoeve van de voortzetting van de bestuursovereenkomst Nitraat tot landing in het Nationaal Programma Landelijk Gebied.
-
6.Overboeking Hoofdstuk XII: de omvangrijkste betreft het aandeel van het Deltafonds in de middelen uit het Coalitieakkoord voor de thema's cybersecurity, economische veiligheid (EV) en vitaal voor de begrotingsjaren 2023 en verder. Het sluit aan bij de doelen uit de Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS) en de IenW
Cybersecuritystrategie( IWCS) in wording. Deels zijn het middelen om uitvoering te geven aan Europese richtl ijnen die nieuwe eisen stellen aan de weerbaarheid van vitale organisaties.
7 In de eerste suppletoire begroting 2022 zijn de in het Coalitieakkoord extra beschikbaar gestelde middelen voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing van de Rijksinfrastructuur aan het Deltafonds toegevoegd aan artikel 5.04 Reserveringen. Met deze mutatie worden voor de korte termijn (periode tot en met 2025) de middelen ingezet om de program mering (artikel 3.02) op te hogen. Voor nadere toelichting zie bijlage 4 instandhouding.
-
8.De capaciteit RWS is structureel gedekt op een niveau van 9.341 fte en t/m 2030 op een niveua van 9.572 fte. Hiermee kan de maakbare opgave op instandhouding opgevangen worden binnen RWS.
Het kabinet Rutte IV heeft een nieuw investeringsplafond geïntroduceerd voor investeringsmiddelen. O.a. het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds vallen onder dit plafond. Beheersing van het totaalbedrag en het behalen van concrete resultaten staat hierin centraal. De kasuitputting per jaar is minder relevant. Onder het investeringsplafond kan eenvoudig budget naar achteren in de tjd worden geschoven als er vertragingen optreden in de programmering/uitvoering, om budget en programmering weer in balans te brengen. Doordat vertragingen eenvoudig verwerkt kunnen worden, wordt de kans op niet-bestede middelen in enig jaar kleiner. Komend jaar wordt verder uitgewerkt hoe het investeringsplafond optimaal benut kan worden.
De programmering van projecten wordt doorlopend geactualiseerd op basis van de laatst beschikbare informatie. De kasramingen van de projecten in de begroting worden hier op de reguliere begrotingsmomenten op aangepast.
Onderuitputting ontstaat als in enig jaar alsnog (kas)vertraging in de programmering optreedt. Het instrument overprogrammering wordt ingezet om te voorkomen dat dergel ijke vertragingen direct tot onderuit putting leiden en de beschikbare budgetten voor het investeringspro gramma zo veel mogelijk tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. Hiermee wordt geanticipeerd op een voorspelbare mate van vertraging, die zich altijd voordoet. Overprogrammering houdt in dat de programmering in de eerste jaren hoger is dan het beschikbaar budget. Over de planperiode zijn beiden in evenwicht. Ook zal de komende tijd - zoals het IBO Publieke investeringen aanbeveelt - worden onderzocht hoe het gebruik van de instrumenten overprogrammering en het nieuwe investeringsplafond in de praktijk nog meer bij dragen aan realistische planningen, effectief doelbereik en transparante en heldere communicatie aan het parlement.
Overprogrammering kan alleen worden ingezet voor beheersing van reguliere ramingsonzekerheden. Onzekerheden van exogene aard, bijv. juridische ontwikkelingen of krapte op de arbeidsmarkt, kunnen hiermee niet (volledig) opgevangen worden. De hoogte van de overprogrammering wisselt van jaar op jaar binnen een bepaalde marge en hangt af van bijv. het risicobeeld van de onderliggende programmering. Over de maximale hoogte hebben IenW en Financiën afspraken.
Over de begrotingsperiode tot en met 2028 is per saldo sprake van een overprogrammering van € 475 miljoen op het Deltafonds. De totale overprogrammering op beide fondsen is circa € 4,0 miljard.
Fonds |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2023-2028 |
2029-2037 |
Deltafonds |
75 |
44 |
89 |
154 |
81 |
32 |
475 |
|
Mobiliteitsfonds |
411 |
500 |
654 |
676 |
634 |
632 |
3.509 |
|
Totale overprogrammering |
486 |
544 |
743 |
830 |
715 |
664 |
3.984 |
|
In de begroting 2018 is de flexnorm geïntroduceerd, waarmee het inzicht in de meerjarige hardheid van de bestuurlijke afspraken is aangescherpt. De flexnorm is een percentage dat aangeeft welk aandeel van de aanlegbud-getten (inclusief investeringsruimte) naar mening van het kabinet flexibel is om bij nieuwe planvorming te betrekken. Het betreft de ruimte binnen de begroting waar nog geen definitieve oplossing is bepaald en gekozen kan worden voor een alternatieve aanwending of oplossing. Overigens geldt ook dat waar wél bestuurlijke afspraken zijn gemaakt, maar er nog geen juridische verplichtingen zijn aangegaan, de budgetten nog altijd onverminderd door de Tweede Kamer te amenderen zijn.
In onderstaande tabel is weergegeven welke budgetten in de begroting 2024 conform hierboven geschetste flexnorm flexibel zijn om bij nieuwe planvorming te betrekken.
Tabel 5 Flexnorm
Budgetten t/m |
||
Artikel |
2037 |
|
onderdeel |
Omschrijving |
x € 1 miljoen |
1.03 |
Studiekosten |
232 |
2.03 |
Studiekosten |
18 |
5.03 |
Investeringsruimte |
1.349 |
5.04 |
Reserveringen |
3.767 |
7.03 |
Studiekosten |
51 |
Totaal |
5.417 |
|
Als percentage van de budgetten (inclusief investerings- |
||
ruimte) |
22% |
Overzicht Coalitieakkoordmiddelen Rutte IV
In het Coalitieakkoord kabinet Rutte IV zijn middelen gereserveerd voor verschillende doelen van het Deltafonds. Bij 1e suppletoire begroting 2022 en 2023 is er in totaal € 3,3 miljard toegevoegd aan het Deltafonds. Met dit wetsvoorstel worden geen CA-middelen toegevoegd aan het Deltafonds.
3.1 Artikel 1 Investeren in waterveiligheid
A. Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de Rijkswateren. Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Integraal Waterbeleid) op de Begroting hoofdstuk XII.
B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van de uitvoering art. 1 Investeren in waterveiligheid (bedragen x € 1.000)
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
Verplichtingen |
865.701 |
1.557.088 |
1.060.356 |
1.079.288 |
732.488 |
461.688 |
563.067 |
Uitgaven |
536.517 |
586.463 |
709.270 |
803.504 |
891.292 |
619.281 |
688.533 |
1.01 Grote projecten waterveiligheid |
109.167 |
80.429 |
92.452 |
54.731 |
80.193 |
24.439 |
95.678 |
1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten |
85.955 |
65.003 |
89.494 |
52.417 |
67.807 |
22.226 |
83.337 |
1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten |
913 |
1.688 |
1.167 |
954 |
0 |
12.100 |
|
1.01.03 Ruimte voor de rivier |
445 |
8.931 |
334 |
838 |
120 |
1.097 |
|
1.01.04 Maaswerken |
21.854 |
4.807 |
1.457 |
522 |
12.266 |
1.116 |
241 |
1.02 Ontwikkeling waterveiligheid |
416.639 |
472.194 |
585.591 |
717.859 |
784.176 |
572.238 |
576.287 |
1.02.01 Planning waterveiligheid |
38.125 |
30.960 |
40.793 |
61.474 |
110.611 |
32.048 |
8.098 |
|
3.131 |
2.032 |
1.376 |
1.474 |
1.355 |
486 |
486 |
1.02.02 Aanleg waterveiligheid |
378.514 |
441.234 |
544.798 |
656.385 |
673.565 |
540.190 |
568.189 |
1.03 Studiekosten |
10.711 |
33.840 |
31.227 |
30.914 |
26.923 |
22.604 |
16.568 |
1.03.01 Studie en onderzoekskosten |
10.711 |
33.840 |
31.227 |
30.914 |
26.923 |
22.604 |
16.568 |
|
8.899 |
||||||
Ontvangsten |
208.140 |
182.235 |
169.003 |
153.505 |
150.121 |
169.305 |
173.351 |
1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid |
208.140 |
182.235 |
169.003 |
153.505 |
150.121 |
169.305 |
173.351 |
1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWBP-2 |
104 |
0 |
|||||
1.09.02 Overige ontvangsten HWBP-2 |
0 |
||||||
1.09.03 Ontvangsten waterschappen HWBP |
181.972 |
179.692 |
169.003 |
153.505 |
150.111 |
169.305 |
173.351 |
1.09.04 Overige ontvangsten HWBP |
13.430 |
0 |
10 |
||||
1.09.05 Overige aanleg ontvangsten |
12.634 |
2.543 |
0 |
Tabel 7 Geschatte budgetflexibiliteit
2024
Juridisch verplicht 90%
Bestuurlijk gebonden 10%
Beleidsmatig gereserveerd Nog niet ingevuld/vrij te besteden
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
|||
1 |
Investeren in waterveiligheid |
Uitgaven |
586.463 |
709.270 |
803.504 |
891.292 |
619.281 |
688.533 |
575.902 |
552.315 |
1.01 |
Grote projecten waterveiligheid |
80.429 |
92.452 |
54.731 |
80.193 |
24.439 |
95.678 |
13.441 |
||
1.02 |
Ontwikkeling waterveiligheid |
472.194 |
585.591 |
717859 |
784.176 |
572.238 |
576.287 |
547.896 |
538.200 |
|
1.03 |
Studiekosten |
33.840 |
31.227 |
30.914 |
26.923 |
22.604 |
16.568 |
14.565 |
14.115 |
|
1 |
Investeren in waterveiligheid |
Ontvangsten |
182.235 |
169.003 |
153.505 |
150.121 |
169.305 |
173.351 |
177.762 |
181.072 |
1.09 |
Ontvangsten investeren in waterveiligheid |
182.235 |
169.003 |
153.505 |
150.121 |
169.305 |
173.351 |
177.762 |
181.072 |
2031 |
2032 |
2033 |
2034 |
2035 |
2036 |
2037 |
2023-2037 |
|||
1 |
Investeren in waterveiligheid |
Uitgaven |
473.131 |
430.206 |
589.177 |
214.226 |
383.330 |
335.071 |
401.846 |
8.253.547 |
1.01 |
Grote projecten waterveiligheid |
441.363 |
||||||||
1.02 |
Ontwikkeling waterveiligheid |
462.216 |
419.291 |
578.246 |
203.551 |
372.655 |
324.396 |
391.171 |
7.545.967 |
|
1.03 |
Studiekosten |
10.915 |
10.915 |
10.931 |
10.675 |
10.675 |
10.675 |
10.675 |
266.217 |
|
1 |
Investeren in waterveiligheid |
Ontvangsten |
201.849 |
203.650 |
186.949 |
212.919 |
185.275 |
189.979 |
183.129 |
2.720.104 |
1.09 |
Ontvangsten investeren in waterveiligheid |
201.849 |
203.650 |
186.949 |
212.919 |
185.275 |
189.979 |
183.129 |
2.720.104 |
1.01 Grote projecten waterveiligheid
Motivering
Deze projecten, waaraan de Tweede Kamer de status van Groot Project heeft toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland. Voor meer achtergrondinformatie over programmering in 2024 (en verder) wordt verwezen naar het MIRT Overzicht 2024, de betreffende voortgangsrapportages en het Deltaprogramma 2024.
Producten
Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire water keringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettel ijke norm (Kamerstukken II, 2007-2008, 27 625 en 18 106, nr. 103).
Vanuit het HWBP-2 worden subsidies verstrekt aan de waterschappen voor de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen en worden de maatregelen aan de rijkskeringen betaald. Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering. Met het afsluiten van het Bestuursakkoord Water (2011) dragen de waterschappen bij aan de financiering van het HWBP-2 en het HWBP. In bijlage 3 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken ten aanzien van de Hoogwaterbeschermingsprogramma's (HWBP-2 en HWBP) opgenomen.
Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een Voortgangsrapportage: vóór 1 april 2024 Voortgangsrapportage 24 en vóór 1 oktober 2024 Voortgangsrapportage 25.
Meetbare gegevens
Het HWBP-2 bestaat uit 87 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels. Per 31 december 2023 voldoen 86 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. Er is nog één project in uitvoering. Dit is het project Markermeerdijken.
Tabel 9 Projectoverzicht Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
Projectbudget Kasbudget Oplevering
huidig |
vorig |
t/m 2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
later |
huidig |
vorig |
|
Projecten Nationaal HWBP-2 Rijksprojecten |
170 |
170 |
167 |
1 |
1 |
1 |
2027 |
2027 |
||||
HWBP-2 Waterschapsprojecten |
2.640 |
2.623 |
2.260 |
65 |
89 |
52 |
68 |
22 |
84 |
|||
Overige projectkosten (programmabureau) |
49 |
49 |
36 |
1 |
1 |
12 |
||||||
afrondingen |
|
|||||||||||
Programma |
2.859 |
2.842 |
2.463 |
67 |
91 |
53 |
68 |
22 |
95 |
0 |
||
Budget (DF 1.01.01/02) |
67 |
91 |
53 |
68 |
22 |
95 |
0 |
Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status van Ruimte voor de Rivier beëindigd. Het laatste project dat bijdraagt aan de doelstelling van de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier is het project Reevesluis, als onderdeel van het project IJsseldelta, fase 2. Over dit project wordt gerapporteerd via het MIRT-overzicht.
Tabel 10 Projectoverzicht Ruimte voor de rivier; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
huidig vorig t/m 2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
later |
huidig |
vorig |
|
Project RvdR Projecten Nationaal Ruimte voor de Rivier |
2.246 2.245 2.235 |
9 |
1 |
0 |
1 |
2019 |
2019 |
|||
Programma Realisatie |
2.246 2.245 2.235 |
9 |
0 |
1 |
0 |
1 |
0 |
0 |
||
Budget (DF 1.01.03) |
9 |
0 |
1 |
0 |
1 |
0 |
0 |
Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.
Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status van Zandmaas en Grensmaas beëindigd. De rapportage over de voortgang en afronding van het programma vindt plaats als onderdeel van het MIRT-overzicht (overstromingskans kleiner dan 1/250e per jaar). Het prioritaire deel van dit werk is in 2020 afgerond.
Tabel 11 Indicatoren Maaswerken |
||
Indicator |
Grensmaas |
Zandmaas |
Hoogwaterbeschermings- programma |
100% gerealiseerd in 2017 |
100% gerealiseerd in 2016 |
Natuurontwikkeling |
95% van de 1.208 ha gerealiseerd |
100% van de 427 ha gerealiseerd. |
Grind |
ten minste 35 miljoen ton |
Grensmaas en Zandmaas, natuurontwikkeling
De deelprogramma's Grensmaas en Zandmaas (fase I) dragen primair bij aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Daarnaast wordt met deze projecten natuur gerealiseerd die ten goede komt aan het Natuurnetwerk Nederland (NNN).
De natuuropgave binnen de Zandmaas is gerealiseerd. De feitelijke oplevering en overdracht is afhankelijk van de voortgang van de delfstof winning. Decharge is in voorbereiding.
De totale oppervlakte natuurontwikkeling in de Grensmaas is 1.208 ha.
Het Ministerie van LNV neemt hiervan thans 728 ha voor haar rekening (Kamer stukken II, 2014-2015, 18 106, nr. 230). De natuuropgave binnen de Grensmaas is nagenoeg gerealiseerd. Grensmaas heeft tot eind 2027 de inspanningsverplichting om zoveel mogelijk onvergraven natuur aan te kopen.
De doelstelling van 35 miljoen ton grind is inmiddels behaald.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
Grensmaas: Zoals gemeld aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II,
2018-2019, 18 106, nr. 247) is toestemming verleend om drie jaar langer grind te winnen. Hiermee wordt de mijlpaal verlengd met drie jaar tot 2027.
Tabel 12 Projectoverzicht Maaswerken; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
Projectbudget huidig vorig |
t/m 2022 |
2023 |
2024 |
Kasbudget 2025 2026 |
2027 |
2028 later |
Oplevering huidig vorig |
|||||
Project Maaswerken |
||||||||||||
Projecten Zuid-Nederland |
||||||||||||
Grensmaas |
116 |
115 |
93 |
3 |
1 |
1 |
12 |
1 |
6 |
2017/2027 |
2017/2027 |
|
Zandmaas |
392 |
392 |
381 |
2 |
1 |
0 |
8 |
2020 |
2020 |
|||
afronding |
|
|||||||||||
Programma Realisatie |
508 |
507 |
474 |
5 |
1 |
1 |
12 |
1 |
0 |
14 |
||
Budget (DF 1.01.04) |
5 |
1 |
1 |
12 |
1 |
0 |
14 |
Maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid
De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), en de programma's Ruimte voor de Rivier (RvdR) en Maaswerken. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma's. De beleidsinspanningen van de Minister van IenW die onder Hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma's.
Figuur 4 Maatregelen waterveiligheid
100 -|
1.02 Overige aanlegprojecten
Motivering
Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.
1.02.01 Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met maatschappelijke meerwaarde op het gebied van waterbeheer te verkennen en daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering. Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma's verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen- en planuitwer-kingsfase bevinden.
Tabel 13 Projectoverzicht Planning waterveiligheid (bedragen x € 1 |
miljoen) |
||
Budget |
Planning |
||
Projectomschrijving |
Huidig |
vorig |
PB of TB Oplevering |
Projecten Nationaal Reservering Areaalgroei |
24 |
23 |
|
Integraal Rivieren Management (IRM) Projecten Noordwest-Nederland |
159 |
153 |
2025 |
EPK planning waterkwaliteit Projecten Zuid-Nederland |
12 |
11 |
|
Meerkosten rivierverruiming Rijn en Maas Projecten Oost-Nederland |
223 |
212 |
|
IJsseldelta 2e fase |
102 |
102 |
2024 |
afronding |
|||
Totaal programma planuitwerking en verkenning |
520 |
501 |
|
Budget DF 1.02.01 |
520 |
501 |
Producten
IJsseldelta 2e fase
Eind 2020 zijn de resterende twee projectbeslissingen vastgesteld van de regionale percelen N307/Roggebotsluis en Recreatieterreinen. De uitvoering van deze percelen is inmiddels gestart. Voor het vaststellen van N307/Roggebotsluis zijn destijds de kosten toegenomen bij de nadere uitwerking van het ontwerp en de raming. Dit werd met name veroorzaakt door het grotere beweegbare deel van de brug en de langere benodigde bruglengte vanwege de bredere doorvaartbreedte. Deze kosten zijn verwerkt in de begroting 2021. De aanpassing van het budget in de begroting 2023 betreft met name de vrijval van het resterend budget van de Drontermeerdijk (€ 5,7 miljoen) en toevoeging van de prijsbijstelling 2022. Het project nieuwe oeververbinding N307 is in maart 2023 geopend. Met de geplande verwijdering van de IJsseldijk in 2024 wordt de doelstelling t.a.v de waterstandsdaling gerealiseerd.
Integraal Rivieren Management (IRM)
Ten behoeve van IRM opgaven is € 130,8 miljoen onttrokken uit de beleids-reservering IRM in de jaren 2023-2033 en overgeboekt naar het uitvoerings-artikel waarop IRM wordt verantwoord. Deze middelen worden - conform MIRT-afspraken - gereserveerd ten behoeve van het Rijksaandeel voor 75% van de financiering van de verkenning, planuitwerking en realisatie van de volgende IRM projecten: - € 60 miljoen - Zuideljk Maasdal (bij Maastricht), - € 28,8 miljoen - Venlo-Vierwaarden - € 10 miljoen - twee Suppletiepilots in de Waal en de Grensmaas. Daarnaast is een reservering van € 32 miljoen aangehouden waarmee zicht is op 100% dekking van het Rijksaandeel in deze projecten.
Rivierverruiming Rijn en Maas
Overboeking van € 35 miljoen voor de Rijksopgaven van de rivierverruiming Maas, te weten de verkenning, planuitwerking en realisatie van de projecten Well, Oeffelt en Baarlo-Hout-Blerick, vanuit de beleidsreservering IRM. Hiermee wordt onder meer een tweede fase voor het project Well, dat op de lange termijn was geprogrammeerd integraal onderdeel van het huidige project. Dit als actie uit de Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater.
1.02.02 Realisatieprogramma
Dit programma levert een bijdrage aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk en bij de waterschappen én levert een bijdrage aan het beheer van de Rijkswateren.
Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is een alliantie tussen de waterschappen en IenW. Het programma is opgericht voor het aanpakken van de waterveiligheidsopgave die voortvloeit uit de Derde Landel ijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen (LRT3) in 2011 en de daaropvolgende beoordelingsrondes. Het programma heeft als doel in 2050 alle primaire waterkeringen in Nederland op orde te hebben. Circa 90% van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. Het overige deel is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk. Door de samenwerking binnen de alliantie wordt de beschikbare kennis en deskundigheid van de verschillende waterbeheerders optimaal benut.
Het HWBP kent een voortrollend karakter, waarbij jaarlijks een actualisatie van het zesjarige programma plaatsvindt en er een nieuw jaar aan de programmering wordt toegevoegd. Met deze werkwijze ontstaat een adaptief programma dat flexibel in kan spelen op nieuwe ontwikkelingen.
De huidige HWBP opgave komt voort uit de LRT3 (2011) en de verlengde derde toetsing (LRT3+, 2013). Op basis van de nieuwe landelijke beoorde lingsronde overstromingsrisico (LBO-1), die op 1 januari 2017 van start is gegaan en in 2022 is afgerond, worden ook in het programma 2024-2029 nieuwe projecten toegevoegd.
De prioritering van de jaarlijks uit te brengen programmering is gebaseerd op urgentie. De programmering 2024-2029 wordt gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden als onderdeel van het Deltapro gramma 2024 (paragraaf 3.3). In het Deltaprogramma 2024 is tevens een uitgebreide beschrijving van de voortgang van het HWBP opgenomen.
Het HWBP is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
Afsluitdijk (renovatie bestaande spuimiddelen)
Op 12 juli 2022 is middels een vaststellingsovereenkomst besloten om de bestaande spuimiddelen bij Den Oever en Kornwerderzand uit de scope van het DBFM-contract Afsluitdijk te halen. De renovatie van de bestaande spuimiddelen moet opnieuw worden aanbesteed, start aanbesteding is voorzien voor Q1 2025, waarna de mijlpaal realisatie hiervan kan worden vastgesteld.
De oplevering van de renovatie van monument «De Vlieter» is voorzien voor 2024.
Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier
Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek zijn projecten uitgevoerd ten behoeve van natuurontwikkeling in de uiterwaarden en om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma is uitgevoerd door de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Infrastructuur en Waterstaat. Inmiddels is het overgrote deel van de opgave gerealiseerd en hebben de beide ministeries bij de Herijking van de Ecologische Hoofdstructuur afspraken gemaakt over de verdeling van de restopgave. Hierin is afgesproken dat elk ministerie haar nog lopende projecten afmaakt. De projecten Uiterwaardvergraving Afferdense en Deestse Waarden en Herinrichting Heesseltsche Uiterwaarden 2021 is het NURG programma voor het grootste deel afgerond. Er is nog een kleine restopgave die de verwerving en inrichting van enkele gebieden betreft. Voor de uitvoering hiervan heeft het ministerie van LNV een opdracht verstrekt aan Staatsbosbeheer tot en met 2030.
Overige onderzoeken en kleine projecten
Onderdeel van overige onderzoeken en kleine projecten is onder andere het Project Roggenplaat. Rijkswaterstaat heeft in opdracht van de Ministeries van IenW en LNV een zandsuppletie uitgevoerd om de negatieve effecten van de zandhonger in de Oosterschelde tegen te gaan. Het project is in de winter van 2019-2020 succesvol uitgevoerd met een omvang van 213 ha en 1,4 miljoen m3. Inmiddels is de monitoring gestart waarmee de suppletie zal worden geëvalueerd in 2025.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
De toename van het projectbudget op de HWBP rijks-, waterschaps-en overige projecten is veroorzaakt door de prijsbijstelling 2023 en het verlengen van de begrotingsperiode tot 2037.
Het project Afsluitdijk Bestaande Spuisluis is vanuit artikel 4.02 GIV/PPS overgeboekt naar artikel 1.02.02 Aanleg waterveiligheid omdat het project-onderdeel Bestaande Spuisluis niet onder het DBFM-contract Afsluitdijk valt en daardoor verantwoord moet worden op artikel 1.02.02.
Tabel 14 Projectoverzicht Aanlegprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
Projectbudget |
Kasbudget |
Oplevering |
||||||||||
huidig |
vorig |
t/m 2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 later |
huidig |
vorig |
||
Projecten Nationaal Programma HWBP HWBP Rijksprojecten |
736 |
698 |
33 |
33 |
34 |
57 |
56 |
66 |
81 |
376 |
||
HWBP Overige projectkosten (programmabureau) |
180 |
167 |
53 |
13 |
10 |
10 |
9 |
8 |
8 |
68 |
||
HWBP Waterschapsprojecten |
7.552 |
6.898 |
1.525 |
413 |
514 |
654 |
683 |
511 |
474 |
2.778 |
||
Wettelj k BeoordelingsInstrumentarium 2023 |
40 |
40 |
25 |
5 |
5 |
5 |
||||||
Zandhonger Oosterschelde |
11 |
11 |
9 |
1 |
||||||||
Landeljk Verbeterprogr. Regionale Rijksk. |
10 |
10 |
1 |
4 |
4 |
|||||||
Kennisprogramma zeespiegelstijging |
10 |
9 |
4 |
2 |
2 |
1 |
1 |
|||||
Meanderende Maas |
8 |
8 |
6 |
1 |
1 |
|||||||
Projecten Noord-Nederland Afsluitdijk |
7 |
7 |
5 |
2 |
||||||||
Afsluitdijk Bestaande Spuisluis Projecten Oost-Nederland |
149 |
75 |
37 |
37 |
||||||||
Kribverlaging Pannerdensch Kanaal |
32 |
31 |
10 |
20 |
2 |
2023 |
2023 |
|||||
IJsseldelta 2e fase (Reevesluis) |
96 |
96 |
92 |
0 |
4 |
2021 |
||||||
Monitoring Langsdammen Waal Projecten Zuidwest-Nederland |
5 |
5 |
3 |
2 |
||||||||
Overige onderzoeken en kleine projecten |
88 |
89 |
88 |
|||||||||
Djkversterking en herstel steenbekleding |
830 |
830 |
826 |
4 |
2023 |
2023 |
||||||
Projecten Zuid-Nederland |
||||||||||||
Beekdalen |
34 |
33 |
8 |
10 |
16 |
|||||||
afrondingen |
2 |
1 |
1 |
2 |
|
|||||||
Programma Realisatie |
9.788 |
8.932 |
2.669 |
516 |
589 |
745 |
828 |
621 |
600 |
3.222 |
||
Budget (DF 1.02.02) |
441 |
545 |
656 |
674 |
540 |
568 |
3.697 |
|||||
Overprogrammering (-) |
|
|
|
|
|
|
475 |
1.03 Studiekosten
Motivering
Dit betreft de studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.
Producten Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma
Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma (DP) is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de korte, middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Voor een nadere toelichting over deze onderzoeken wordt verwezen naar het Deltaprogramma 2023. Op dit onderdeel worden vooral de onderzoeken voor waterveiligheid verantwoord.
Uitvoering gebiedsagenda
Het Rijk werkt samen met de regionale partners in het kader van de Agenda IJsselmeergebied 2050 aan de acties die zijn vastgelegd in de Uitvoerings-, kennis- en innovatieagenda IJsselmeergebied 2021-2026.
Thema water/ landbouw/ voedsel
In het kader van het missie-gedreven topsectoren- en innovatiebeleid (MTIB) heeft IenW binnen het thema landbouw/water/voedsel missies opgesteld op het terrein van waterveiligheid, klimaatadaptatie, waterkwaliteit en beheer van de grote wateren. Deze missies zijn in april 2019 door het kabinet vastgesteld. IenW stelt middelen beschikbaar om voor deze missies kennis en innovatie te realiseren in publiek-privaat gefinancierde samenwerkingsverbanden. Dit doet IenW samen met LNV en de topsectoren.
Strategisch onderzoek
In samenwerking met NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) en overheden wordt strategisch onderzoek ontwikkeld voor actuele maatschappelijke ontwikkelingen, zoals droogte en klimaat-adaptatie in de stad.
Water4All
Het doel van Water4All -Water Security for the Planet- is om oplossingen te vinden voor de waterproblematiek rond te veel, te weinig en te vuil water. De activiteiten zijn gericht op onderzoeken en demonstratieprojecten rond kennis en innovatie. Het onderzoeksprogramma heeft een looptijd van 6 jaar.
Klimaatadaptatie
Een belangrijke manier om Nederland voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering is om te werken aan de transitie naar een klimaatbestendige inrichting. Dit wordt gestimuleerd vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie via een stappenplan waarin alle overheden gezamenlijk de kwetsbare onderdelen van de ruimtelijke inrichting aanpakken. Dit wordt verder ondersteund via een breed scala aan activiteiten en producten. Met het PBL wordt gewerkt aan een monitoringsystematiek die het nationale klimaatadaptatiebeleid tot 2026 moet ondersteunen. IenW faciliteert met het Kennisportaal Klimaatadap-tatie , de Klimaateffectatlas en het netwerk Samen Klimaatbestendig de noodzakelijke transitie op het gebied van klimaatadaptatie. Ook wordt gewerkt aan de doorwerking van de nieuwe 2023 KNMI scenario's in de Klimaateffectatlas en het standaardiseren van klimaat stresstesten. Het werk voor het Deltaprogramma Ruimtel ijke Adaptatie wordt uitgevoerd in samenhang met de uitvoering van de Nationale Klimaatadaptatiestrategie.
Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater
In 2022 is binnen de beleidstafel wateroverlast en hoogwater een analyse uitgevoerd van de opgetreden extreme neerslag in de zomer van 2021 in Limburg met als doel om, nu en in de toekomst, beter voorbereid te zijn voor de gevolgen van een periode van extreme neerslag. Voor 2024 zijn middelen beschikbaar om de adviezen voor IenW uit te voeren en de overall voortgang van de uitvoering van de adviezen van de beleidstafel te kunnen monitoren.
Regionale keringen
De regionale keringen in beheer van het Rijk zijn door Rijkswaterstaat getoetst. In 2021 is de Tweede Kamer over de uitkomsten geïnformeerd. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021,27 625, nr. 540). Na de toetsing van deze regionale keringen op 2 juni 2021 is de aanvullende toetsing in 2022 afgerond. In 2023 is het uitvoeringsprogramma voorbereid.
Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI)
In het programma Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI) 2023 wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van het instrumentarium voor beoordelen en ontwerpen. Het programma BOI2023 bouwt voort op het WBI2017, het Ontwerp Instrumentarium (OI) 2014 en de bestaande Technische Leidraden en voegt hier nieuw ontwikkelde kennis en functionaliteit aan toe, zodat het instrumentarium aansluit op de actuele kennis en de ervaringen die in de eerste beoordelingsronde (2017-2023) zijn opgedaan. Instrumenten die in het programma worden ontwikkeld kunnen direct worden gebruikt voor het ontwerpen van waterkeringen. In 2022 is de eerste beoordelingsronde afgerond en is het instrumentarium doorontwikkeld naar een nieuwe ministeriële regeling en bijbehorende basisinstrumentarium. Met het BOI2023 kunnen de beheerders vanaf 2023 de volgende beoordelingsronde uitvoeren. Vanaf 2023 zal het instrumentarium periodiek worden doorontwikkeld op basis van belangrijke nieuwe inzichten en vervolgens worden aangeboden aan de waterkeringbeheerders.
Kennisprogramma Waterveiligheid
Het Rijk heeft een wettel ijke taak (artikel 2.6 Waterwet) om zorg te dragen voor de totstandkoming en het verstrekken van technische leidraden voor het ontwerp, het beheer en het onderhoud van de primaire waterkeringen in Nederland. Hiertoe worden langjarige activiteiten (onderzoek) uitgevoerd om een solide kennisbasis te ontwikkelen. De kennis over waterveiligheid wordt hiermee op het vereiste niveau gehouden, zodat sprake is van actueel, effectief en uitvoerbaar waterveiligheidsbeleid. Dit is de lange termijn ambitie voor waterveiligheid, vormgegeven door de uitvoering van het Kennisprogramma Waterveiligheid.
Kennisprogramma Zeespiegelstijging
Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging focust zich op de onzekerheden en de mogelijke effecten voor korte en lange termijn van een (versnelde) zeespiegelstijging. Dit kennisprogramma is gestart in september 2019 en loopt t/m 2026. In 2023 zijn de eerste resultaten ten aanzien van de houdbaarheid van de huidige aanpak van de waterveiligheid en de zoetwa-tervoorziening; en de eerste verkenningen van verschillende potentiële handelingsperspectieven voor de verre toekomst bij elkaar gebracht in de tussenbalans. In 2024 worden onder andere de effecten op andere functies onderzocht van zowel de huidige aanpak als alternatieven en bij elkaar gebracht. Door dit systematisch te doen ontstaat een beter beeld van de relatieve aantrekkel ij kheid van verschillende opties. Daarnaast wordt aanvang gemaakt met het verder uitwerken van adaptieve beleidspaden voor de lange termijn. Deze brengen voor verschillende scenario's van zeespiegelstijging in beeld welke (potentiële) beslissingen wanneer in de tijd genomen moeten worden.
Cyberweerbaarheid in de watersector
Om het thema cyberweerbaarheid in de watersector effectief aan te pakken is er in 2020 een uitvoeringsprogramma gestart, genaamd «Versterking cyberweerbaarheid in de Watersector». De aanvullende Bestuursakkoord Water (BAW) afspraken (BAW+) over cybersecurity zijn hierin ondergebracht. Partijen in de watersector werken onder regie van het Ministerie van IenW in dit programma samen aan projecten ingedeeld in een vijftal thema's, die met name gericht zijn op operationele technologie (OT). Er worden instrumenten ontwikkeld om ketenrisico's te onderkennen, samen te werken op het gebied van monitoring en detectie, trainen en oefenen, de juiste maatregelen te implementeren en expertise te borgen. Het programma is in 2023 geëvalueerd en wordt voortgezet. In 2023 worden hernieuwde bestuurlijke afspraken gemaakt over de samenwerking. De activiteiten in het programma geven onder andere invulling aan de Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS).
Cybersecurity vitaal/economische veiligheid ->
Sommige processen zijn zo essentieel voor de Nederlandse samenleving dat uitval of verstoring tot ernstige maatschappelijke ontwrichting leidt en een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Dit worden vitale processen genoemd. In het 'Addendum Bestuursakkoord Water' is afgesproken een herbeoordeling uit te voeren van de processen «waterkeren en waterbeheren». In 2022 is, conform de door de NCTV voorgeschreven methodiek voor bescherming van vitale processen en infrastructuur, een weerbaarheidsanalyse uitgevoerd. Deze heeft in 2023 geleid tot een beslissing over het aanmerken van de waterschappen als vitale aanbieders voor dit proces. Ook wordt de implementatie van nieuwe/ herziene Europese wetgeving op het gebied van vitaal en cybersecurity (CER en NIB2) voorbereid.
Ontvangsten waterschapsprojecten
Conform de Spoedwet (Stb. 2011, 302) dragen de waterschappen vanaf 2011 € 81 miljoen per jaar bij aan het HWBP Deze bijdrage van de waterschappen is conform het regeerakkoord Rutte I en het Bestuursakkoord Water aangevuld tot € 131 miljoen in 2014 en tot € 181 miljoen structureel vanaf 2015 (inclusief projectgebonden aandeel, prijspeil 2010).
Deze bijdrage wordt geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het ministerie van Financiën. Vanaf 2023 en verder komt dit bedrag jaarlijks uit op ongeveer € 225 miljoen (inclusief projectgebonden aandeel).
De middelen van de waterschappen worden eerst ingezet voor de water schapsprojecten van het HWBP-2 en vervolgens voor de waterschapspro jecten van het HWBP Het in 2013 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen wetsvoorstel Wijziging van de Waterwet (doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming) (Kamerstukken II, 2012-2013, 33 465, nr. 3) is per 1 januari 2014 in werking getreden. De wet regelt dat het Rijk en de waterschappen jaarlijks elk de helft van de bijdrage aan het HWBP betalen.
In bijlage 3 is een overzicht opgenomen waarin nader is ingegaan op de financiering van het HWBP-2 en het HWBP
3.2 Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening
A. Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid gericht op een duurzame zoetwatervoorziening die economisch doelmatig is. De uitvoering is gericht op waar mogelijk voorkomen van tekorten in normale jaren en gesteld te staan om beter mee om te gaan met zoetwatertekorten in extreem droge jaren. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheden en gebruikers. Het Ministerie van IenW werkt samen met deze partijen in het Deltaprogramma Zoetwater. De maatregelen die in uitvoering worden genomen staan in het Deltaplan Zoetwater.
In periodes van ernstig watertekort (in droge zomers) wordt water verdeeld op basis van een verdringingsreeks.
Op dit artikel worden de producten op het gebied van zoetwatervoorziening verantwoord. De waterkwaliteit maatregelen in het hoofdwatersysteem die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening worden op artikel 7 van het deltafonds verantwoord.
Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Integraal waterbeleid) op de begroting van hoofdstuk XII.
Nederland krijgt vaker te maken met droogte en periodes van laagwater in de rivieren. Om de bijdrage van zoetwater aan onze leefomgeving te behouden en onze economie weerbaarder te maken tegen verminderde zoetwaterbeschikbaarheid, is het zaak dat er geanticipeerd wordt op toekomstige trends en ontwikkelingen. In de nationale omgevingsvisie (NOVI) en in het Nationaal Waterprogramma 2022-2027 is daarom een voorkeursvolgorde opgenomen voor (regionaal) waterbeheer om de beschikbaarheid van water zeker te stellen en wateroverlast te voorkomen:
-
-Uitgangspunt is dat bij de ruimtelijke inrichting en landgebruik meer rekening moet worden gehouden met waterbeschikbaarheid en wateroverlast;
-
-alle watergebruikers, waaronder landbouw, industrie en consumenten, zullen zuiniger moeten omgaan met water;
-
-de waterbeheerders (waaronder waterschappen, provincies, gemeenten, Rijkswaterstaat, agrariërs en natuurterreinbeheerders) zullen water beter moeten vasthouden, bergen en opslaan;
-
-De waterbeheerders zullen water slimmer moeten verdelen;
-
-Bij een natuurlijk fenomeen is nooit alle schade te voorkomen, dus als de inzet toch nog onvoldoende is, dan moeten we als samenleving de (rest)schade accepteren en ons daarop voorbereiden.
Het Deltaprogramma Zoetwater heeft als overkoepelend doel dat Nederland in 2050 weerbaar is tegen watertekorten. Deze ambitie is uitgewerkt in vijf nationale subdoelen:
-
-Het in stand houden en bevorderen van een gezond en evenwichtig watersysteem.
-
-Het beschermen van de cruciale gebruiksfuncties drinkwater (volksgezondheid), energie, kwetsbare natuur, waterkeringen en het tegengaan van klink en zetting.
-
-Het effectief en zuinig gebruiken van het beschikbare water.
-
-Het bevorderen van de concurrentiepositie van Nederland wat betreft aan water gerelateerde economie.
-
-Het ontwikkelen van waterkennis, -kunde en -innovatie ten behoeve van de zoetwaterdoelen.
De strategie om deze subdoelen te bereiken volgt de voorkeursvolgorde van de NOVI.
Om de zoetwaterdoelen te realiseren worden maatregelen getroffen voor het robuuster maken van het watersysteem (nationaal en regionaal) en om de gevolgen van langdurige droogte en lage rivierafvoeren ten gevolgen van klimaatverandering zoveel mogelijk te beperken.
In het nieuwe Deltaplan Zoetwater 2022-2027 hebben het Rijk en de zoetwa-terregio's een maatregelenpakket van € 800 miljoen uitgewerkt. Hiervan is circa € 250 miljoen afkomstig uit het Deltafonds en circa € 550 miljoen vanuit de zoetwaterregio's. In 2024 zal er ca. € 11 miljoen in de Hoge Zandgronden worden besteed om o.a. water beter vast te houden en beken te herstellen. Er worden voorbereidingen getroffen voor de realisatie van de Doorvoer Krimpenerwaard t.b.v. zoetwatervoorziening van West Nederland. Tevens worden er ondergrondse zoetwateropslagen gemaakt in Zeeland en Noord Nederland. Verder werkt RWS aan de Strategie Klimaatbestendige Zoetwater Hoofdwatersysteem en Slim Watermanagement en onderzoekt verzilting bij de Afsluitdijk.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het Deltaprogramma 2024, het Deltaplan Zoetwater 2022-2027 en het Nationaal Water Programma 2022-2027
B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van de uitvoering art. 2 Investeren in zoetwatervoorziening (bedragen x € 1.000)
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
Verplichtingen |
128.731 |
172.057 |
116.987 |
20.989 |
17.582 |
50.283 |
1.093 |
Uitgaven |
71.465 |
145.568 |
105.207 |
53.483 |
45.561 |
62.318 |
38.046 |
2.02 Ontwikkeling zoetwatervoorziening |
69.590 |
140.312 |
101.487 |
45.079 |
43.361 |
60.118 |
37.046 |
2.02.01 Planning zoetwatervoorziening |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2.02.02 Aanleg zoetwatervoorziening |
69.590 |
140.312 |
101.487 |
45.079 |
43.361 |
60.118 |
37.046 |
2.03 Studiekosten |
1.875 |
5.256 |
3.720 |
8.404 |
2.200 |
2.200 |
1.000 |
2.03.01 Studie en onderzoekskosten Deltaprogramma
|
1.875 |
5.256 692 |
3.720 |
8.404 |
2.200 |
2.200 |
1.000 |
2.09 Ontvangsten investeren in waterkwantiteit en zoetwatervoorzieningen
Tabel 16 Geschatte budgetflexibiliteit
2024
Juridisch verplicht 96%
Bestuurlijk gebonden 4%
Beleidsmatig gereserveerd Nog niet ingevuld/vrj te besteden
Tabel 17 Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening (bedragen x € 1 .000) |
|||||||||
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
||
2 |
Investeren in zoetwatervoorziening |
Uitgaven 145.568 |
105.207 |
53.483 |
45.561 |
62.318 |
38.046 |
2.069 |
|
2.02 |
Ontwikkeling zoetwatervoorziening |
140.312 |
101.487 |
45.079 |
43.361 |
60.118 |
37.046 |
2.069 |
|
2.03 |
Studiekosten |
5.256 |
3.720 |
8.404 |
2.200 |
2.200 |
1.000 |
||
2 |
Investeren in zoetwatervoorziening |
Ontvangsten |
|||||||
2.09 |
Ontvangsten investeren in waterkwantiteit en zoetwatervoorzieningen |
||||||||
2031 |
2032 |
2033 |
2034 |
2035 |
2036 |
2037 |
2023-2037 |
||
2 |
Investeren in zoetwatervoorziening |
Uitgaven |
452.252 |
||||||
2.02 |
Ontwikkeling zoetwatervoorziening |
429.472 |
|||||||
2.03 |
Studiekosten |
22.780 |
|||||||
2 |
Investeren in zoetwatervoorziening |
Ontvangsten |
|||||||
2.09 |
Ontvangsten investeren in waterkwantiteit en zoetwatervoorzieningen |
Er worden op dit artikelonderdeel nu geen projecten verantwoord.
2.02 Overige waterinvesteringen Zoetwatervoorziening Motivering
Het betreft projecten die de zoetwatervoorziening bevorderen en de kwaliteit waarborgen. Dit zijn maatregelen en voorzieningen van nationaal belang ter voorkoming, en waar nodig beperking van, waterschaarste en ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, voor zover deze onderdeel uitmaken van opgaven op het gebied van zoetwatervoorziening.
Producten
Realisatieprogramma Zoetwatervoorziening Deltaplan Zoetwater 2015-2021 (fase 1)
De meeste maatregelen uit de eerste fase van het Deltaplan Zoetwater (2015-2021), met een omvang van € 400 miljoen, waarvan € 150 miljoen uit het Deltafonds, zijn eind 2021 afgerond. Enkele grote complexe maatregelen voor het Hoofdwatersysteem en het regionaal watersysteem hadden nog een doorloop tot 2023.
Het project Noordervaart van Rijkswaterstaat heeft te maken gehad met vertraging en meerkosten, vanwege onverwacht veel cultureel erfgoed in de ondergrond en ontwikkelingen in de markt. Na zorgvuldige afweging op basis van de hiervoor ontwikkelde criteria heeft het Bestuurlijk Platform Zoetwater besloten deze in het programma in te passen. De aanbesteding loopt nog en wordt in 2026 gerealiseerd.
Waterbeschikbaarheid voor het hoofdwatersysteem krijgt invulling via de Strategie Klimaatbestendige Zoetwatervoorziening Hoofdwatersysteem. In dat kader vindt afstemming plaats met andere waterbeheerders en met gebruikers. Daarnaast voert Rijkswaterstaat het programmamanagement voor Slim Watermanagement uit.
Deltaplan Zoetwater fase 2 (2022-2027)
De zoetwaterregio's en het Rijk hebben intensief samengewerkt om tot een goed onderbouwd maatregelenpakket te komen voor het Deltaplan Zoetwater fase 2 (2022-2027).
Het Deltaplan 2022-2027 omvat meer dan 150 maatregelen die zijn uitgewerkt in de zoetwaterregio's en voor het hoofdwatersysteem, passend bij de nationale en regionale opgaven.
Het maatregelenpakket voor de 2e fase heeft een omvang van circa € 800 miljoen, waarvan circa € 250 miljoen vanuit het Deltafonds en circa € 550 miljoen vanuit de zoetwaterregio's komt.
De investeringen worden gedaan door het Rijk (Deltafonds), waterschappen, provincies, gemeenten, drinkwaterbedrijven en de water-gebruikers. Maatregelen in het hoofdwatersysteem worden volledig bekostigd uit het Deltafonds. Regionale maatregelen worden voor 75% door de regio bekostigd; maximaal 25% van de kosten wordt uit het Deltafonds vergoed. Bovenregionale maatregelen en innovatieve maatregelen kunnen in aanmerking komen voor een maximale bijdrage van 50% uit het Deltafonds.
Tijdelijke Impulsregeling Ruimtelijke Adaptatie
De in het bestuursakkoord afgesproken tijdelijke impulsregeling voor klimaatadaptatie is op 1 januari 2021 open gegaan en de laatste aanvragen hiervoor dienen uiterljk 31 december 2023 te worden ingediend. Het gereserveerde bedrag hiervoor bedraagt € 200 miljoen en de afwikkeling van de ingediende aanvragen zal gedeeltelijk nog in 2024 plaatsvinden. De klimaatadaptatie maatregelen moeten zijn uitgevoerd vóór 1 januari 2028.
Tabel 18 Projectoverzicht aanlegprogramma (bedragen x € 1 |
miljoen) |
|||
Projectbudget huidig vorig t/m 2022 2023 2024 |
Kasbudget 2025 2026 |
2027 |
2028 later |
Oplevering huidig vorig |
Projecten
Zoetwatervoorziening Projecten Nationaal
Deltaplan Zoetwater |
85 |
82 |
32 |
23 |
10 |
8 |
9 |
2 |
||
Impuls ruimtelijke adaptie |
209 |
202 |
67 |
82 |
60 |
|||||
Zoetwatermaatregelen |
245 |
235 |
21 |
33 |
30 |
36 |
33 |
57 |
36 |
|
Projecten Zuidwest-Nederland |
||||||||||
Ecologische maatregelen Markermeer |
10 |
10 |
8 |
1 |
2021/2022 2021/2022 |
|||||
Besluit Beheer Haringvlietsluizen |
84 |
84 |
76 |
1 |
1 |
1 |
2 |
1 |
1 |
2 2018/2029 2018/2029 |
Afrondingen |
|
|||||||||
Programma Realisatie |
633 |
613 |
204 |
140 |
101 |
45 |
43 |
60 |
37 |
2 |
Budget (DF 2.02.02) |
140 |
101 |
45 |
43 |
60 |
37 |
2 |
Verkenningen- en Planuitwerkingsprogramma
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering. Dit artikelonderdeel geeft inzicht in de stand van zaken van diverse projecten en programma's op het gebied van zoetwatervoorziening die zich in de fasen van voorbereiding tot realisatie bevinden.
Er worden op dit artikelonderdeel nu geen projecten verantwoord.
Dit betreft de studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en de overige studiekosten op het gebied van zoetwatervoor-ziening.
Op dit onderdeel van de begroting staan de studie- en onderzoekskosten ten behoeve van het Deltaprogramma onderzoeken die betrekking hebben op zoetwatervoorziening.
Ten behoeve van Deltaprogramma Zoet Water (DPZW) wordt onder andere onderzoek gedaan naar de verbinding van de waterketen met watersystemen, diverse regionale watersysteemverkenningen, de kennisagenda zoetwater waar onder onderzoek naar het potentieel voor het water vasthouden in beekdalen en veengebieden en oplossingen in verziltende gebieden.
A. Omschrijving van de samenhang in het beleid
B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van de uitvoering art. 3 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing (bedragen x € 1.000)
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
Verplichtingen |
268.281 |
349.285 |
322.573 |
361.219 |
311.395 |
301.117 |
406.087 |
Uitgaven |
261.437 |
344.873 |
312.524 |
368.393 |
319.308 |
308.566 |
406.087 |
3.01 Exploitatie |
8.028 |
7.304 |
7594 |
8.019 |
13.765 |
16.597 |
16.350 |
3.01.01 Exploitatie Watermanagement |
8.028 |
7.304 |
7.594 |
8.019 |
13.765 |
16.597 |
16.350 |
|
8.028 |
7.304 |
7.594 |
8.019 |
13.765 |
16.597 |
16.350 |
3.02 Onderhoud en vernieuwing |
253.409 |
337.569 |
304.930 |
360.374 |
305.543 |
291.969 |
389.737 |
3.02.01 Onderhoud Waterveiligheid |
144.350 |
223.403 |
265.565 |
315.791 |
235.275 |
227.004 |
228.218 |
|
144.350 |
223.403 |
265.565 |
315.791 |
235.275 |
227.004 |
228.218 |
3.02.02 Onderhoud Zoetwatervoorziening |
99.251 |
87.693 |
21.701 |
23.761 |
23.395 |
10.204 |
10.657 |
|
99.251 |
87.693 |
21.701 |
23.761 |
23.395 |
10.204 |
10.657 |
3.02.03 Vernieuwing |
9.808 |
26.473 |
17664 |
20.822 |
46.873 |
54.761 |
150.862 |
Ontvangsten |
4.714 |
0 |
Tabel 20 Geschatte budgetflexibiliteit
2024
Juridisch verplicht 100%
Bestuurlijk gebonden
Beleidsmatig gereserveerd
Nog niet ingevuld/vrj te besteden
Tabel 21 Artikel 3 Exploitatie, onderhoud en |
vernieuwing (bedragen x € 1.000) |
|||||||||
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
|||
3 |
Beheer, onderhoud en vernieuwing |
Uitgaven |
344.873 |
312.524 |
368.393 |
319.308 |
308.566 |
406.087 |
432.033 |
427.128 |
3.01 |
Exploitatie |
7.304 |
7.594 |
8.019 |
13.765 |
16.597 |
16.350 |
16.155 |
16.479 |
|
3.02 |
Onderhoud en vernieuwing |
337.569 |
304.930 |
360.374 |
305.543 |
291.969 |
389.737 |
415.878 |
410.649 |
|
2031 |
2032 |
2033 |
2034 |
2035 |
2036 |
2037 |
2023-2037 |
|||
3 |
Beheer, onderhoud en vernieuwing |
Uitgaven |
271.808 |
260.548 |
265.098 |
296.420 |
296.420 |
312.850 |
312.850 |
4.934.906 |
3.01 |
Exploitatie |
8.273 |
8.273 |
8.273 |
8.273 |
8.273 |
8.273 |
8.273 |
160.174 |
|
3.02 |
Onderhoud en vernieuwing |
263.535 |
252.275 |
256.825 |
288.147 |
288.147 |
304.577 |
304.577 |
4.774.732 |
Met exploitatie streeft IenW naar:
-
-Het goed voorbereid zijn op crisissituaties door te zorgen voor een robuuste informatievoorziening;
-
-Het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem onder normale omstandigheden en bij zowel (extreem) hoogwater als laagwater;
-
-Een duurzaam watersysteem, met zowel een goede chemische als ecologische kwaliteit, dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.
Met betrekking tot exploitatie worden de volgende activiteiten uitgevoerd:
-
-Monitoring waterkwantiteit (waterstanden, afvoer), waterkwaliteit en informatievoorziening;
-
-Crisisbeheersing en -preventie;
-
-Regulering gebruik door vergunningverlening en handhaving;
-
-Het nakomen van bestuurlijke afspraken waterverdeling en gebruik (onder andere in waterakkoorden);
-
-Regulering waterverdeling (operationele modellen actualiseren en toepassen, bediening (stormvloed)keringen, stuwen, gemalen en spuien).
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. Deze staan op artikel 5.
De doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de Rijkswateren zijn:
-
-Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal-en het hoofdwatersysteem, zodat zowel wateroverlast als watertekort wordt bestreden;
-
-Het kunnen beschikken over voldoende water in de Rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiks functies.
Daarnaast is zorg gedragen voor een adequate informatievoorziening over de reguliere waterkwantiteit en waterkwaliteit. Dit houdt de vergaring en beschikbaarstelling in van interne en externe informatie over het water systeem. Het gaat daarbij om de dagelijkse informatie voor de verschillende gebruikers (waaronder scheepvaart, drinkwaterbedrijven, zwemwaterkwa-liteit/provincies en recreatie) en om berichtgeving bij uitzonderl ijke situaties over hoog- en laagwater, naderende stormvloeden, verontreinigingen en ijsvorming. Daarnaast is er ook de reguliere waterkwaliteit monitoring (chemie, biologie), en beoordeling en informatieverstrekking over de toestand van het watersysteem.
3.01.01 Exploitatie Watermanagement
Meetbare gegevens
Tabel 22 Omvang Areaal |
||||
Areaa- leenheid |
Omvang |
Budget 2023 (x € 1.000,--) |
||
2022 |
2023 |
2024 |
||
Watermanagement |
km2 water |
90.219 |
90.216 |
90.216 7.594 |
Toelichting
In 2024 is geen wijziging van het wateroppervlak voorzien.
Tabel 23 Indicatoren Watermanagement |
||||
Indicator |
Realisatie 2022 |
Streef waarde 2022 |
Streef waarde 2023 |
Streef waarde 2024 |
Betrouwbaarheid informatievoorziening Waterhuishouding op orde |
100% 75% |
95% 100% |
95% 100% |
95% 100% |
Toelichting indicator Betrouwbaarheid Informatievoorziening
Met deze indicator wordt aangegeven in hoeverre Rijkswaterstaat tijdig en juist informatie heeft verstrekt ten behoeve van maatschappelijk vitale processen (bijv. drinkwatervoorziening). Het betreft hier informatie over ijsgang, hoogwater, stormvloed en verontreinigingen.
Toelichting indicator Waterhuishouding op orde
Met deze indicator wordt aangegeven in hoeverre de waterhuishouding op orde is door de functievervulling van vier hoofdwatersysteemfuncties te meten:
-
•Peilhandhaving Kanalen en Meren; geeft aan in hoeverre de peilen, zoals afgesproken in Waterakkoorden en Peilbesluiten, binnen de afgesproken marges zijn gebleven.
-
•Hoogwaterbeheersing Kanalen en meren; geeft aan in hoeverre de infrastructuur van peilgereguleerde watersystemen (grote rivieren niet meegerekend) beschikbaar was voor hoogwaterafvoer in de tijdvensters met groot waterbezwaar.
-
•Wateraanvoer bij droogte; geeft aan in hoeverre de infrastructuur voor de wateraanvoer (o.a. stuwen, spuien, sifons en gemalen) beschikbaar was in de tijdvensters met droogte.
-
•Verziltingsbestrijding; geeft aan in hoeverre zoutindringing kon worden beperkt en of chlorideconcentraties onder de afgesproken maxima zijn gebleven. Afspraken over wateraanvoer en -verdeling en over chloridege-halten zijn vastgelegd in Waterakkoorden.
In 2022 zijn de streefwaarden van de volgende onderliggende indicatoren gehaald: 'Peilhandhaving Kanalen en meren', 'Wateraanvoer bij droogte' en 'Verziltingsbestrijding'. De streefwaarde van de indicator 'Hoogwaterbeheersing Kanalen' is niet gehaald. De voornaamste verklaring hiervoor:
Het is enkele keren voorgekomen dat het aflaatwerk bij Eefde bij een significante neerslagverwachting niet beschikbaar was door de opstelling van de tijdelijke pompinstallatie. Het heeft niet tot overlast geleid.
Motivering
Onderhoud en vernieuwing omvat waterveiligheid (bescherming tegen overstromen door hoogwater) en de zoetwatervoorziening. Het is gericht op het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als voor de zoetwatervoorziening wordt vervuld.
Producten
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinan cierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. Deze staan op artikel 5.
Meetbare gegevens
Realisatie 2022 |
Streef- |
Streef- |
Streef- |
|
Indicator |
waarde |
waarde |
waarde |
|
2022 |
2023 |
2024 |
||
Handhaving kustlijn |
91% |
90% |
90% |
90% |
Beschikbaarheid stormvloedkeringen |
83% |
100% |
100% |
100% |
Toelichting bij indicator handhaving kustlijn
Met deze indicator wordt aangegeven in hoeverre de kustlijn is gehandhaafd, met de basiskustl ijn als referentie. Het streven is dat minimaal 90% de kustlijn zeewaarts ligt van de basiskustlijn. Kleine verschuivingen zijn normaal en toegestaan en worden door middel van het programma voor kustsuppletie gecorrigeerd. Het suppletieprogramma wordt eenmalig voor 4 jaar vastgesteld en vervolgens jaarlijks geactualiseerd. In 2019 is het suppletieprogramma '20-'23 vastgesteld.
Figuur 5 toont hoe afgelopen jaren gepresteerd is op dit onderdeel, hoeveel zand er gesuppleerd is en hoeveel zand er naar verwachting in 2023 gesuppleerd zal worden. In 2022 is er 9,4 mln. m3 gesuppleerd. De prognose voor 2023 is dat in totaal 12,7 mln. m3 wordt gesuppleerd.
Zandsuppletievolumes en prestatie t.a.v. handhaving kustlijn
Toelichting bj indicator beschikbaarheid stormvloedkeringen
Met deze indicator wordt aangegeven in hoeverre de 6 stormvloedkeringen voldoen aan de normen zoals die zijn vastgelegd in de Waterwet. De streefwaarde van 100% is in 2022 niet gehaald omdat één van de zes keringen, namelijk de Ramspolkering, niet voldoet.
Vanwege het niet voldoen aan de organisatorische randvoorwaarden voor goed probobalistisch beheer en onderhoud kon niet aantoonbaar gemaakt worden of de Ramspolkering voldoet aan de afgesproken faalkanseis. Inmiddels zijn verbetermaatregelen genomen zoals het op peil brengen van de capaciteit en het kennis- en kwaliteitsniveau van de beheerorganisatie. De verwachting is dat de kering met ingang van het stormseizoen '23-'24 weer voldoet.
Tabel 25 Prestatieniveau stormvloedkeringen op peildatum oktober 2022 |
|||
Stormvloedkeringen |
Type norm |
Norm waterwet |
Prestatieniveau |
Maeslantkering |
kans op niet-sluiten bij sluiting |
1:100 |
1:108 |
Hartelkering |
kans op niet-sluiten bij sluiting |
1:10 |
1:10 |
Hollandsche Jsselkering |
kans op niet-sluiten bj sluiting |
1:200 |
1:767 |
Ramspolkering* |
kans op niet-sluiten bj sluiting |
1:100* |
zie toelichting |
Oosterscheldekering** |
faalkans per jaar |
1:10.000 |
1:10.000 |
Haringvlietsluizen** |
faalkans per jaar |
1:1.000 |
1:1.000 |
-
*De Ramspolkering moet ook buiten het stormseizoen beschikbaar zijn. Daarom is de eis uit de Waterwet (1:100) verdeeld over het stormseizoen (1:173) en het overige seizoen (1:27).
** Hier wordt gewerkt met prestatiepeilen. Een prestatiepeil is het berekende waterpeil dat bij een vooraf afgesproken overschrijdingsfre quentie hoort. Als de prestatiepeilen lager zijn dan de vooraf afgesproken beoordelingspeilen voldoet de stormvloedkering.
Tabel 26 Areaal Zoetwatervoorziening
Eenheid Omvang 2024 Budget 2024 (x € 1,000,--)
Binnenwateren en daarin gelegen kunstwerken (spui- en uitwateringskolken, km2 3.027
stuwen en gemalen) *
Aantal kunstwerken stuks 115 21.701
Totaal
-
*Het areaal binnenwateren omvat alle door RWS beheerde wateren (onder meer rivieren, kanalen en IJsselmeer), exclusief de Noordzee, water in Caribisch Nederland, de Waddenzee en de Westerschelde.
Toelichting areaal watervoorziening
In 2024 is geen wijziging van het wateroppervlak of aantal kunstwerken voorzien.
3.02.01 Onderhoud waterveiligheid
Binnen waterveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen:
-
1.Kustlijnhandhaving (conform de herziene basiskustlijn 2017).
-
2.Beheer en onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Waterwet).
-
3.Beheer en onderhoud uiterwaarden.
RWS heeft de wettelijke zorg voor de primaire waterkeringen en de storm vloedkeringen, die in beheer zijn bij het Rijk, en voor de handhaving van de basiskustlijn. De handhaving van de basiskustlijn gaat afslag van strand en duinen tegen (veiligheid) en houdt Nederland (het strand) op zijn plaats. Het zijn voornamelijk de waterschappen die de primaire waterkeringen (dijken en duinen) beheren, ook die langs de Nederlandse kustl ijn. Het areaal betreft alleen het areaal dat in beheer is bij RWS.
ad 1. Kustlijnhandhaving
Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu tekort aan zand mede als gevolg van de zeespiegelstijging. Vanaf 2001 wordt ook extra zand in het kustfundament gesuppleerd om de zandverliezen deels te compenseren. Daarnaast zijn lokale maatregelen zoals onderhoud van dammen en strandhoofden van belang, om structurele kusterosie te bestrijden.
ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen Rijkswaterkeringen
RWS beheert en onderhoudt 201 kilometer primaire waterkeringen. Er wordt vast onderhoud uitgevoerd, bijvoorbeeld het maaien van d ijken. Daarnaast wordt variabel onderhoud gepleegd. Dat betekent dat de water keringen periodiek worden geïnspecteerd en dat zo nodig tekortkomingen worden verholpen.
Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater. Het gaat met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland en Zuid-Holland. In 2011 is de derde landel ijke toetsing van primaire waterkeringen afgerond. Momenteel loopt de Eerste Landelijke Beoordeling op basis van de in 2017 aangepaste waterveiligheidsnormen. Keringen die bij de vorige of lopende inspectie zijn afgekeurd worden meegenomen in het kader van het HWBP Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt RWS ook 623 kilometer niet-primaire waterkeringen (dijken en duinen) meestal aangeduid als regionale keringen. Deze hoeven geen bescherming te bieden tegen het buitenwater. De normen voor deze regionale keringen in beheer bij het Rijk zijn in 2015 door de Minister vastgesteld na afstemming met de provincies. Rijkswater staat heeft de toetsing van de regionale keringen afgerond en op 2 juni 2021 aan de Tweede Kamer aangeboden.
Stormvloedkeringen
Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Deze stormvloed keringen zijn ook primaire waterkeringen die vallen onder de Waterwet. Het Rijk heeft sinds 2018 zes stormvloedkeringen in beheer: de Oosterschel-dekering, de Maeslantkering, de Hartelkering, de Hollandsche IJsselkering, de stormvloedkering Ramspol en de Haringvlietsluizen.
ad 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden
Het Rijk beheert 5.182 hectare aan uiterwaarden. Het beheer en onderhoud is erop gericht de wettel ijk te beschermen vegetatie te behouden en verbeteren en hoogwater effectief te kunnen afvoeren.
3.02.02 Onderhoud zoetwatervoorziening
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem zodanig te onderhouden dat de beoogde functies voor waterverdeling volgens de vigerende regelgeving en waterakkoorden kunnen worden vervuld. De Waterwet vereist dat de rijksoverheid om de zes jaar een Nationaal Waterplan voor het nationale waterbeleid en een Beheer-en ontwikkelplan voor het beheer van de rijkswateren (BPRW) opstelt.
Dit betreft onder meer het beheer en onderhoud voor: Waterverdeling en peilbeheer; Stuwende en spuiende kunstwerken; Natuurvriendelijke oevers, implementatie KRW, implementatie Waterwet en Natura 2000. Deze twee planvormen worden echter onder de nieuwe Omgevingswet samen gevoegd tot één programma. Hier is op geanticipeerd door het beleidsplan en het beheerplan in samenhang te beschrijven in één Nationaal Water Programma (NWP) 2022 - 2027 Hiermee wordt voldaan aan de huidige Waterwet en aan de vereisten van de (nog in werking te treden) Omgevingswet.
In het kader van het Deltaprogramma Zoetwater doorlopen overheden en watergebruikende sectoren (zoals industrie, drinkwater, natuur, scheepvaart, logistiek, recreatie en landbouw) het proces waterbeschik baarheid. Het doorlopen van dit proces biedt inzicht in de beschikbaarheid van zoetwater (van voldoende kwaliteit) in normale en droge situaties in een gebied. In dialoog komen overheden en watergebruikende sectoren tot gedragen maatregelen die in normale én in droge situaties maatschappel ijk en economisch verantwoord zijn. Waar relevant zullen resultaten hiervan hun doorwerking krijgen in volgende begrotingen.
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onder houdskosten voor kunstwerken, dijken, dammen, duinen, stormvloedke ringen, kustfundament en oevers. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.
Tabel 27 Areaal waterveiligheid
Omvang Areaal |
Eenheid |
Realisatie omvang 2022 |
Prognose omvang 2023 |
Prognose omvang 2024 |
Budget 2024 (x € 1,000,--) |
Kustlijn |
km |
293 |
293 |
293 |
63.604 |
Stormvloedkeringen Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.: |
stuks |
6 |
6 |
6 |
139.418 62.543 |
|
km |
201 |
201 |
201 |
|
|
km |
604 |
605 |
605 |
|
Totaal |
ha |
5.182 |
5.189 |
5.189 |
265.565 |
Toelichting areaal waterveiligheid
In 2024 verandert het oppervlak uiterwaarden iets door realisatie van Grensmaas-projecten: Maasband en Urmond (dit valt weg in de afronding).
Motivering
Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als zoetwatervoorziening vervuld kan worden.
Producten
De waterveiligheid en beschikbaarheid moet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en met name ook vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze opgave geleidelijk zal toenemen.
Vernieuwingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vernieuwing. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogel ijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid. De projecten in het programma verlengen de levensduur van de kunstwerken of vernieuwen de kunstwerken zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.
Meetbare gegevens
Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is opgenomen, is bestemd voor de volgende werkzaamheden:
Tabel 28 Projecten vernieuwing
Water |
Project |
Maas |
De 7 stuwen in de Maas worden vernieuwd of gerenoveerd |
Noordzeekanaal |
Het gemaal Jmuiden wordt vernieuwd of gerenoveerd |
IJsselmeer |
Er wordt onderzocht welke onderdelen van 8 objecten (sluiscomplexen, bruggen, een naviduct) worden vernieuwd en/of gerenoveerd |
Maaswaalkanaal |
Het gemaal Heumen wordt vernieuwd en/of gerenoveerd. |
Maas |
De bediening op afstand van de Maasobjecten wordt vernieuwd en/of gerenoveerd. |
Brabantse Kanalen |
vernieuwd duikers en sifons. |
Al deze projecten zijn nog in de planfase. De opleverdata van deze projecten zijn dus nog niet bekend. De oplevermijlpaal wordt pas bepaald bij het uitvoeringsbesluit.
A. Omschrijving van de samenhang in het beleid
B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 29 Budgettaire gevolgen van de uitvoering art |
. 4 Experimenteren cf. art. |
III Deltawet (bedragen x € 1.000) |
|||||
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
Verplichtingen |
162.223 |
153.117 |
25.314 |
2.635 |
55.965 |
1.119 |
1.133 |
Uitgaven |
72.605 |
355.144 |
111.811 |
98.816 |
113.721 |
60.860 |
60.101 |
4.02 GIV/PPS |
72.605 |
355.144 |
111.811 |
98.816 |
113.721 |
60.860 |
60.101 |
4.02.01 GIV/PPS |
72.605 |
355.144 |
111.811 |
98.816 |
113.721 |
60.860 |
60.101 |
Ontvangsten |
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 30 Geschatte budgetflexibiliteit |
|
2024 |
|
Juridisch verplicht |
100% |
Bestuurlijk gebonden |
|
Bestuurlijk gebonden |
|
Beleidsmatig gereserveerd |
|
Nog niet ingevuld/vrij te besteden |
Tabel 31 Artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet (bedragen x € 1.000) |
||||||||||
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
|||
4 |
Experimenteren cf. art. III Deltawet |
Uitgaven |
355.144 |
111.811 |
98.816 |
113.721 |
60.860 |
60.101 |
59.160 |
58.332 |
4.02 |
GIV/PPS |
355.144 |
111.811 |
98.816 |
113.721 |
60.860 |
60.101 |
59.160 |
58.332 |
|
2031 |
2032 |
2033 |
2034 |
2035 |
2036 |
2037 |
2023-2037 |
|||
4 |
Experimenteren cf. art. III Deltawet |
Uitgaven |
57.519 |
57.357 |
56.958 |
57.245 |
56.552 |
55.871 |
53.027 |
1.312.474 |
4.02 |
GIV/PPS |
57.519 |
57.357 |
56.958 |
57.245 |
56.552 |
55.871 |
53.027 |
1.312.474 |
Motivering
Het experimenteerartikel staat ten dienste van een integrale uitvoering van het Deltaprogramma en biedt de mogelijkheid tot integrale bekostiging.
4.02 Geïntegreerde contractvormen
Motivering
Bij infrastructuurprojecten waarbij sprake is van publiek-private samen werking (PPS) bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor aanleg, onderhoud én financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is DBFM (Design, Build, Finance and Maintain) waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van bij mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase.
Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar systeem te realiseren.
Producten
Het project Afsluitdijk is met een DBFM-contract op de markt gezet en verkeert in de realisatiefase. Het project betreft de versterking van het dijklichaam volgens het principe van de overslagbestendige dijk, met behoud van de groene (vegetatie) uitstraling, het bouwen van twee keersluizen (Den Oever en Kornwerderzand), het aanleggen van een Doorlaat voor de Vismigratierivier, het versterken van de schut- en spuicom-plexen en het vergroten van de waterafvoercapaciteit door het aanbrengen van pompen in het spuicomplex Den Oever.
Openstelling (waterveilig) is behoudens het versterken van de bestaande spuimiddelen voorzien in 2025 zoals ook aan de Tweede Kamer gemeld.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
Het projectbudget Afsluitd ijk wordt met € 107 miljoen verlaagd. De oorzaken zijn:
-
-Op 20 mei 2022 is de Tweede Kamer geïnformeerd dat er over de afwikkeling van het opsplitsen van de projectopdracht voor de Bestaande Spuimiddelen (BSM) voor de Afsluitdijk nog gesprekken werden gevoerd tussen RWS en de opdrachtnemer over enkele geschilpunten. Inmiddels kan gemeld worden dat Rijkswaterstaat en de opdrachtnemer hier gezamenlijk uitgekomen zijn. Het onderhandelingsresultaat van de uitkomst bedraagt € 21,6 miljoen. Dit bedrag wordt bij deze begroting teruggeboekt naar de investeringsruimte op het Deltafonds.
-
-Overboeking naar artikel 1.02.02 Aanleg waterveiligheid van
€ 149,6 miljoen omdat het projectonderdeel Bestaande Spuisluis niet onder het DBFM-contract Afsluitdijk valt en daardoor verantwoord moet worden op artikel 1.02.02.
-
-Toevoeging van prijscompensatie € 63,7 miljoen.
Tabel 32 Projectoverzicht geïntegreerde contractvormen/PPS (bedragen x € 1 miljoen)
Projectbudget Kasbudget Oplevering Eind
huidig |
vorig |
t/m 2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 later |
huidig |
vorig contract |
||
Projecten Noordwest-Nederland |
||||||||||||
Afsluitdijk Afrondingen |
2.072 |
2.168 |
239 |
355 |
112 |
99 |
114 |
61 |
60 |
1.032 |
2025 |
2025 |
Programma Realisatie |
2.072 |
2.168 |
239 |
355 |
112 |
99 |
114 |
61 |
60 |
1.032 |
||
Budget (DF 4.02.01) |
355 |
112 |
99 |
114 |
61 |
60 |
1.032 |
-
A.Omschrijving van de samenhang in het beleid
-
B.Budgettaire gevolgen van uitvoering
Op dit artikel worden de apparaatskosten van RWS en de Staf Deltacommissaris geraamd alsmede de investeringsruimte, de overige netwerkgebonden uitgaven van RWS en programma-uitgaven van de Deltacommissaris die niet direct aan de afzonderlijke projecten uit dit Deltafonds zijn toe te wijzen.
Tabel 33 Budgettaire gevolgen van de uitvoering art. 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven (bedragen x € 1.000)
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
Verplichtingen |
371.519 |
372.018 |
394.734 |
402.778 |
480.182 |
503.043 |
590.033 |
Uitgaven |
371.603 |
372.282 |
394.693 |
402.787 |
480.191 |
503.052 |
590.042 |
5.01 Apparaat |
266.040 |
281.692 |
287.234 |
291.109 |
297.209 |
297.515 |
292.515 |
5.01.01 Staf Deltacommissaris |
1.585 |
1.903 |
1.591 |
1.591 |
1.591 |
2.020 |
2.020 |
5.01.02 Apparaatskosten RWS |
264.455 |
279.789 |
285.643 |
289.518 |
295.618 |
295.495 |
290.495 |
|
264.455 |
279.789 |
285.643 |
289.518 |
295.618 |
295.495 |
290.495 |
5.02 Overige uitgaven |
105.563 |
85.915 |
69.124 |
73.104 |
127.587 |
148.717 |
146.905 |
5.02.01 Overige netwerkgebonden uitgaven |
103.854 |
84.082 |
67.014 |
71.077 |
125.560 |
146.681 |
144.985 |
|
103.854 |
84.082 |
67.014 |
71.077 |
125.560 |
146.681 |
144.985 |
5.02.02 Programma-uitgaven DC |
1.709 |
1.833 |
2.110 |
2.027 |
2.027 |
2.036 |
1.920 |
5.03 Investeringsruimte |
0 |
4.675 |
33.225 |
28.494 |
7.860 |
6.600 |
46.200 |
5.03.01 Programmaruimte |
0 |
4.675 |
33.225 |
28.494 |
7.860 |
6.600 |
46.200 |
5.03.02 Beleidsruimte |
0 |
0 |
|||||
5.04 Reserveringen |
0 |
0 |
5.110 |
10.080 |
47.535 |
50.220 |
104.422 |
5.04.01 Reserveringen |
0 |
0 |
5.110 |
10.080 |
47.535 |
50.220 |
104.422 |
Ontvangsten |
286.037 |
231.527 |
5.10 Saldo afgesloten rekeningen |
286.037 |
231.527 |
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 34 Geschatte budgetflexibiliteit
2024
Juridisch verplicht |
90% |
Bestuurlijk gebonden |
|
Beleidsmatig gereserveerd |
10% |
Nog niet ingevuld/vrij te besteden |
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2037 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepings-bijlage bij de begroting op ditzelfde detailniveau tot en met 2037 toegelicht.
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
|||
5 |
Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven |
Uitgaven |
372.282 |
394.693 |
402.787 |
480.191 |
503.052 |
590.042 |
569.377 |
630.045 |
5.01 |
Apparaat |
281.692 |
287.234 |
291.109 |
297.209 |
297.515 |
292.515 |
292.743 |
292.633 |
|
5.02 |
Overige uitgaven |
85.915 |
69.124 |
73.104 |
127.587 |
148.717 |
146.905 |
144.474 |
147.334 |
|
5.03 |
Investeringsruimte |
4.675 |
33.225 |
28.494 |
7.860 |
6.600 |
46.200 |
16.147 |
28.501 |
|
5.04 Reserveringen |
5.110 |
10.080 |
47.535 |
50.220 |
104.422 |
116.013 |
161.577 |
|||
5 |
Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven |
Ontvangsten |
231.527 |
|||||||
5.10 |
Saldo afgesloten rekeningen |
231.527 |
||||||||
2031 |
2032 |
2033 |
2034 |
2035 |
2036 |
2037 |
2023-2037 |
|||
5 |
Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven |
Uitgaven |
864.673 |
858.714 |
855.677 |
995.242 |
1.093.153 |
1.180.269 |
1.109.586 |
10.899.783 |
5.01 |
Apparaat |
285.117 |
282.295 |
282.295 |
282.295 |
282.295 |
282.295 |
283.011 |
4.312.253 |
|
5.02 |
Overige uitgaven |
74.924 |
74.924 |
74.878 |
74.878 |
74.878 |
74.878 |
74.878 |
1.467.398 |
|
5.03 |
Investeringsruimte |
24.322 |
23.285 |
58.894 |
166.459 |
267.370 |
356.486 |
285.090 |
1.353.608 |
|
5.04 Reserveringen |
480.310 |
478.210 |
439.610 |
471.610 |
468.610 |
466.610 |
466.607 |
3.766.524 |
||
5 |
Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven |
Ontvangsten |
231.527 |
|||||||
5.10 |
Saldo afgesloten rekeningen |
231.527 |
-
C.Toelichting 5.01 Apparaat Motivering
In uitzondering op de systematiek van «Verantwoord Begroten» worden op deze begroting ook de apparaatskosten van de Staf Deltacommissaris en RWS gepresenteerd.
Producten
Staf Deltacommissaris
Overeenkomstig de Deltawet heeft de Deltacommissaris een eigen staf ter ondersteuning van zijn taken en een budget voor de aan hem toebedeelde taken. Op dit artikel worden personele en materiële kosten gepresenteerd, die nodig zijn om de taken van de Staf Deltacommissaris te kunnen uitvoeren.
Apparaatskosten Rijkswaterstaat
Dit betreft de apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) voor de programma's Ruimte voor de Rivier, Maaswerken, HWBP-2, HWBP, Afsluitdijk, overige aanlegprojecten, verkenningen en planuitwerkingen, watermanagement, Beheer en Onderhoud en de uitvoering van landelijke taken en inhuur.
5.02 Overige Uitgaven Producten Producten
Overige netwerkgebonden uitgaven
Onder overige kosten zijn de externe kosten verantwoord die niet direct toewijsbaar zijn aan de producten van het Deltafonds. Hiertoe behoren externe kosten voor de landelijke taken basisinformatie, sectorspecifieke ICT, kennisontwikkeling & innovatie, watermanagement, beheer en onderhoud en overige.
Programmauitgaven Deltaprogramma actie Staf DC
Deze uitgaven worden gedaan voor het Deltaprogramma en de hoofdtaken van de Deltacommissaris. Dit betreffen vooral programma-uitgaven voor: kennis- en strategieontwikkeling (waaronder voorbereiding van de tweede zesjaarlijkse herijking en Kennisprogramma Zeespiegelstijging); monitoring en evaluatie in het kader van het bewaken van de voortgang en samenhang van de uitvoering van het Deltaprogramma; de totstandkoming en het bevorderen van de uitvoering van het jaarlijkse Deltaprogramma; en voor het betrekken en informeren van belanghebbenden en publiek (communicatie en Deltacongres).
5.03 Investeringsruimte
Op dit artikel wordt de voor het Deltafonds beschikbare investeringsruimte verantwoord. Het kabinet heeft besloten tot een jaarlijkse verlenging van de investeringsfondsen. In deze begroting betekent dit een verlenging tot en met 2037. Na aftrek van de doorlopende verplichtingen (beheer, onderhoud en vernieuwing, netwerkkosten RWS en het HWBP) betekent dit een toevoeging van € 323 miljoen aan investeringsruimte in 2037.
Na de verlenging van het Deltafonds en de onderstaande budgettaire aanpassingen bedraagt de generieke investeringsruimte € 1.361 miljoen. Het grootste deel van de investeringsruimte is pas vanaf 2035 beschikbaar.
Deze investeringsruimte is beschikbaar voor prioritaire beleidsopgaven binnen de scope van het Deltafonds. De uitwerking van het Deltaprogramma is in volle gang. Gedurende de lopende trajecten, zoals de beoordeling op basis van de nieuwe waterveiligheidsnormen, de nadere beleidsuitwerking van Integraal Riviermanagement, het Deltaplan zoetwater en de Programmatische Aanpak Grote Wateren, zullen de komende jaren deze investeringsmiddelen op adaptieve wijze nader worden geprogrammeerd. In de investeringsruimte van € 1.354 miljoen zijn risicoreserveringen opgenomen van in totaal circa € 245 miljoen.
Tabel 36 Investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
|
Vrije Investeringsruimte |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
19.600 |
9.847 |
22.201 |
Risicoreserveringen |
4.675 |
33.225 |
28.494 |
7.860 |
6.600 |
26.600 |
6.300 |
6.300 |
Totaal |
4.675 |
33.225 |
28.494 |
7.860 |
6.600 |
46.200 |
16.147 |
28.501 |
Tabel 37 Vervolg Investeringsruimte (bedragen x € 1.000) |
||||||||
Vervolg Investeringsruimte |
2031 |
2032 |
2033 |
2034 |
2035 |
2036 |
2037 |
2023-2037 |
Vrije Investeringsruimte |
6.444 |
5.407 |
41.016 |
148.581 |
249.492 |
338.608 |
267.215 |
1.108.411 |
Risicoreserveringen |
17.878 |
17.878 |
17.878 |
17.878 |
17.878 |
17.878 |
17.875 |
245.197 |
Totaal |
24.322 |
23.285 |
58.894 |
166.459 |
267.370 |
356.486 |
285.090 |
1.353.608 |
5.04 Reserveringen
Op artikelonderdeel 5.04 worden uitgaven geraamd voor toekomstige opgaven, waarvoor nog geen startbeslissing is genomen. Op dit moment zijn tot en met 2037, onder voorbehoud van cofinanciering, met name de volgende posten gereserveerd:
-
-Regionale keringen in beheer bij het Rijk (€ 185 miljoen): Om de regionale keringen in beheer bij het Rijk te laten voldoen aan de in het Waterbesluit opgenomen normen is binnen de investeringsruimte een reservering getroffen.
-
-Integraal Rivier Management (€ 617 miljoen): in dit programma worden de Rijksopgaven voor de rivier, waaronder waterveiligheid, scheepvaart, waterkwaliteit en -kwantiteit, rivierbodemligging en vegetatiebeheer in samenhang met elkaar gebracht om synergie in programmering en uitvoering te bereiken. Tevens worden deze daar waar dit leidt tot synergie verbonden met urgente regionale opgaven. Via het programma Integraal Rivier Management geven Rijk en regio nadere beleidsuit-werking aan de voorkeurstrategie voor de waterveiligheid van rivieren, zoals vastgelegd in het Nationaal Waterplan 2016-2021. Daarmee wordt ook de herijking van de voorkeursstrategie vormgegeven. Het programma heeft een doorlooptijd tot en met 2050. Voor de opgave tussen 2032-2050 wordt € 80 miljoen per jaar aan de beleidsreser-vering toegevoegd.
-
-Deltaplan Zoetwater (€ 420 miljoen): Dit betreft voortzetting van het beleid (vervolg op het 1e pakket zoetwater) om schade ten gevolge van droogte en verzilting te voorkomen. Het was in Nederland in 2022 voor de vierde keer in vijf jaar droog, met name op de hoge zandgronden. Bovendien was er dit jaar en in 2018 sprake van een feiteljk watertekort. Dit laat zien dat we meer moeten doen om problemen, zoals op de hoge zandgronden en in IJsselmeergebied, te voorkomen. Daarvoor wordt in het Deltafonds vanaf 2028 jaarl ijks € 42 miljoen gereserveerd.
-
-Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) (€ 672 miljoen): dit betreft behoud en verbetering van natuur en waterkwaliteit gericht op toekomstbestendige grote wateren met hoogwaardige natuur die goed samengaat met een krachtige economie. PAGW heeft een doorlooptijd tot en met 2050. Voor de opgave in de periode 2030-2040 wordt jaarlijks € 85,8 miljoen per jaar en in de periode 2041-2050 jaarl ijks
€ 66 miljoen aan de beleidsreservering toegevoegd voor de bekostiging van de urgente opgave en maatregelen ten behoeve van een robuust ecologisch netwerk.
-
-Onderzoekreservering (€ 24 miljoen): dit betreft middelen voor onderzoek ten behoeve van de brede wateropgave. Het gaat onder andere om onderzoek naar waterveiligheid, rivieren, verbetering waterkwaliteit en waterkwantiteit (zoetwatervoorziening). Uit deze reservering kan geput worden als onderzoeksopgaven verder zijn uitgewerkt en financieel onderbouwd. Aan de bestaande beleidsreservering wordt jaarlijks € 2 miljoen toegevoegd.
-
-Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium 2035 (€ 47 miljoen): Beheerders van primaire waterkeringen (Waterschappen en Rijk) zijn conform de Waterwet wettel ijk verplicht minimaal iedere twaalf jaar verslag uit te brengen aan de Minister over de waterstaatkundige toestand van deze keringen. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de beoordeling hiervan. Deze regels zijn bekend onder het «Wettel ijk beoordelingsinstrumentarium». De scope van dit programma omvat (de doorontwikkeling van) software, technische leidraden, voorschriften, procedures, ondersteuning, beheer en onderhoud. De reservering dient voor het dekken van de benodigde jaarlijkse kosten voor dit programma in de periode 2024-2035.
-
-IJsselmeergebied € 3,6 mln: Samen met de regiopartners werkt lenW in de periode 2023-2026 aan de voorbereiding van de herijking van de voorkeursstrategie en Deltabeslissing IJsselmeergebied in 2026.
De komende jaren zal gewerkt worden aan een integrale analyse van kansrijke alternatieven en nieuwe beleidsbesluiten. Vanaf 2030 wordt een beleidsreservering van € 3,6 mln aangelegd met een structurele doorwerking. Hiervan zal gebruik gemaakt worden als er meer zicht is op de doorwerking van de deltabeslissing in 2026 en de uitwerking en implementatie van het beleid in de jaren daarna.
-
-CA Instandhouding € 1.795 miljoen: de reservering CA Instandhouding betreft de middelen vanuit het coalitieakkoord voor instandhouding van het hoofdwatersysteem voor het Deltafonds.
3.6 Artikel 6 Bijdragen andere begrotingen Rijk
A. Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste van de begroting van lenW komen. De doelstellingen van het onderliggend beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII.
Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdragen aan de Investe-ringsfondsen op de Begroting hoofdstuk XII.
B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 38 Budgettaire gevolgen van de uitvoering art. 6 Bijdragen andere begrotingen Rijk (bedragen x € 1.000)
Ontvangsten |
1.114.300 |
1.537.980 |
1.650.164 |
1.754.350 |
1.879.705 |
1.638.621 |
1.648.241 |
6.09 Ten laste van begroting IenW 6.09.01 Ten laste van begroting IenW |
1.114.300 1.114.300 |
1.537.980 1.537.980 |
1.650.164 1.650.164 |
1.754.350 1.754.350 |
1.879.705 1.879.705 |
1.638.621 1.638.621 |
1.648.241 1.648.241 |
Tabel 39 Artikel 6 Bijdragen andere begrotingen Rijk (bedragen x € 1.000) |
|||||
2023 2024 2025 2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
|
6 Bijdragen andere begrotingen Rijk |
Ontvangsten 1.537.980 1.650.164 1.754.350 1.879.705 |
1.638.621 |
1.648.241 |
1.485.854 |
1.511.823 |
6.09 Ten laste van begroting IenW |
1.537.980 1.650.164 1.754.350 1.879.705 |
1.638.621 |
1.648.241 |
1.485.854 |
1.511.823 |
2031 |
2032 |
2033 |
2034 |
2035 |
2036 |
2037 |
2023-2037 |
|
6 Bijdragen andere begrotingen Rijk |
Ontvangsten 1.489.533 |
1.403.540 |
1.580.326 |
1.350.579 |
1.644.545 |
1.694.447 |
1.694.545 |
23.964.253 |
6.09 Ten laste van begroting IenW |
1.489.533 |
1.403.540 |
1.580.326 |
1.350.579 |
1.644.545 |
1.694.447 |
1.694.545 |
23.964.253 |
Dit begrotingsartikel is technisch van aard.
3.7 Artikel 7 Investeren in waterkwaliteit
A. Omschrijving van de samenhang in het beleid
Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit in het hoofdwatersysteem ten behoeve van de Europese Kaderrichtlijn Water worden verantwoord op artikelonderdeel 7.01.
Met uitvoering van de maatregelen komen de doelen van de Kaderrichtlijn Water in beeld voor het hoofdwatersysteem. Voor het behalen van Natura 2000-doelen is meer nodig. Door klimaatverandering en toenemend maatschappelijk gebruik staan de natuur en ecologische waterkwaliteit en daarmee de biodiversiteit van de grote wateren onder druk. Er zijn daarom aanvullende systeemingrepen en een transitie naar duurzaam beheer nodig om een duurzame verbetering te realiseren. Het Rijk wil in 2050 toekomstbe-stendige grote wateren met hoogwaardige natuur die goed samengaat met een krachtige economie. Via de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW), waterzuivering van medicijnresten en waterkwaliteitsprojecten wordt invulling gegeven aan deze ambitie. Dit is verantwoord op artikel 7.02.
Met de Stroomgebied-beheerplannen wordt gewerkt aan het realiseren van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW), daarnaast zijn er nieuwe uitdagingen om ons water chemisch schoon en ecologisch gezond te krijgen en te houden voor duurzaam gebruik. De prioriteiten daarbij zijn nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen, plastic zwerfafval, opkomende stoffen en medicijnresten in water. Studiekosten voor de waterkwaliteit worden verantwoord op artikel 7.03.
Het artikel investeren in waterkwaliteit is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Integraal Waterbeleid) op de Begroting Hoofdstuk XII.
B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2037 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepings-bijlage bij de begroting op ditzelfde detailniveau tot en met 2037 toegelicht.
Tabel 40 Budgettaire gevolgen van de uitvoering art. 7 Investeren in waterkwaliteit (bedragen x € 1.000)
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
Verplichtingen |
79.486 |
210.322 |
208.705 |
146.798 |
141.016 |
138.781 |
45.122 |
Uitgaven |
68.667 |
147.448 |
185.990 |
180.876 |
179.779 |
253.849 |
38.783 |
7.01Ontwikkeling Kaderrichtlijn water |
49.628 |
75.292 |
102.665 |
111.399 |
98.327 |
158.158 |
0 |
7.01.01 Aanleg Kaderrichtlijn water |
49.628 |
75.292 |
102.665 |
111.399 |
98.327 |
158.158 |
0 |
7.02 Ontwikkeling Waterkwaliteit |
9.734 |
37.448 |
67.152 |
53.913 |
70.338 |
92.178 |
37.694 |
7.02.01 Aanleg waterkwaliteit |
2.784 |
27.113 |
59.596 |
48.745 |
47.947 |
39.005 |
23.136 |
|
1.700 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
|
7.02.02 Planning waterkwaliteit |
6.950 |
10.335 |
7.556 |
5.168 |
22.391 |
53.173 |
14.558 |
|
6.950 |
3.586 |
1.637 |
828 |
453 |
453 |
453 |
7.03 Studiekosten |
9.305 |
34.708 |
16.173 |
15.564 |
11.114 |
3.513 |
1.089 |
7.03.01 Studiekosten waterkwaliteit |
9.305 |
34.708 |
16.173 |
15.564 |
11.114 |
3.513 |
1.089 |
|
4.140 |
7.317 |
4.340 |
4.718 |
1.573 |
1.048 |
524 |
Ontvangsten |
630 |
36 |
328 |
4 |
26 |
||
7.09 Ontvangsten investeringen in waterkwaliteit |
630 |
36 |
328 |
4 |
26 |
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 41 Geschatte budgetflexibiliteit
2024
Juridisch verplicht 87%
Bestuurlijk gebonden 13%
Beleidsmatig gereserveerd Nog niet ingevuld/vrj te besteden
Tabel 42 Art. 7 Investeren in waterkwaliteit (bedragen x € 1.000)
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
|||
7 |
Investeren in waterkwaliteit |
Uitgaven |
147.448 |
185.990 |
180.876 |
179.779 |
253.849 |
38.783 |
25.075 |
25.075 |
7.01 |
Ontwikkeling Kaderrichtljn water |
75.292 |
102.665 |
111.399 |
98.327 |
158.158 |
||||
7.02 |
Ontwikkeling waterkwaliteit |
37.448 |
67152 |
53.913 |
70.338 |
92.178 |
37.694 |
23.986 |
23.986 |
|
7.03 |
Studiekosten |
34.708 |
16.173 |
15.564 |
11.114 |
3.513 |
1.089 |
1.089 |
1.089 |
|
7 |
Investeren in waterkwaliteit |
Ontvangsten |
36 |
328 |
4 |
26 |
||||
7.09 |
Ontvangsten investeringen in waterkwaliteit |
36 |
328 |
4 |
26 |
|||||
2031 |
2032 |
2033 |
2034 |
2035 |
2036 |
2037 |
2023-2037 |
|||
7 |
Investeren in waterkwaliteit |
Uitgaven |
24.251 |
365 |
365 |
365 |
365 |
365 |
365 |
1.063.316 |
7.01 |
Ontwikkeling Kaderrichtljn water |
545.841 |
||||||||
7.02 |
Ontwikkeling waterkwaliteit |
23.986 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
431.281 |
|
7.03 |
Studiekosten |
265 |
265 |
265 |
265 |
265 |
265 |
265 |
86.194 |
|
7 |
Investeren in waterkwaliteit |
Ontvangsten |
394 |
Ontvangsten investeringen
7.09 in waterkwaliteit 394
-
C.Toelichting
7.01 Investeringen waterkwaliteit
Motivering
Het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland schoon (drink)water heeft.
Producten
Verbeterprogramma Kaderrichtlijn Water
Het Verbeterprogramma Kaderrichtlijn Water bestaat uit maatregelen in de Rijkswateren die zijn geclusterd tot projecten. De projecten richten zich op het herstel van natuurlijkere overgangen tussen land en water, zoet en zout en van verbindingen, waaronder die tussen het hoofd- en regionaal watersysteem. Het betreft zoal aanlegprojecten om een meer natuurlijke inrichting van de watersystemen te bewerkstelligen als ook onderzoeksmaatregelen. Dit moet bijdragen aan het bereiken van een goede ecologische en chemische toestand van de watersystemen, zoals de Kaderrichtl ijn Water vraagt. Tevens draagt dit bij aan de doelen voor de Drinkwaterrichtl ijn, de Zwemwaterrichtl ijn, Natura 2000 en de Kaderrichtl ijn Mariene Strategie.
Meetbare gegevens
De uitvoering van het verbeterprogramma van Rijkswaterstaat is in een drietal tranches verdeeld. De tranches zijn zoveel mogelijk gekoppeld aan de planperiodes van de Kaderrichtlijn Water. De tweede tranche is gestart in 2016. Deze tranche bestaat uit 242 maatregelen. Eind 2021 liep de tweede tranche af, alhoewel niet alle maatregelen toen waren uitgevoerd. De restopgave van de tweede tranche wordt tegelijkertijd met de derde tranche (2022 - 2027) uitgevoerd.In 2022 heeft de Minister besloten over het aanpassen van de scope van het KRW verbeterprogramma. Maatregelen uit het O pakket zullen gerealiseerd worden. Voor maatregelen uit het A-pakket wordt enkel de verkenning en planuitwerkingsfase doorlopen. Het vrijvallende budget van de realisatiefase van deze A-maatregelen wordt ingezet voor het dekken van meerkosten als gevolg van PFAS en tegenvallers bij de realisatie van het O-pakket.
De Tweede Kamer wordt jaarljks via De Staat van ons Water geïnformeerd over de uitvoering van alle maatregelen, ook diegene die worden uitgevoerd door de waterschappen en andere partijen, gericht op de ecologische en chemische kwaliteit van de oppervlaktewateren in de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde, Eems en over de uitvoering gericht op een goede chemische en kwantitatieve toestand van de grond wateren in de vier stroomgebieden (laatste publicatie: Kamerstukken II, 2020-2021,27 625 nr. 538). Omdat de Kaderrichtl ijn Water werkt met planperiodes, is een volledige beschrijving van de toestand alleen om de 6 jaar mogelijk. Een volledige beschrijving van de toestand is opgenomen in de Stroomgebiedbeheerplannen voor de periode 2022-2027, die begin 2022 zijn vastgesteld en aan de Europese Commissie zijn gerapporteerd (bijlage 1022230 bij Kamerstuk 35325 nr. 5). Het Planbureau voor de Leefomgeving rapporteert jaarlijks op basis van de beschikbare gegevens over waterkwaliteit in het Compendium voor de Leefomgeving.
Het Verbeterprogramma KRW heeft de verkenningsfase afgerond, in totaal zijn er 143 maatregelen te realiseren voor eind 2027. Deze maatregelen zijn divers van aard, bevatten zowel het uitvoeren van onderzoeken als de aanleg van fysieke maatregelen zoals natuurvriendelijke oevers en geulen. De maatregelen van het verbeterprogramma bevinden zich zowel in de planuitwerking als realisatiefase. In 2024 ligt het accent op de planuit-werking. In 2025 en 2026 zal naar verwachting een groot deel van het maatregelenpakket in realisatie gaan.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
Het projectbudget van KRW 2e en 3e tranche is toegenomen met € 27 miljoen door de prijsbijstelling 2022.
Volgens de Europese afspraak, gemaakt in het Europees Kaderrichtl ijn Water, dienen de Kaderrichtl ijn Water maatregelen eind 2027 opgeleverd te zijn.
Tabel 43 Projectoverzicht realisatieprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
Projectbudget Kasbudget Oplevering
huidig |
vorig |
t/m 2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 later |
huidig |
vorig |
|
Projecten waterkwaliteit Projecten Nationaal KRW 1e tranche |
30 |
30 |
30 |
||||||||
KRW 2e en 3e tranche |
698 |
670 |
152 |
75 |
103 |
111 |
98 |
158 |
2027 |
2027 |
|
afrondingen |
|||||||||||
Programma Realisatie |
728 |
700 |
182 |
75 |
103 |
111 |
98 |
158 |
0 0 |
||
Budget (DF 7.01.01) |
75 |
103 |
111 |
98 |
158 |
0 0 |
7.02 Overige investeringen waterkwaliteit
Motivering
Naast het Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren ten behoeve van de KRW zijn hieronder de overige aanlegprojecten inzake waterkwaliteit opgenomen.
Producten
Aanleg waterkwaliteit
Tabel 44 Projectoverzicht realisatieprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
Projectbudget |
Kasbudget |
Oplevering |
||||||||||
huidig |
vorig |
t/m 2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 later |
huidig |
vorig |
||
Waterkwaliteit Projecten Nationaal Bijdrageregeling medicijnresten |
68 |
65 |
1 |
13 |
15 |
22 |
16 |
|||||
Grote wateren |
221 |
211 |
4 |
34 |
21 |
30 |
37 |
23 |
72 |
2032 |
2032 |
|
Verruiming vaargeul Westerschelde |
26 |
26 |
26 |
|||||||||
Natuurcompensatie Perkpolder |
3 |
2 |
1 |
|||||||||
DAW Projecten (subsidies aan o.a. Kadaster, LTO) |
29 |
28 |
2 |
8 |
10 |
6 |
2 |
2 |
||||
Afrondingen |
||||||||||||
Programma Realisatie |
347 |
330 |
29 |
27 |
59 |
49 |
48 |
39 |
23 |
73 |
||
Budget (DF 7.02.01) |
27 |
59 |
49 |
48 |
39 |
23 |
73 |
Grote wateren
De in 2017 uitgevoerde verkenning naar de opgaven voor natuur en water kwaliteit in de grote wateren, laat zien dat er grote systeemingrepen (inrichting en beheer) nodig zijn om de waterkwaliteit te verbeteren en de natuur toekomstbestendig te versterken, door maatregelen die ruimte bieden aan natuurlijke processen (waaronder terugbrengen van natuurlijk dynamiek), hydro-ecologische verbindingen verbeteren en voor het ecologisch functioneren verloren gegane leefgebieden terugbrengen.
Op grond daarvan hebben de Ministers van IenW en LNV de ambitie uitgesproken om tot 2050 diverse maatregelen te treffen die gericht zijn op het voorkomen van achteruitgang van ecologische kwaliteit van de grote wateren, het bevorderen van een stabiel en samenhangend ecologisch netwerk en het creëren van ruimte voor ruimtelijk-economische ontwikkeling.
Om deze ambitie verder te brengen is de Programmatische Aanpak Grote Wateren gestart die waar het kan aansluit op lopende gebiedspro-cessen, waarbij samen met overheden, marktpartijen, natuurorganisaties en stakeholders maatregelen worden uitgevoerd. Na realisatie is er nog 10 jaar beheer en onderhoud, monitoring en evaluatie meegenomen in het taakstellend budget.
De komende jaren zullen IenW en LNV, in de vorm van de programmatische aanpak Grote Wateren, samen met de regio (Gebiedsagenda's voor de Grote Wateren) en ondersteund door Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en regionale partners de maatregelen uit de eerste en tweede tranche uitvoeren (Kamerstukken II, 2019-2020,27 625, nr. 488 en nr. 523).
De eerste en tweede tranche projecten zitten veelal in de planning en studiefase. In 2024 wordt de planning en studiefase van project Paddenpol afgerond en start de realisatiefase. Voor enkele projecten gaat de feitelijke aanleg starten in 2024. Het project Marker Wadden verlengde fase 1, twee extra eilanden, is in 2023 opgeleverd. Daarnaast is in 2023 gestart met de voorbereiding van de uitvoering van de projecten uit de derde tranche van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (27 625, nr. 565).
Voor de elf door de ministers van IenW en NenS geselecteerde projecten voor de derde tranche worden plannen van aanpak opgesteld. In 2024 starten deze derde tranche projecten met het planvormingstraject; een aantal projecten zal in 2024 een startbeslissing nemen.
Tabel 45
PAGW project |
Fase MIRT |
Mijlpaal 2024 |
Preverkenning |
||
Grensmaas, achteroevers IJsselmeer en Vogel en Vis |
Preverkenning |
Start preverkenning |
Biesbosch Rijn Maasmonding |
Preverkenning |
Afronding preverkenning |
Verkenning |
||
Onderwaternatuur, Ketelpolder, Boschplaat, vierwaarden |
Verkenning |
Start verkenning |
Noord Hollandse Jsselmeerkust |
Verkenning |
Afronding verkenning |
Verkenning 2e en 3de tranche. |
||
Friese Jsselmeerkust |
Verkenning en deel realisatie |
Realisatie i.s.m. KRW maatregel Makumer Noordwaard |
Planuitwerking |
Afronding studie Zoet-zout |
|
Wieringerhoek |
Planuitwerking |
overgang Den Oever |
i.c.m. verdrogingsmaatregelen |
||
Oostvaardersoevers |
Planuitwerking |
Uitwerking tweede en derde tranche |
Eemszijlen binnendijks |
Planuitwerking |
|
Galgenplaat |
Planuitwerking |
Projectbesluit en voorbereiding realisatie: N2000 beheermaatregel |
Meanderende Maas |
Planuitwerking |
Projectbesluit |
Eemszijlen buitendijks |
Planuitwerking |
Go/no go moment i.v.m. grondgebruiksissue |
Paddenpol |
Planuitwerking |
Start realisatie |
Realisatie |
||
Vierhuizengat- Lauwersmeer |
Realisatie |
In uitvoering |
PAGW project |
Fase MIRT |
Mijlpaal 2024 |
Markerwadden |
Beheer en monitoring Beheer en monitoring |
Monitoring KIMA 2.0 opgeleverd |
Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW)
Vanaf juli 2023 wordt de Tijdelijke Subsidieregeling Uitvoering Maatregelen Deltaplan Agrarisch Waterbeheer van kracht. Hiermee is aanvullende financiering beschikbaar voor bovenwettelijke maatregelen op het gebied van agrarisch waterbeheer waar waterschappen en agrariërs samen aan werken.
Voor zuivering van medicijnresten wordt bijgedragen aan aanpassing van rioolwaterzuiveringsinstallaties. In de bijdrageregeling is een totaal van 60 miljoen beschikbaar. Afhankelijk van de snelheid waarmee aanvullende zuiveringen functioneel in bedrijf worden genomen zal in 2024 naar schatting 4 miljoen worden besteed.
Voor het terugdringen van de invloed van nutriënten en gewasbescher mingsmiddelen op het oppervlaktewater wordt middels subsidie-bijdragen aan LTO en middels een bijdrage aan het kadaster uitvoering gegeven aan het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.
Verkenningen- en Planuitwerkingsprogramma
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Dit artikelonderdeel geeft inzicht in de stand van zaken van diverse projecten en programma's op het gebied van zoetwatervoorziening die zich in de fasen van voorbereiding tot realisatie bevinden.
Tabel 46 Projectoverzicht Planning waterkwaliteit (bedragen x € 1 |
miljoen) |
||
Projectomschrjving |
Huidig |
Budget vorig |
Planning PB of TB Oplevering |
Projecten Nationaal EPK planning waterkwaliteit |
7 |
7 |
|
Projecten Zuid-Nederland Grevelingen |
106 |
106 |
2028-2029 2028-2029 |
Totaal programma planuitwerking en verkenning |
113 |
113 |
|
Begroting DF 7.02.02 |
113 |
113 |
Toelichting:
Getij Grevelingen
De planuitwerking van het project Getij Grevelingen zal langer gaan duren. Hierdoor schuift ook het moment van oplevering naar achteren.
De vertraging vloeit voort uit een geconstateerde kostenstijging. Hierom is een traject gestart om de kostenraming weer stabiel te krijgen. In 2023 is het rapport opgeleverd, op basis waarvan besluitvorming over het vervolg kan plaatsvinden.
7.03 Studiekosten waterkwaliteit
Motivering
Dit betreft de studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en de overige studiekosten op het gebied van waterkwaliteit.
Producten
Aanpak Waterkwaliteit
Speerpunten in de aanpak van waterkwaliteit zijn het terugdringen van de problematiek van nutriënten in het grond- en oppervlaktewater, de belasting van het water door emissies van gewasbeschermingsmiddelen en het verminderen van waterverontreiniging als gevolg van medicijnresten , nutriënten, microplastics en nieuwe (opkomende) stoffen. Als onderdeel van deze aanpak wordt in de periode 2023-2025 door het RIVM onderzocht op welke manier de aanwezigheid van PFAS in mens en milieu teruggedrongen kan worden. De RIVM aanpak bestaat uit het inventariseren van de bronnen, het ontwikkelen van handelingsperspectieven en het monitoren van de effectiviteit van de genomen maatregelen.
Bijlage 1: Voeding van het Deltafonds en begrotingsstaat per artikelonderdeel
Bijlage 2: Verdiepingshoofdstuk
In het verdiepingshoofdstuk is per productartikel een meerjarige begro-tingsmutatietabel opgenomen op artikelonderdeelniveau met daarbij de aansluiting tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit voor de volledige looptijd van het fonds. Bij het toelichten van de begrotingsmutaties wordt de normering die is opgenomen in de leeswijzer gehanteerd. Dit houdt in dat de begrotingsmutaties, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht (tenzij beleidsmatig toch relevant). De begrotingsmutaties zijn in alfabetische volgorde in de tabellen opgenomen en worden ook in deze volgorde toegelicht.
Artikel 1 Investeren in waterveiligheid
CC
-t-1
o
c
w
cc cc
O
5
c/>
0)
cc
+¦>
3
S
-
O)o S jOr o r- ö) ® “
S’- «
o — r
5 ® 5 ï = =
o o 2 ¦o ® o c iï .2,
15.440 |
15.440 |
|
7.443 |
371.517 |
48.912 |
|
375.731 |
391.171 |
o |
|||||||
419.036 |
3.871 |
422.907 |
|
8.167 |
|
2.092 |
|
324.396 |
7.331 |
7.331 |
||||||
302.813 |
£08'£ |
306.616 |
|
8.596 |
108.909 |
|
66.039 |
372.655 |
7.331 |
7.331 |
||||||
346.318 |
5.737 |
352.055 |
C\l co ö co i |
8.796 |
101.241 |
co o 'sT |
148.504 |
203.551 |
7.331 |
7.331 |
||||||
568.727 |
37.193 |
605.920 |
|
8.580 |
1.041 |
12.384 |
|
578.246 |
7.587 |
7.587 |
||||||
288.523 |
24.477 |
313.000 |
o 'Ct CM 00 |
o co 00 |
o o o 00 co |
32.483 |
00 co 'Ct |
106.291 |
419.291 |
7.571 |
7.571 |
|||||
376.967 |
20.914 |
397.881 |
13.244 |
7.835 |
o CM co d CM |
17.936 |
64.335 |
462.216 |
7.571 |
7.571 |
||||||
435.005 |
CM S 1 |
427.883 |
|
8.364 |
o o o LO o |
16.815 |
16.055 |
110.317 |
538.200 |
7.571 |
3.200 |
ILL01 |
||||
506.612 |
CO 00 1 |
472.484 |
10.711 |
8.298 |
o o o d CM |
21.492 |
14.911 |
75.412 |
547.896 |
7.571 |
3.650 |
CM CM |
||||
478.454 |
55.551 |
534.005 |
CM CM CO LO i |
5.563 |
o o o id '5t |
|
20.697 |
37.101 |
CM co co co |
595.887 |
7.571 |
£393 |
13.224 |
|||
390.289 |
114.704 |
504.993 |
41.956 |
7.807 |
|
18.874 |
20.507 |
37.101 |
67.245 |
572.238 |
9.737 |
8.386 |
18.123 |
|||
485.568 |
175.830 |
661.398 |
76.500 |
6.922 |
O o o 00 |
|
32.774 |
|
75.357 |
124.778 |
786.176 |
11.135 |
12.569 |
23.704 |
||
592.768 |
75.107 |
667.875 |
22.803 |
7.078 |
o o o 'Ct CM |
CM 'sf od i |
29.884 |
|
16.878 |
684.753 |
13.456 |
14.038 |
27.494 |
|||
620.750 |
|
545.057 |
57.288 |
CM O 00 |
37.000 |
00 'Ct co 00 i |
CM C\i CM |
|
40.534 |
585.591 |
15.150 |
13.184 |
28.334 |
|||
510.860 |
|
446.498 |
CM co 'Ct |
12.963 |
154.000 |
78.811 |
13.598 |
00 '«t i |
25.696 |
472.194 |
CM 6 CM |
13.468 |
33.712 |
|||
o |
122.554 |
371.517 |
o |
o |
217.254 |
|
149.559 |
|||||||||
Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel 1.02 Ontwikkeling waterveiligheid |
Mutaties Voorjaarsnota 2023 |
Stand eerste suppletoire wet 2023 artikelonderdeel 1.02 Ontwikkeling waterveiligheid |
CA-middelen instandhouding kasschuif |
Desaldering |
Extrapolatie 2037 |
Kaderaanpassing |
Kasschuiven binnen Deltafonds |
Loon- en prijsbijstelling 2023 |
HXII: Integraal Rivieren Management |
Overboeking Afsluitdijk bestaande spuisluis |
Mutaties Miljoenennota 2024 |
Stand ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 1.02 Ontwikkeling waterveiligheid |
Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel 1.03 Studiekosten |
Mutaties Voorjaarsnota 2023 |
Stand eerste suppletoire wet 2023 artikelonderdeel 1.03 Studiekosten |
r-- co o |
7.331 |
3.344 |
10.675 |
10.675 |
O |
15.440 |
401.846 |
1.398 |
1.398 |
7.443 |
OO 00 CM 'sT |
181.731 |
183.129 |
||||||||||
co co o CM |
'St 'sf CO CO |
co co |
ra r> ra 6 |
r> ra co ra CN |
co co CN 6 co |
r> o ra co co |
ra ra co 6 co |
r> 't |
CN co 00 |
CD od |
r> ra cd |
03 r> 03 03 CO |
|||||||||||
2035 |
'St 'sT CO CO |
xt xt co co |
ra r> ra 6 |
6 co |
r> 03 CO CO |
o co co cd co co |
co r> CN ra r> |
ra o |
03 r> ra ra r> |
CD 03 LD od |
ra 03 ra cd |
ra r> CN ra co |
|||||||||||
'St co O CM |
'St 'sT CO CO |
xt xt co co |
ra r> ra 6 |
03 <fr ra co ra co |
ra co co 03 ra co |
ra CN CN 't CN |
03 03 CN o CN |
't CN ra |
co CN O CN |
CD O) r" od |
ra 03 r> cd |
03 03 c\i CN |
|||||||||||
CO co o CM |
'St 'sf CO co |
xt xt co co |
co 03 6 |
't co ra r> ra |
r> o ra co ra |
r> r> 03 co ra |
o ra 03 ra r*. |
03 |
03 ra co cd r> |
o 00 LD od |
o co ra cd |
03 <fr 03 ra co |
|||||||||||
CM CO o CM |
'St 'sT CO CO |
xt xt co co |
ra 03 6 |
03 o ra 03 CN |
r> ra 6 CN co |
ra o CN 6 co |
ra 03 cd 03 |
ra ra ra |
o CN ra ra 03 |
o co od |
o 00 cd |
o ra ra od o CN |
|||||||||||
cö O CM |
'St 'sT CO CO |
xt xt co co |
ra 03 6 |
co co ra co co |
CN ra 't ra o |
co cd r> |
o r> 't CN 03 |
ra |
o 03 |
LD CO 00 r< |
ra co co N |
03 co o CN |
|||||||||||
O co o CM |
'St 'sT CO CO |
xt xt co co |
ra |
ra r> ra CN |
ra ra cd co |
ra co CN ra ra |
't co co r> |
s co |
CO O r> CN r> |
'St CD CO od |
ra 00 cd |
CN r> q co |
|||||||||||
2029 |
'St 'sT CO CO |
xt xt co co |
ra (O ra |
co co 't ra |
ra CN ra ra o> |
CN o 03 ra r> ra |
ra cd ra |
co co |
ra 't 03 ra |
00 03 CNI od |
co 03 CN cd |
CN ra r*. N r> |
|||||||||||
00 CM O CM |
'St 'sf CO co |
xt xt co co |
co ra ra ra |
co o 03 6 r> ra |
ra 03 cd co ra |
co co cd o r> |
ra r> CN cd ra |
co co 1 |
co co r> N ra |
co CD LD ra |
00 ra ra ra' |
ra 00 od r> |
|||||||||||
r'' CM o CM |
oö '«t 'St |
00 |
o ra CN CN |
co co CN CN |
r> CN ra ra |
co CN 03 ra |
r> o co cd ra |
03 o co ra 1 |
co 03 ra |
o 00 r< |
r> o co N |
ra o 00 03 ra |
|||||||||||
co CM O CM |
'St 'sT CO CO |
O O CN i |
LO |
O) Cs! co |
CO CN 03 ra CN |
r> o ra CN r> ra |
r> 03 ra ra r> |
CN 03 CN cd 03 co |
ra co o CN ra |
r> co co cd 1 |
03 03 cd |
CM CN O) CD |
CN CN 03 ra |
CN 6 ra |
|||||||||
2025 |
LO 'sf co co |
O O CN i |
o o CN |
LO |
o C\l co |
03 6 CO |
CN o r> N o ra |
ra r> ra N s |
co 03 CO 6 r> r> |
co r> |
03 <fr 03 |
r> CN 't ra |
00 o r< |
co r*. o N |
ra o ra od ra |
||||||||
'St CM O CM |
co co co |
03 'St LO i |
O O CN i |
O O CN |
LO |
co o> 00 CN |
r> CN CN CO |
00 03 't CN r> |
03 r> ra ra ra |
o r> CN 03 O r> |
ra 03 6 ra |
ra o 6 |
03 03 6 ra |
CM O od |
CN o cd |
00 o o 03 ra |
|||||||
CO CM O CM |
oo ra |
CO co 'St i |
LO CN 1 |
O O CN i |
o o 'St |
o 03 i |
LO |
co CN |
O <fr 00 co co |
r> co ra ra |
o co 03 ra ra ra |
co ra 't ra co ra |
co o ra ra |
CN r> ra |
o co CN 03 ra |
ra ra 03 CM |
ra ra 03 c\i |
ra oo CN CN co |
|||||
Totaal mutatie |
cö co r< |
ra co 00 od 'sf |
CN 00 03 i |
LO CN 1 |
O O 00 i |
o |
O 03 i |
o o co |
CD F ra CM CM |
00 00 CM 'st- I-' |
O |
||||||||||||
1 Investeren in waterveiligheid |
r-- co o CM #0 0 o o. 2 X LU |
UL Q c CD CD T3 "O E "cö 03 > c CD 0 -Q > CJ |
>• O o 0 0) 0 -Q > CJ O) c X !n o 0 0 X |
C 0 0 0 5 Js4 0 o t CM O 0 ° ? $ § is 'c 0 c Q 5 E |
0 i Js4 0 O ¦O 0 TJ C O I |
c 0 0 0 T-, CD ^ > 0 c -C c -11 Ê O
X .E |
TJ *0 o: 03 0 > 0 0 5 Js4 0 O N 0 "0 c o I |
5 o o -Q ¦0 C 0 _l "cö o C/3 Q_ X z ® -1 ~è
O £ .1» O 1 i |
CN o CN 0 +¦> o c c 0 c 0 o i 0 0 +¦> 0 +¦> s |
c 0 ¦*-> 0 o CN O 0 «M ‘-Ü .E 03 o co *- o 03 ¦ 0 £¦ © <D "O i 0 =? ° 2 "O qj c ^ +S t C/3 0 |
c 0 0 CO 0 > c co V, c V ® S 2 ¦§) 0 03 — 03 0 m .¦0 -Q > —\ Q. C —' s- 0 — 0 +0 > 0 0 > § O c rF O .E |
c 0 0 0 4-> 4-* <A V) *- 0 0 > 0 C ¦0 “ c co 0 g ® ® ¦= > 5 .B 0 “ 03 £ 0 F ° C % 0 |2 « .E |
c 0 0 CO 0 > c V, c ® S 2 ¦§) 0 03 3= 03 0 m .tC -Q > —\ Q. C —' s- 0 — 0 +0 > 0 0 > § O c rF O .E |
c 0 0 03 C "ö 5 © 5 ¦£ co = .5» CN O — 0—0 N g £ 0) ¦ 0 C — m ‘-P 0 5 O 0 > .E 0 0 D ü C Q. 0 © 0 ® ®
|
co CN O CN 0 +¦> O 0 0 0 0 o 5 0 0 '¦*-> 0 +¦> 0 s |
co c CN © ° I o j= 3 S >£ 2 c a | S1 0 o C q. F 0 a® 1 0 0 > 0 "E E 2 ¦§ c 0 c P ® o ® ¦gal» ^ “ 0 0 +j > ^ L t c/) 0 .E |
Ö3 C 0 0 0 0 ? |
co o CM #0 0 o o. 0 X LU |
c 0 0 0 T-, > 0 c ra c -11 ra £ % 1 0 > x .E |
o- CN o CN 0 4-> o c c 0 c 0 o i 0 0 0 +¦> s |
c 0 0 ö> CN c -O ° >1 ,E o E +-¦ _ 0 2 g £ C3 ¦ 0 0 ' +-* ¦e © § £-0 5 0 "2 c 5 © '“ T3 c C c P ° O 0 ¦gal» ^ “ 0 +- T_ p c/) 0 .E |
||
X X |
X X |
X o X GQ |
X X |
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2023 Investeren in waterveiligheid 164.608 150.945 141.478 152.036 168.307 168.276 168.116 171.334 192.470 193.964 176.950 202.499 175.273 180.365 0
oo o CM |
1.398 |
183.129 |
CO co o CM |
CM CO 00 |
o> r> a> <T> co |
2035 |
CT> r> co tb r*. |
LO r> CM LO co |
'St CO O CM |
00 CM O |
a> CT> CM CM |
CO co o CM |
O) «O CO cd r> |
a> CT> tb co |
CM co o CM |
o CM LD LO O) |
o LO to cd o CM |
cö o CM |
O O) |
a> CO o CM |
o co o CM |
CO O r> |
CM r> o CO |
2029 |
to O) (O |
CM to r*. N r> |
00 CM o CM |
co co r> r> (O |
LO co cd r> |
CM o CM |
co O) (O |
LO o co ai to |
co CM o CM |
o> O) cd 't |
CM 6 LO |
2025 |
r> tb 't |
LO O LO cd LO |
'St CM O CM |
O) <j> 6 to |
00 o o ai to |
CO CM O CM |
o co O) to |
LO 00 CM CM CO |
Totaal 1 Investeren in waterveiligheid mutatie |
® -W 03 0 o ® to T3 0 S È +¦> —
“ 0 ö) 0 £ S s s S £ ö g ö £ lal .2 3 .E |
c © 0 to 0 ¦OÏ a S t/> o c " ® ö> -O
5 2 a S o> = £ ® 0 C -Q > O £¦ i — 0 +0 > 0 0 > > o c <F o .E |
Artikel 1 Investeren in waterveiligheid
Loon- en prijsbijstelling 2023
Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranch 2023 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar de investeringsruimte van het Deltafonds. Vanuit de investeringsruimte worden de artikelonderdelen verhoogd met de loon- en prijsbijstelling.
Bij de begroting 2024 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2037. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2036 stand begroting 2023 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken.
In het Coalitieakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing van de Rijksinfrastructuur. Bij Voorjaarsnota 2023 zijn deze middelen van de aanvullende post overgeboekt naar het Deltafonds voor de jaren 2026-structureel (artikel 5.04 Reserveringen). Met deze mutaties worden de beschikbaar gestelde middelen voor de korte termijn (periode tot en met 2025) overgeboekt naar de artikelen waar ze worden ingezet voor de instandhouding van onze dijken, duinen en dammen. Naast de overboekingen is er ook sprake van kasschuiven om de bedragen in lijn te brengen met de programmering. Voor nadere toelichting zie bijlage 4 Instandhouding.
Als gevolg van de actualisering van de projectramingen is een kaderaanpassing doorgevoerd op het DF Met deze kaderaanpassing worden de uitgavenkaders op het DF weer in balans gebracht met de programmering. Het gaat om een kaderaanpassing die over de jaren budgetneutraal is. Vanuit de periode 2023-2028 wordt € 163 miljoen naar latere jaren doorgeschoven. Daarmee komt de over/onderprogrammering uit op een overprogrammering van € 475 miljoen in de periode 2023-2028 waarvan € 75 miljoen in 2023.
Om binnen het Deltafonds tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren noodzakelijk. Door middel van een kasschuif via artikel 01.02 Ontwikkeling waterveiligheid onderdeel over/onderprogrammering worden de bedragen in de juiste jaren geplaatst.
HXII: Cyber en Vitaal middelen DF
Dit betreft het aandeel van het Deltafonds in de middelen uit het Coalitieakkoord voor de thema's cybersecurity, economische veiligheid (EV) en vitaal voor de begrotingsjaren 2023 en verder. Het sluit aan bij de doelen uit de Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS) en de IenW Cybersecuritystra-tegie( IWCS) in wording. Deels zijn het middelen om uitvoering te geven aan Europese richtlijnen die nieuwe eisen stellen aan de weerbaarheid van vitale organisaties.
XII: Herschikking Cyber Security
Voor de uitvoering van het programma cyberveiligheid worden externen ingezet. Voor de juiste verantwoording worden middelen overgeboekt van DF naar artikel 98 personele uitgaven
Aan verschillende projecten binnen het Deltafonds wordt een bijdrage van derden toegevoegd. Het gaat met name om bijdragen van de waterschappen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
Overboeking Afsluitdijk bestaande spuisluis
Het project Afsluitdijk Bestaande Spuisluis is vanuit artikel 4.02 GIV/PPS overgeboekt naar artikel 1.02.02 Aanleg waterveiligheid omdat het project-onderdeel Bestaande Spuisluis niet onder het DBFM-contract Afsluitdijk valt en daardoor verantwoord moet worden op artikel 1.02.02.
o |
o |
o |
o |
o |
o |
O |
O |
|||||||||||||
co o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
O |
O |
||||||||||||
CO co o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
O |
O |
||||||||||||
LO co o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
O |
O |
||||||||||||
'St co o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
O |
o |
||||||||||||
co co o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
O |
o |
||||||||||||
CM co o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
O |
o |
||||||||||||
cö o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
O |
o |
||||||||||||
2029 2030 |
o <o |
o> co 00 |
co <J> |
cö |
LO O) |
«o CM |
CT> CO O CM |
o |
o |
o |
O CO |
co o> |
||||||||
(OOO'l 3 |
CM 00 o> |
o to |
CM O |
35.953 |
LO |
36.004 |
37.046 |
o |
o o o |
o o o |
o o o |
CM 00 o> |
CM o |
|||||||
00 CM o CM |
||||||||||||||||||||
76.488 |
00 co o |
75.455 |
18.983 |
co 'sf co co |
15.337 |
60.118 |
O O CM |
o o CM CM |
o |
o o CM CM |
78.688 |
77.655 |
||||||||
CM o CM |
||||||||||||||||||||
X c 0 CD CD 5— ~a 0 _Q CD C |
49.311 |
|
14.549 |
i 00 o 00 CM |
'St o r-. |
l CM 00 cd CM |
43.361 |
O O CM |
o o CM CM |
o |
o o CM CM |
51.511 |
16.749 |
|||||||
co CM o CM |
||||||||||||||||||||
LO CM O CM |
37.811 |
6000L |
O CM CO N |
co LO o LO i |
CM èö CM |
r> c\i 1 |
45.079 |
r> 00 co S |
r> o |
O cd |
o |
O cd |
45.198 |
56.224 |
||||||
"c .0 'N L_ o o > 0 4—' CD 5 4—' 0 O N c |
43.020 |
13.971 |
56.991 |
41.740 |
co LO r-- CM |
44.496 |
101.487 |
O) co |
O) 5 |
o CM r> cd |
o |
o CM r> cd |
47.159 |
60.711 |
||||||
'St CM O |
1 |
|||||||||||||||||||
co CM o CM |
137.886 |
73.986 |
211.872 |
LO |
|
10.241 |
|
140.312 |
4.500 |
CM r> |
CM CM CD |
o o o 1 |
CM co |
co to CT> 1 |
to ID CM LO |
142.386 |
218.096 |
|||
Totaal mutatie |
LO |
o |
19.805 |
o |
CM co |
|||||||||||||||
nvesteren i |
Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel 2.02 Ontwikkeling zoetwatervoorziening |
Mutaties Voorjaarsnota 2023 |
Stand eerste suppletoire wet 2023 artikelonderdeel 2.02 Ontwikkeling zoetwatervoorziening |
BCF: Deltaprogramma Zoetwater |
Loon- en prijsbijstelling 2023 |
Mutaties Miljoenennota 2024 |
Stand ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 2.02 Ontwikkeling zoetwatervoorziening |
Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel 2.03 Studiekosten |
Mutaties Voorjaarsnota 2023 |
Stand eerste suppletoire wet 2023 artikelonderdeel 2.03 Studiekosten |
Loon- en prijsbijstelling 2023 |
Mutaties Miljoenennota 2024 |
Stand ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 2.03 Studiekosten |
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2023 Investeren in zoetwatervoorziening |
Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2023 Investeren in zoetwatervoorziening |
|||||
2 Investeren in zoetwatervoorziening |
||||||||||||||||||||
Tabel 49 Artikel 2 I |
Kasschuif Investeren in Zoetwatervoorziening |
Kasschuif Investeren in Zoetwatervoorziening |
in zoetwatervoorziening 145.568 105.207 53.483 45.561 62.318 38.046 2.069 0000000 0
Kasschuif Investeren in Zoetwatervoorziening
Om binnen een modaliteit tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren via het aanleg-programma noodzakelijk. De omvangrijkste kasschuiven vinden plaats op het de impulsregeling ruimtelijke adaptie en zoetwatermaatregelen om de beschikbare bedragen beter in lijn te brengen met de programmering. Door middel van een kasschuif via artikel 01.02 worden de bedragen in de juiste jaren geplaatst.
De kasschuif op de Impulsregeling Ruimtel ijke Adaptie is noodzakelijk omdat in de afgelopen twee jaren bleek dat veel aanvragen worden ingediend in de laatste maand van het jaar. Er is een termijn van 13 weken voor het proces van beoordeling van de aanvragen en afgeven van beschikkingen. Daarom wordt verwacht dat in 2024 nog een budget van € 60 miljoen nodig is om de laatste aanvragen van de Impulsregeling Ruimtelijke Adaptatie uit 2023 te kunnen afhandelen. De adaptatie maatregelen moeten zijn uitgevoerd vóór 1 januari 2028.
Loon- en prijsbijstelling 2023
Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranch 2023 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar de investeringsruimte van het Deltafonds. Vanuit de investeringsruimte worden de artikelonderdelen verhoogd met de loon- en prijsbijstelling.
1.063 |
2.596 |
53.701 |
235.769 |
00 'sT |
303.514 |
304.577 |
o |
|||||
236.832 |
2.596 |
53.701 |
00 'sf i |
67.745 |
304.577 |
243.598 |
||||||
o CD CM CM |
2.596 |
53.701 |
069'0L |
66.987 |
288.147 |
228.051 |
||||||
211.160 |
3.079 |
o co co |
r-. o CM cd |
76.987 |
288.147 |
218.051 |
||||||
191.282 |
2.596 |
53.701 |
9.246 |
65.543 |
256.825 |
198.410 |
||||||
246.959 |
|
co cd i |
11.938 |
5.316 |
252.275 |
254.122 |
||||||
257.704 |
co o co |
o CM CO cd i |
12.457 |
5.831 |
263.535 |
264.781 |
||||||
174.199 |
129.349 |
48.930 |
49.750 |
CM 'St 00 |
236.450 |
410.649 |
181.105 |
|||||
CM CO CD CM CM |
128.225 |
o co co |
45.500 |
10.861 |
191.196 |
415.878 |
202.157 |
|||||
170.492 |
128.778 |
29.825 |
52.400 |
CM 'St CM 00 |
219.245 |
389.737 |
207.659 |
|||||
131.893 |
122.473 |
co CM co 00 1 |
49.850 |
co r-. co cd |
160.076 |
291.969 |
136.610 |
|||||
200.241 |
44.565 |
90S’S6 |
|
2.500 |
089'6 |
105.302 |
305.543 |
185.624 |
||||
360.885 |
|
co i |
2.991 |
|
17.444 |
|
360.374 |
co CM N o Tf |
||||
336.908 |
CM r-. ¦si- LD |
|
|
16.285 |
|
304.930 |
328.297 |
|||||
378.969 |
2.311 |
|
|
r-. o co 00 |
co co CM i |
o o <fr 1 |
337.569 |
371.642 |
||||
555.877 |
o |
o |
00 CO 00 LD CO '0- |
|
235.769 |
173.050 |
co co CM i |
|||||
artikelonderdeel 3.02 Onderhoud en vernieuwing |
CA-middelen Instandhouding |
CA-middelen Instandhouding kasschuif |
CA-middelen instandhouding kasschuif VenR |
CA-middelen Instandhouding VenR |
Correctie budgetoverheveling BenO Hollandse Ijsselkering |
Extrapolatie 2037 |
Loon- en prijsbijstelling 2023 |
Ministerie EZK: Onderzoeksprogramma VenR |
Mutaties Miljoenennota 2024 |
Stand ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 3.02 Onderhoud en vernieuwing |
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2023 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing |
5 0.-0
O)
CM
CD
LD
6
«O
CO
o
O)
«o
co co
o
LD
CO
«O
o
3 Exploitatie, onderhoud Totaal en vernieuwing mutatie 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Exploitatie,
onderhoud en vernieuwing 344.873 312.524 368.393 319.308 308.566 406.087 432.033 427.128 271.808 260.548 265.098 296.420 296.420 312.850 312.850
Loon- en prijsbijstelling 2023
Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranch 2023 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar de investeringsruimte van het Deltafonds. Vanuit de investeringsruimte worden de artikelonderdelen verhoogd met de loon- en prijsbijstelling.
Bij de begroting 2024 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2037. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2036 stand begroting 2023 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken.
In het Coalitieakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing van de Rijksinfrastructuur. Bij Voorjaarsnota 2023 zijn deze middelen van de aanvullende post overgeboekt naar het Deltafonds voor de jaren 2026-structureel (artikel 5.04 Reserveringen). Met deze mutaties worden de beschikbaar gestelde middelen voor de korte termijn (periode tot en met 2025) overgeboekt naar de artikelen waar ze worden ingezet voor de instandhouding van onze dijken, duinen en dammen. Naast de overboekingen is er ook sprake van kasschuiven om de bedragen in lijn te brengen met de programmering. Voor nadere toelichting zie bijlage 4 Instandhouding.
0> Oi 00 |
54.495 |
53.027 |
||
o o |
o o |
r> 00 LD LD |
||
CN o |
CM O |
CN LD LD cd LD |
||
CN 00 o |
CN CO O |
LD 't CN N LD |
||
00 CN o |
co CN O |
co LD O) cd LD |
||
'St oo o |
CO O |
r> LD CO N LD |
||
oo o |
r> co o |
O) LD N LD |
||
1.050 |
o LD O |
CN CO CO cd LD |
||
'St CD O |
CO o |
O CO oo LD |
||
2.793 |
o 00 |
co o co 't co 1 |
O 6 co |
|
2.807 |
o 00 |
't oo CN 't co 1 |
o co co 6 co |
|
6.551 |
LD 00 LD |
co o co cd co 1 |
CN r> cd |
|
'St 00 CD OO |
o o CD CN I |
co oo S 1 |
co co cd oo |
|
oo 'St OO CD |
co co cd |
co |
||
00 00 CN OO CN |
co co CN cd CN |
LD LD CO |
||
Loon- en prijsbijstelling 2023 54.641 |
i oo LD LD ai 'St |
O o CD CN 1 !E o in 0 ö) W 0 CO c 0 1 m <1 :=> ö) ¦D .E ¦ — © ’-P <C to |
CN o CN cc +¦> o c c © c © o i © © '+¦> © +¦> o |
(/) CN Q_ O Q_ CN Ui > ¦E O s S co © ^ ¦§.© £¦ © 0 "O % © ° ° "O m c j* © \= +- c/) © |
'ij .ti to = '5 £ tf> < '5 ?« 32 © o ^ is © w > 0 O n |
c oo
© a
O +¦> C/> CM © E +¦> § © ® © > I ±j
CO m
W 2 Q ^ o =
-J +¦> -
gat g
ij -P o.
« r v
Loon- en prijsbijstelling 2023
Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranch 2023 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar de investeringsruimte van het Deltafonds. Vanuit de investeringsruimte worden de artikelonderdelen verhoogd met de loon- en prijsbijstelling.
Bij de begroting 2024 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2037. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2036 stand begroting 2023 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken.
Overboeking Afsluitdijk bestaande spuisluis
Overboeking naar artikel 1.02.02 Aanleg waterveiligheid van € 149,6 miljoen omdat het projectonderdeel Bestaande Spuisluis niet onder het DBFM-contract valt en daardoor verantwoordt moet worden op artikel 1.02.02.
Afsluitdijk: Afwikkeling restgeschil/schikking WVSO
Op 20 mei 2022 is de Tweede Kamer geïnformeerd dat er over de afwikkeling van het opsplitsen van de projectopdracht voor de Bestaande Spuimid-delen (BSM) voor de Afsluitdijk nog gesprekken werden gevoerd tussen RWS en de opdrachtnemer over enkele geschilpunten. Inmiddels kan gemeld worden dat Rijkswaterstaat en de opdrachtnemer hier gezamenl ijk uitgekomen zijn. Het onderhandelingsresultaat van de uitkomst bedraagt € 21,6 miljoen. Dit bedrag wordt bij deze begroting teruggeboekt naar de investeringsruimte op het Deltafonds.
2 S3
CM < O
5 £
+¦>
-
=r
O cc
g S.
£ a ¦5 <
"G m C J* 03 ¦=
+- t_
C/) 03
~0 (D < >
13.313 |
282.535 |
283.011 |
2.324 |
2.324 |
69.083 |
3.471 |
72.554 |
74.878 |
||||||||
13.313 |
27.749 |
282.295 |
£8069 |
2.324 |
71.407 |
3.471 |
3.471 |
74.878 |
||||||||
13.313 |
27.749 |
282.295 |
£8069 |
2.324 |
71.407 |
3.471 |
3.471 |
74.878 |
||||||||
13.313 |
27.749 |
282.295 |
£8069 |
2.324 |
71.407 |
3.471 |
3.471 |
74.878 |
||||||||
13.313 |
27.749 |
282.295 |
£8069 |
2.324 |
71.407 |
3.471 |
3.471 |
74.878 |
||||||||
13.313 |
27.749 |
282.295 |
69.126 |
2.324 |
71.450 |
3.474 |
3.474 |
74.924 |
||||||||
13.313 |
27.965 |
285.117 |
69.126 |
2.324 |
71.450 |
3.474 |
3.474 |
74.924 |
||||||||
oo ö C\l |
34.861 |
292.633 |
69.126 |
2.324 |
71.450 |
o C\i |
3.474 |
75.884 |
147.334 |
|||||||
oo ö CM |
34.866 |
292.743 |
69.126 |
2.324 |
71.450 |
69.550 |
3.474 |
73.024 |
144.474 |
|||||||
19.446 |
34.166 |
292.515 |
69.467 |
2.327 |
71.794 |
o CM CD |
3.491 |
75.111 |
146.905 |
|||||||
21.754 |
36.621 |
297.515 |
75.107 |
607 |
75.714 |
69.325 |
00 r" CD 00 |
73.003 |
148.717 |
|||||||
20.797 |
35.699 |
297.209 |
73.417 |
593 |
74.010 |
25.933 |
24.054 |
CO 1 |
3.599 |
53.577 |
127.587 |
|||||
o CD 00 CD |
22.183 |
291.109 |
73.288 |
612 |
73.900 |
|
00 CM 1 |
O 1 |
3.592 |
|
73.104 |
|||||
O CD 00 CD |
22.234 |
287.234 |
72.947 |
710 |
73.657 |
CD CM 1 |
o co 00 CD 1 |
o 1 |
3.582 |
|
69.124 |
|||||
|
12.004 |
281.692 |
95.355 |
491 |
95.846 |
631 |
|
|
06 |
4.651 |
|
85.915 |
||||
205.757 |
306.685 |
O |
69.083 |
|
r'' CM 1 |
06 |
53.844 |
|||||||||
SCM capaciteit |
Mutaties Miljoenennota 2024 |
Stand ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 5.01 Apparaat |
Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel 5.02 Overige uitgaven |
Mutaties Voorjaarsnota 2023 |
Stand eerste suppletoire wet 2023 artikelonderdeel 5.02 Overige uitgaven |
CA-middelen Instandhouding |
CA-middelen instandhouding kasschuif |
Extrapolatie 2037 |
HXII: Maatwerk KNMI-RWS |
Deelname Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkelin |
Mirt onderzoek Waterveiligheid |
Loon- en prijsbijstelling 2023 |
Mutaties Miljoenennota 2024 |
Stand ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 5.02 Overige uitgaven |
Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel
5.03 Investeringsruimte 12.216 23.277 30.881 19.112 142.135 66.849 68.664 73.039 72.466 74.102 73.899 72.444 373.371 298.265
Mutaties Voorjaarsnota 2023 - 16.490 - 10.741 - 15.182 - 9.590 121.859 - 25.250 - 29.733 - 28.492 - 24.609 - 25.389 - 25.774 - 26.352 - 21.636 - 20.788 - 30.334
|
339.750 |
|
37.999 |
o o |
co cö cd 1 |
315.424 |
285.090 |
263.428 |
263.428 |
|
49.676 |
|
209.800 |
203.179 |
466.607 |
0 |
|||||||
co o CM |
i |
||||||||||||||||||||||
r> r> 'st r> r> |
ai o ai LO |
co co cd co |
o o |
co cö cd 1 |
a> o o b r*. |
CD 00 'St CD LD CO |
O O CO O) O |
co CM 't cd CD CM |
co CM CM cd r> 't |
co O) LD C\i |
O) h' co ai "St |
0 cd LD 1 |
co CD b 1 |
0 CD b CD 't |
co CM co co |
||||||||
CO CO o CM |
i |
||||||||||||||||||||||
2035 |
LT) CO LD CO |
i O) o O) cd o |
LO O) r< co |
o o i |
co cö cd 1 |
LO (O co 'st 00 1 |
O r- <o N CD CM |
O O CO O CM |
CO CM 't 'St CD CM |
co CM CM LD r> 't |
co O) LD C\i |
O) h' co ai "St |
0 I^S cd LD 1 |
co CD b 1 |
0 CD có CD 't |
't CM co rs 0 CT> |
|||||||
CM O) O b 'St |
CM O |
O) co LO C\i co |
o o |
co cö cd 1 |
r> CD co o CM |
a> LD 'St CD CD |
O O cq b CM |
CO CM 't CD CM |
co CM CM cd r> 't |
O) 0 cd |
CM co b co |
O cd co 1 |
co CD b 1 |
O q r> 't |
r> a> co b 0 CD |
||||||||
'St CO o CM |
i |
||||||||||||||||||||||
LT) CM cd 'St |
o i |
co CM CM LO CM |
o o |
co cö cd 1 |
a> CD r*. o |
'St O) co cd LD |
o o co o CM |
CO CM 't LD CO CM |
co CM CM b 't 't |
CO O) LD c\i |
O) h' co ai "St |
0 cd LD 1 |
co CD b 1 |
0 CD b co 't |
CM LD CO rs 0 CD |
||||||||
CO CO o CM |
i |
||||||||||||||||||||||
co r> cd 'st |
co 00 'St CM co i |
00 co 'St cd CM |
o o |
co cö cd 1 |
co CM LD CM 1 |
LD 00 CM cd CM |
o o a> CD co |
CO CM <T> K 't CM |
co CM cq 'St co 't |
LD O CO |
0 'St CM cd i |
I^S OD b |
co CD b 1 |
0 CM cd r> 't |
CO ai 'st ro CD |
||||||||
CM CO o CM |
i |
||||||||||||||||||||||
r> LD co I'S 'St |
o CM co LO CM i |
00 O) LO |
o o |
co cö cd 1 |
LD CO LD cd CM 1 |
CM CM CO 'St CM |
o o LD CD CO |
CO CM 't b LD CM |
co CM a> b co 't |
co 0 co |
"St 'St CM cd i |
0 CM CO b |
co CD b 1 |
0 co b 00 't |
CM CD r> 'st ro CD |
||||||||
CO o CM |
i |
||||||||||||||||||||||
r> 'st LO 'St 'St |
LO 00 cd i |
CM 'St O CM |
o o |
co o CM 1 |
CD O CD 1 |
O LD cd CM |
o o co LD a> |
LD O LD cd CO CM |
LD 0 cq 'st ro 't |
i LD CO O) ai 0 CM |
co 0 cd i |
0 LD ai "St 1 |
1 co CM r> csi r> CM |
r> r> LD CD |
't LD CM b a> LD |
||||||||
o CO o CM |
i |
||||||||||||||||||||||
CO O) cd co |
co CM LO CM i |
CM O ai |
o o |
co cd CM 1 |
'St 00 r> CM CM 1 |
r> 'st CD |
o o o 'St CM |
a> 't b CD CM |
a> 'St 'St co co |
i LD co b 0 CM |
CM CO I'M i |
0 0 LD b 'St 1 |
1 CO r> 't cd CD CM |
CO O b |
co co b LD |
||||||||
2029 |
i |
||||||||||||||||||||||
<T> O) LO |
CO O) LO i |
co 'St co o |
o o |
co "St 'St ai l |
a> O) <T> 'st 1 |
o o CD CD CM |
o o LD cd 00 |
O O cq cd O) |
0 0 co O) r> co |
i LD 'St 0D O CM |
CO 0 LD b i |
O O 'st Csi LD 1 |
1 CO I's 00 b r> CM |
'St 'St 0 |
0 co CD b co LD |
||||||||
00 CM o CM |
i |
||||||||||||||||||||||
CD r> d |
O) o |
O) co o 00 |
o o |
'St LO r-- CM 1 |
CD r- CD cd 1 |
O O CD CD |
o o LD 'St co |
LD 't LD cd 00 |
LD 't q cd CM co |
1 3 co ai O) |
CO co cq cd CM i |
O LD oa ai "St l |
1 LD CM cq csi r> CM |
0 b LD |
co 't LD b CD |
||||||||
CM o CM |
i |
||||||||||||||||||||||
CO CM o CM |
LO d |
o LO o co |
LO co co 1 |
o o i |
O) o CM 1 |
CM CD CD 1 |
O CD CO N |
co o LD LD r> |
co co co a> |
CD a> co CM r> CM |
O) ^t cd |
1 s 'st LD |
0 0 LD CM 1 |
1 S CO rs CM CM |
LD CO LD b 't |
CM CD r> rs CM 't |
|||||||
o> O) CD id |
LO CM |
LO 'St co cd co |
O) o C\i |
o o |
o o cq CM |
o co 00 cd 1 |
O a> LD 't |
o O cq CD |
o o LD cd CD |
0 CM 't cd LD 1 |
O CO O b |
CM 0D 0D od |
CM 00 oa od i |
0 |
0 00 0 b |
CM CD tq 'st ro 't |
|||||||
2025 |
i |
||||||||||||||||||||||
CD CO LO c\i |
LO CM |
co o co o CM |
co 5 r< |
o o |
o co 00 cd 1 |
a> 00 CD b CM |
LD CM CM cd CO |
CO CD 't LD LD |
co LD CO b LD 1 |
0 b |
co O) 0D cd |
co O) oa cd i |
0 |
0 b |
r> a> LD csi |
||||||||
'St CM o CM |
1 |
i |
|||||||||||||||||||||
'st r*. 'st 1 |
co co |
LO co cd |
LO 'St 00 00 |
o o r-; i |
O) "St cd |
a> 'st a> cd |
LD r- <q 'st |
O O LD c\i |
0 0 LD C\i 1 |
0 |
co O) a> CM |
co O) G) CM |
0 |
0 |
LD LD 'St CO co |
||||||||
CO CM o CM |
1 |
||||||||||||||||||||||
Totaal mutatie |
co |
LO CM |
o LO r-. ai co co |
o |
00 o LO cd 'St CM |
o o cd i |
O o cq CM |
i r-- LO r-- LO O CM |
1 OD CM r< O) oa |
O |
i oa co oa b co 'St |
0 0 oa ai 0 CM |
|||||||||||
1 |
|||||||||||||||||||||||
5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven |
"öï © 0 ¦ ï A «¦S-i ï = 5
3 m O © Jé! 0 $ Ë ® 2 " t5 CD CO O) 0 CM > ¦ö ° -“ +- co © 0 o (f) > LO |
0 "O c 0 .0 < o [l: 0 Q_ ® c ° 0 0 0 > Ol ~0 0 < > |
O 0 0 CQ Oi _c "0 > 0 -£ oi 0 C > '0 O 0 0 ^ -g £ 3 £ ¦° 0 0 0 s ? 2 0 o o o X |
r-. co o CM 0 0 o Q. ra X LU |
0 "O 0 o ra "0 Q 0 0 0 0 !D 0 0 > ’o 4= o 0 0 ‘S. |
CO CM O CM 0) 0 0 0 !D 0 o. 0 0 0 o 0 —I |
0 ¦0 o Q. Js4 0 CL #0 ra 0 0 0 Q. E o o 0 0 ra z |
!E o 0 0 0) 0 0 0) 0 0 Js4 IS <1 •.=• 0) "0 C
.0 ’-0 o <C 0 |
'0 '5 ra o. ra o O 05 |
't CM o CM ra +¦* o 0 0 0 0 0 o i 0 0 '+-1 ra +¦> 3 S |
en 0 0 T3 -ra O © E 0 a> ¦G) "ö ? 3 © © ? 1 o '§ Jé! 0 C ¦ - 0 O T > ¦G « £ 0 't „ C/5 CM LD |
0 0 O) C 0 £ 0 0 CM tr Ss LD b *0 O 0 0 0 42 "O CL 0 0 — § 5 +¦>
|
CO CM O CM ra +¦> 0 0 0 ra ra O 5 0 0 ra +¦> 3 s |
0 co © CM O) O 0 CM '0 0 I £ > 0 0 M C 0 ¦i; _0 O
© ‘E 0 © 0 0 0 0 "G m 0 ^ +S t (f) ra |
O) c 'TJ 3 0 4= "O c ra 0 c c 0 0 "O "O E < u |
’5 4= 0 0 0 ra O) 11 0 O "ö 4= "O -0 E g si |
X 0 3 ai 0 T3 3 O X "O 0 ra 0 _0 0 0 0 TJ "O E < 0 |
co 0 CM #0 ra 0 o. ra X LU |
't CM O CM ra +¦> 0 0 0 0 0 0 O i 0 0 ¦*-> ra 3 |
0 0 O) c N ï 0 £ CM 0 °> ® .E cc 2 S g1 m ¦g.® E- ® 0 "G i 0 =? 0 0 "G 0 0 ^ +S t (f) ra |
0 0 0 0 -n CM © ra 0 9 S CM ^ ^ C 0 0 ® c 0 ^ 0 S P 0 > > q. ° ra ra Cl D n
.ti 42 OI '0 5 o.* 3 ^11# <S t t 0 0 c ® > F O Z O |
CM © +¦> 0 0 O
g -2
iS?.?
5 2 I ®
372.282 394.693 435.893 478.191 503.052 570.442 569.377 630.045 864.673 858.714 855.677 995.2421.093.1531.180.269 1.109.586 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
co o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
CO co o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
2035 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
'St CO O CM |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
CO co o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
CM co o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
cö o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
o co o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
2029 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
00 CM o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
CM o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
co CM o CM |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
2025 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
'St CM O CM CO CM O CM |
r> CM LO 00 CM |
r> CM LO 00 CM |
r> CM LO 00 CM |
o |
r> LO co |
r> CM LO 00 CM |
|||||
Totaal mutatie |
|||||||||||
5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven |
c 0 c . ® „ S I +-1 ra C W C ® c C ^ 0 S P o > > b, ° 03 15 Dili ra 0> ® ® -H .X -Q U) 5 Q. 3 ^11# ® t 5 0 O u u > F O 2 O |
O 2 00 « g w C So® *“ O) ® U) .E ¦S • g o 0 jz wl £ 0 0 _ -Q "ö ~ O. C ® ® o o & ffi 0 > Je: 0 C t O O 0 0 |
OO CM O CM 0 +¦> O c 0 0 0 o 5 0 0 '+¦> 0 +¦> o s |
O 2 +-1 0 ® (Si > o 0 LO O — c X 0 0 ® © o
3 "O 0 0 E 0 O ® *8c 0 _ 0 ® ï o * 0 C CO m 0 CM E) O ü CO CM 0 |
o- O CM 0 ¦H1 O c c 0 c 0 o i 0 0 +¦> 0 ¦H1 3 s |
't CM c O o 0 e s| 0 "ö 0 S ® £ = o O o 1 £ 8 5t ® C/) 0 0 |
c 0 -O c c 0 5 a | “S3 0 ut E +¦> r- 0 _ 0 .E T3 c
0 m r> 2. f 0 0 +3 C -Q O) ‘3 o o. ^ ?lil ® 5 * 0 o = ® > F O 2 O |
c CO 0 _ CM T3 O c c CM ® <s +- 0 “ M 0 0 0 »1 ¦§ = »s?s Ü5 1 Q. ® ¦ —
ö A | s 5 2 1 O O ® -2 > F 0 2 o |
c 0 ¦0 c 5 S I 0 O o c CM 5 r 0 ,E -n 0 Ui ë c £ 0 2 o 5 0 m r> 2. 5 0 0 £ L 12 ÖTI o 0- ?lil ® 5 X © O = -2 > F O 2 O |
Loon- en prijsbijstelling 2023
Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranch 2023 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar de investeringsruimte van het Deltafonds. Vanuit de investeringsruimte worden de artikelonderdelen verhoogd met de loon- en prijsbijstelling.
Bij de begroting 2024 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2037. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2036 stand begroting 2023 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken.
In het Coalitieakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing van de Rijksinfrastructuur. Bij Voorjaarsnota 2023 zijn deze middelen van de aanvullende post overgeboekt naar het Deltafonds voor de jaren 2026-structureel (artikel 5.04 Reserveringen). Met deze mutaties worden de beschikbaar gestelde middelen overgeboekt naar de artikelen waar ze worden ingezet voor de instandhouding van onze dijken, duinen en dammen. Naast de overboekingen is er ook sprake van kasschuiven om de bedragen in lijn te brengen met de programmering. Voor nadere toelichting zie bijlage 4 Instandhouding.
Door Rijkswaterstaat wordt budget beschikbaar gesteld voor de verstrekte maatwerkopdracht die het KNMI voor Rijkswaterstaat verricht.
Bij de aanleg van de nieuwe primaire waterkeringen bij het project Natuur Compensatie Perkpolder is Thermisch Gereinigde Grond in de kern van de kering toegepast. Vanwege de toepassing van de TGG is het risico van bodemverontreiniging ontstaan. Op 30 juni 2022 heeft de Minister ingestemd met een aanvullende beheersmaatregel. die is opgenomen in het Plan van Aanpak dat aan de 4 bevoegde gezagen is aangeboden. Conform het zorgplichtartikel 13 van de Wet Bodembescherming is Rijkwa-terstaat als toepasser verantwoordelijk voor de TGG en zal Rijkswaterstaat uitvoering moeten geven aan de zorgplicht.
De capaciteit RWS is structureel gedekt op een niveau van 9.341 fte en t/m 2030 op een niveau van 9.572 fte. Hiermee kan de maakbare opgave op instandhouding opgevangen worden binnen RWS.
249.594 |
CM CM r>- 'st; co |
3.344 |
|||||
1.608.6371.525.7181.693.7001.816.1471.622.3441.533.6611.396.2741.337.2431.419.9531.296.0271.510.8131.281.0661.575.0321.624.934 |
3.344 |
||||||
3.344 |
|||||||
3.344 |
|||||||
3.344 |
|||||||
3.344 |
|||||||
3.344 |
|||||||
3.344 |
|||||||
3.344 |
|||||||
3.344 |
|||||||
4.481 |
|||||||
3.344 |
co |
o o CM i |
|||||
3.345 |
|
o o CM i |
|||||
|
co co co |
|
o o CM i |
||||
LO |
co co 'sf |
891 |
|
00 '«t |
O o CM i |
||
LO |
CM CM r>- 'sf co |
|
00 co 00 od 'St |
|
|
O o 00 i |
|
artikelonderdeel 6.09 Ten laste van begroting IenW |
0 I 0 O 0 E E 0 O) O Q. 0 0 ? |
Extrapolatie 2037 |
Herschikking Cyber Security |
C 0 0 T3 TJ 'E 0 0 > C 0 0 -Q > CJ |
Maatwerk KNMI-RWS |
Integraal Rivieren Management |
Mirt onderdoek Water |
LL O cü |
X X |
HXII: |
X X |
HXII: |
O
O
O
o
o
o
LO
o
o
o
o
d
CM
o
o
o
LO
'St
o
o
o
o
o
o
oö
o
o
o
'St
LO
o
o
o
o
'St
CM
o
o
o
r<
co
'St
CO
O
O
oq
I
o
o
co
I
't
co
LO
CO
LO
CO
LO
CO
LO
CO
LO
N
O
r*>
<d
o
't
co
co
O
CM
co
o
o
't
LO
CO
O
't
LO
«o
o
co
6
r*.
co
00
6
LO
r>
o
<d
co
LO
r--
LO
r--
LO
r--
LO
o
o
co
co
r>
6
«o
<d
co
o
o
r>
03
03
+¦>
£
N
O
r>
o
O)
2
¦G
O 03
co
r>
r>
¦ö -O
t5 „ cc
c CM C
® S ®
+; ™ O)
5 2
>go)
03
03
+¦>
£
(/> 03
Totaal
6 Bijdragen andere begrotingen Rijk mutatie 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Bijdragen andere begrotingen Rijk 1.537.9801.650.1641.754.3501.879.7051.638.6211.648.2411.485.8541.511.8231.489.5331.403.5401.580.3261.350.5791.644.5451.694.447 1.694.545
Loon- en prijsbijstelling 2023
Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranch 2023 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar de investeringsruimte van het Deltafonds. Vanuit de investeringsruimte worden de artikelonderdelen verhoogd met de loon- en prijsbijstelling.
Bij de begroting 2024 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2037. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2036 stand begroting 2023 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken.
HXII: Cyber en Vitaal middelen DF
Dit betreft het aandeel van het Deltafonds in de middelen uit het Coalitieakkoord voor de thema's cybersecurity, economische veiligheid (EV) en vitaal voor de begrotingsjaren 2023 en verder. Het sluit aan bij de doelen uit de Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS) en de IenW Cybersecuritystra-tegie( IWCS) in wording. Deels zijn het middelen om uitvoering te geven aan Europese richtlijnen die nieuwe eisen stellen aan de weerbaarheid van vitale organisaties.
Ministerie LNV: Bestuursovereenkomst Nitraat
Het betreft een overboeking naar het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit ten behoeve van de voortzetting van de bestuursovereenkomst Nitraat tot landing in het Nationaal Programma Landelijk Gebied.
Het programma (SEB) is opgericht om in samenspraak met de bouwsector, medeoverheden, aanbestedende rijksdiensten en verschillende ministeries te komen tot een eenduidige invulling van de maatregelen die nodig zijn om de doelen en ambities te halen die gesteld zijn met betrekking tot de reductie van stikstof, CO2 en fijnstofemissies van mobiele werk-, vaar- en voertuigen in de bouw (ook wel aangeduid als bouwmaterieel). Ter financiering van het aandeel Deltafonds in de opdracht 2023 wordt € 2 miljoen aan het Deltafonds toegevoegd.
Als gevolg van de actualisering van de projectramingen is een kaderaanpassing doorgevoerd op het DF. Met deze kaderaanpassing worden de uitgavenkaders op het DF weer in balans gebracht met de programmering. Het gaat om een kaderaanpassing die over de jaren budgetneutraal is. Vanuit de periode 2023-2028 wordt € 163 miljoen naar latere jaren doorgeschoven. Daarmee komt de over/onderprogrammering uit op een overprogrammering van € 475 miljoen in de periode 2023-2028 waarvan € 75 miljoen in 2023.
Artikel 7 Investeren in waterkwaliteit
2032 2033 2034 2035 2036 2037 |
o |
o |
o |
o |
100 |
100 |
100 |
o |
265 |
||||||||||||||||
o |
o |
o |
o |
o o |
o o |
o o |
LO <o CM |
LO CD CM |
|||||||||||||||||
o |
o |
o |
o |
o o |
o o |
o o |
LO <o CM |
LO CD CM |
|||||||||||||||||
o |
o |
o |
o |
o o |
o o |
o o |
LO <o CM |
LO CD CM |
|||||||||||||||||
o |
o |
o |
o |
o o |
o o |
o o |
LO (O CM |
LO CD CM |
|||||||||||||||||
o |
o |
o |
o |
o o |
o o |
o o |
LO (O CM |
LO CD CM |
|||||||||||||||||
o |
o |
o |
22.604 |
co |
22.785 |
o |
o o |
o CM |
23.986 |
LO <o CM |
LO CD CM |
||||||||||||||
03 o CM |
|||||||||||||||||||||||||
o |
o |
o |
22.604 |
co |
22.785 |
o |
o o |
o CM |
23.986 |
LO (O CM |
O O CO |
LO CD O |
¦tf CM |
||||||||||||
o oo o CM |
|||||||||||||||||||||||||
o |
o |
o |
22.604 |
co |
22.785 |
o |
o o |
O CM |
23.986 |
LO (O CM |
O o co |
LO CD O |
¦tf CM |
||||||||||||
O) CM O |
|||||||||||||||||||||||||
00 CM o CM |
o |
o |
o |
CM CM CM cd 00 |
o O) CM |
36.512 |
CM 03 O |
o o |
00 |
37.694 |
LO (O CM |
o o co |
LO CD O |
CM |
|||||||||||
(OOO'l 3 |
158.824 |
co co cd 1 |
150.636 |
CM CM r< |
o LO CM |
CM CM LO N |
158.158 |
76.404 |
13.930 |
90.334 |
'tf ¦sf I's- |
o o |
00 |
92.178 |
LO <o OS |
2.700 |
3.465 |
03 ¦?t |
|||||||
CM o CM |
|||||||||||||||||||||||||
107.100 114.125 |
21.047 |
93.078 |
4.499 |
O LO |
5.249 |
98.327 |
60.355 |
«o CM r> N |
co o cd CD |
r» LO Csi |
o o |
2.257 |
70.338 |
LO CD CO |
10.176 |
11.041 |
03 |
||||||||
co CM o CM |
|||||||||||||||||||||||||
n waterkwaliteit (bedragen x < |
l 00 LO LO 1 |
105.547 |
CM O LO |
o LO |
5.852 |
111.399 |
46.060 |
15.036 |
61.096 |
|
co ¦sf Csi |
o o |
co 00 N |
53.913 |
13.786 |
o CD LO |
15.346 |
03 CM |
|||||||
LO CM O CM |
o LO CM |
o o |
o o CM |
o LO |
|||||||||||||||||||||
78.946 |
18.747 |
97.693 |
CM CM r-- ¦sf |
4.972 |
102.665 |
53.364 |
|
44.132 |
21.500 |
o CM ¦sl; |
O O cd |
67.152 |
19.653 |
|
16.123 |
||||||||||
'St CM O |
1 |
||||||||||||||||||||||||
03 CM o CM |
58.791 |
13.029 |
71.820 |
CM r" ¦sl ed |
3.472 |
75.292 |
38.144 |
CO co co N |
46.027 |
|
¦sl; |
o o r-; |
|
37.448 |
16.844 |
19.586 |
36.430 |
03 03 |
O o 03 1 |
o o 03 1 |
|||||
Totaal 7 Investeren in waterkwaliteit mutatie |
25.067 |
o o o Csi |
o |
¦st ¦sT CO cd |
o o cd |
LD CD CM |
03 03 03 |
O LO ¦tf 1 |
O O 03 1 |
||||||||||||||||
nvesteren i |
Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel 7.01 Ontwikkeling Kaderrichtlijn Water |
Mutaties Voorjaarsnota 2023 |
Stand eerste suppletoire wet 2023 artikelonderdeel 7.01 Ontwikkeling Kaderrichtlijn Water |
Loon- en prijsbijstelling 2023 |
Mutaties Miljoenennota 2024 |
Stand ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 7.01 Ontwikkeling Kaderrichtl j n Water |
Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel 7.02 Ontwikkeling waterkwaliteit |
Mutaties Voorjaarsnota 2023 |
Stand eerste suppletoire wet 2023 artikelonderdeel 7.02 Ontwikkeling waterkwaliteit |
Kasschuif Investeren in waterkwaliteit |
Loon- en prijsbijstelling 2023 |
Natuurcompensatie Perkpolder |
Mutaties Miljoenennota 2024 |
Stand ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 7.02 Ontwikkeling waterkwaliteit |
Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel 7.03 Studiekosten waterkwaliteit |
Mutaties Voorjaarsnota 2023 |
Stand eerste suppletoire wet 2023 artikelonderdeel 7.03 Studiekosten waterkwaliteit |
Loon- en prijsbijstelling 2023 |
Herschikking Onderzoek Waterkwaliteit KRW en Ecologie |
Ministerie LNV: Bestuursovereenkomst Nitraat |
|||||
Tabel 54 Artikel 7 I |
Opdracht SEB 2023 |
Extrapolatie 2037 |
Totaal
7 Investeren in waterkwaliteit mutatie 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037
Stand ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 7.03
Studiekosten waterkwaliteit 34.708 16.173 15.564 11.114 3.513 1.089 1.089 1.089 265 265 265 265 265 265 265
O |
o |
365 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
265 |
265 |
365 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
265 |
265 |
365 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
265 |
265 |
365 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
265 |
265 |
365 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
265 |
265 |
365 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
22.869 |
23.050 |
24.251 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
22.869 |
23.850 |
25.075 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
22.869 |
23.850 |
25.075 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
36.487 |
37.577 |
38.783 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
235.993 |
244.435 |
253.849 |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||
175.345 |
172.200 |
179.779 |
26 |
26 |
26 |
o |
26 |
26 |
|||||
166.946 |
181.989 |
180.876 |
o |
||||||||||
151.963 |
157.948 |
185.990 |
328 |
328 |
328 |
o |
328 |
328 |
|||||
113.779 |
154.277 |
147.448 |
36 |
36 |
iQ co |
o |
36 |
iQ co |
|||||
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2023 Investeren in waterkwaliteit |
Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2023 Investeren in waterkwaliteit |
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Investeren in waterkwaliteit |
Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel 7.09 Ontvangsten investeringen in waterkwaliteit |
Mutaties Voorjaarsnota 2023 |
Stand eerste suppletoire wet 2023 artikelonderdeel 7.09 Ontvangsten investeringen in waterkwaliteit |
Mutaties Miljoenennota 2024 |
Stand ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 7.09 Ontvangsten investeringen in waterkwaliteit |
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2023 Investeren in waterkwaliteit |
Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2023 Investeren in waterkwaliteit |
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Investeren in waterkwaliteit |
Artikel 7 Investeren in waterkwaliteit
Bij het verbeterprogramma Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn er versneld verplichtingen (€ 25,4 miljoen) aangegaan uit latere jaren (2024-2026) om budget beschikbaar te stellen voor de opdrachtverlening aan het consortium GROW (Green Rivers Open Wonders) om de ecologische kwaliteit van de wateren te verbeteren.
Loon- en prijsbijstelling 2023
Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranch 2023 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar de investeringsruimte van het Deltafonds. Vanuit de investeringsruimte worden de artikelonderdelen verhoogd met de loon- en prijsbijstelling.
Bij de begroting 2024 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2037. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2036 stand begroting 2023 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken.
Ministerie LNV: Bestuursovereenkomst Nitraat
Het betreft een overboeking naar het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit ten behoeve van de voortzetting van de bestuursovereenkomst Nitraat tot landing in het Nationaal Programma Landelijk Gebied.
Bij de aanleg van de nieuwe primaire waterkeringen bij het project Natuur Compensatie Perkpolder is Thermisch Gereinigde Grond in de kern van de kering toegepast. Vanwege de toepassing van de TGG is het risico van bodemverontreiniging ontstaan. Op 30 juni 2022 heeft de Minister ingestemd met een aanvullende beheersmaatregel. die is opgenomen in het Plan vanAanpak dat aan de 4 bevoegde gezagen is aangeboden. Conform het zorgplichtartikel 13 van de Wet Bodembescherming is Rijkwa-terstaat als toepasser verantwoordelijk voor de TGG en zal Rijkswaterstaat uitvoering moeten geven aan de zorgplicht.
Het programma (SEB) is opgericht om in samenspraak met de bouwsector, medeoverheden, aanbestedende rijksdiensten en verschillende ministeries te komen tot een eenduidige invulling van de maatregelen die nodig zijn om de doelen en ambities te halen die gesteld zijn met betrekking tot de reductie van stikstof, CO2 en fijnstofemissies van mobiele werk-, vaar- en voertuigen in de bouw (ook wel aangeduid als bouwmaterieel). Ter financiering van het aandeel Deltafonds in de opdracht 2023 wordt € 2 miljoen aan het Deltafonds toegevoegd.
Tabel 55 |
||||||||||
Oorspronkelijke financiering |
||||||||||
Bijdragen |
Totaal |
t/m 2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029-2037 |
|
Waterschappen |
Totaal |
251 |
251 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Spoedwet |
HWBP-2 |
239 |
239 |
0 |
||||||
HWBP |
4 |
4 |
0 |
|||||||
Overige bijdrage |
HWBP-2 |
8 |
8 |
0 |
||||||
Rijk |
Totaal |
1.055 |
1.015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
40 |
0 |
0 |
Oorspronkelijke financiering |
HWBP-2 |
1.007 |
967 |
40 |
0 |
|||||
HWBP |
49 |
49 |
0 |
|||||||
Totaal bijdragen oorspronkelijke financiering |
1.307 |
1.267 |
0 |
0 |
0 |
0 |
40 |
0 |
0 |
Bestuursakkoord Water
Bijdragen |
Totaal |
t/m 2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029-2037 |
|
Waterschappen |
Totaal (50%) |
5.088 |
1.715 |
225 |
225 |
225 |
225 |
225 |
225 |
2.024 |
HWBP-2 |
799 |
799 |
0 |
|||||||
HWBP |
3.482 |
764 |
180 |
169 |
154 |
150 |
169 |
173 |
1.723 |
|
Projectgebonden aandeel (10%) |
807 |
152 |
45 |
56 |
71 |
75 |
56 |
51 |
301 |
|
Rijk |
Totaal (50%) |
5.088 |
1.259 |
308 |
449 |
567 |
614 |
334 |
407 |
1.150 |
HWBP-2 |
829 |
473 |
67 |
91 |
53 |
68 |
|
95 |
0 |
|
HWBP |
4.258 |
786 |
241 |
358 |
514 |
546 |
352 |
312 |
1.150 |
|
Rijksbijdrage Rijkskeringen HWBP |
736 |
33 |
33 |
34 |
57 |
56 |
66 |
81 |
375 |
|
Totaal bijdragen Bestuursakkoord Water |
10.911 |
3.007 |
566 |
708 |
849 |
894 |
625 |
713 |
3.548 |
|
Totaal bijdragen |
12.218 |
4.274 |
566 |
708 |
849 |
894 |
665 |
713 |
4.139 |
Gezamenlijke uitgaven Rijk en Waterschappen |
||||||||||
Uitgaven |
Totaal |
t/m 2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029-2037 |
|
HWBP-2 |
Totaal |
2.640 |
2.260 |
65 |
89 |
52 |
68 |
22 |
83 |
0 |
Waterschapsprojecten 2.640 |
2.260 |
65 |
68 |
22 |
83 |
0 |
||||
HWBP |
Totaal (100%) |
8.527 |
1.733 |
464 |
580 |
735 |
767 |
574 |
533 |
3.142 |
Waterschapsprojecten |
7.236 |
1.352 |
393 |
503 |
644 |
673 |
500 |
463 |
2.709 |
|
Budgetoverheveling rivierverruiming |
14 |
14 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Programmabureau |
152 |
46 |
8 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
63 |
|
Innovatie |
291 |
160 |
14 |
11 |
11 |
11 |
11 |
11 |
64 |
|
HWBP: opleidingen nieuwe normering en MIRT bijdrage |
29 |
9 |
5 |
3 |
3 |
2 |
1 |
1 |
6 |
|
Projectgebonden aandeel (10%) |
805 |
152 |
44 |
56 |
71 |
75 |
56 |
51 |
301 |
|
Totaal gezamenlijke uitgaven Rijk en Waterschappen |
11.167 |
3.993 |
529 |
669 |
788 |
835 |
596 |
616 |
3.142 |
|
Uitgaven Rijk |
||||||||||
Uitgaven |
Totaal |
t/m 2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029-2037 |
|
HWBP-2 |
Totaal |
243 |
227 |
2 |
1 |
1 |
0 |
0 |
12 |
0 |
Rijksprojecten |
170 |
167 |
0 |
|||||||
Interne kosten |
24 |
24 |
0 |
|||||||
Programmabureau |
49 |
36 |
1 |
1 |
12 |
0 |
Oorspronkelijke financiering |
||||||||||
HWBP |
Totaal |
808 |
54 |
36 |
38 |
61 |
59 |
69 |
85 |
407 |
Rijksprojecten |
736 |
33 |
33 |
34 |
57 |
56 |
66 |
81 |
375 |
|
Interne kosten |
72 |
21 |
2 |
4 |
4 |
4 |
4 |
4 |
32 |
|
Totaal uitgaven Rijk |
1.051 |
281 |
37 |
39 |
62 |
59 |
69 |
97 |
407 |
Toelichting bij het extracomptabele overzicht voor het Hoogwaterbescher-mingsprogramma
Conform het wetsvoorstel doelmatigheid en bekostiging Hoogwaterbescherming wordt in de jaarlijkse begroting en verantwoording van het Deltafonds een extra-comptabel overzicht opgenomen waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe de bijdragen van het Rijk en waterschappen zich verhouden tot de uitgaven van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Voor een nadere toelichting op de bekostigingssystematiek van het Hoogwaterbeschermingsprogramma wordt verwezen naar de memorie van toelichting van het voornoemde wetsvoorstel. Het extracomptabele overzicht is als volgt opgebouwd:
De ontvangsten en bijdragen van de waterschappen respectievelijk het Rijk.
-
1.De b ijdrage van de waterschappen bestaat uit de volgende drie elementen.
— De jaarlijkse bijdragen van de waterschappen in de periode 2011 —
2013 aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma die voortvloeien uit de Spoedwet.
— De bijdragen die voortvloeien uit het Bestuursakkoord Water: totaal € 131 miljoen in 2014 en jaarlijks € 181 miljoen vanaf 2015. Vanaf 2016 worden deze bedragen geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het Ministerie van Financiën. De bijdragen van de waterschappen bestaan uit een projectgebonden aandeel voor het HWBP dat door de betreffende beheerder direct wordt betaald en een solidariteitsdeel dat via het Deltafonds wordt verevend. Het projectgebonden aandeel bedraagt 10% van de (bruto) begrote uitgaven voor waterschapsprojecten binnen het HWBP.
— Incidentele ontvangsten bijvoorbeeld in het kader van de eindafrekening van projecten.
-
2.De bijdrage van het Rijk bestaat uit de volgende drie elementen:
— De bijdrage van het Rijk zoals vastgelegd in de bijlage van het Bestuursakkoord Water (nadere toelichting op het onderdeel «Financiering van een beheersbaar programma voor de waterkeringen» van het Bestuursakkoord Water), uitgaande van het toen beschikbare budget binnen de Rijksbegroting voor het Hoogwaterschermingsprogramma.
— De bijdragen die voortvloeien uit het Bestuursakkoord Water:
€ 131 miljoen in 2014 en € 181 miljoen vanaf 2015. Vanaf 2016 worden deze bedragen geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het Ministerie van Financiën, geïndexeerd met terugwerkende kracht ten opzichte van het prijspeil 2011. Het jaarbedrag prijspeil 2023 bedraagt € 225 miljoen (inclusief project gebonden aandeel).
— De bijdrage van het Rijk aan de maatregelen voor rijkskeringen.
De uitgaven voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma en het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma
De uitgaven ten behoeve van hoogwaterbeschermingsmaatregelen bestaan uit:
-
-Waterschapsprojecten: de subsidies (Lees: bij HWBP 100 respectievelijk 90% van de kosten van een sober en doelmatig ontwerp) voor versterkingen van primaire keringen in beheer van de waterschappen.
-
-Rijksprojecten: de kosten van versterkingen van primaire keringen in beheer van het Rijk. Deze uitgaven komen voor wat betreft het HWBP volledig ten laste van het R ijk
-
-Programmabureau: de kosten van het programmabureau.
-
-Het projectgebonden aandeel van 10%: wordt door de betreffende beheerder zelf direct betaald.
-
-De interne kosten hebben betrekking op de kosten van de inzet van Rijkswaterstaat-medewerkers binnen de programmabureaus en maken voor de bekostigingssystematiek geen deel uit van de programmabudgetten. Deze kosten vallen onder de 50/50 verdeling en zijn daarom afzonderlijk weergegeven.
-
-Innovatie: Betreft innovaties waaronder de projectoverstijgende verkenningen. Deze kosten vallen onder de 50/50 verdeling. De subsidie beschikking betreft hier 100% bijdrage.
De uitgaven die vallen onder a), c) en f) worden door Rijk en waterschappen voor ieder de helft bekostigd.
De kasschuiven die voortvloeien uit de verschillen tussen de geraamde en begrote uitgaven.
De ontvangsten van de waterschappen vormen een deel van de uitgaven voor het HWBP. Het andere deel wordt bekostigd door het Rijk. De uitgaven van het HWBP in de begroting wordt in een bepaald uitgaventempo geraamd. Deze kasplanning komt tot stand op basis van de planningen van de diverse projecten, ingediend door de waterschappen (en RWS). Indien de daadwerkelijke uitgaven afwijken van de geraamde uitgaven of planningen van projecten wijzigen worden de uitgavenbudgetten aangepast door middel van kasschuiven binnen de kaders van de IenW-begroting.
Het ministerie van lenW is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en instandhouding van het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdspoorweginfrastructuur en het hoofdwatersysteem. Dit doet IenW samen met Rijkswaterstaat en ProRail. De netwerken beschermen ons tegen het water, dragen bij aan de economische ontwikkeling van ons land en zorgen ervoor dat mensen elkaar kunnen ontmoeten, goederen en diensten kunnen worden vervoerd en dat Nederland in verbinding staat met de rest van de wereld.
In deze bijlage wordt toegelicht wat de vier netwerken omvatten, en hoe de instandhouding van deze netwerken wordt aangepakt. Daarbij wordt ingegaan op de opgave van de toekomst, waaronder het basiskwaliteitsniveau en de ontwikkelingen met betrekking tot het ontwikkelplan asset-management. Ook zijn de overzichten met de benodigde en beschikbare middelen voor instandhouding tot en met 2036 opgenomen.
-
1.Instandhouding van de netwerken
De Nederlandse infrastructuurnetwerken behoren tot de beste én meest intensief gebruikte netwerken ter wereld. Een goede instandhouding van netwerken is een randvoorwaarde voor de veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid van Nederland. Om dit zo te houden, borgen IenW en de uitvoeringsorganisaties Rijkswaterstaat (RWS) en ProRail systematisch de instandhouding van de netwerken over de gehele levenscyclus.
De netwerken worden, naast het intensieve gebruik, gekenmerkt door inpassing in een sterk verstedelijkte delta. Daardoor omvatten de netwerken voorzieningen als beweegbare bruggen, tunnels, op- en afritten, geluid-schermen, sluizen en stormvloedkeringen. Deze elementen zorgen voor netwerken met een hoog serviceniveau, maar vergen ook onderhoud. Figuren 1 en 2 illustreren de omvang van netwerken.
Figuur 7 Netwerken Rijkswaterstaat
HOOFDWEGENNET
H O O F D VAAR WEGEN N ET
HOOFDWATERSYSTEE M
5.846 km Hoofdrijbanen 1.612 km Verbindingswegen en op- en afritten308 km Spitsstroken
2.931 km Verkeerssignalering
6 Verkeerscentrales
50 Bev/eegbare bruggen
20 Tunnelcomplexen met 28 tunnels
17 Aquaducten
56 Ecoducten
14 Aanleginrichtingen (veren) 3.646 km Zeetoegangsgeulen en zeecorridors 3.426 km Kanalen, rivieren en vaargeulen binnenwater
592 km Verkeersbegeleiding 12 Verkeersposten
92 Sluiscompiexen met 131 schutsluiskolken 112 Beweegbare bruggen24 Vuurtorens incl. 6 op BES-eilanden90.219 km2 Wateroppervlak incl. BES-eilanden 3.030 km2 Binnenwater293 km Kustlijn5.182 ha Uiterwaarden in beheer Rijk6 Stormvloedkeringen10 Stuwen
86 Spui-en uitwateringskolken 19 Gemalen 201 km Primaire keringen: dijken, dammen, duinen 604km Niet-primairekeringen: dijkenen duinen
i de BES-eilanden komt'
Bij instandhouding gaat het om het behouden van de huidige functie van de infrastructuur. De begrippen die hierbij in het Mobiliteitsfonds en Deltafonds worden gehanteerd zijn: exploitatie, onderhoud en vernieuwing infrastructuur:
-
-Tot het domein van de exploitatie behoren (beheer)activiteiten die gericht zijn op het reguleren van het gebruik: verkeersleiding en capaci-teitsmanagement, verkeersmanagement en watermanagement;
-
-Onderhoud betreft de activiteiten die erop zijn gericht de beoogde (ontwerp)levensduur van de infrastructuur te realiseren;
-
-Vernieuwing is gericht op het begin van een nieuwe levenscyclus van een nieuw object of het verlengen van de levensduur van het bestaande object (vervanging en renovatie). Het gaat bij vernieuwing expliciet niet om activiteiten die gericht zijn op toevoeging van functies of om aanleg van nieuwe of uitbreiding van bestaande infrastructuur (ontwikkeling).
Bij de instandhouding van de netwerken staan de prestaties die deze netwerken moeten leveren en de doelmatigheid van instandhoudingswerk-zaamheden centraal. Het zijn de prestaties - de beschikbaarheid, betrouwbaarheid, duurzaamheid en veiligheid van de infrastructuur - die de gebruikers direct ervaren. Over deze te leveren prestaties en de bijhorende budgetten maakt lenW afspraken met ProRail en RWS. De slijtage van de infrastructuur vanwege veroudering en gebruik in combinatie met deze afspraken vormen de basis van de instandhoudingswerkzaamheden die door ProRail en RWS jaarljks worden uitgevoerd. Onderstaande aspecten geven samen een beeld van de systematische aanpak en daarmee hoe de programmering ten behoeve van de instandhouding van de Rijksinfrastructuur tot stand komt:
-
-De aanlegbesluiten zijn het meest bepalend voor de budget- en capaci-teitsbehoefte, zowel voor de aanlegkosten zelf, als de structurele instandhoudingskosten in de decennia daarna. Zo kost het instandhouden van een tunnel meer dan een brug (in geval van een oeververbinding) of dan een weg op maaiveld (in geval van een landtunnel). Bedenk daarbij dat een tunnel meer is dan een betonnen bak onder de grond, maar dat deze ook vol zit met andere voorzieningen zoals vluchtwegen met brandveilige deuren, luchtzuiveringssystemen en elektronica die ook bediend en onderhouden moet worden;
-
-De beheerders werken volgens een werkwijze waarbij de gehele levenscyclus van de onderdelen en objecten wordt betrokken. Als eenmaal wordt besloten tot de aanleg van infrastructuur is op basis van ervaring al bekend wat voor instandhoudingswerkzaamheden aan de diverse objecten gemiddeld per jaar nodig zijn. Dit is vastgelegd in de instand-houdingsregimes. De instandhoudingsregimes zijn één onderdeel op basis waarvan de instandhoudingsprogrammering wordt opgesteld;
-
-De extra budgetbehoefte voor instandhouding in verband met de uitbreiding van de infrastructuur wordt bij het besluit om tot aanleg over te gaan ook toegevoegd aan de instandhoudingsbudgetten vanaf het jaar na beoogde openstelling;
-
-In de instandhoudingsregimes zijn ook regelmatige inspecties opgenomen, die leiden tot het inventariseren van de toestand van de objecten en - indien nodig - het nemen van maatregelen (concrete maatregelen of intensiveren inspecties). De inspecties krijgen een plaats in de instandhoudingsprogrammering;
-
-Tevens wordt bezien of er vanuit doelmatigheidsoogmerk en het beperken van hinder voor onze gebruikers, maatregelen gekoppeld kunnen worden (werk met werk): onderhoudswerkzaamheden met andere onderhoudswerkzaamheden, maar ook mogelijkheden om onderhoudsmaatregelen te koppelen aan vernieuwings- of aanlegpro-jecten die in de komende jaren gepland zijn. Het kan dus zijn dat in de regimes beoogde maatregelen naar een later moment worden verschoven om werk met werk te maken;
-
-Het kan ook voorkomen dat een bepaald schadebeeld of een ongeplande gebeurtenis vraagt om tussentijds ingrijpen (bijvoorbeeld de overstromingen in Limburg of de aanvaring bij de Gerrit Krolbrug). Die tussentijdse maatregelen worden dan geprioriteerd ten koste van reeds geprogrammeerde maatregelen. Het onderhoud dat als gevolg daarvan wordt uitgesteld, dient vervolgens opnieuw een plek te krijgen in de instandhoudingsprogrammering;
-
-De totale programmering is een samenstel van preventieve en correctieve maatregelen. Leidend daarbij is het principe de kosten over de gehele levenscyclus van de infrastructuur (Life Cycle Costing; LCC) zo laag mogelijk te krijgen binnen de gegeven kaders en ontwikkelingen op de netwerken, rekening houdend met de gewenste netwerkprestaties. Waar sprake is van uitgesteld onderhoud, is vaak ook meer sprake van verstoringen en hinder. De beheerders proberen dit voor het gehele netwerk zoveel mogelijk te beperken.
Het is van belang te beseffen dat veiligheid te allen tijde bovenaan staat. Indien geconstateerd wordt dat de veiligheid voor de gebruikers in het geding is, dan worden direct maatregelen genomen om het gebruik van de infrastructuur weer binnen de geldende kaders plaats te laten vinden, bijvoorbeeld (tijdelijke) snelheidsverlagingen ter plaatse of andere (tijdelijke) gebruiksbeperkingen of fysieke infrastructuur ondersteunende maatregelen.
Om de systematische werkwijze op een hoger niveau te brengen worden externe toetsingen ingezet. Deze leveren waardevolle inzichten op voor zowel de interne processen als het in beeld hebben van de opgave buiten.
De objecten en onderdelen zoals sluizen, bruggen en tunnels, hebben een beperkte levensduur en dienen aan het eind hiervan te worden vernieuwd. Door grootschalige aanleg, met name vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw, en het intensievere gebruik is sprake van een flinke vernieuwingsopgave.
Om de veiligheid en de beschikbaarheid van de netwerken in stand te houden wordt voor alle netwerken en onderdelen daarvan de opgave in kaart gebracht.
Allereerst wordt op basis van het ontwerp ingeschat wanneer vernieuwing aan de orde zal zijn. Daarnaast worden de objecten onderworpen aan inspecties en berekeningen. Dit leidt tot het inzicht in, en een prognose van, waar op een termijn van vijf tot vijftien jaar vernieuwing nodig is.
Zo worden, steeds vooruitkijkend, objecten en onderdelen geïdentificeerd waarvoor een planfase wordt gestart. In de planfase wordt de uiteindelijke opgave vastgesteld en daarna volgt een definitief besluit over de aanpak van het betreffende object.
Het vernieuwingsprogramma (programma Vervanging en Renovatie) kent een technische aanleiding, namelijk het einde van de technische levensduur van onderdelen en objecten in het hoofdwegennet. Vanuit dit perspectief hoeven geen aanvullende wensen of functionaliteiten te worden toegevoegd. Maar omdat het relatief grote ingrepen in het netwerk betreft, wordt ook gekeken naar eventuele verstandige, aanvullende investeringen in het kader van beleidsdoelstellingen zoals bereikbaarheid, duurzaamheid en klimaatadaptatie. Het primaire doel bljft echter het borgen van de beschikbaarheid en veiligheid van de Rijksnetwerken. Door het vernieuwen van objecten en onderdelen worden de beschikbaarheid en veiligheid van de netwerken op lange termijn geborgd.
Opgave naar de toekomst: toewerken naar een nieuw Basiskwaliteitsniveau
Nederland beschikt over een goede infrastructuur, zeker in vergelijking met omringende landen. Onze wegen, spoorwegen en waterwegen zorgen voor goede bereikbaarheid en hebben de afgelopen decennia veel welvaart en welzijn gebracht. Dat is geen vanzelfsprekendheid. Veel wegen, bruggen, viaducten en sluizen werden halverwege de vorige eeuw gebouwd en zijn nu aan groot onderhoud of vernieuwing toe. De infrastructuur heeft het zwaarder te verduren dan werd voorzien in de tijd dat het werd aangelegd. Daar komt bij dat nieuwe ontwikkelingen in technologie en digitalisering, maar ook het veranderende klimaat met hitte, droogte en hevige neerslag nieuwe eisen aan de infrastructuur stellen. Ook zijn er achterstanden in het onderhoud ontstaan. Deze werden eind 2022 becijferd op € 1,8 miljard.1 In het coalitieakkoord zijn mede daarom extra middelen vrijgemaakt voor de instandhouding van onze netwerken.
In lijn met de motie Stoffer c.s. is toegewerkt naar een meerjarenplan voor instandhouding van de Rijksinfrastructuur. Het plan bevat een nieuw basiskwaliteitsniveau voor de netwerken in beheer van RWS en is gericht op een stabiele langdurige programmering, waarbij op termijn het uitgesteld onderhoud kan worden ingelopen. Bij brief van 17 maart 2023 is de kamer hierover geïnformeerd.
Met het basiskwaliteitsniveau (BKN) werken we toe naar een stabiel, langjarig en robuust onderhoudsniveau. Zo bieden we in het hele land een toekomstvast fundament, dat zekerheid geeft aan gebruikers en marktpartijen die betrokken zijn bij instandhouding en aanleg. In het BKN is voor de netwerken van RWS vastgesteld waar een weg, vaarweg, of waterwerk in de basis aan moet voldoen om de gebruikers en belanghebbenden goed te kunnen blijven bedienen. Een robuust mobiliteitssysteem met basale voorzieningen passend bij de functie van de verschillende netwerken. Voor instandhouding RWS wordt uitgegaan van de volgende uitgangspunten:
-
-Nederland is beschermd tegen hoogwater en beschikt over voldoende water en voldoende schoon (drink)water;
-
-De huidige wegen zijn beschikbaar om Nederland bereikbaar te houden;
-
-De huidige vaarwegen zijn beschikbaar om goederen te vervoeren, bestemmingen bereikbaar zijn en de reistijd is betrouwbaar;
-
-De constructieve veiligheid van de netwerken en de daarin gelegen kunstwerken (bruggen, tunnels, viaducten, etc.) wordt geborgd;
-
-De omgeving blijft bereikbaar door oeververbindingen en kruisende infra voor een fijnmazig netwerk.
De betrouwbaarheid uit zich door te groeien naar een beter voorspelbare situatie m.b.t. storingen en een vermindering van het aantal ongeplande storingen. De maakbaarheid van de opgaven - samen met de ontwikkel-snelheid van nieuwe technologieën - bepaalt de snelheid waarmee het nieuwe basiskwaliteitsniveau kan worden bereikt. Het BKN kent daarmee een ingroeitraject.
Omdat een deel van het aanlegprogramma door stikstof voorlopig tot stilstand komt, wordt het in stand houden van wat we hebben nog belangrijken Daarom is het voornemen een beweging van nieuwe aanleg-projecten naar instandhouding te maken en daarmee middelen, maar ook capaciteit bij RWS, vrij te spelen voor instandhouding. Met deze middelen kunnen we werken aan de grootste onderhoudsopgave van onze infrastructuur ooit. Het streven is een groei van het productievolume te realiseren van € 2 miljard naar € 3 miljard.
Met deze middelen kan RWS op termijn toewerken naar een hoger instandhoudingsvolume en dat ook vasthouden. Om RWS maximaal te ondersteunen in het realiseren van deze groei, wordt de sturing verder geoptimaliseerd. In de nieuwe aansturing zal er sprake zijn van één integrale achtjarige opdracht voor alle instandhoudingswerkzaamheden van RWS. Een achtjarige voortrollende opdracht in combinatie met verdere optimalisatie van de agentschapssturing, maakt het mogelijk om meer efficiëntie-voordelen te realiseren. RWS wordt hierdoor beter in staat gesteld om kosten efficiënt over de gehele levenscyclus (LCC) voordelen te behalen, slim werk-met-werk te maken en effectievere contractvormen in de markt te zetten. Hierin moeten ook de effecten van reeds ingezette verbetermaat-regelen zichtbaar worden. De areaalinformatie wordt verbeterd middels het ontwikkelplan assetmanagement en via Markt in Transitie wordt er gewerkt aan effectieve contractvormen en een blijvend goede samenwerking met de markt.
Ook na het definiëren van het basiskwaliteitsniveau is echter sprake van onzekerheden, is onduidelijk in welke mate de efficiency in de keten zijn doorwerking heeft, hoeverre achterstanden op de netwerken op korte termijn kunnen worden weggewerkt. Alle maatregelen worden daarom gevalideerd en gemonitord. Mochten er additionele maatregelen nodig blijken te zijn, dan zullen er keuzes moeten worden gemaakt om binnen de kaders te blijven - zowel wat betreft financiële middelen als capaciteit.
Naar verwachting kan eind 2023 de validatie naar de instandhoudings-kosten worden afgerond. Bij de validatie van het basiskwaliteitsniveau voor de RWS netwerken wordt het ministerie van lenW ondersteund door een externe partij. Een volgende validatie naar de instandhoudingskosten ProRail wordt in 2024 afgerond.
De prestaties van de infrastructuur worden gemeten en uitgedrukt in indicatoren. Over de indicatoren met daarbij horende (streef)waarden worden prestatieafspraken gemaakt met RWS en ProRail en hiervoor worden budgetten beschikbaar gesteld. Voor de netwerken in beheer van RWS moeten de afspraken over het basiskwaliteitsniveau nog worden vertaald naar nieuwe indicatoren en streefwaarden.
Dit vergt nog verdere uitwerking, daarom wordt in afwachting daarvan nog uitgegaan van de prestatieafspraken vanuit de SLA 2022-2023. Hierbij opgemerkt dat ook toen al gold dat de er aan de Tweede Kamer zal worden gerapporteerd hoe gescoord wordt op de PINs, maar dat hierbij niet kan worden gestuurd op het behalen van de streefwaarden.
Het basiskwaliteitsniveau is leidend voor het werk dat RWS moet voorbereiden. Met ProRail zijn prestatieafspraken gemaakt die zijn opgenomen in de tienjarige beheerconcessie (2015-2025) en de (twee)jaarlijkse beheer-plannen.
In tabel 1 en 2 staat een overzicht van de prestatieafspraken opgenomen. Toelichting op de indicatoren en de gerealiseerde prestaties zijn te vinden de Instandhoudingsbijlage bij het Jaarverslag.
Tabel 56 Indicatoren RWS
Indicator |
Streefwaarde 2022-2023* |
Realisatie 2019 |
Realisatie 2020 |
Realisatie 2021 |
Realisatie 2022 |
Hoofdwegennet |
|||||
Beschikbaarheid |
|||||
Technische beschikbaarheid van de weg |
90% |
99% |
99% |
99% |
98% |
Files door Werk in Uitvoering als gevolg van aanleg en gepland onderhoud in: |
|||||
Voertuigverliesuren (vanaf 2018) Levering verkeersgegevens: |
10% |
3% |
6% |
7% |
3% |
|
90% |
93% |
93% |
94% |
93% |
|
95% |
97% |
100% |
96% |
100% |
Veiligheid
|
99,7% |
99,8% |
99,7% |
99,8% |
99,7% |
|
95% |
97% |
Voldoende |
99% |
99% |
Hoofdvaarwegennet |
|||||
Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid |
|||||
Stremmingen gepland onderhoud |
0,8% |
0,2% |
0,5% |
2,0% |
1,0% |
Stremmingen ongepland onderhoud |
0,2% |
0,5% |
1,0% |
1,0% |
2,4% |
Tijdig melden ongeplande stremmingen Vaargeul op orde (% oppervlakte op orde) |
97% |
98% |
98% |
98% |
98% |
|
99% |
100% |
100% |
100% |
100% |
|
90% |
92% |
92% |
92% |
93% |
|
85% |
80% |
81% |
80% |
82% |
|
85% |
83% |
83% |
83% |
83% |
Veiligheid |
|||||
Vaarwegmarkering op orde |
95% |
90% |
91% |
92% |
88% |
Hoofdwatersysteem |
|||||
Waterveiligheid |
|||||
Handhaving kustl j n |
90% |
92% |
91% |
90% |
91% |
Beschikbaarheid stormvloedkeringen |
100% |
83% |
83% |
83% |
83% |
Waterhuishouding op orde in alle peilgereguleerde gebieden |
100% |
75% |
50% |
100% |
75% |
Betrouwbaarheid informatievoorziening |
95% |
99% |
100% |
96% |
100% |
*Er worden streefwaarden voor drie jaren gevraagd: die blijven voorlopig voor alle jaren gelijk, maar kunnen wel veranderen door BKN Bron RWS
Tabel 57 Indicatoren ProRail
KPI |
Bodemwaarde1 |
Streefwaarde Realisatie 2021 |
Realisatie 2022 |
|
Klantoordeel reizigersvervoerders |
6 |
7 |
7 |
7 |
Klantoordeel goederenvervoerders |
6 |
7 |
6 |
5 |
Reizigerspunctualiteit HRN (5 min) (met NS) |
88,9% |
91,5% |
94,4% |
91,6% |
Reizigerspunctualiteit HRN (15 min) (met NS) |
96,7% |
97,4% |
98,1% |
97,3% |
Reizigerspunctualiteit HSL (5 min) (met NS) |
82,1% |
84,2% |
89,2% |
82,0% |
Betrouwbaarheid regionale series (3 min) |
90,7% |
93,7% |
93,7% |
91,3% |
Impactvolle verstoringen |
520 |
450 |
406 |
455 |
1 Toelichting bodemwaarde: Waarde voor het jaarlijks m |
inimaal te realiseren prestatieniveau op een prestatie |
indicator. In het geval van |
de prestatie |
indicator 'Impactvolle |
storingen op de infra' geldt een maximum.
Beschikbare budgetten Exploitatie, onderhoud en Vernieuwing Met de extra middelen voor instandhouding uit het coalitieakkoord en de schuif vanuit het aanlegprogramma zijn er meer middelen beschikbaar voor instandhouding. Hiermee wordt ingezet op de maximale productiecapaciteit die RWS kan leveren
In de begroting 2024 groeien we voor de periode 2023-2030 toe naar een beschikbaar budget van € 2,9 miljard per jaar voor instandhouding (€ 2,1 miljard BenO en € 0,8 miljard VenR). Dit is inclusief inzet van een deel van de balanspost Nog Uit Te Voeren Werk (NUTW) en reguliere ontvangsten. Het verschil ten opzichte van € 3 miljard wordt als doelmatigheidswinst ingezet voor de Rijksbrede taakstelling.
Met vaststellen van het BKN en de langere planningshorizon wordt aangenomen dat de markt op een efficiëntere manier kan worden benaderd, wat een doelmatigheidswinst oplevert. Deze wordt geschat op een voordeel van 1% in 2026 oplopend tot 5%. RWS wordt gevraagd dezelfde kwaliteit van het BKN blijft leveren
Dit zal een forse inspanning voor de uitvoering vragen, ook omdat er nog steeds sprake zal zijn van een verhoogd risico op verstoringen en zij-invliegers mede als gevolg van het uitgesteld onderhoud dat in voorgaande jaren is ontstaan
Om deze redenen wordt er monitoring opgezet of de gevraagde efficiëntie gerealiseerd wordt en sturen we bij indien nodig.
Voor de hoofdspoorwegen bestaat een basiskwaliteitsniveau voor instandhouding tot en met 2025, dat via een reguliere cyclus wordt herijkt. De laatste validatie is in 2020 uitgevoerd door Horvat en PwClRebel (Kamerstuk 35300 A, nr. 94 en Kamerstuk 35 570 A nr. 46). Dit najaar verwacht IenW een herijkte gevalideerde budgetbehoefte van ProRail voor de instandhou-dingskosten vanaf 2026 en verder. De uitkomsten van de validatie en de rapportage zullen aan de Tweede Kamer worden toegezonden.
Voor het spoornetwerk zal op basis van de gevalideerde budgetbehoefte een vergel ijkbaar proces als voor de RWS-netwerken worden doorlopen om tot een nieuw basiskwaliteitsniveau voor spoor vanaf 2026 te komen. In het voorjaar van 2024 informeren we de Kamer over de besluitvorming over instandhoudingsopgave, het basiskwaliteitsniveau spoor en bijbehorende budget. Een deel van de beschikbare budgetten instandhouding ProRail staat nog op de Aanvullende Post in afwachting van het opleveren van het basiskwaliteitsniveau in voorjaar 2024.
In de periode tot en met 2037 zijn de volgende budgetten benodigd en beschikbaar voor instandhouding.
Een deel van de instandhouding van de netwerken gebeurt via DBFM-contracten (Design-Build-Maintain-Finance). Bij deze contractvorm is aan een consortium niet alleen het ontwerp en de bouw van een project gegund, maar ook het onderhoud voor een langdurige periode. Bij DBFM is de opdrachtnemer niet alleen verantwoordelijk voor het ontwerp en de bouw van het project, maar ook voor de financiering en het totale onderhoud. Het is dus een geïntegreerde contractvorm. Bij traditionele contracten koopt het Rijk een product in: bijvoorbeeld een rijksweg met 2x2 rijstroken. Bij een DBFM-contract neemt het Rijk echter een dienst af: een beschikbare rijksweg. Het benodigde budget komt uit drie bronnen:
(i) het aanlegbudget, (ii) het beschikbare exploitatie en onderhoudsbudget van reeds aanwezige infrastructuur en (iii) het budget voor areaalgroei voor dat deel van de infrastructuur dat nieuw wordt aangelegd. Ten behoeve van de aanbesteding van een DBFM-contract wordt een referentieraming opgesteld voor de te verwachten aanleg- en exploitatie en onderhoudskosten bij traditionele uitvoering. Deze referentieraming wordt gebruikt om de plafondprijs (het acceptabele maximum) voor de bieding te bepalen. Deze ramingen worden op dezelfde wijze uitgevoerd als de ramingen die voor LCC worden uitgevoerd. De aanbesteding verloopt in een aantal stappen. Na de laatste stap vindt ook de budgettaire verwerking in de begroting plaats. De beschikbare middelen vanuit Aanleg en exploitatie en onderhoud (incl. areaalgroei) worden overgeboekt naar het GIV/PPS-artikel. De middelen worden met eenzelfde «netto contante waarde» omgezet in een langjarige reeks ter betaling van de beschikbaarheidsvergoedingen.
Dit is de zogenaamde financiële inpassing of DBFM conversie. Er wordt hiermee geen budget toegevoegd aan het project, de kasreeks wordt alleen aangepast aan de contractvorm. De prestatie-eisen en uitrustingsniveaus van de infrastructuur binnen het DBFM-contract zijn dezelfde als die aan RWS worden gesteld. Op het moment van aanbesteden wordt bij de M (maintain) van DBFM, een serviceniveau uitgevraagd dat past bij het onderhoudsregime wat op dat moment van toepassing was. Dat niveau geldt voor de looptijd van het contract en is daarmee niet budgettair flexibel. Bij DBFM geldt dat voor een periode van 20-25 jaar het consortium verantwoordelijk is voor het onderhoud van infrastructuur. Na afloop van het DBFM-contract valt dit deel van het areaal weer binnen het reguliere exploitatie en onderhoud van RWS. De mutaties tussen het exploitatie-, onderhoud- en vernieuwingartikel (voor wegen artikelonderdeel 12.02, vaarwegen artikelonderdeel 15.02, voor het hoofdwatersysteem artikel 3.02) en het DBFM artikel (voor wegen artikelonderdeel 12.04, vaarwegen artikelonderdeel 15.04, voor het hoofdwatersysteem artikel 4.02) zijn zichtbaar in de begroting en worden toegelicht. Na afloop van een DBFM-contract wordt het exploitatie- en onderhoudsdeel weer aan de reguliere exploitatie- en onderhouds-budgetten van RWS toegevoegd. In onderstaand overzicht is aangegeven voor welke projecten DBFM-contracten zijn afgesloten. Voor de financiering van deze projecten is het genoemde exploitatie- en onderhoudsbudget (per jaar) ingezet. Dit komt na afloop van het DBFM-contract weer beschikbaar tegen het dan geldende prijspeil.
Tabel 62 Overzicht DBFM-projecten
Project |
Areaalinformatie |
Einde DBFM-contract |
Uitgenomen BenO-budget/jaar |
||
Hoofdwegennet |
Baanlengte1 |
Grote kunstwerken |
Wegconfiguratie in M-fase |
||
A12 Lunetten-Veenendaal |
65 km |
2x4, 2x3 |
2033 5,9 mln. |
||
A10 Tweede Coentunnel |
39 km |
1ste en 2de Coentunnel |
2x3+2x2, 2x4 |
2037 12,0 mln. |
|
N33 Assen-Zuidbroek |
105 km |
2x2 |
2034 2,8 mln. |
||
nieuwe |
|||||
A15 Maasvlakte-Vaanplein |
129 km |
Botlekbrug, Thomassentunnel, Botlektunnel |
2x3+2x2,2x3, 2x2 |
2035 31,7 mln. |
|
Aquaduct |
|||||
A1/A6 Diemen-Almere Havendreef (SAA) |
72 km |
Muiden, verbrede Hollandse Brug |
2x5+2, 2x4+2 |
2042 11,9 mln. |
|
A12 Veenendaal-Ede-Grijsoord |
50 km |
2x3 |
2032 2,2 mln. |
||
A9 Holendrecht-Diemen (Gaasperdammerweg, SAA) |
41 km |
Gaasperdammer- tunnel |
2x5+1 |
2038 14,2 mln. |
|
N18 Varsseveld Enschede |
70 km |
2x2+2x1 |
2043 1,8 mln. |
||
A27/A1 Utrecht Noord - knpt. Eemnes - Bunschoten |
53 km |
2x3+2x4 |
2043 3,9 mln. |
||
A6 Almere (SAA) |
39 km |
2x5 |
2039 3,3 mln. |
||
A24 Blankenburgverbinding |
35 km |
Blankenburgtunne Aalkeettunnel |
l2x3 |
2043 10,1 mln. |
|
A16 Rotterdam |
37 km |
Rottemerentunnel |
2x2+2x3 |
2043 7,2 mln. |
|
A9 Badhoevedorp - Holendrecht (Amstelveen) |
52 km |
2x4+1 |
2038 2,6 mln. |
||
Brug over het |
|||||
A15/A12 Ressen - Oudbroeken (ViA15) |
87 km |
Pannerdensch kanaal |
2x3 + 2x2 |
2044 6,1 mln. |
|
Hoofdvaarwegennet |
Vaarweglengte |
Grote kunstwerken |
|||
Nieuwe Keersluis |
|||||
Keersluis Limmel |
Limmel, incl. verkeersbrug over sluis |
2048 0,4 mln. |
|||
Complex Prinses Beatrixsluis |
|||||
Beatrixsluis 3e Kolk |
4 km |
incl. baggeren, onderhoud oevers en ligplaatsen langs Lekkanaal |
2046 2,8 mln. |
||
Zeetoegang IJmond |
Nieuwe zeesluis en sluiseilanden |
2045 2,5 mln. |
|||
Nieuwe schutsluis inclusief onderhoud |
|||||
Sluis Eefde |
voorhavens (bestaande schutsluis tot 2021) |
2047 1,0 mln. |
|||
Hoofdwatersysteem |
Grote kunstwerken |
||||
Afsluitdijk, spuicomplexen en |
|||||
Afsluitdijk |
keringen Den Oever en Kornwerderzand |
2047 9,3 mln. |
|||
Hoofdspoorweginfrastructuur |
Spoorweglengte |
Grote kunstwerken |
|||
Tunnel Groene Hart, Doorgaand Spoorviaduct Bleiswijk, Tunnel |
|||||
HSL |
85 km |
Rotterdam Noord, Tunnel Oude Maas, Tunnel Dordtse Kil, Brug Hollands Diep |
2031 N.v.t. |
1 Baanlengte omvat: hoofdrijbanen, verbindingswegen en op- en afritten.
We zijn op weg naar een situatie waarin we een grotere instandhoudings-behoefte moeten aankunnen om onze netwerken veilig, beschikbaar en betrouwbaar te houden. De komende jaren zien we als een transitiefase waarin Rijkswaterstaat en ProRail stapsgewijs kunnen toegroeien naar deze situatie. Maakbaarheid is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Beide uitvoerders en de markt kunnen immers niet van vandaag op morgen structureel extra werk leveren. Uitvoeren van extra werk vraagt om een gedegen voorbereiding, aanbesteding en werving van personeel.
In 2020 is de instandhoudingsbehoefte gevalideerd. Dat heeft ertoe geleid dat naast financiële maatregelen ook - in lijn met de aanbevelingen van Horvat en PwClRebel - maatregelen genomen worden om het assetmanagement voor het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem te verbeteren. Daartoe is het Ontwikkelplan Assetmanagement lenW opgesteld. De Tweede Kamer is hierover december 2020 geïnformeerd.
Met het Ontwikkelplan is de ambitie voor de door RWS beheerde netwerken neergezet die past bij instandhoudingsopgave op deze netwerken. Assetmanagement is er om deze netwerken met oog voor de omgeving op een duurzame wijze beter te laten presteren zodat de gebruikers er nu en in de toekomst veilig gebruik van kunnen blijven maken. Het assetmanagement wordt zodanig ingericht dat Rijkswaterstaat op ieder moment in samenhang inzicht kan bieden in de staat en het presteren van de netwerken, de risico's en kosten en op een veilige, betrouwbare en voorspelbare wijze diensten aan de maatschapp ij kan bl ijven verlenen. Het verbeterde assetmanagement resulteert erin dat lenW richting de politiek en samenleving overtuigende en inzichtelijk goede beslisinformatie kan opleveren om te komen tot realistische, betere, efficiëntere keuzes in het ontwikkelen, in stand houden en bedienen van de netwerken. En het resulteert erin dat Rijkswaterstaat betrouwbaar, voorspelbaar en eenduidig de instandhou-dingsmaatregelen programmeert, plant, uitvoert opdat de netwerken zo efficiënt en effectief mogelijk functioneren.
Om deze ambitie te bereiken moeten op alle stappen van het assetmanagement verbeteringen doorgevoerd worden. De internationale norm ISO 55000 geeft hier richting aan. Het ontwikkeltraject duurt 5 jaar. De acties waren tot nu toe gericht op het verbeteren van de kaders en de tools voor uniform werken en het vastleggen van areaalgegevens zodat op landelijk en regionaal niveau betere afwegingen gemaakt kunnen worden. Voorts zijn de verantwoordelijkheden aangescherpt en eenduidig belegd, zowel binnen RWS als in de driehoek opdrachtgever-eigenaar-opdrachtnemer RWS. In 2024 en verder wordt hierop doorgepakt zodat de werkwijze, de areaalgegevens en IV in samenhang verbeteren. Ook zullen de prestatie-en sturingsafspraken geherdefinieerd worden, het startpunt van het asset-managementbeleid. Het gaat hier om afspraken over het prestatieniveau van het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en hoofdwatersysteem om invulling te geven aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland en afspraken over het daarvoor benodigde uitvoeringsapparaat. Nu er meerjarige zekerheid is over de budgetten voor instandhouding kan hieraan invulling gegeven worden.
Periodiek wordt geëvalueerd welke voortgang op de ambitie is bereikt, zodat leerervaringen kunnen worden benut in de volgende stap in de transitie. De voortgang op het meerjarige ontwikkelplan zal extern beoordeeld worden.
Programma Versoberingen en efficiency
In bijlage 4.2 van de Infrastructuurbegroting 2012 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de toen niet gedekte onderhoudsproblematiek tot en met 2020 bij RWS en over de mix van maatregelen om deze problematiek te beheersen.
Een van de maatregelen betreft een pakket aan efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. De afspraken over deze te realiseren maatregelen zijn opgenomen in het Programma Versobering en Efficiency. De versoberingen en efficiencymaatregelen zijn stapsgewijs geïmplementeerd, omdat dit de mogelijkheid bood om binnen het afgesproken budgettaire kader door een verstandige mix van maatregelen passend bij de lokale situatie optimalisaties aan te brengen. Hierdoor konden en kunnen eventuele negatieve gevolgen voor doorstroming en veiligheid worden beperkt.
In bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2013 is de verdeling van het totale pakket efficiency- en versoberingmaatregelen van € 1,64 miljard naar netwerk gepresenteerd. Hiervan is tot en met 2016 € 891 miljoen gerealiseerd. In die bijlage is tevens een eerste inschatting opgenomen van effecten op veiligheid en doorstroming.
In bijlage 4 van de Infrastructuurbegroting 2015 is de verdeling van het totale pakket efficiency- en versoberingsmaatregelen a € 1,64 miljard naar netwerk uitgesplitst en de prognose bijgesteld. In deze bijlage is de verwachte bandbreedte op basis van de verdere uitwerking en implementatie van de maatregelen in beeld gebracht. Wanneer het totaalpakket aan maatregelen bij de onderkant van de bandbreedte dreigt uit te komen, zal worden bijgestuurd door nieuwe maatregelen te treffen. Op basis van het huidige beeld is de inschatting dat het realiseren van het totale pakket van € 1,64 miljard aan versobering- en efficiencymaatregelen mogelijk is. Ten opzichte van de vorige begroting zijn de inzichten niet gewijzigd.
Zoals in eerdere begrotingen toegezegd, is geëvalueerd of met het Programma Versoberingen en Efficiency de gestelde doelen zijn bereikt en of er vervolgacties nodig zijn. Uitkomst is dat de maatregelen om te komen tot de afgesproken versoberingen en efficiency zijn geïmplementeerd en geborgd binnen de RWS organisatie.
Op basis van de gehanteerde monitoringssystematiek was in 2015 de aanname, dat de beoogde besparingen vrijwel volledig konden worden gerealiseerd. De absolute besparing was echter moeilijk aan te geven omdat meer (externe) factoren van invloed zijn op de cijfers. Wat voor RWS aanleiding was om na 2015 te stoppen met de centrale monitoring. Na 2015 is er dan ook geen duidelijk beeld of de beoogde besparingsresultaten daadwerkelijk zijn behaald.
In het licht van het nieuwe (basis)kwaliteitsniveau van de hoofdinfrastruc-tuurnetwerken wordt dit niet meer verder onderzocht, omdat hiermee een nieuwe uitgangssituatie is gecreëerd. Dit is daarom de laatste keer dat over het programma versoberingen en efficiency worden gerapporteerd.
Bijlage 5: Lijst van afkortingen
BAW |
Bestuursakkoord Water |
BenO |
Beheer en Onderhoud |
BOI |
Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium |
BOV |
Beheer, Onderhoud en Vernieuwing |
BPRW |
Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren |
CA |
Coalitieakkoord |
CER |
Critical Entities Resilience directive |
DAW |
Delta-aanpak Agrarisch Waterbeheer |
DBFM |
Design, Build, Finance and Maintain |
DF |
Deltafonds |
DP |
Deltaprogramma |
DPZW |
Deltaprogramma Zoet Water |
EHS |
Ecologische Hoofdstructuur |
HWBP |
Hoogwaterbeschermingsprogramma |
HWBP-2 |
Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma |
IBO |
Interdepartementaal beleidsonderzoek |
IBOI |
Index Bruto Overheidsinvesteringen |
IenW |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
IRM |
Integraal Rivier Management |
IWCS |
IenW Cybersecuritystrategie |
KIJK |
Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard |
KRW |
Kaderrichtlijn Water |
LNV |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
LRT3 |
Derde Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen |
LTO |
Land- en Tuinbouworganisatie |
MER |
MilieuEffectRapportage |
MIRT |
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport |
MKBA |
Maatschappel jke Kosten-BatenAnalyse |
MSNF |
Maritieme Servicehaven Noordel jk Flevoland |
MTIB |
Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid |
NCSA |
Nationale Cybersecuritystrategie Agenda |
NCTV |
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid |
NenS |
Natuur en Stikstof |
NGR |
Nationale Grondwater Reserves |
NIB |
Netwerk- en Informatiebeveiligingsrichtl jn |
NKWK |
Nationaal Kennis- en innovatieprogramma Water en Klimaat |
NLCS |
Nederlandse Cybersecurity Strategie |
NNN |
Natuurnetwerk Nederland |
NOVI |
Nationale Omgevingsvisie |
NURG |
Nadere Uitwerking Rivieren Gebied |
NUTW |
Nog uit te voeren werkzaamheden |
NWO |
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappel jk Onderzoek |
NWP |
Nationaal Water Programma |
OCW |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
OI |
Ontwerp Instrumentarium |
OT |
Operationele technologie |
PAGW |
Programmatische Aanpak Grote Wateren |
PBL |
Planbureau voor de Leefomgeving |
PFAS |
Poly- en perfluoralkylstoffen |
PKB |
Planologische Kernbeslissing |
PPS |
Publiek-private samenwerking |
RvdR |
Ruimte voor de Rivier |
RWS |
Rijkswaterstaat |
SCM |
Strategische Capaciteitsmanagement |
TTW |
Toegepaste en Technische Wetenschappen |
VenR |
Vernieuwing en Renovatie |
VNAC |
Versterking van de Nationale aanpak Cybersecurity |
WB21 |
Waterbeleid voor de 21e eeuw |
WBI |
Wettel jk BeoordelingsInstrumentarium |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 410 J, nr. 2 96 |
Daarbij aangetekend dat een zekere mate van uitgesteld onderhoud doelmatig is.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.