Tweede verslag - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024

Dit tweede verslag is onder nr. G toegevoegd aan wetsvoorstel 36410 V - Vaststelling begroting Buitenlandse Zaken 2024.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024; Tweede verslag
Document date 07-06-2024
Publication date 07-06-2024
Nummer KST36410VG
Reference 36410 V, nr. G
External link original article
Original document in PDF

2.

Text

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2024

Vergaderjaar 2023-

36 410 V

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024

TWEEDE VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN, DEFENSIE EN ONTWIKKELINGSSAMEN-WERKINGi EN VOOR EUROPESE ZAKEN2 Vastgesteld 7 juni 2024

Het wetsvoorstel heeft in de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende nadere vragen en opmerkingen.

Inleiding

De leden van de fractie van BBB hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag aangaande de begrotingsstaat Buitenlandse Zaken 2024. Zij hebben nog enkele aanvullende vragen en opmerkingen.

De leden van de fractie van PvdD hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag aangaande de begrotingsstaat Buitenlandse Zaken 2024. Zij hebben nog enkele aanvullende vragen en opmerkingen.

1    Samenstelling:

Oplaat (BBB), Croll (BBB), Marquart Scholtz (BBB), Goossen (BBB), Van Gasteren (BBB), Karimi (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Petersen (VVD) (voorzitter), Vogels (VVD), Van Ballekom (VVD), Van Toorenburg (CDA), Prins (CDA), Belhirch (D66), Moonen (D66), Van Strien (PVV), Koffeman (PvdD), Van Bijsterveld (JA21), Van Apeldoorn (SP), Huizinga-Heringa (CU)

(1e ondervoorzitter), Dessing (FVD) (2e ondervoorzitter), De Vries (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

2    Samenstelling:

Oplaat (BBB), Lievense (BBB), Panman (BBB), Karimi (GroenLinks-PvdA), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Veldhoen (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD), Van den Berg (VVD), Vogels (VVD), Van Toorenburg (CDA), Bovens (CDA), Aerdts (D66), Dittrich (D66), Van Hattem (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Nanninga (JA21), Van Apeldoorn (SP) (voorzitter), Huizinga-Heringa (CU), Dessing (FVD) (ondervoorzitter), De Vries (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

kst-36410-V-G ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024

De leden van de fractie van Volt hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag aangaande de begrotingsstaat Buitenlandse Zaken 2024. Zij hebben nog een aanvullende vraag.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de fractie van BBB constateren dat de beantwoording van de regering in de nota naar aanleiding van het verslag op de vragen van deze leden zich beperkt tot een antwoord op hun eerste vraag, en verder bestaat uit een uiteenzetting van de werking van artikel 10 Ambtenarenwet met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren. Tevens is in het antwoord aandacht besteed aan het lekken door ambtenaren van vertrouwelijke informatie, zulks terwijl daaromtrent door de leden van de BBB-fractie geen vraag was gesteld. Echter, de volgende vijf vragen die door deze leden waren gesteld, heeft de regering niet beantwoord. Deze leden verzoeken de regering daarom alsnog antwoord op die vragen te geven.1

Daarnaast heeft zich na het uitbrengen van het verslag een feit voorgedaan dat samenhang vertoont met de door de leden van de BBB-fractie gestelde vragen, en wel een publieke steunbetuiging door de Nederlandse ambassadeur in Colombia aan een verklaring waarin het kabinet wordt opgeroepen om de financiële steun aan de UNRWA te hervatten. Nu de inhoud van deze verklaring haaks staat op het kabinetsbeleid en een ambassadeur geacht wordt het standpunt van de regering uit te dragen, en mede gezien het feit dat de Minister van Buitenlandse Zaken heeft aangegeven door de secretaris-generaal te zullen laten onderzoeken of de ambassadeur artikel 10 van de Ambtenarenwet heeft overtreden, hebben de leden van de BBB-fractie de volgende vragen.

Is bedoeld onderzoek ingesteld en gereed? Indien het onderzoek nog niet gereed is, wanneer is afronding te verwachten? Indien het gereed is, wat zijn de bevindingen? Indien die bevindingen inhouden dat de ambassadeur zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 10 Ambtenarenwet, welke (disciplinaire) maatregelen zijn door de Minister genomen of gaat zij nemen tegen de ambassadeur?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

Uit de nota naar aanleiding van verslag leiden de leden van de PvdD-fractie af dat Oekraïne de NAVO niet informeert over het inzetten van clustermunitie. Is de regering bereid bij door Nederland te leveren militaire steun als voorwaarde te stellen dat Oekraïne de Nederlandse regering informeert over het gebruik van clustermunitie?

Verder lezen deze leden in de beantwoording dat de Nederlandse regering landen die geen partij zijn bij het Verdrag inzake Clustermunitie, zoals Oekraïne, ontmoedigt clustermunitie te gebruiken. Wanneer en op welke wijze heeft Nederland met Oekraïne contact gehad over het gebruik van clustermunitie en op welke wijze heeft de ontmoediging plaatsgevonden?

Na de mededeling in het antwoord over het ontmoedigen, vervolgt de regering «Tegelijkertijd erkent het kabinet het recht van Oekraïne om zich te verdedigen tegen de voortdurende Russische agressie in de lijn met artikel 51 van het VN-handvest.» Impliceert dit dat de regering van oordeel is dat het recht op zelfverdediging medebrengt dat Oekraïne het recht heeft om clustermunitie te gebruiken?

De leden van de PvdD-fractie vinden dat de regering terecht erkent dat de term «shall» uiting geeft aan het juridisch bindende karakter van het verdrag. Erkent de regering daarmee dat Nederland juridisch gehouden is om al het mogelijke te doen om het gebruik van clustermunitie te voorkomen?

Vloeit uit artikel 21, tweede lid van het Verdrag inzake Clustermunitie, de juridische verplichting voort voor landen die daarbij zijn aangesloten om bij het leveren van militaire steun aan Oekraïne als voorwaarde te stellen dat Oekraïne geen gebruik mag maken van clustermunitie? Zo ja, waarom is tot op heden die voorwaarde niet gesteld door de Nederlandse regering? Zo nee, op grond van welke juridische argumentatie komt de regering tot dat oordeel?

Is de regering bereid om militaire steun aan Oekraïne slechts te verlenen indien dat land toezegt geen clustermunitie te gebruiken?

De Minister van Defensie heeft begin juni in Politico2 aangegeven dat de door Nederland geleverde F16's ook ingezet mogen worden voor doelen in Rusland, anders dan geldt voor de door België geleverde toestellen. De leden van de PvdD-fractie vragen de regering of zij kan aangeven waardoor dit van België verschillende beleid wordt ingegeven.

Nederland heeft in 2008 haar eigen clustermunitie voor de F16 vernietigd, kan de regering garanderen dat de door Nederland geleverde F16's niet gebruikt zullen mogen worden voor het gebruik van clustermunitie? Zo nee, waarom niet en is de regering bereid alsnog zo'n voorbehoud te maken? Zo ja, hoe luiden de gemaakte afspraken ter zake en welke gevolgen zou het onverhoopt schenden van die afspraken hebben, zo vragen de leden van de PvdD-fractie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

De leden van de Volt-fractie vragen aan de regering hoe de budgettaire impact van de komende EU Strategische Agenda is vastgesteld en hoe wordt dat meegewogen in de beraadslagingen?

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking en de vaste commissie voor Europese Zaken zien met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het tweede verslag. Bij ontvangst van deze nota uiterlijk vrijdag 14 juni 2024, 17.00 uur achten de commissies het begrotingswetsvoorstel gereed voor plenaire behandeling op 18 juni aanstaande.

De voorzitter van de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking,

Petersen

De voorzitter van de commissie voor Europese Zaken,

Van Apeldoorn

De griffier voor dit verslag,

Van Luijk

Eerste Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 410 V, G 3

1

Kamerstukken I, 2023-2024, 36 410 V, C, blz. 2-3.

2

Politico, «Ukraine can strike Russian targets with Dutch F-16s», 4 juni 2024, https://www.politico.eu/article/ukraine-can-strike-russian-targets-dutch-f-16s-fighter/.


 
 
 

3.

More information

 

4.

EU Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.