Nota naar aanleiding van het verslag - Wijziging van de Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en enkele andere wetten ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling

Deze nota naar aanleiding van het verslag i is onder nr. C toegevoegd aan wetsvoorstel 36608 - Wijziging van de Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en enkele andere wetten ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en enkele andere wetten ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling; Nota naar aanleiding van het verslag
Document date 29-11-2024
Publication date 29-11-2024
Nummer KST1172622
Reference 36608, nr. C
External link original article
Original document in PDF

2.

Text

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

36 608    Wijziging van de Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag, de

Wet op de huurtoeslag en enkele andere wetten ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling

C    NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 29 november 2024

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van de commissie voor Financiën naar aanleiding van het voorstel van wet tot wijziging van de Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en enkele andere wetten ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling. Hierna ga ik in op de vragen uit het verslag waarbij de volgorde van het verslag is aangehouden.

De leden van de VVD-fractie vroegen welke concrete maatregelen de regering neemt om ervoor te zorgen dat de aanpassingen van de parameters niet leiden tot onbedoelde complicaties voor de uitvoering.

Naar aanleiding van de voorgestelde maatregelen in dit wetsvoorstel is door de Dienst Toeslagen een uitvoeringstoets opgesteld. Daarin is aangegeven dat de parameterwijzigingen per 2025 uitvoerbaar zijn, mits deze op 15 oktober 2024 zouden zijn aangeleverd bij de Dienst Toeslagen. Op dat moment is er voldoende tijd om de wijzigingen in het systeem door te voeren en uitvoerig te testen. De Dienst Toeslagen heeft in de uitvoeringstoets aangegeven dat als de parameterwijzigingen tijdig worden aangeleverd, er geen reden is om aan een tijdige implementatie te twijfelen. De parameterwijzigingen zijn vervolgens door het Ministerie van VRO op tijd aangeleverd bij de Dienst Toeslagen.

De leden van de VVD-fractie vroegen hoe de regering ervoor zorgt dat eventuele nadelige gevolgen van de parameterwijzigingen worden opgevangen en welke implicaties dat heeft voor de uitvoering.

De Dienst Toeslagen heeft aangegeven dat de parameterwijzigingen uitvoerbaar zijn als de wijzigingen uiterlijk 15 oktober 2024 ontvangen zouden zijn. De wijzigingen zijn op tijd aangeleverd bij de Dienst Toeslagen.

De leden van de CDA-fractie en de leden van de SP-fractie vroegen wat er - los van de budgettaire effecten - misgaat als het advies van Raad van State, om de maatregelen in dit wetsvoorstel nader te doordenken op de gevolgen voor burgers en de Dienst Toeslagen, wordt gevolgd en het wetsvoorstel niet nu wordt aangenomen.

Als deze maatregelen niet worden doorgevoerd zal de huurtoeslag ongewijzigd blijven en zal er geen vereenvoudiging van de regeling zijn, terwijl hier wel een brede wens voor is. Wanneer dit wetsvoorstel niet wordt aangenomen blijft de onregelmatige afbouw van de huurtoeslag in stand en blijven de pieken in de marginale druk bestaan. Daarnaast zal ook de harmonisering tussen huishoudtypen niet doorgaan. De samenhang tussen de maatregelen in dit voorstel met de maatregelen in het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de huurtoeslag (vereenvoudiging van de huurtoeslag) (36 311) is onder andere in de nota naar aanleiding van het verslag van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 204/25, 36 608, nr. 6) beschreven. Er wordt geen interactie verwacht met de andere toeslagen, bijstand of andere inkomensafhankelijke regelingen. De huurtoeslag opereert hier los van.

Met het huidige tijdpad zal invoering van de maatregelen uit dit wetsvoorstel deels mogelijk zijn per 1 januari 2025 en deels per 1 januari 2026. Als besluitvorming over dit wetsvoorstel op een later moment plaatsvindt dan nu voorzien, zal invoering per 2025 niet meer mogelijk zijn en zal ook mogelijk invoering per 2026 niet meer mogelijk zijn.

De leden van de ChristenUnie-fractie vroegen waarom het advies om dit wetsvoorstel los te koppelen van het Pakket Belastingplan 2025 niet is gevolgd.

De wens om het toeslagenstelsel op korte termijn te vereenvoudigen wordt breed gedragen. Daarnaast heeft het kabinet de wens om de pieken in de marginale druk te verminderen zodat werken meer gaat lonen. Hiervoor wil het kabinet al in 2025 de huurtoeslag minder steil afbouwen en vanaf 2026 de afbouw verder vereenvoudigen. Dienst Toeslagen oordeelt dat de voorgestelde maatregelen uitvoerbaar zijn, mits hier tijdig duidelijkheid over zou zijn. Bij dit wetsvoorstel is bewust gekozen om de maatregelen bij het Belastingplan integraal in te dienen, ook al is er sprake van een gefaseerde inwerkingtreding. Via de weg van het Belastingplan kan nog dit jaar duidelijkheid en zekerheid worden geboden aan zowel burgers als uitvoering over het gehele pakket aan wijzigingen. Zij weten hiermee waar ze de komende jaren aan toe zijn en wat het beoogde eindbeeld is. Dit acht het kabinet des te belangrijker omdat de afgelopen jaren al veel is gesproken over vereenvoudiging van toeslagen, dan wel inkomensondersteuning in den brede. Daarnaast heeft Dienst Toeslagen hiermee voldoende tijd om de wijzigingen in de systemen door te voeren en te testen.

De leden van de ChristenUnie-fractie vroegen waarom het onderscheid tussen ouderenen niet-ouderenhuishoudens in de huurtoeslag wordt weggenomen.

Het wegnemen van het onderscheid in ouderen- en niet-ouderenhuishoudens is een voorstel in het kader van vereenvoudiging van de regeling. Het aantal huishoudtypen gaat van vier naar twee. Er resteren alleen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens. Dit is een vereenvoudiging voor de burger, omdat de regeling begrijpelijker wordt.

In feite betekent het terugbrengen van het aantal huishoudtypen van vier naar twee dat de huishoud specifieke parameters voor ouderenhuishoudens worden overgenomen voor de niet-ouderenhuishouden, waarmee de inkomensafhankelijkheid en de subsidiering van huurdelen geharmoniseerd wordt.

De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Mona Keijzer

2


 
 
 

3.

More information

 

4.

EU Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.