Brief van de staatsecretaris van Financiën - H&T over livegang digitaal aanmeldportaal en reactie op elf succesblokkades van Stichting Gelijkwaardig Herstel - Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025) - Main contents
Deze brief is onder nr. U toegevoegd aan wetsvoorstel 36151 - Wet hersteloperatie toeslagen i.
Contents
Officiële titel | Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025); Brief van de staatsecretaris van Financiën - H&T over livegang digitaal aanmeldportaal en reactie op elf succesblokkades van Stichting Gelijkwaardig Herstel |
---|---|
Document date | 15-01-2025 |
Publication date | 20-01-2025 |
Nummer | KST36602U |
Reference | 36602; 36151, nr. U |
External link | original article |
Original document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2024-2025
36 602 |
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025) |
36 151 |
Regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen) |
U1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN - HERSTEL
EN TOESLAGEN
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 januari 2025
Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2025 op 9 en 10 december jl. is toegezegd om aan uw Kamer een afschrift van een tweetal brieven te doen toekomen. Het betreft de brief Livegang pilot digitale route aanmeldportaal van 10 december jl. en een reactie op de door Stichting Gelijkwaardig Herstel (SGH) geformuleerde succesblokkades. Dit laatste is opgenomen in de brief Afdoening Toezeggingen uit commissiedebat
Hersteloperatie Toeslagen. Deze brief is op 20 december jl. aan de Tweede Kamer gezonden. Beide brieven treft u hierbij als bijlage aan.
De Staatssecretaris van Financiën - Herstel en Toeslagen,
S.Th.P.H. Palmen
1 De letter U heeft alleen betrekking op 36 602.
kst-36602-U ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2025
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2024
Ouders die leed is aangedaan door de toeslagenaffaire wachten vaak lang op hun financieel herstel. Een belangrijk onderdeel dat daar bij hoort is het vergoeden van de schade die de onterechte terugvorderingen vaak veroorzaakt hebben. In het kader van deze schadevergoeding zet het kabinet twee belangrijke stappen per 10 december aanstaande: we gaan gefaseerd live met een centraal aanmeldpunt, te beginnen met een uitvoeringspilot met een diverse groep van ca. 500 ouders; en starten een pilot met een volledig digitale schadevergoedingsroute met maximaal 200 ouders.
Eerder bent u geïnformeerd1 dat gewerkt wordt aan een centraal aanmeldpunt waarin ouders die hun integrale beoordeling (IB) hebben afgerond zich kunnen melden voor één van de beschikbare schaderoutes. In het centrale aanmeldportaal kunnen ouders een geïnformeerde keuze maken voor een route en wordt geborgd dat hun aanvraag voldoet aan de wettelijke vereisten. Erkend gedupeerde ouders met een definitieve beschikking integrale beoordeling van voor 1 oktober 2024 hebben tot 31 maart 2025 de tijd om deze aanvraag in te dienen, voor de overige ouders geldt dat zij hier tot zes maanden na het onherroepelijk worden de tijd voor hebben. Daarnaast vergemakkelijkt het portaal de uitvoering door inzichtelijk te maken hoeveel ouders zich voor een aanvullende schade hebben gemeld. Ook helpt het om ouders onafhankelijk van de gekozen route zo veel mogelijk op volgorde in behandeling te nemen, met dien verstande dat de eigen regie van de ouder bepaalt in welk tempo een schaderoute wordt gekozen en het proces vervolgens wordt doorlopen. Ook kan een ouder via het centrale portaal eenvoudig overstappen uit bijvoorbeeld de CWS wachtrij naar een andere schaderoute.
Helaas bleek de in de 18e voortgangsrapportage aangekondigde startdatum van november 2024 niet haalbaar, omdat meer tijd nodig bleek om de digitale waarborgen te treffen om de gegevens van toeslagenouders veilig te verwerken en hen optimaal te bedienen bij het maken van een belangrijke keuze. Het kabinet kiest ervoor in fases live te gaan en dient daarmee twee doelen. Enerzijds zullen ongeveer vierhonderd ouders die al lang in de wachtrij staan voor de Commissie Werkelijke Schade (CWS) de gelegenheid krijgen zich als eerst te melden en dus mogelijk ook een andere keuze te maken dan CWS. Anderzijds kan ook de aanmeldfunctio-naliteit getest worden voor de groep ouders die al in behandeling is bij de Stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH) en na optekenen van hun verhaal wil overgaan tot het laten opstellen van een schadestaat. Door het aanmeldportaal eerst te beproeven met een beperkte groep kan worden vermeden dat een grote groep ouders te maken krijgt met eventuele opstartcomplicaties. Het kabinet erkent dat de introductie van een centraal aanmeldpunt een wijziging is ten opzichte van de decentrale aanmeldmo-gelijkheden die de routes tot dusver zelfstandig verzorgden en daarmee de eigen invloed op de wachtrij. Daarbij weegt het kabinet om bovengenoemde redenen de voordelen zwaarder dan de nadelen.
Al eerder is met uw Kamer besproken dat samen met de uitvoerings-partners zoals CWS en SGH hard gewerkt wordt aan de opschaling van de schaderoutes maar dat deze momenteel ontoereikend is om de piek van bestaande en nieuwe aanmeldingen op korte termijn te verwerken. Een
routekeuze van een ouder betekent helaas niet automatisch dat de behandeling direct kan aanvangen. Wel zien ouders in het aanmeldportaal altijd de status van de voortgang van hun aanvraag en biedt het de mogelijkheid van route te wisselen zolang een ouder nog in een wachtrij staat.
Tegelijkertijd met de eerste stap in het gefaseerd livegaan van het aanmeldportaal, start een pilot van de Digitale route, nadat deze route al eerder kleinschalig is getest met circa 15 ouders. Naar aanleiding van deze test zijn inmiddels 6 VSO's afgesloten met ouders, en hun eerste positieve reacties zijn reden om deze route verder in de praktijk te testen en hiervan te leren. De Digitale route wordt gekenmerkt door een forfaitaire benadering waarbij, gebaseerd op een deel van de schadeposten en bedragen in het schadebeoordelingskader van de SGH, tot een vaststellingsovereenkomst wordt gekomen. De ouder dient, eventueel na contact met een medewerker of na raadpleging van diens gemachtigde, binnen de digitale omgeving mogelijke schadeposten in en onderbouwt deze met ondersteunende stukken.
Hoewel het verhaal van de ouder anders dan bij SGH of CWS in deze route geen rol speelt, wordt de aannemelijkheid van causaliteit - zoals het civiele recht verlangt - ingevuld door het beoordelen van de onderlinge samenhang van ondersteunende stukken en de inpasbaarheid van de schade in de tijdlijn zoals die blijkt uit de integrale beoordeling. Het kabinet hoopt dat ouders die om verschillende redenen hun verhaal niet willen (her)vertellen of bovenal een snelle afhandeling van hun schade wensen, met deze route geholpen zijn.
Met het ontwikkelen van verschillende routes beoogt het kabinet tegemoet te komen aan verschillende behoeftes en diversiteit tussen de brede groep van gedupeerde ouders. Uiteraard gaat dit gepaard met verschillende dilemma's en afwegingen. Voordat een definitief besluit over de inzet van deze route genomen kan worden, is het daarom belangrijk dat deze gewogen worden en dat wordt geleerd van het praktijkgebruik door ouders. Daarom gaat het kabinet van start met een pilot van maximaal tweehonderd deelnemende ouders. Na deze pilot en volgt een evaluatie van de route.
Indien in de komende periode zich geen onvoorziene belemmerende kwesties voordoen, zal het aanmeldportaal in de tweede helft van januari 2025 definitief live gaan. Omstreeks diezelfde periode zal de pilot van de digitale route worden geëvalueerd. De evaluatie en het eventuele opschalingsbesluit voor de Digitale route ontvangt u zo snel mogelijk daarna.
Het overkoepelende uitgangspunt van het kabinet blijft dat de hersteloperatie zo snel en zo goed mogelijk tot voltooiing gebracht moet worden. Het vergoeden van aanvullende schade is daar een integraal onderdeel van. Een centraal aanmeldportaal is een voorwaarde voor het afronden van deze laatste, cruciale fase van het financieel herstel. Tevens heeft het kabinet de goede hoop dat ook de digitale route voor veel ouders dit herstel dichterbij brengt.
De Staatssecretaris van Financiën,
-
T.van Oostenbruggen
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN - HERSTEL EN TOESLAGEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2024
In het laatste commissiedebat over de voortgang van de hersteloperatie toeslagen op 7 november jl. heeft mijn voorganger toegezegd uw Kamer nog voor het kerstreces te informeren over een drietal punten. Het betreft toezeggingen aan de leden Inge van Dijk (CDA), Stultiens (GL-PvdA) en Vijlbrief (D66). Hieronder treft u mijn reactie.
Extern advies herbeoordeling van adviezen Commissie Werkelijke Schade (CWS)
Op 18 juni 2024 is de motie Van Dijk c.s.2 aangenomen. In die motie wordt de regering verzocht om onafhankelijk advies in te winnen over de vraag hoe om te gaan met de ouders die de CWS al hebben doorlopen of in bezwaar zijn, op grond van gelijkheid (hierna: het onafhankelijke advies). In het commissiedebat van 7 november 2024 is vervolgens toegezegd om daarbij ook de ontwikkeling van alternatieve schaderoutes zoals SGH te betrekken. Aan BarentsKrans is de opdracht gegeven om onafhankelijk te adviseren over de rechtsvragen die voortvloeien uit deze motie. Bijgaand ontvangt uw Kamer het advies.
BarentsKrans concludeert in het rapport op basis van geldende jurisprudentie en wetgeving dat er op de overheid geen rechtsplicht rust om ouders die al een UHT-beschikking over hun aanvullende schade hebben ontvangen op grond van het «oude» CWS-beleid, in aanmerking te laten komen voor het opnieuw volledig doorlopen van de CWS-route of een ambtshalve herziening van de beschikking, dan wel het aanbieden van een alternatieve schaderoute. Het betreft een juridische conclusie in abstracto waarbij meeweegt dat deze groep gedupeerde ouders een rechtmatige compensatie hebben ontvangen, die in lijn is met de uitgangspunten van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) en in overeenstemming is met het civiele schadevergoedingsrecht.
BarentsKrans concludeert dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur - kort gezegd - niet meebrengen dat een later geïntroduceerd beleid op oude gevallen zou moeten worden toegepast, als de eerder gegeven beslissing op zichzelf genomen rechtmatig is en de beleidswijziging op redelijke gronden berust. Het verschil tussen het vergoeden van de werkelijke schade bij de CWS-route en het toekennen van forfaitaire schadeposten bij de SGH-route resulteert er bovendien in dat niet zonder meer kan worden gesteld welke van de schadekaders ruimhartiger is, aldus BarentsKrans.
Reactie op de elf succesblokkades van de Stichting Gelijkwaardig Herstel (SGH)
Afgelopen zomer is een dienstverleningsovereenkomst getekend met de SGH om de Herstelaanpak van de SGH te hervatten en op te schalen. Uw Kamer is daarover op 16 juli jl. geïnformeerd.3 De heropstart van SGH is langzamer op gang gekomen dan aanvankelijk beoogd. SGH heeft daarover een notitie gestuurd naar het ministerie met de elf oorzaken die daar volgens hen aan ten grondslag lagen. De als meest knellend ervaren
punten daarvan zijn daarop direct besproken. Op verzoek van uw Kamer deel ik met u een gezamenlijke reflectie op alle door SGH genoemde punten.
De elf punten van SGH gaan voor een belangrijk deel - circa de helft -over de externe controle die sinds deze zomer wordt toegepast door het ministerie. De voor het commissiedebat besproken werkwijze is in prakrijk gebracht en hierover is in de afgelopen periode constructief het gesprek gevoerd, hetgeen heeft geleid tot een lerende aanpak, waarin op basis van intensief overleg een uitvoeringspraktijk wordt uitgewerkt wat moet leiden tot versnelling van de route. SGH en het ministerie zijn voornemens in de eerste twee maanden van 2025 deze lerende aanpak voort te zetten. In de praktijk is te zien dat de aanpassingen lijken te leiden tot het weer op gang komen van de route. Het aantal schadeanalyses per week dat SGH in de afgelopen paar weken naar het ministerie stuurt is regelmatig hoger dan wat in de pilot is bereikt, en gaat richting de aantallen die in het opscha-lingsplan beoogd zijn. Inmiddels heeft SGH sinds de zomer ongeveer
300 schadestaten aangeleverd bij het ministerie en zijn circa 130 schikkingsvoorstellen gedaan aan ouders.4 Het is nog te vroeg om op basis van deze aantallen definitieve conclusies te verbinden aan de behaalde resultaten, maar ze zijn veelbelovend.
Daarnaast benoemde SGH een aantal andere punten die voor een deel reeds opgelost zijn en voor een deel nog onderwerp van gesprek. Opgelost is de frictie met betrekking tot de timing van het aanmeldportaal, de tekst van de vaststellingsovereenkomst en - voor zover daar al conclusies aan te verbinden zijn - de betalingstermijnen van de overheid. Het proces van uitbetaling is gestroomlijnd met als doel om (ruim) binnen de termijn tot uitbetaling over te gaan, hetgeen bij de eerste uitbetalingen in november en december is gelukt. Het ministerie en SGH blijven samen werken om dit proces zo gestroomlijnd mogelijk te laten verlopen, betrouwbare uitbetaling is immers het sluitstuk van de afspraak die overheid en gedupeerde in gelijkwaardigheid maken. Het ministerie onderschrijft het belang van de tekenceremonies. Samen met SGH worden voorbereidingen getroffen om dergelijke ceremonies op grotere schaal en met meer landelijke spreiding uit te kunnen voeren, waarbij vanzelfsprekend oog blijft voor de uitvoerbaarheid.
Het ministerie en SGH treden nog voor de jaarwisseling in gesprek over het verruimen van de deelnemersvoorwaarden voor SGH, waar twee van de elf punten betrekking op hadden.
Mogelijk nadelige gevolgen voor ouders door inperking adviezen Bezwaarschriftenadviescommissie (BAC)
Verder is toegezegd om in gesprek te gaan met de bezwaarschriftenadviescommissie (BAC) over een oplossing voor mogelijke situaties waarin de inperking van de BAC leidt tot nadelige gevolgen voor de gedupeerde ouders (naar aanleiding van de eerdere motie Stultiens en Inge van Dijk5), en de Kamer hierover schriftelijk verslag te doen.
Eén van de maatregelen om de bezwaarafhandeling te versnellen, is om de BAC gerichter in te zetten. In oktober 2023 is een wijziging van de instellingregeling van de BAC doorgevoerd om deze gerichte inzet mogelijk te maken. UHT vraagt in situaties die dat toelaten geen advies aan de BAC. Dit is het geval indien UHT volledig aan het bezwaar tegemoet komt, als een ouder zelf niet naar de BAC wil, als een bezwaar kennelijk niet ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, of wanneer de
voorgenomen beslissing op bezwaar evident in lijn is met eerdere adviezen van de BAC. Voor de toepassing van de laatstgenoemde mogelijkheid, analyseert UHT de adviezen van de BAC en stemt daarop haar beleid af.6 Van belang is dat zo vroeg mogelijk in het proces wordt ingezet op oplossingsgerichte behandeling van het bezwaar, bijvoorbeeld door er onderling uit te komen, door in te zetten op mediation, het ambtelijk afdoen van bezwaren, of om toch te besluiten het bezwaar wel voor te leggen aan de BAC. Over het toepassen van deze werkwijze vindt regelmatig goed overleg plaats met de BAC en UHT. Voor bezwaren die vóór de aanpassing van de overgangsregeling zijn ingediend geldt overgangsrecht: de ouder houdt in dat geval het recht dat het bezwaar ter advisering aan de BAC wordt voorgelegd.
Voor bezwaren die UHT ambtelijk afdoet geldt ook dat deze volgens de wettelijke voorschriften uit de Awb worden behandeld. De rechtsbescherming van de bezwaarmaker blijft dus geborgd.
De gedachte achter het gerichter voorleggen van bezwaren aan de BAC is dat het sneller bieden van duidelijkheid voor ouders opweegt tegen de meerwaarde van advisering. Tegelijk leidt het overslaan - waar dat kan -van de stap langs de BAC tot een versnelling, en dus tot een voordeel voor de gehele groep ouders die wacht op afhandeling van bezwaar.
Tot slot
In de volgende Voortgangsrapportage, die medio februari 2025 aan uw Kamer wordt gestuurd, zal ik u nader informeren over de voortgang op de bovenstaande thema's. Ik vertrouw erop uw Kamer hiermee volgens afspraak te hebben
De Staatssecretaris van Financiën - Herstel en Toeslagen,
S.Th.P.H. Palmen
Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 36 602, U
6
Handelingen Tweede Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 31 066, nr. 1434.
Kamerstukken II 2023/24, 31 066, nr. 1410.
Handelingen Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 31 066, nr. 1420.
Kamerstukken II, 2023/2024, 31 066, nr. 1358
Kamerstukken II, 2023-2024, 31 066, nr. 1390 (17e VGR hersteloperatie toeslagen)
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.