Artikel III-327: Samenwerking met gespecialiseerde organisaties - Main contents
-
1.De Unie brengt iedere dienstige samenwerking tot stand met de organen en de gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
De Unie onderhoudt voorts met andere internationale organisaties de betrekkingen die wenselijk worden geacht.
-
2.De minister van Buitenlandse Zaken van de Unie en de Commissie zijn belast met de uitvoering van het bepaalde in dit artikel.
In artikel III-327 zijn de artikelen 302 i en 303 van het EG-Verdrag i opgenomen. Het artikel voorziet in de goede samenwerking en betrekkingen met andere internationale organisaties, waarbij de gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de Raad van Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling specifiek worden genoemd.
2003
-
1.De Unie brengt elke dienstige samenwerking tot stand met de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
Zij onderhoudt bovendien de wenselijk geachte betrekkingen met alle internationale organisaties.
-
2.De minister van Buitenlandse Zaken van de Unie en de Commissie zijn belast met de uitvoering van het voorgaande lid.
-
1.De leden 1 en 2 van artikel 35 zijn gebaseerd op de artikelen 302, 303 en 304 VEG. Aan de opsomming van internationale organisaties waarmee de Unie elke dienstige samenwerking tot stand brengt, is de OVSE toegevoegd, met name gezien de betrekkingen met deze organisatie in het kader van de ontwikkeling van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.
-
2.Lid 2 van artikel 35 bepaalt dat de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie en de Commissie belast zijn met de uitvoering van het voorgaande lid.
-
3.Artikel 36 i bepaalt de rol van de delegaties bij de vertegenwoordiging van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties.
-
4.De kwestie van de éne vertegenwoordiging van de eurozone in de internationale financiële instellingen zal worden behandeld in de ontwerp-teksten betreffende het monetair beleid.
2003
-
1.De Unie brengt elke dienstige samenwerking tot stand met de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
-
2.Zij onderhoudt bovendien de wenselijk geachte betrekkingen met andere internationale organisaties.
-
3.De minister van Buitenlandse Zaken van de Unie en de Commissie zijn belast met de uitvoering van het voorgaande lid.
2003
-
1.De Unie brengt iedere dienstige samenwerking tot stand met de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
-
2.Zij onderhoudt daarnaast de wenselijk geachte betrekkingen met andere internationale organisaties.
-
3.De minister van Buitenlandse Zaken van de Unie en de Europese Commissie zijn belast met de uitvoering van het bepaalde in dit artikel.
2003
-
1.De Unie brengt iedere dienstige samenwerking tot stand met de instanties van de Verenigde Naties en hun gespecialiseerde instituties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
-
2.De Unie onderhoudt daarnaast de wenselijk geachte betrekkingen met andere internationale organisaties.
-
3.De minister van Buitenlandse Zaken van de Unie en de Commissie zijn belast met de uitvoering van het bepaalde in dit artikel.
2004
-
1.De Unie brengt iedere dienstige samenwerking tot stand met de organen en de gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
De Unie onderhoudt voorts met andere internationale organisaties de betrekkingen die wenselijk worden geacht.
-
2.De minister van Buitenlandse Zaken van de Unie en de Commissie zijn belast met de uitvoering van het bepaalde in dit artikel.