Artikel 190: Verkiezingen, vertegenwoordigers per lidstaat, zittingsduur - Main contents
-
1.De vertegenwoordigers in het Europees Parlement van de volkeren van de in de Gemeenschap verenigde staten worden gekozen door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen.
-
2.Het aantal in elke lidstaat gekozen vertegenwoordigers is als volgt vastgesteld: (*)
België 24
Bulgarije 18
Tsjechië 24
Denemarken 14
Duitsland 99
Estland 6
Griekenland 24
Spanje 54
Frankrijk 78
Ierland 13
Italië 78
Cyprus 6
Letland 9
Litouwen 13
Luxemburg 6
Hongarije 24
Malta 5
Nederland 27
Oostenrijk 18
Polen 54
Portugal 24
Roemenië 35
Slovenië 7
Slowakije 14
Finland 14
Zweden 19
Verenigd Koninkrijk 78
In geval van wijzigingen in dit lid dient het in elke lidstaat gekozen aantal vertegenwoordigers een passende vertegenwoordiging van de volkeren van de in de Gemeenschap verenigde staten te waarborgen.
-
3.De vertegenwoordigers worden gekozen voor een periode van vijf jaar.
-
4.Het Europees Parlement stelt een ontwerp op voor het houden van rechtstreekse algemene verkiezingen volgens een in alle lidstaten eenvormige procedure of volgens beginselen die alle lidstaten gemeen hebben.
De Raad stelt met eenparigheid van stemmen en met instemming van het Europees Parlement, dat met meerderheid van stemmen van zijn leden een besluit neemt, de desbetreffende bepalingen vast, waarvan hij de aanneming door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen aanbeveelt.
-
5.Het Europees Parlement bepaalt, na raadpleging van de Commissie en met goedkeuring van de Raad die hiertoe met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt, de voorschriften en algemene voorwaarden voor de vervulling van de taken van zijn leden. Voor regels en voorwaarden betreffende de belastingregeling voor leden of voormalige leden is eenparignparigheid van stemmen in de Raad vereist.
Artikel gewijzigd bij het Verdrag van Nice.
Lid 2 is gewijzigd op 1 januari 2004, overeenkomstig het Protocol betreffende de uitbreiding van de Europese Unie (zie artikel 2 van het Protocol).
Voor het aantal zetels van de 10 lidstaten die per 1 mei 2004 zijn toegetreden tot de Europese Unie, is de Verklaring bij het Verdrag van Nice gevolgd. Deze is overgenomen in Protocol 34 van de Europese Grondwet:
Voor Roemenië en Bulgarije volgt de Europese Grondwet 'Nice' in een verklaring:
De invulling van artikel 190, lid 4 is in het Europees Parlement besproken op 12 juni 2002 (zie ook documentenoverzicht hieronder):
Het Parlement kan instemmen met een ontwerp-Raadsbesluit over de wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement. Het EP hoopt dat met deze aanbeveling de al jaren bestaande patstelling tussen Raad en Parlement over de verkiezingsprocedure wordt doorbroken.
Volgens het Parlement is het voorgestelde Raadsbesluit een acceptabel compromis omdat daarin veel elementen zijn opgenomen die het Parlement in een eerdere resolutie uit 1998 had voorgesteld. Het gaat met name om het beginsel van de evenredige vertegenwoordiging, met de mogelijkheid voor de lidstaten om het uitbrengen van voorkeurstemmen toe te staan. Daarnaast de onverenigbaarheid van lidmaatschap van een nationaal parlement met die van het Europees Parlement (met uitzonderingen voor het Verenigd Koninkrijk en Ierland tot de verkiezingen van 2009).
Vervolgens de mogelijkheid voor elke lidstaat om een maximum vast te stellen voor de uitgaven van de kandidaten in verband met de verkiezingscampagne. En, tot slot, de mogelijkheid voor elke lidstaat om territoriale kiesdistricten in te stellen, zonder afbreuk te doen aan het beginsel van evenredige vertegenwoordiging (het Parlement had de indeling in territoriale districten echter verplicht gesteld voor lidstaten met meer dan 20 miljoen inwoners).
Rapporteur: José María GIL-ROBLES GIL-DELGADO (EVP/ED, E)
Ontwerpbesluit tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement
Doc.: A5-0212/2002
Procedure : Instemming
Debat : 11 juni 2002
Stemming : 12 juni 2002
Verslag aangenomen (399/111/25)
Artikel 190, lid 5 (Statuut leden EP) heeft het Europees Parlement onder meer besproken op 23 juni 2005 en 23 mei 2003 (zie nieuwsladder).
-
1.De Vergadering bestaat uit afgevaardigden die de Parlementen uit hun midden aanwijzen volgens de door iedere Lid-Staat vastgestelde procedure.
-
2.Het aantal afgevaardigden is als volgt vastgesteld:
België ................ 14
Duitsland ............. 36
Frankrijk ............. 36
Italië ................ 36
Luxemburg ............. 6
Nederland ............. 14
-
3.De Vergadering stelt ontwerpen op voor het houden van rechtstreekse algemene verkiezingen volgens een in alle Lid-Staten eenvormige procedure.
De Raad stelt met eenparigheid van stemmen de desbetreffende bepalingen vast, waarvan hij de aanneming door de Lid-Staten overeenkomstig hun onderscheidene grondwettelijke bepalingen aanbeveelt.
-
1.De vertegenwoordigers in het Europees Parlement van de volkeren van de in de Gemeenschap verenigde staten worden gekozen door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen.
-
2.Het aantal in elke lidstaat gekozen vertegenwoordigers is als volgt vastgesteld: (*)
België 24
Bulgarije 18
Tsjechië 24
Denemarken 14
Duitsland 99
Estland 6
Griekenland 24
Spanje 54
Frankrijk 78
Ierland 13
Italië 78
Cyprus 6
Letland 9
Litouwen 13
Luxemburg 6
Hongarije 24
Malta 5
Nederland 27
Oostenrijk 18
Polen 54
Portugal 24
Roemenië 35
Slovenië 7
Slowakije 14
Finland 14
Zweden 19
Verenigd Koninkrijk 78
In geval van wijzigingen in dit lid dient het in elke lidstaat gekozen aantal vertegenwoordigers een passende vertegenwoordiging van de volkeren van de in de Gemeenschap verenigde staten te waarborgen.
-
3.De vertegenwoordigers worden gekozen voor een periode van vijf jaar.
-
4.Het Europees Parlement stelt een ontwerp op voor het houden van rechtstreekse algemene verkiezingen volgens een in alle lidstaten eenvormige procedure of volgens beginselen die alle lidstaten gemeen hebben.
De Raad stelt met eenparigheid van stemmen en met instemming van het Europees Parlement, dat met meerderheid van stemmen van zijn leden een besluit neemt, de desbetreffende bepalingen vast, waarvan hij de aanneming door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen aanbeveelt.
-
5.Het Europees Parlement bepaalt, na raadpleging van de Commissie en met goedkeuring van de Raad die hiertoe met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt, de voorschriften en algemene voorwaarden voor de vervulling van de taken van zijn leden. Voor regels en voorwaarden betreffende de belastingregeling voor leden of voormalige leden is eenparignparigheid van stemmen in de Raad vereist.