De koning
Nederland is een koninkrijk. Dat betekent dat een koning het staatshoofd is of eigenlijk: het 'onschendbare deel' van de regering. Het Statuut voor het Koninkrijk bepaalt dat de Kroon van het Koninkrijk wordt gedragen door de erfgenamen van koningin Juliana1. Sinds 30 april 2013 is Willem-Alexander2 koning der Nederlanden.
Macht heeft de koning niet. Voor het uitvaardigen van wetten en besluiten zijn de handtekening van zowel de koning als een minister3 nodig. De minister(s) zijn verantwoordelijk. De positie van de koning en de opvolging zijn geregeld in de Grondwet, vandaar dat in Nederland sprake is van een 'constitutionele monarchie'.
Contents
De koning vervult taken van staatkundige aard, zoals de ondertekening van wetten, het beëdigen van bewindslieden en commissarissen van de koning, en taken van ceremoniële aard, zoals het ontvangen van andere staatshoofden en buitenlandse ambassadeurs en het afleggen van staatsbezoeken.
De koning vormt samen met de ministers de regering. Sinds 1848 staat in de Grondwet dat de koning onschendbaar is, en dat de ministers verantwoordelijk zijn. De koning kan dan ook niet gedwongen worden af te treden naar aanleiding van een politieke handeling; een minister wel.
De onschendbaarheid van de koning komt ook tot uiting in het zogenaamde contraseign. Elke wet die door het parlement is aangenomen, moet niet alleen door de koning, maar ook door een minister zijn ondertekend. De koning verleent zo zijn gezag aan de wet, terwijl aan de andere kant de verantwoordelijkheid van de minister tot uitdrukking komt.
Tussen 1890 en 2013, na het overlijden van koning Willem III4, zaten vrouwen (koninginnen) op de troon. Desalniettemin sprak ook toen de Grondwet over de koning. Er was een wet uit 1891 die regelde dat in wetten, ambtstitels etc. het woord koningin mocht worden gebruikt in plaats van koning.
Formeel benoemt de koning de ministers en staatssecretarissen, maar net als bij alles wat de koning in functie doet, geldt hierbij de ministeriële verantwoordelijkheid5. Het besluit over de benoemingen wordt dan ook meeondertekend door een minister (de minister-president) en hij legt daarvoor verantwoording af aan het parlement. De beëdiging van nieuwe ministers en staatssecretarissen gebeurt wel in handen van de koning.
De koning(in) speelde tot 2012 een belangrijke, formele rol bij de vorming van een nieuw kabinet, omdat hij de kabinetsformateur (of een informateur) aanwees. Daarbij ging de koning(in) af op adviezen van vaste adviseurs en van politici. De koning(in) kon wel enige invloed op de formatie hebben door de formulering van de (in)formatieopdracht en de keuze van de (in)formateur6. Dit kwam echter alleen voor als er geen duidelijke voorkeur voor een bepaalde coalitie bestond en de politici erg verdeeld waren.
Door een wijziging van het reglement van orde van de Tweede Kamer heeft die Kamer vanaf 2012 zelf de formatie en de aanwijzing van een (in)formateur ter hand genomen.
De koning krijgt de notulen van de ministerraad7. Mede daardoor weet hij wat daar wordt besproken. Ook bezoeken ministers de koning regelmatig om bij te praten. De minister-president doet dat zelfs iedere week (als regel op maandag). Of hij bij deze gelegenheden invloed of druk uitoefent op het te voeren beleid is niet bekend. Er wordt wel gesteld dat de koning het recht heeft om door zijn/haar ministers geïnformeerd te worden en hen mag bemoedigen en mag waarschuwen.
De koning leest op Prinsjesdag8 de troonrede9 voor, die door de ministers is geschreven. De troonrede is een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid voor het komende jaar. De traditie van het voorlezen van de troonrede door de koning dateert nog uit de tijd dat de koning zelfstandig regeerde.
Een belangrijke taak van de koning is het ondertekenen van wetten en koninklijke besluiten. Een probleem ontstaat als hij dit zou weigeren. Tijdens de regering van koningin Juliana heeft dit gespeeld in verband met de gratieverlening aan ter dood veroordeelde Duitse oorlogsmisdadigers. Dit heeft echter niet tot een constitutionele crisis geleid.
Formeel is de koning voorzitter van de Raad van State10. Dat heeft echter alleen een historische en ceremoniële betekenis.
Het Kabinet van de koning11 is het ambtelijke secretariaat van de koning en fungeert als schakel tussen hem en de ministers.
Naast formele taken heeft de koning vooral een samenbindende rol. De koning staat boven de partijen en vertegenwoordigt als het ware de gehele natie. Hij treedt bij staatsbezoeken op als 'eerste vertegenwoordiger' van ons land.
De koning legt regelmatig werkbezoeken af om zich zo van allerlei ontwikkelingen in het land op de hoogte te houden. Daarnaast is hij soms aanwezig bij jubilea van maatschappelijke organisaties of bij belangrijke tentoonstellingen en sociaal-culturele manifestaties.
Bij rampen met een nationaal karakter, zoals de MH-17 en de vuurwerkramp in Enschede, toont de koning(in) belangstelling, om zo uiting te geven aan zijn/haar betrokkenheid.
De koning ontvangt regelmatig staatshoofden en regeringsleiders van andere landen. Omgekeerd legt hij staatsbezoeken aan andere landen af. Hiermee wordt de band tussen de landen versterkt, wat niet alleen van diplomatiek maar ook van economisch belang is. Nieuwe ambassadeurs van andere landen bieden bij hun aantreden hun geloofsbrieven aan de koning aan.
De koning wordt niet gekroond, maar 'beëdigd en ingehuldigd in de hoofdstad Amsterdam in een openbare Verenigde Vergadering12 van de Staten-Generaal'. Zo staat het in de Grondwet13.
Het koningschap gaat over op de wettige nakomelingen van de Koning, waarbij het oudste kind voorrang heeft. Sinds 1983 wordt er bij de volgorde geen onderscheid meer gemaakt tussen zonen en dochters. Als koning Willem-Alexander2 nu zou overlijden of terugtreden als Koning, is zijn oudste dochter, prinses Catharina-Amalia14, de eerste in lijn om hem op te volgen. De tweede is prinses Alexia en de derde prinses Ariane, dochters uit zijn huwelijk met koningin Máxima15. De vermoedelijke troonopvolger draagt de titel Prins van Oranje. Sedert de grondwetswijziging van 1983 is het mogelijk behalve de titel Prins van Oranje ook de titel Prinses van Oranje te dragen.
Abdicatie
Een koning(in) kan afstand doen van het koninklijk gezag. Dat heet abdicatie. Abdicatie gebeurt bij Akte. De ondertekening daarvan geschiedt door de Koning en de troonopvolger, in aanwezigheid van de ministers, van andere leden van het Koninkijk Huis16 en van hoogwaardigheidsbekleders, zoals de vicepresident van de Raad van State17. Bij de abdicatie van Willem I waren ook de leden van de Raad van State aanwezig. Er is hiervoor overigens geen formele regeling. De Akte wordt voorzien van het koninklijk zegel.
Buitenstaatverklaring
De buitenstaatverklaring is een verklaring van de Staten-Generaal18 dat de Koning niet meer in staat is het koninklijk gezag (zijn taken als Koning) uit te oefenen. Voor een buitenstaatverklaring zijn voorschriften vastgelegd in artikel 35 van de Grondwet. De procedure wordt gezien als een soort 'noodrecht' met betrekking tot de Koning.
Regentschap
Indien de koning niet in staat is het koninklijk gezag uit te voeren, treedt er een regent op. Dat gebeurt in één van de volgende situaties:
-
-zolang de koning nog minderjarig is
-
-als de vermoedelijke troonopvolger een ongeboren kind is
-
-als de Staten-Generaal hebben vastgesteld dat de koning niet in staat is het koninklijk gezag uit te oefenen
-
-als de koning tijdelijk het koninklijk gezag heeft neergelegd
-
-als na het overlijden van de koning of na diens afstand een opvolger ontbreekt
Koning Willem Alexander, koningin Maxima, prinses Amalia en prinses Beatrix krijgen jaarlijks een onbelaste uitkering. Zo ontvangt koning Willem-Alexander in 2025 ongeveer € 7,3 miljoen, waarvan ongeveer € 6,1 miljoen als tegemoetkoming voor personeels- en materiële kosten. Daarnaast gelden nog enkele andere voordelen, zowel op belastinggebied als bijvoorbeeld het gebruik van paleizen.
Nederland bestaat sinds 1813 als zelfstandige eenheidsstaat. Sinds 16 maart 1815 is Nederland een koninkrijk, nadat soeverein vorst Willem zichzelf tot koning uitriep19.
Meer over
- 1.Vorstin, die op menselijke ('gewone') manier inhoud wilde geven aan haar taak en weinig op had met 'protocol'. Stond daardoor veel dichter bij de bevolking dan haar moeder. Verklaarde bij haar inhuldiging het moederschap net zo belangrijk te vinden als haar rol als vorstin. Had goede banden met Drees en Beel. Kreeg twee maal te maken met ernstige constitutionele moeilijkheden. In 1956 door de 'kwestie-Soestdijk (vaak aangeduid als Greet Hofmansaffaire) en in 1976 door de Lockheedaffaire waarbij haar echtgenoot in opspraak kwam. Dat deed geen afbreuk aan haar populariteit. Zette zich in het bijzonder in voor het maatschappelijk werk en voor gehandicaptenzorg.
- 2.Koning Willem-Alexander bekleedt sinds 30 april 2013 het koningschap. Hij werd in 1967 geboren als oudste zoon van prinses Beatrix en prins Claus. Hij volgde onder meer een opleiding aan het Atlantic College in Wales en bij de Nederlandse Marine en studeerde geschiedenis in Leiden. De koning was bestuurslid van het Internationaal Olympisch Comité en was actief op het gebied van internationaal watermanagement. Sinds 2002 is hij gehuwd met de in Argentinië geboren Máxima Zorreguieta. De koning heeft drie dochters, van wie prinses Catharina-Amalia (de Prinses van Oranje) de vermoedelijke troonopvolgster is. Hij staat bekend als sportief, spontaan en open en ziet samenbinden, vertegenwoordigen en aanmoedigen als belangrijkste taken.
- 3.Ministers zijn politiek verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein. Met uitzondering van ministers zonder portefeuille geven zij politieke leiding aan een departement. Daarbij kunnen zij terzijde worden gestaan door staatssecretarissen. Een minister, meestal lid van één van de partijen die in de Tweede Kamer het kabinet steunen, moet het vertrouwen van de Tweede Kamer hebben om de functie te kunnen vervullen.
- 4.Vorst in de tweede helft van de negentiende eeuw. Volgde in 1849 zijn vader pas na enige aarzeling op, omdat hij weinig ingenomen was met de nieuwe liberale Grondwet. Trachtte nog enige jaren zijn macht enigszins te herwinnen en behield nog enige jaren invloed op ministersbenoemingten. Ging soms in tegen zijn ministers, bijvoorbeeld in 1853 (Aprilbeweging). Had lange tijd ook een afkeer van Thorbecke. Verloor later steeds meer interesse in de politiek. Kreeg bovendien te maken met privé-affaires, met conflicten met zijn zoons en met gezondheidsproblemen. Berucht vanwege zijn wispelturigheid en barse uitvallen tegen onder anderen ministers. Trouwde op hoge leeftijd met de veel jongere Duitse prinses Emma, die hem een opvolgster, Wilhelmina, schonk.
- 5.De ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat ministers, gezamenlijk en afzonderlijk, verantwoording aan het parlement afleggen voor hun beleidsdaden. Zij alleen zijn (politiek) verantwoordelijk voor wetgeving en beleid. De Koning, die tevens deel uitmaakt van de regering, is dat niet. De staatssecretarissen zijn eveneens politiek aansprakelijk.
- 6.Na elke Tweede Kamerverkiezing, of soms na de val van een kabinet, begint het proces van de formatie van een nieuw kabinet. Doel van de kabinetsformatie is een kabinet te vormen dat enerzijds kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer en anderzijds tot een gezamenlijk beleid kan komen. De Grondwet is vrij bescheiden wat betreft de kabinetsformatie. Slechts de artikelen 43 en 48 van de Grondwet spreken over de vorming van een kabinet: ministers en staatssecretarissen worden bij koninklijk besluit benoemd.
- 7.De ministerraad is de vergadering van alle ministers onder leiding van de minister-president. Alle ministers, ook de ministers zonder portefeuille, maken deel uit van de ministerraad en hebben daarin stemrecht. Staatssecretarissen hebben alleen toegang als zij zijn uitgenodigd. In de ministerraad wordt overlegd over het algemene regeringsbeleid. De leden dragen hiervoor een collectieve verantwoordelijkheid.
- 8.De derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Normaal gesproken reed de koning op die dag in de Glazen Koets naar het Binnenhof en las in de Ridderzaal de troonrede voor. Zolang de verbouwing van het Binnenhof gaande is, is de Koninklijke Schouwburg in Den Haag tot ten minste eind 2028 de plaats waar de Verenigde Vergadering van Eerste en Tweede Kamer plaatsvindt en de troonrede wordt voorgelezen. In de troonrede staan de plannen van de regering voor het komende jaar.
- 9.De troonrede is de rede die de Koning jaarlijks op de derde dinsdag van september (Prinsjesdag) voorleest. Hij geeft in de troonrede een uiteenzetting van het regeringsbeleid voor het komende jaar. De Koning schrijft de tekst van de troonrede niet zelf; dat doen de ministers. Het voorlezen van de troonrede vloeit voort uit artikel 65 van de Grondwet.
- 10.De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en heeft als voornaamste taak de regering en het parlement te adviseren over wetgeving en bestuur. Daarnaast is deze instantie de hoogste algemene bestuursrechter.
- 11.Het Kabinet van de Koning is het ambtelijke secretariaat van de Koning en fungeert als schakel tussen hem en de ministers. Die taak komt onder meer tot uiting bij de ondertekening en archivering van officiële staatsstukken, zoals wetten en koninklijke besluiten.
- 12.De gezamenlijke vergadering van beide Kamers van de Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer) heet Verenigde Vergadering. De voorzitter van de Eerste Kamer leidt deze vergadering (artikel 62 Grondwet).
- 13.De Grondwet is het belangrijkste staatsdocument en hoogste nationale wet van Nederland. Zij bevat de regels voor onze staatsinstellingen en de grondrechten van de burgers. Daarnaast bevat de Grondwet regels over bestuur, wetgeving en rechtspraak. De Grondwet telt acht hoofdstukken. Artikel 5.2 van het Statuut van het Koninkrijk bepaalt dat de Grondwet de bepalingen daarvan in acht neemt.
- 14.Prinses Amalia, de Prinses van Oranje, is de op 7 december 2003 geboren oudste dochter van koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Sinds haar vader op 30 april 2013 koning werd, is zij de eerste in de lijn van troonopvolging. Prinses Amalia heeft in Den Haag voortgezet onderwijs gevolgd en studeert sinds 2022 politics, psychology, law en economics in Amsterdam. In december 2021 werd zij van rechtswege lid van de Raad van State.
- 15.Máxima Zorreguieta is sinds 2 februari 2002 echtgenote van Willem-Alexander en sinds 30 april 2013 koningin. Zij hebben drie dochters, van wie prinses Catharina-Amalia (de Prinses van Oranje) de vermoedelijke troonopvolgster is. Koningin Máxima is geboren in Argentinië en werkte als bankemployé in New York en Brussel. Als prinses hield zij zich onder meer bezig met vraagstukken op het gebied van inburgering en met bevordering van microfinanciering. De rol van haar vader, die staatssecretaris was tijdens het Videla-regime, leidde tot spanningen rond haar huwelijksvoltrekking. Vanaf het moment van de verloving wist zij echter door haar spontaniteit en warmte de harten van de bevolking te veroveren. Werkt onder meer in VN-verband op gebied van microfinanciering en financiële gezondheid.
- 16.In de Wet lidmaatschap Koninklijk Huis is vastgelegd wie lid zijn van het Koninklijk Huis. Aan het hoofd van het Koninklijk Huis staat de Koning. Sinds 2013 wordt deze positie vervuld door Koning Willem-Alexander. Leden van het Koninklijk Huis zijn diegenen die volgens de grondwet de vorst kunnen opvolgen en aan hem/haar verwant zijn in de eerste of tweede graad van bloedverwantschap, alsmede het staatshoofd dat afstand van het koningschap heeft gedaan. Ook de echtgenoten van alle bovenstaande personen zijn lid van het Koninklijk Huis.
- 17.De vicepresident van de Raad van State heeft de feitelijke leiding van dit Hoge College van Staat, het belangrijkste adviesorgaan van de regering. Hij of zij bekleedt tevens het voorzitterschap van de Afdeling Advisering van de Raad van State, die adviezen uitbrengt over onder meer wetsvoorstellen en verdragen. Verder is de vicepresident een belangrijk (persoonlijk) adviseur van het staatshoofd bij staatkundige kwesties.
- 18.Onder de Staten-Generaal verstaan we de Tweede en Eerste Kamer gezamenlijk. Formeel is er dan ook sprake van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Beide Kamers kunnen tevens in Verenigde Vergadering bijeenkomen.
- 19."Op 11 maart hakte Willem de knoop door en op 16 maart deelde hij de Staten-Generaal mee dat hij de titel van Koning had aangenomen, formeel in strijd met de nog zo jonge Grondwet en met het internationale recht. Niettemin werd zijn voldongen feit allerwegen aanvaard zonder veel gemor."
- 20.De regering bestaat uit de Koning en ministers, terwijl het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen. De Koning is het staatshoofd maar in de praktijk heeft hij geen macht. Het kabinet bepaalt in gezamenlijkheid het beleid en alle ministers zijn daarvoor verantwoordelijk.
- 21.De regering is het centrale bestuur van ons land en bestaat uit de koning en de ministers. Omdat de koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk zijn, wordt het kabinet, de ministers en de staatssecretarissen, in de praktijk ook vaak regering genoemd, bijvoorbeeld de regering-Balkenende. Staatsrechtelijk gezien is dat onjuist.
- 22.De echtgenote van de koning of prins-gemaal (als er een koningin is) heeft geen bijzondere staatsrechtelijke positie. Dat neemt niet weg dat de echtgenoot of echtgenote van de vorst(in) wel een bijzondere rol heeft en vaak ook formeel adviserende functies vervult.