Functie en positie regering/kabinet
De regering bestaat uit de Koning1 en ministers, terwijl het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen. De Koning is het staatshoofd maar in de praktijk heeft hij geen macht. Het kabinet bepaalt in gezamenlijkheid het beleid en alle ministers zijn daarvoor verantwoordelijk.
De ministers moeten verantwoording afleggen aan het parlement voor hun beleid en voor het optreden van de Koning. Daarnaast zijn zij ook afhankelijk van het vertrouwen van het parlement. Als een motie van wantrouwen2 door een meerderheid van de Tweede Kamer3 wordt gesteund, kan het ook individuele ministers dwingen om af te treden.
Alle wetsvoorstellen die aangenomen worden in de ministerraad4, moeten worden bekrachtigd door de Tweede en de Eerste Kamer5. De macht van het kabinet en de regering is dus begrensd.
-
De Koning
Nederland is een koninkrijk. Dat betekent dat een koning het staatshoofd is of eigenlijk: het 'onschendbare deel' van de regering. Het Statuut voor het Koninkrijk bepaalt dat de Kroon van het Koninkrijk wordt gedragen door de erfgenamen van koningin Juliana6. Sinds 30 april 2013 is Willem-Alexander7 koning der Nederlanden.
-
Verhouding tot Tweede Kamer
De vertrouwensregel houdt in dat een minister8, staatssecretaris9 of het kabinet10 als geheel moet aftreden als zij niet langer het vertrouwen genieten van het parlement (lees: de Tweede Kamer3). De vertrouwensregel zegt dus niet dat bewindspersonen per se moeten aftreden als ze een fout hebben gemaakt.
-
Kamerontbinding
Als een kabinet10 gevallen is, wordt als regel de Tweede Kamer ontbonden. De regering heeft daar Grondwettelijk het recht toe. Door Kamerontbinding kan de regering bij een conflict een uitspraak van de kiezers vragen. Die 'regel' bestaat sinds 1972. Na een besluit tot Kamerontbinding moeten altijd binnen 40 dagen nieuwe verkiezingen11 worden uitgeschreven.
-
Ministeriële verantwoordelijkheid en vertrouwensregel
De ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat ministers8, gezamenlijk en afzonderlijk, verantwoording aan het parlement12 afleggen voor hun beleidsdaden. Zij alleen zijn (politiek) verantwoordelijk voor wetgeving en beleid. De Koning1, die tevens deel uitmaakt van de regering, is dat niet. De staatssecretarissen9 zijn eveneens politiek aansprakelijk.
-
Homogeniteit
Door de sinds 1848 bestaande (politieke) ministeriële verantwoordelijkheid13 regeert de Koning alleen nog in naam, maar bepalen feitelijk de ministers8 gezamenlijk het regeringsbeleid. Om de eenheid (homogeniteit) tussen de ministers te bevorderen, vergaderen zij in de ministerraad4 en komen zij samen tot besluiten. Voor de besluitvorming in die raad is een (intern) Reglement van Orde14 opgesteld.
Meer over
- 1.Nederland is een koninkrijk. Dat betekent dat een koning het staatshoofd is of eigenlijk: het 'onschendbare deel' van de regering. Het Statuut voor het Koninkrijk bepaalt dat de Kroon van het Koninkrijk wordt gedragen door de erfgenamen van koningin Juliana. Sinds 30 april 2013 is Willem-Alexander koning der Nederlanden.
- 2.An overview of votes of no confidence in the Netherlands.
- 3.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 4.De ministerraad is de vergadering van alle ministers onder leiding van de minister-president. Alle ministers, ook de ministers zonder portefeuille, maken deel uit van de ministerraad en hebben daarin stemrecht. Staatssecretarissen hebben alleen toegang als zij zijn uitgenodigd. In de ministerraad wordt overlegd over het algemene regeringsbeleid. De leden dragen hiervoor een collectieve verantwoordelijkheid.
- 5.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 6.Vorstin, die op menselijke ('gewone') manier inhoud wilde geven aan haar taak en weinig op had met 'protocol'. Stond daardoor veel dichter bij de bevolking dan haar moeder. Verklaarde bij haar inhuldiging het moederschap net zo belangrijk te vinden als haar rol als vorstin. Had goede banden met Drees en Beel. Kreeg twee maal te maken met ernstige constitutionele moeilijkheden. In 1956 door de 'kwestie-Soestdijk (vaak aangeduid als Greet Hofmansaffaire) en in 1976 door de Lockheedaffaire waarbij haar echtgenoot in opspraak kwam. Dat deed geen afbreuk aan haar populariteit. Zette zich in het bijzonder in voor het maatschappelijk werk en voor gehandicaptenzorg.
- 7.Koning Willem-Alexander bekleedt sinds 30 april 2013 het koningschap. Hij werd in 1967 geboren als oudste zoon van prinses Beatrix en prins Claus. Hij volgde onder meer een opleiding aan het Atlantic College in Wales en bij de Nederlandse Marine en studeerde geschiedenis in Leiden. De koning was bestuurslid van het Internationaal Olympisch Comité en was actief op het gebied van internationaal watermanagement. Sinds 2002 is hij gehuwd met de in Argentinië geboren Máxima Zorreguieta. De koning heeft drie dochters, van wie prinses Catharina-Amalia (de Prinses van Oranje) de vermoedelijke troonopvolgster is. Hij staat bekend als sportief, spontaan en open en ziet samenbinden, vertegenwoordigen en aanmoedigen als belangrijkste taken.
- 8.Ministers zijn politiek verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein. Met uitzondering van ministers zonder portefeuille geven zij politieke leiding aan een departement. Daarbij kunnen zij terzijde worden gestaan door staatssecretarissen. Een minister, meestal lid van één van de partijen die in de Tweede Kamer het kabinet steunen, moet het vertrouwen van de Tweede Kamer hebben om de functie te kunnen vervullen.
- 9.Een staatssecretaris ondersteunt een minister bij het politiek leiden van een ministerie. Staatssecretarissen komen vooral voor bij 'zware' ministeries. Daar krijgen zij een specifiek beleidsterrein onder hun hoede, maar de minister blijft medeverantwoordelijk. Net als de minister moet een staatssecretaris verantwoording afleggen aan het parlement.
- 10.Met het begrip kabinet worden alle ministers en staatssecretarissen bedoeld. Een kabinet wordt genoemd naar de minister-president, bijvoorbeeld het kabinet-Drees of het kabinet-Kok. In het spraakgebruik worden de begrippen regering en kabinet vaak door elkaar gebruikt. Strikt genomen, is er echter een verschil tussen beide. Met de term 'regering' duiden we het staatshoofd (koning of koningin) samen met de ministers aan.
- 11.De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.
- 12.Het begrip parlement gebruiken we in twee betekenissen. We verstaan er 'de volksvertegenwoordiging' onder, waarbij dan in het algemeen de Tweede Kamer wordt bedoeld. Het is echter tevens een verzamelbegrip voor Tweede en Eerste Kamer. Een (formeler) synoniem daarvan is 'Staten-Generaal'.
- 13.De ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat ministers, gezamenlijk en afzonderlijk, verantwoording aan het parlement afleggen voor hun beleidsdaden. Zij alleen zijn (politiek) verantwoordelijk voor wetgeving en beleid. De Koning, die tevens deel uitmaakt van de regering, is dat niet. De staatssecretarissen zijn eveneens politiek aansprakelijk.
- 14.De werkwijze van de ministerraad is vastgelegd in een reglement van orde. In de ministerraad vergaderen en besluiten de ministers onder leiding van de minister-president over het algemene regeringsbeleid. Het reglement bepaalt dat er eenheid van kabinetsbeleid moet zijn.
- 15.De regering is het centrale bestuur van ons land en bestaat uit de Koning en de ministers. Omdat de Koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk zijn, wordt het kabinet, (ministers en de staatssecretarissen) in de praktijk ook vaak regering genoemd, bijvoorbeeld de regering-Rutte. Staatsrechtelijk gezien is dat onjuist.