Kabinet-Balkenende IV (2007-2010)
Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 20061. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA2, PvdA3 en ChristenUnie4 en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III5. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.
Het kabinet streefde naar grotere sociale samenhang, veiligheid en respect, innovatie, duurzaamheid en een actieve internationale en Europese rol. Tijdens kabinetsperiode ontstond een zware economische crisis. Het kabinet nam in 2008 maatregelen om de financiële sector te steunen, maar wachtte met terugdringing van het oplopende overheidstekort om de economie niet verder te laten krimpen.
Balkenende IV viel eind februari 2010 omdat de regeringspartijen het niet eens konden worden over een verlenging van de militaire missie in de Afghaanse provincie Uruzgan. Na 23 februari 2010 maakte de PvdA geen deel meer uit van het kabinet en was het kabinet demissionair. Op 14 oktober 2010 trad het kabinet-Rutte I6 aan als opvolger.
Contents
- Formatie, regeerakkoord en regeringsverklaring
- Data en zittingsduur
- Samenstelling kabinet (tot 23 februari 2010)
- Samenstelling kabinet (vanaf 23 februari 2010)
- Wijzigingen in de samenstelling van het kabinet
- Zetelverdeling in parlement en kabinet
- Financieel-economisch beleid
- Wetgeving
- Beleid per departement
- Bijzonderheden
- Troonredes
- Einde van het kabinet
Formatie
Op basis van de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen lag een coalitie van CDA2 en PvdA3 voor de hand. Deze partijen moesten echter wel een derde partij zoeken omdat ze samen maar 74 zetels hadden. Nadat coalities van CDA en PvdA met SP of GroenLinks7 niet mogelijk waren gebleken, kwam onder leiding van informateur Wijffels8 een coalitie van CDA2, PvdA3 en ChristenUnie4 tot stand.
Regeerakkoord en regeringsverklaring
De onderhandelaars van CDA, PvdA en ChristenUnie kwamen op 7 februari 2007 tot het coalitieakkoord 'Samen werken, samen leven'. Op 1 maart 2007 legde minister-president Jan Peter Balkenende9 de regeringsverklaring af.
Dialoog met de samenleving
De eerste honderd dagen gebruikte het kabinet voor een dialoog met de samenleving, teneinde een beeld te krijgen van het gewenste en benodigde beleid. Mede aan de hand van de uitkomsten daarvan, werd op 14 juni 2007 het beleidsprogramma 'Samen werken, samen leven' gepresenteerd. Ook actualiseerde het CPB zijn economische verkenning.
datum |
wat |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|
22 februari 2007 |
Beëdiging10 nieuwe bewindslieden, aantreden kabinet |
22 februari 2010 |
1097 |
23 februari 2010 |
Ontslag gevraagd, kabinet demissionair11 |
13 oktober 2010 |
233 |
Totale zittingsduur12 kabinet |
1330 |
Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Viceminister-president
Drs. W.J. Bos (PvdA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Mr. A. Rouvoet (CU) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Algemene Zaken
minister: Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Buitenlandse Zaken
minister: Drs. M.J.M. Verhagen (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
staatssecretaris: Drs. F.C.G.M. Timmermans (PvdA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
minister voor Ontwikkelingssamenwerking
minister: Drs. A.G. Koenders (PvdA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Justitie
minister: Dr. E.H.M. Hirsch Ballin (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
staatssecretaris: Mr. N. Albayrak (PvdA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
minister: Dr. G. ter Horst (PvdA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
staatssecretaris: Drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
minister: Dr. R.H.A. Plasterk (PvdA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
staatssecretaris: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
staatssecretaris: S.A.M. Dijksma (PvdA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Financiën
minister: Drs. W.J. Bos (PvdA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
staatssecretaris: Mr.Drs. J.C. de Jager (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Defensie
minister: E. van Middelkoop (CU) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
staatssecretaris: C. van der Knaap (CDA) (22 februari 2007 - 18 december 2007)
staatssecretaris: Drs. J.G. de Vries (CDA) (18 december 2007 - 23 februari 2010)
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
minister: Dr. J.M. Cramer (PvdA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
minister voor Wonen, Wijken en Integratie
minister: Drs. C.P. Vogelaar (PvdA) (22 februari 2007 - 14 november 2008)
minister: Mr. E.E. van der Laan (PvdA) (14 november 2008 - 23 februari 2010)
Verkeer en Waterstaat
minister: Ir. C.M.P.S. Eurlings (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
staatssecretaris: J.C. Huizinga-Heringa (CU) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Economische Zaken
minister: M.J.A. van der Hoeven (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
staatssecretaris: Drs. F. Heemskerk (PvdA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
minister: G. Verburg (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
minister: Mr. J.P.H. Donner (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
staatssecretaris: Ing. A. Aboutaleb (PvdA) (22 februari 2007 - 12 december 2008)
staatssecretaris: Drs. J. Klijnsma (PvdA) (18 december 2008 - 23 februari 2010)
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
minister: Dr. A. Klink (CDA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
staatssecretaris: Dr. M. Bussemaker (PvdA) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
minister voor Jeugd en Gezin
minister: Mr. A. Rouvoet (CU) (22 februari 2007 - 23 februari 2010)
Minister-president
Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Viceminister-president
Mr. A. Rouvoet (CU) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Algemene Zaken
minister: Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Buitenlandse Zaken
minister: Drs. M.J.M. Verhagen (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
minister voor Ontwikkelingssamenwerking
minister: Drs. M.J.M. Verhagen (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Justitie
minister: Dr. E.H.M. Hirsch Ballin (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
minister: Dr. E.H.M. Hirsch Ballin (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
staatssecretaris: Drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
minister: Mr. A. Rouvoet (CU) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
staatssecretaris: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Financiën
minister: Mr.Drs. J.C. de Jager (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Defensie
minister: E. van Middelkoop (CU) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
staatssecretaris: Drs. J.G. de Vries (CDA) (23 februari 2010 - 18 mei 2010)
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
minister: J.C. Huizinga-Heringa (CU) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
minister voor Wonen, Wijken en Integratie
minister: E. van Middelkoop (CU) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Verkeer en Waterstaat
minister: Ir. C.M.P.S. Eurlings (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Economische Zaken
minister: M.J.A. van der Hoeven (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
minister: G. Verburg (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
minister: Mr. J.P.H. Donner (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
minister: Dr. A. Klink (CDA) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
minister voor Jeugd en Gezin
minister: Mr. A. Rouvoet (CU) (23 februari 2010 - 14 oktober 2010)
Tijdens deze kabinetsperiode wijzigde de samenstelling van het kabinet vier keer. Drie keer trad er een staatssecretaris af en één keer een minister. Daarnaast zorgde het opstappen van de PvdA-bewindslieden na de val van het kabinet ervoor dat bewindslieden van CDA en CU portefeuilles overnamen.
-
-Van der Knaap opgevolgd door De Vries als staatsecretaris van Defensie
In december 2007 werd staatssecretaris Van der Knaap benoemd tot burgemeester van Ede. Jack de Vries, voorheen adviseur en voorlichter van Balkenende, volgde hem op.
-
-Vogelaar opgevolgd door Van der Laan als minister voor Wonen, Wijken en Integratie
De top van de PvdA bewoog in november 2008 minister Ella Vogelaar tot aftreden, omdat zij onvoldoende had weten te bereiken op de terreinen waarvoor zij verantwoordelijk was. Bij het vertrek speelde ook de negatieve beeldvorming rond de persoon van de minister een rol. Vogelaar werd opgevolgd door Eberhard van der Laan, voorheen fractievoorzitter van de PvdA in de Amsterdamse gemeenteraad.
-
-Aboutaleb opgevolgd door Klijnsma als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelenheid
Staatssecretaris Aboutaleb werd per 1 januari 2009 burgemeester van Rotterdam en trad in verband daarmee op 12 december 2008 af. Zijn opvolger was de Haagse wethouder Jetta Klijnsma.
-
-Vrijgekomen posten PvdA-bewindslieden overgenomen door CDA- en CU-bewindslieden
Vanaf 23 februari 2010 werden de vrijgekomen ministersposten en staatssecretariaten van de PvdA overgenomen door bewindslieden van CDA en CU. Zo werd minister Hirsch Ballin tevens minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en werd staatssecretaris Huizinga minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
-
-De Vries trad af als staatssecretaris van Defensie
Vanwege persoonlijke omstandigheden trad staatssecretaris De Vries van Defensie op 14 mei 2010 af. Er werd geen opvolger aangewezen.
Tijdens de zittingsperiode van het kabinet vonden er geen wijzigingen plaats in het aantal zetels van CDA, PvdA en CU in de Tweede Kamer. Als gevolg van de Eerste Kamerverkiezingen van 29 mei 200713 wijzigde de samenstelling van de Eerste Kamer wel. De coalitiepartijen verloren per saldo vijf zetels, maar behielden een meerderheid.
Na het ontslag van de PvdA-bewindslieden werden de ministersposten en staatssecretariaten overgenomen door bewindslieden van CDA en ChristenUnie. Formeel vond er op 23 februari echter geen kabinetswisseling plaats.
CDA |
PvdA |
CU |
totaal |
|
---|---|---|---|---|
Kabinet tot 23 feb 2010: ministers / (staatssecretarissen) |
8 / (4) |
6 / (6) |
2 / (1) |
16 / (11) |
Kabinet vanaf 23 feb 2010: ministers / (staatssecretarissen) |
9 / (3) |
- / (-) |
3 / (-) |
12 / (3) |
Tweede Kamer op 22 feb 2007 |
41 |
33 |
6 |
80 (53,3%) |
Tweede Kamer vanaf 23 feb 2010 |
41 |
- |
6 |
47 (31,3%) |
Eerste Kamer tot 12 juni 2007 |
23 |
19 |
2 |
44 (58,7%) |
Eerste Kamer vanaf 12 juni 2007 |
21 |
14 |
4 |
39 (52%) |
Het kabinet-Balkenende IV nam zich bij de start voor vooral niet al teveel impopulaire bezuinigingsmaatregelen te nemen. Toen de kredietcrisis Nederland in het najaar van 2008 bereikte, gevolgd door de Grote Recessie, waren de plannen van voor de crisis in één klap achterhaald. Minister Bos14 (Financiën) moest vele tientallen miljarden euro’s inzetten om financiële instellingen van de ondergang te redden.
Ondanks het uitgebreide coalitieakkoord en het aanvullende beleidsprogramma stond het grootste deel van het kabinetsbeleid in het teken van de economische crisis. Deze dwong het kabinet tot bezuinigings- en hervormingsmaatregelen.
Buitenlandse Zaken16
-
-Grondwet EU
Balkenende IV zette zich in voor omvorming van het Grondwettelijk Verdrag voor de EU (Europese Grondwet) tot een gewijzigd EU-verdrag. In juni 2007 werd op de Europese Top in Brussel hierover een akkoord bereikt tussen de 27 lidstaten, het verdrag van Lissabon.
Justitie17
-
-Generaal pardon
Per 15 juni 2007 werd een generaal pardon verleend aan asielzoekers die lang op een besluit over een verblijfsvergunning wachtten.
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties18
-
-Benoeming burgemeester
Het kabinet besloot in september 2007 vast te houden aan de benoemde burgemeester, waarbij de voordracht van de gemeenteraad zwaar weegt.
-
-Wijziging Koninkrijksstatuut; omvorming van de Nederlandse Antillen
In december 2008 werd op een Rondetafelconferentie een akkoord bereikt over een nieuwe bestuurlijke structuur voor de Nederlandse Antillen. Het proces van vernieuwing van het staatkundig bestel van de eilanden werd in 2010 voltooid met een ingrijpende wijziging van het Koninkrijksstatuut19. De Nederlandse Antillen hielden op te bestaan als land. Curaçao en Sint Maarten werden zelfstandige landen binnen het Koninkrijk en Bonaire, Sint Eustatius en Saba werden openbare lichamen binnen het Nederlandse staatsbestel.
Financiën20
-
-Kredietcrisis
Vanwege de kredietcrisis werden in het najaar van 2008 maatregelen genomen om de garantie voor spaartegoeden tijdelijk te verhogen. Verder kwamen er kapitaalsondersteuningen voor diverse financiële instellingen.
-
-Nationalisatie Fortis/ABN Amro
In samenwerking met De Nederlandsche Bank nam het kabinet stappen om de dreigende ondergang van Fortis te voorkomen. Aanvankelijk werd een staatsaandeel in het bedrijf genomen. Later werden Fortis Nederland en het Fortis-deel van ABN Amro geheel overgenomen. In november 2008 werd besloten Fortis Nederland en ABN Amro te laten fuseren.
-
-Kredietcrisis en bezuinigingen
Op 25 maart 2009 presenteerde het kabinet een pakket van maatregelen om de recessie ten gevolge van de wereldwijde economische crisis (kredietcrisis) aan te pakken (aanvullend beleidsakkoord 'samen werken, samen leven'). Dat pakket was het resultaat van onderhandelingen tussen de CDA, PvdA en ChristenUnie. Er werden onder meer maatregelen aangekondigd om de economie te stimuleren. Terugdringing van het overheidstekort zal na 2011 plaatsvinden.
In september 2009 stelde het kabinet werkgroepen in voor heroverwegingen op 20 beleidsthema's. Zij moeten minstens één beleidsvariant ontwikkelen die een besparing van 20% oplevert. In totaal zou dit 35 miljard moeten kunnen opleveren.
-
-Griekse crisis
In april/mei 2010 had met name minister De Jager veel bemoeienis bij het oplossen van de Griekse begrotingscrisis.
Defensie21
-
-NAVO-missie in Afghanistan
Het kabinet besloot in december 2007 tot verlenging van de Nederlandse bijdrage aan een NAVO-missie in Afghanistan.
Verkeer en Waterstaat22
-
-Kilometerheffing
In mei 2008 werd besloten tot invoering van een kilometerheffing voor autoverkeer vanaf 2012. Belasting van het autobezit als de BPM, aanschafbelasting voor auto's en de motorrijtuigenbelasting zouden in de periode 2012-2018 geleidelijk worden afgeschaft. In april 2009 maakte minister Eurlings echter bekend dat de invoering van een heffing voor vrachtwagens, de eerste fase van het plan, uitgesteld werd tot na de kabinetsperiode van het kabinet-Balkenende IV. Sinds maart 2010 ligt de uitvoering van het plan geheel stil.
Sociale Zaken en Werkgelegenheid23
-
-Verhoging AOW-leeftijd
In oktober 2009 kwam het kabinet met het voorstel om de AOW-leeftijd in twee stappen te verhogen van 65 jaar naar 67 jaar. In 2020 moest de leeftijd 66 jaar worden en in 2025 67 jaar. Er kwam een regeling voor werknemers met zware beroepen.
Verdrag van Lissabon
Namens Nederland zette premier Balkenende op december 2007 zijn handtekening onder het Verdrag van Lissabon24. Dit verdrag trad op 1 december 2009 in werking en voorzag in een ingrijpende wijziging van het bestuur en de besluitvorming van de Europese Unie25.
Rapport Commissie Davids over steun aan de oorlog in Irak
In februari 2009 werd een onafhankelijke commissie ingesteld die onderzoek moest doen naar de besluitvorming in aanloop naar de inval in Irak in 2003. De commissie onder voorzitterschap van oud-president van de Hoge Raad mr. W.J.M. Davids bracht op 12 januari 2010 verslag uit. Bij brief van 9 februari 2010 reageerde het kabinet op de bevindingen van de commissie. Erkend werd dat een adequaat volkenrechtelijk mandaat voor deelname aan een militaire missie vereist was, dat afwijkende ambtelijke meningen de politieke top hadden moeten bereiken en dat de informatievoorziening over vertrouwelijke informatie moest worden verbeterd.
Vier keer las Koningin Beatrix26 een door het kabinet-Balkenende IV opgestelde troonrede voor. De eerste twee jaren was er veel aandacht voor duurzame economische ontwikkeling en internationale veiligheidsvraagstukken. Later stonden de economische crisis en de maatschappelijke gevolgen daarvan centraal.
Kabinetscrisis 2010: de 'Uruzgan-crisis'
In de vroege ochtend van 20 februari 2010 wist het vierde kabinet-Balkenende geen overeenstemming te bereiken over eventuele voortzetting van de Nederlandse militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. De ministers van PvdA wilden negatief antwoorden op een verzoek van de NAVO voor verdere activiteiten na 2010. Toen de meerderheid van het kabinet anders besloot, konden de PvdA-ministers dat niet voor hun rekening nemen en kondigden zij aan ontslag te nemen. De ministers van CDA en ChristenUnie zagen daarin aanleiding om hun portefeuille, functies en ambt ter beschikking te stellen.
Meer over
- 1.Op 22 november 2006 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. De verkiezingen waren aanvankelijk gepland op 15 mei 2007, maar werden vervroegd door de val van het kabinet-Balkenende II. Het CDA handhaafde zich als grootste, maar de SP onder leiding van Jan Marijnissen werd met zestien zetels winst de grote winnaar. De Groep-Wilders/PVV kwam met negen zetels in de Kamer. PvdA, VVD en D66 verloren.
- 2.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 3.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 4.De ChristenUnie is een christelijke partij, met op sociaal en ecologisch gebied progressieve en op ethisch gebied behoudender standpunten. Politiek leider van de ChristenUnie is sinds januari 2023 Mirjam Bikker. De partij ontstond in januari 2000 als samenwerkingsverband tussen het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) en de Reformatorische Politieke Federatie (RPF). Per 22 januari 2000 zijn de partijen gefuseerd.
- 5.Dit minderheidskabinet van CDA en VVD werd niet gevormd na verkiezingen, maar direct na de val van het kabinet-Balkenende II. Nadat de D66-bewindslieden uit dat kabinet gestapt waren, werden de twee opengevallen ministersposten opgevuld door andere leden van het kabinet. In plaats van aan het rompkabinet van CDA en VVD een demissionaire status toe te kennen werd missionair overgangskabinet gevormd.
- 6.Dit minderheidskabinet van VVD en CDA werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen 2010 en trad op 14 oktober 2010 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende IV. Voor een meerderheid in de Tweede Kamer sloten de regeringspartijen een gedoogakkoord met de PVV. VVD-leider Mark Rutte werd de eerste premier van VVD-huize.
- 7.GroenLinks is een progressieve partij, die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. De partij werd opgericht op 24 november 1990 als fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Evangelische Volkspartij (EVP), de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP). GroenLinks trok samen met de PvdA op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 8.Boerenzoon uit Zeeuws-Vlaanderen en invloedrijk CDA'er, die na een loopbaan in het bankwezen voorzitter van de SER werd. Groot voorstander van de overlegeconomie. Begon als ambtenaar op Landbouw en was later secretaris van het Christelijk werkgeversverbond. Zat achttien jaar in de top van de Rabobank, maar was meer een wat voorzichtige bestuurder dan een ambitieuze financiële manager. Ambieerde echter geen politieke functies. Vanuit zijn boerenachtergrond begaan met het behoud van het landschap; voorzitter van Natuurmonumenten. Had een topfunctie bij de Wereldbank. Bij de formatie van het vierde kabinet-Balkenende betrokken als informateur.
- 9.Former Christian democratic prime-minister of The Netherlands, from 2002 to 2010. Jan Peter Balkenende led four coalition governments, each of different composition. It mirrored the unstable political climate in The Netherlands after the rise and murder of Pim Fortuyn in 2002. Having worked for the Christian democratics' scientific bureau, Jan Peter Balkenende was elected as member of the House of Commons in 1998. He was spokesperson for the party on public finance before becoming party leader in 2001. Jan Peter Balkende left politics after a disastrous election result in 2012. He currently works at university and as consultant.
- 10.Bij het aantreden van een nieuw kabinet worden de nieuwe ministers en alle staatssecretarissen beëdigd. Zittende ministers gaan over in het nieuwe kabinet. Feitelijk wordt besloten het door hen gevraagde ontslag niet te verlenen (of zij komen terug op hun verzoek hun portefeuilles ter beschikking te stellen). Wel kunnen bewindslieden in het nieuwe kabinet een andere functie krijgen, maar dit wordt bij Koninklijk Besluit geregeld.
- 11.Als een kabinet of minister ontslag heeft gevraagd aan de Koning(in), maar dit ontslag nog niet is verleend, noemen we dat demissionair. Het is na 1922 gebruikelijk dat een kabinet op de dag van de verkiezingen zijn ontslag aanbiedt, tenzij het dat eerder al had gedaan vanwege een kabinetscrisis.
- 12.De zittingsperiode van een kabinet valt samen met de zittingsduur van de Tweede Kamer, namelijk vier jaar. Het is echter niet vanzelfsprekend dat alle kabinetten de rit tot het einde uitzitten. Bij een tussentijdse crisis wordt de Tweede Kamer ontbonden en komen er nieuwe verkiezingen. Op basis van de nieuwgekozen Tweede Kamer wordt een nieuw kabinet gevormd.
- 13.Op dinsdag 29 mei 2007 kozen de Provinciale Staten, die op 7 maart 2007 zelf nieuw waren gekozen, een nieuwe Eerste Kamer. De coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie haalden dankzij de winst van de ChristenUnie ook in de senaat een meerderheid. Door lijstverbindingen haalden SGP (verbonden met CDA en ChristenUnie) en D66 (verbonden met VVD en OSF) een iets gunstiger resultaat dan op 7 maart was voorzien.
- 14.Uit het bedrijfsleven afkomstige partijleider van de PvdA in de jaren 2002-2010. Werkte na zijn studie economie en politicologie ruim negen jaar in binnen- en buitenland voor Shell. Werd daarna Tweede Kamerlid en spoedig staatssecretaris van Financiën. In 2002 de eerste direct gekozen lijsttrekker van de PvdA. Leidde in 2003 zijn partij naar electoraal herstel, maar zag onderhandelingen met het CDA mislukken. Na vier jaar oppositie in 2007 vicepremier en minister van Financiën. Oogstte waardering voor de wijze waarop hij de gevolgen van de internationale financiële crisis aanpakte. Niet lang na de breuk in het kabinet-Balkenende IV koos hij voor zijn jonge gezin en verliet hij de politiek. Goed debater, die echter soms aarzelde over de koers van zijn partij. Tegenstanders betichtten hem daarom wel van 'draaien'. Was bestuursvoorzitter van VU Medisch Centrum en is nu voorzitter van het bestuur van Menzis.
- 15.2007
- Wet op het kindgebonden budget. De kinderkorting (waarvan gezinnen met een lage belastingaanslag geen gebruik konden maken) wordt omgezet in een kindgebonden budget naar draagkracht.
- 16.Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) heeft als taak de voorbereiding, de coördinatie en de uitvoering van het buitenlands beleid.
- 17.Dit ministerie werd in 1813 ingesteld en hield zich bezig met rechtshandhaving (waaronder criminaliteitsbestrijding) en met het bewaken van de kwaliteit van de wetgeving. Het ministerie was belast met wetgeving op het gebied van straf-, privaatrecht en bestuursrecht, administratief recht, vreemdelingenzaken, rechtshulp, jeugdbescherming en delinquentenzorg.
- 18.Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land. De hoofdtaken zijn het bevorderen van de democratische rechtstaat, slagvaardig bestuur, zorg voor betaalbare woningen en een goede leefomgeving. Sinds 2017 behoort ook de ruimtelijke ontwikkeling tot het taakveld. Met Koninkrijksrelaties worden de relaties tussen de vier landen van het Koninkrijk bedoeld, namelijk Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
- 19.Het statuut regelt de rechtsorde in het koninkrijk der Nederlanden tussen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De vier landsdelen kunnen daarin zelfstandig en op voet van gelijkwaardigheid hun belangen behartigen en elkaar bijstand verlenen. Het kwam in 1954 tot stand en werd in 1975, 1986 en 2010 ingrijpend gewijzigd. Eerder regelde het Statuut de verhoudingen met Suriname en de Nederlandse Antillen.
- 20.Dit ministerie speelt een centrale rol bij het vertalen van het algemeen regeringsbeleid in financieel beleid. Daarnaast coördineert het de openbare uitgaven en zorgt het ministerie voor de inning van de belastinggelden. Het ministerie is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de financiën van lagere overheden als provincies en gemeenten. Het monetaire beleid is eveneens een zorg van dit ministerie. Het ministerie behartigt de Nederlandse, financiële belangen in Europa en de rest van de wereld.
- 21.Het ministerie van Defensie draagt de zorg voor het goed functioneren van de krijgsmacht van ons land. De krijgsmacht dient ter verdediging en bescherming van de belangen van het Koninkrijk. Daarnaast dient de krijgsmacht ter handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde.
- 22.Dit ministerie had de zorg voor het vervoer en het verkeer te land, te water en in de lucht. Voorts was het verantwoordelijk voor de beveiliging van het land tegen het water en voor de waterhuishouding. Per 14 oktober 2010 gingen de taken van het departement over naar het nieuwe ministerie van Infrastructuur en Milieu.
- 23.Het ministerie is onder meer belast met het algemeen sociaaleconomisch beleid, met name voor het werkgelegenheidsbeleid, arbeidsaangelegenheden en voor het inkomens- en vermogensbeleid. Het ministerie draagt ook zorg voor de sociale zekerheid in Nederland.
- 24.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 25.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 26.Prinses Beatrix was tot zij op 30 april 2013 abdiceerde ten gunste van haar zoon Willem-Alexander regerend vorstin. Als zodanig trad zij op 30 april 1980 aan. Prinses Beatrix is de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard. Zij studeerde rechten in Leiden en heeft speciale belangstelling voor het gehandicaptenbeleid en voor cultuur. In 1966 huwde zij met Claus von Amsberg, die in 2002 overleed. Zij kregen drie zonen, van wie de middelste, prins Friso, in 2013 is gestorven. Door haar met grote plichtsbetrachting, waardigheid en betrokkenheid uitgeoefende koningschap verwierf zij veel aanzien en waardering. In 1996 ontving zij de Karlsprijs en in 2005 kreeg zij een eredoctoraat aan de Leidse Universiteit.
- 27.De ministersploeg van kabinet-Balkenende IV had bij aantreden een gemiddelde leeftijd van 50,6 jaar. In vergelijking met andere kabinetten was het een jong kabinet. Piet Hein Donner was met 58 jaar de oudste minister en Camiel Eurlings met 33 jaar de jongste.
- 28.Na acht jaar komt er een eind aan 'Paars'. 2002 staat in het teken van de opkomst van de politieke beweging rond Pim Fortuyn en diens gewelddadige dood. Een periode van grotere politieke instabiliteit breekt aan. De verschuivingen bij verkiezingen nemen toe en de 'centrum-partijen' (CDA, PvdA en VVD) verliezen geregeld terrein ten koste van partijen aan de politieke flanken, zoals SP en PVV. Om een meerderheidskabinet te vormen, is steeds een 'derde' partij nodig.
- 29.Nederland heeft sinds 1945 tientallen verschillende kabinetten gehad. Drees en Balkenende leidden vier kabinetten, terwijl Lubbers twaalf jaar minister-president was. Mark Rutte was dat van 2010 tot en met 2024 en ook hij leidde vier kabinetten.