Koninklijk Besluit
Een koninklijk besluit (KB) is een besluit van de regering dat zonder medewerking van de Staten-Generaal wordt genomen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een algemene maatregel van bestuur (AMvB)1 en een gewoon of klein KB2. Via een gewoon KB worden onder meer benoeming en ontslag van ambtsdragers (ministers, commissarissen van de Koning, staatsraden, burgemeesters etc.) geregeld.
De meeste Koninklijke Besluiten berusten op een formele wet. Er is dan sprake van gedelegeerde wetgeving: de wet bepaalt dat regels nader mogen worden uitgewerkt. Is dat niet het geval, dan spreekt men van een 'zelfstandige' KB.
Over een KB wordt advies uitgebracht door de Raad van State. Een KB wordt gepubliceerd in het Staatsblad.
Tweede en Eerste Kamer kunnen in sommige gevallen (als de wet dat bepaalt) verlangen dat een ontwerp-KB ter goedkeuring aan haar wordt voorgelegd. Dit gebeurt indien binnen een bepaalde periode een deel van de Kamer daarom vraagt. Dit heet een 'Voorhangprocedure'.
Een door de koning(in) ondertekend KB wordt altijd medeondertekend door een minister (de contraseignering). Dit is nodig vanwege de ministeriële verantwoordelijkheid3.
Neem contact op met de redactie van PDC voor een overzicht van het aantal Koninklijke Besluiten per maand of jaar.
- 1.Een algemene maatregel van bestuur (AMvB) is een besluit van de regering waarin regels uit een wet verder worden uitgewerkt. Voordeel is dat niet alle details precies in de wet zelf geregeld hoeven te worden. Bovendien kan een AMvB veel makkelijker (en dus sneller) worden gewijzigd dan een wet.
- 2.Een klein koninklijk besluit (KB) is een koninklijk besluit van de regering dat zonder medewerking van de Staten-Generaal wordt genomen. Via een klein KB worden onder meer benoeming en ontslag van ambtsdragers (ministers, Commissarissen van de Koning, staatsraden, burgemeesters etc.) geregeld.
- 3.De ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat ministers, gezamenlijk en afzonderlijk, verantwoording aan het parlement afleggen voor hun beleidsdaden. Zij alleen zijn (politiek) verantwoordelijk voor wetgeving en beleid. De Koning, die tevens deel uitmaakt van de regering, is dat niet. De staatssecretarissen zijn eveneens politiek aansprakelijk.