Staatshoofd, regering en kabinetsformatie aan de orde bij debat over regeringsverklaring
DEN HAAG (PDC) - Gisteren kondigde PVV-fractievoorzitter Geert Wilders1 tijdens het debat over de regeringsverklaring van het kabinet-Rutte2 aan dat de PVV3 van plan is een initiatief-wetsvoorstel4 in te dienen voor een wijziging van de Grondwet. De bedoeling van het voorstel zal zijn de functies van staatshoofd5 en regering6 te splitsen waarbij de koning geen onderdeel van de regering meer is zoals vastgelegd in artikel 427 van de Grondwet. Het staatshoofd zou dan een zuiver ceremoniële rol hebben. Wilders wil op die manier de mogelijke politieke invloed wegnemen, die de koning nu nog heeft bij bijvoorbeeld de kabinetsformatie.
Een dergelijk voorstel lijkt momenteel weinig kans van slagen te hebben. De Volkskrant maakte een ronde langs de fracties en kwam slechts tot steun van 54 zetels voor dit voorstel: PVV, GroenLinks8, D669 en SP. Dat is veel te weinig voor de vereiste tweederde meerderheid, nog afgezien van de politieke samenstelling van de Eerste Kamer10 die het voorstel ook met tweederde meerderheid zal moeten aannemen.
Inperking van de rol van het staatshoofd bij de formatie11 maakt meer kans. Al in 1971 probeerde de Tweede Kamer op grond van de motie-Kolfschoten12 te komen tot een voordracht voor de door het staatshoofd te benoemen kabinetsformateur. Het lukte de Tweede Kamer toen echter niet tot een meerderheidsoordeel over de gewenste formateur te komen.
In 2006 probeerden D66-Kamerlid Boris van der Ham13 en zijn Groenlinks-collega Wijnand Duyvendak14 zonder succes het reglement van orde van de Tweede Kamer te wijzigen. Bij de eerste vergadering na de verkiezingen zou de Tweede Kamer dan een kandidaat-(in)formateur kiezen, die ter benoeming aan de koningin zou worden voorgedragen.
In februari 2010 werd dit voorstel met succes van de plank gehaald. In het Reglement van Orde van de Tweede Kamer15 werd opgenomen dat in de eerste vergadering na haar verkiezing de Tweede Kamer zou 'beraadslagen om de betekenis van de verkiezingsuitslag vast te stellen en zo richting te geven aan de kabinetsformatie.'
Tijdens de formatie van het kabinet-Rutte werd de koningin geconfronteerd met fractievoorzitters die het heft zelf in handen namen en publiekelijk hun wensen voor de volgende stap in het formatieproces bekend maakten. De koningin restte niets anders dan deze wensen te volgen.
De Grondwet speelt geen rol in het formatieproces. Alleen artikel 4316 en artikel 4817 bepalen hoe ministers benoemd moeten worden. De vorming van een kabinet is verder een zaak van het ongeschreven staatsrecht. Dit ongeschreven recht en de politieke spelregels ontwikkelen zich duidelijk nog steeds.
bron: de Volkskrant
- 1.Geert Wilders (1963) is sinds november 2006 politiek leider van de PVV. Hij is sinds 25 augustus 1998 (met een korte onderbreking in 2002) Tweede Kamerlid. Aanvankelijk was hij dat voor de VVD, maar op 2 september 2004 werd hij een onafhankelijk Kamerlid. In 2023 was hij voor de zesde keer lijsttrekker. De heer Wilders was medewerker van de afdeling Verdragen bij de Ziekenfondsraad, wetstechnisch medewerker van de Sociale Verzekeringsraad en beleidsmedewerker en speechschrijver van de VVD-Tweede Kamerfractie. In 2010 zat hij enige tijd in de gemeenteraad van Den Haag.
- 2.Dit minderheidskabinet van VVD en CDA werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen 2010 en trad op 14 oktober 2010 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende IV. Voor een meerderheid in de Tweede Kamer sloten de regeringspartijen een gedoogakkoord met de PVV. VVD-leider Mark Rutte werd de eerste premier van VVD-huize.
- 3.De Partij voor de Vrijheid (PVV) is een populistische partij, met zowel conservatieve, 'rechtse' als 'linkse' standpunten. De PVV is op 22 februari 2006 geregistreerd bij de Kiesraad door Geert Wilders, na zijn vertrek bij de VVD. Hij is sindsdien ook de politiek leider.
- 4.Tweede Kamerleden hebben het recht om zelf een voorstel voor een wet aan de Tweede Kamer aan te bieden: het recht van initiatief. Een dergelijk voorstel wordt op vrijwel dezelfde wijze door het parlement behandeld als wetsvoorstellen die door de regering worden ingediend.
- 5.Nederland is een koninkrijk. Dat betekent dat een koning het staatshoofd is of eigenlijk: het 'onschendbare deel' van de regering. Het Statuut voor het Koninkrijk bepaalt dat de Kroon van het Koninkrijk wordt gedragen door de erfgenamen van koningin Juliana. Sinds 30 april 2013 is Willem-Alexander koning der Nederlanden.
- 6.De regering is het centrale bestuur van ons land en bestaat uit de koning en de ministers. Omdat de koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk zijn, wordt het kabinet, de ministers en de staatssecretarissen, in de praktijk ook vaak regering genoemd, bijvoorbeeld de regering-Balkenende. Staatsrechtelijk gezien is dat onjuist.
- 7.1. De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers.
- 8.GroenLinks is een progressieve partij, die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. De partij werd opgericht op 24 november 1990 als fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Evangelische Volkspartij (EVP), de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP). GroenLinks trok samen met de PvdA op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 9.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 10.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 11.Na elke Tweede Kamerverkiezing, of soms na de val van een kabinet, begint het proces van de formatie van een nieuw kabinet. Doel van de kabinetsformatie is een kabinet te vormen dat enerzijds kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer en anderzijds tot een gezamenlijk beleid kan komen. De Grondwet is vrij bescheiden wat betreft de kabinetsformatie. Slechts de artikelen 43 en 48 van de Grondwet spreken over de vorming van een kabinet: ministers en staatssecretarissen worden bij koninklijk besluit benoemd.
- 12.KVP-Tweede Kamerlid, dat zijn parlementaire werk combineerde met het burgemeesterschap van Alkemade en Leidschendam. Was van jongsaf voorbestemd voor het gemeentebestuur; zijn grootvader en vader waren eveneens burgemeester. Bekleedde tevens diverse bestuursfuncties in katholieke landbouworganisaties. Werd als Kamerlid bekend door zijn voorstel tot verhoging van de kiesdrempel en door een motie over de kabinetsformatie. Op grond van die motie werd in 1971 (tevergeefs) geëxperimenteerd met het door de Tweede Kamer laten aanwijzen van de formateur.
- 13.Gedurende ruim tien jaar een extrovert en debatvaardig Tweede Kamerlid van D66. Had een achtergrond als acteur bij diverse toneelgezelschappen en was voorzitter van de Jonge Democraten. Verder was hij financieel bestuurslid van de Nationale Jeugdraad. In de Tweede Kamer hield hij zich onder meer bezig met het onderwijsbeleid, drugsbeleid, natuurbehoud, dierenwelzijn, binnenlands bestuur, cultuur en media. Hij was voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen en van het Kamerpresidium. Was betrokken bij vele parlementaire initiatieven, zoals die om de Tweede Kamer het voortouw te geven in de kabinetsformatie en om tot invoering van een correctief dan wel raadgevend referendum te komen.
- 14.Uit het actiewezen afkomstig GroenLinks-Tweede Kamerlid, dat juist vanwege dat actieverleden in 2008 voortijdig de politiek moest verlaten. Kwam in de Kamer na directeur van de Vereniging Milieudefensie te zijn geweest. Kreeg vooral bekendheid als campagneleider tegen geluidhinder door en uitbreiding van Schiphol. In de Tweede Kamer hield hij zich onder meer bezig met milieu- en klimaatbeleid, energiebeleid, ruimtelijke ordening, verkeer en bestuurlijke vernieuwing. Was betrokken bij initiatiefvoorstellen over het referendum en schreef een nota over het wandelbeleid.
- 15.Het Reglement van Orde bevat regels over de gang van zaken in de Tweede Kamer. Wie mag wanneer spreken, hoe komt een besluit tot stand, wat zijn de taken van commissies, welke bevoegdheden heeft de voorzitter, aan welke regels moeten bezoekers zich houden: het is allemaal in dit reglement vastgelegd.
- 16.De minister-president en de overige ministers worden bij koninklijk besluit benoemd en ontslagen.
- 17.Het koninklijk besluit waarbij de minister-president wordt benoemd, wordt mede door hem ondertekend. De koninklijke besluiten waarbij de overige ministers en de staatssecretarissen worden benoemd of ontslagen, worden mede door de minister-president ondertekend.