Incidenten met publiek Tweede Kamer

Source: Parlement.com.

Ordeverstoringen zijn in de zaal van de Tweede Kamer i een zeldzaamheid. De tegenwoordige beveiligingsmaatregelen maken het voor onbevoegde buitenstaanders vrijwel onmogelijk om tot de zaal door te dringen. Verstoringen op de publieke tribune kwamen in het verleden wat vaker voor, al was ook toen het aantal beperkt.

Incidenteel komt het wel eens voor dat iemand iets roept vanaf de tribune of dat er applaus klinkt nadat een Kamerlid het woord heeft gevoerd. In het algemeen wijst de Kamervoorzitter er dan op dat tekenen van instemming of afkeuring niet zijn toegestaan. Bij herhaling kan de voorzitter de ordeverstoorders laten verwijderen of zelfs de hele publieke tribune laten ontruimen. Dat laatste is zeer uitzonderlijk.

1.

Protesten op de tribune

Kamervoorzitter Kortenhorst i liet op 2 maart 1950 tijdens een zeer rumoerig debat over een verdrag met de VS over militaire bijstand de tribune ontruimen. De voorzitter stelde tijdens het debat voor de CPN'er Gerben Wagenaar i uit de zaal te laten verwijderd, toen die de orde bleef verstoren. Toen ook vanaf de tribune werd geroepen, gelaste de voorzitter tevens de ontruiming daarvan door de politie. Wagenaar bleef tijdens de stemming over het voorstel van de voorzitter protesten roepen, waarop de voorzitter hem uit het Kamergebouw liet verwijderen.

In april 1963 werd luidruchtig geprotesteerd tegen het voornemen om legering van Duitse troepen in Budel toe te staan. Dat gebeurde door CPN i-sympathisanten. Zij gaven duidelijk te kennen in te stemmen met het betoog van de communist Marcus Bakker i. Omdat hij de laatste spreker in het debat was, was ontruiming niet meer nodig.

Toen in oktober 1968 aanwezigen op de tribune pamfletten uitdeelden tegen de voorgenomen huurdersbelasting, liet voorzitter Van Thiel i hen verwijderen.

Op 21 oktober 1969 klonken tijdens de behandeling van de begroting van Justitie protesten tegen mogelijke vrijlating van de Drie van Breda (drie Duitse oorlogsmisdadigers die in de strafgevangenis in Breda zaten). Voorzitter Van Thiel ging toen niet over tot ontruiming. Het bleek dat onder de betrokkenen voormalige gevangenen waren van het Nazi-vrouwenkamp Ravensbrück. Hij schorste de vergadering en ging naar de tribune om met de betogers te praten. Toen die waren gekalmeerd, werd het debat voortgezet.

Tot een volledige ontruiming kwam het wel op 12 februari 1980, nadat feministen tijdens de behandeling van de begroting van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk protesteerden tegen de instelling van emancipatiebureaus. Toen zij het debat bleven overstemmen, liet voorzitter Dolman de tribune door de politie ontruimen.

Op 17 maart 1981 waren strijdkreten en het werpen van pamfletten vanaf de tribune door krakers reden tot ontruiming. Dat gebeurde tijdens een debat over de ontwerp-Leegstandswet. Vlak voor de ontruiming wierpen de krakers ook een stinkbom in de zaal. Een maand later was gezang reden voor ontruiming. Aanleiding daarvoor was de behandeling van een wetsvoorstel over het omgangsrecht bij echtscheiding. Op 26 februari 1986 gebeurde hetzelfde na gezang tijdens een debat over de plaatsing van kruisvluchtwapens.

Tussen 1980 en 1990 kwam rumoer op de tribune iets vaker voor dan in andere perioden, en om uiteenlopende motieven. Tijdens de installatie van de leden in september 1989 waren bijvoorbeeld protesten tegen CD i-Kamerlid Hans Janmaat i reden om een deel van de tribune te ontruimen.

Enkele keren waren studenten betrokken bij incidenten. Op 10 september 1996 gooiden studenten eieren naar minister Ritzen i en twee studentes probeerden via een touw vanaf de tribune in de zaal te komen. Ze werden aangehouden door de politie. Het debat ging over de wet Modernisering Universitaire Bestuursstructuur.

Plenaire zaal Tweede Kamer © PDC

Het debat over de wet tot herstructurering van de varkenssector op 18 december 1997 verliep zeer rumoerig door protesten van varkensboeren en door applaus. Na de laatste spreker werd de vergadering geruime tijd geschorst om de orde te laten herstellen.

OP 3 april 2001 trok tijdens het vragenuurtje een Iraniër op de tribune zijn kleren uit om daarmee te protesteren tegen het asielbeleid. Hij gooide zijn kleren de zaal in. Voorzitter Jeltje van Nieuwenhoven i verzocht iedereen de zaal te verlaten. De man werd door bodes afgevoerd en overgedragen aan de politie.

De in 2002 door de nieuwe premier Balkenende i uitgesproken regeringsverklaring werd al direct onderbroken door geroep vanaf de tribune. Balkenende begon opnieuw met zijn verklaring en maakte de grap dat hij dat telkens zou doen als hij onderbroken zou worden.

Op 15 oktober 2009 klonken protesten op de tribune na aanneming van een initiatiefvoorstel over een verbod op kraken. De voorzitter, Gerdi Verbeet i, schorste de vergadering en verzocht de leden de zaal te verlaten. Daarna liet zij de gehele publieke tribune ontruimen.

Op 5 november 2014 protesteerden studenten met ontbloot bovenlijf tegen het nieuwe leenstelsel in het hoger onderwijs. Alleen zij moesten de tribune verlaten.

Op 12 februari 2015 verstoorden boze Groningers een debat over de bodemdalingen door de gaswinning. Een actievoerder werd van de tribune verwijderd. De voorzitter stond wel toe dat voor het debat begon, het Groninger volkslied werd gezongen.

Op 7 december 2016 ontblootten leden van SP-jongerenorganisatie ROOD i op de tribune hun bovenlijf uit protest tegen het arbeidsmarktbeleid van minister Asscher i. Ze moesten de tribune verlaten.

Op 11 juni 2019 heeft een tiental milieuactivisten een vergadering van de Tweede Kamer verstoord door leuzen te roepen en spandoeken op te hangen. Zij protesteerden tegen een besluit van de Kamer niet de noodtoestand voor het klimaat en de biodiversiteit uit te roepen.

23 mei 2023 was verwerping van een motie over een tegemoetkoming aan weduwen van KNIL-militairen aanleiding voor onrust op de publieke tribune. Voorzitter Vera Bergkamp i schorste de vergadering en verzocht de leden de zaal te verlaten. Daarna liet zij de gehele publieke tribune ontruimen, maar zij ging ook in gesprek met de ordeverstoorders. Een week later was er wederom een ontruiming nadat opnieuw verwerping van moties over deze kwestie tot rumoer had geleid.

Op 5 maart 2024 zorgden protesten tegen het Israelische optreden in Gaza voor onrust, zowel op de publieke tribune als in het Kamergebouw. De voorzitter deed aangifte wegen huisvredebreuk.

2.

Andersoortige incidenten

Op 11 februari 1971 liet een 20-jarige man zichzelf aan touwen vanuit de voorzittersloge naar beneden zakken (daarmee de indruk wekkend dat hij zichzelf had opgehangen) uit protest tegen een rechtszaak vanwege door hem gepleegde sabotage van legervoertuigen. Fungerend Kamervoorzitter freule Wttewaall van Stoetwegen i schorste de vergadering en liet de man weghalen.

Een maand later gooide een invalide uit protest tegen het uitblijven van een wettelijke pensioenregeling voor oorlogsslachtoffers zijn kunstbeen vanaf de tribune in de zaal. Dat miste ternauwernood het Kamerlid Joop Voogd i.

Op 5 april 2005 sprong een 54-jarige Engelsman vanaf de tribune de vergaderzaal in. Hij deed dat uit protest tegen het uitblijven van een omgangsrecht voor gescheiden vaders met hun kinderen. De man werd overmeesterd door een beveiliger die achter hem aan sprong, en door veiligheidsbeambten in de zaal. Tweede Kamervoorzitter Frans Weisglas i schorste de vergadering en vroeg de Kamerleden en de minister tijdelijk de zaal te verlaten. De Engelsman raakte gewond en werd geboeid per brancard afgevoerd.

Op 22 maart 2018 probeerde een 65-jarige man uit Groenlo zich in de vergaderzaal van de Tweede Kamer te verhangen. Tijdens het debat sprong hij van de publieke tribune met iets om zijn nek dat aan de tribune was vastgebonden. Uit een afscheidsbrief bleek dat de man aandacht wilde voor de legalisering van wiet. De Groenloër had uit protest tegen zijn veroordeling voor het bezit van wietplanten al geruime tijd voor het Kamergebouw gebivakkeerd voor hij tot de zelfmoordpoging overging. De man overleefde zijn daad en werd naar het ziekenhuis overgebracht.

3.

Demonstranten die in de zaal doordrongen

Al op 12 juli 1921 drong bij het begin van de vergadering een vrouw (mevrouw Stoop-Snouck Hurgronje) de vergaderzaal van de Tweede Kamer binnen. Zij betoogde luidkeels dat dienstweigeraar Groenendaal moest worden vrijgelaten. In de Handelingen is het incident niet vermeld.

Tijdens de algemene beschouwingen i op 9 oktober 1973 kwam er een 34-jarige Gouwenaar in de vergaderzaal, die daar met VVD-fractievoorzitter Hans Wiegel i in discussie wilde gaan over de vermogensbelasting. Na het incident stelde de Tweede Kamer een beveiligingsbeambte aan.

Op 13 juni 1984 drong een demonstrant door tot de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Het was een werkloze Amsterdamse onderwijzer die via perscentrum Nieuwspoort, met een notitieboekje in zijn hand, in de zaal terecht wist te komen. Hij sprong in de vergaderzaal op de regeringstafel, waarachter premier Lubbers i en de ministers Van den Broek i en De Ruiter i zaten. Vandaar riep hij leuzen tegen het voornemen om op Nederlands grondgebied kruisraketten te plaatsen, waarover een debat gaande was. Twee bodes overmeesterden hem en zetten hem uit de zaal. Door een opgetrommelde hulpofficier van justitie werd een proces verbaal opgemaakt wegens lokaalvredebreuk.

Op 18 september 2002 drong een actievoerder van Greenpeace, huidig Kamerlid Joris Thijssen i, tijdens de algemene beschouwingen door tot de vergaderzaal. Hij wilde zich vastketenen aan het spreekgestoelte om te protesteren tegen bezuinigingen op milieusubsidies. Kamerbodes wisten dat echter te beletten. Het ging om een ludieke actie, maar met name de fractie van de LPF i toonde zich - niet lang na de moord op Fortuyn - onthutst en bezorgd. Naar aanleiding van dit incident werd de beveiliging in het Kamergebouw aanmerkelijk verscherpt en kwamen er alleen met een toegangspas te openen tussendeuren.

 

Meer over