BBB gaat strenger kijken naar uitgaven IHE Delft - Main contents
Gepubliceerd op: 13-03-2025
De regering heeft via een voorhangprocedure de Eerste Kamer gevraagd in te stemmen met een verlenging van het verdrag tussen Nederland en UNESCO inzake het IHE Institute for Water Education in Delft. Deze afsplitsing van de TU Delft leidt studenten op uit alle delen van de wereld - waaronder ontwikkelingslanden - op het gebied van dammen, dijken en andere waterbouwkundige werken die land beschermen tegen water. Nederland betaalt het grootste deel van de kosten voor dit instituut.
De BBB Eerste Kamerfractie leest wekelijks zorgvuldig alle ‘voorhangen’ en ‘nahangen’. Dit zijn vaak betrekkelijk kleine wetswijzigingen waarover ministers grotendeels zelf beslissen en die ter goedkeuring aan het parlement worden voorgelegd, vóór of na hun invoering. BBB vindt het belangrijk om ook hieraan voldoende aandacht te besteden.
BBB-Senator Ilona Lagas heeft op 20 februari 2025 vragen gesteld aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Buitenlandse Zaken over de verlenging van het verdrag met UNESCO. Zij wilde onder andere weten hoeveel procent van de jaarlijkse kosten wordt gefinancierd door de Nederlandse overheid, hoeveel procent van de studenten en de staf Nederlands is en of er in het Nederlands les wordt gegeven. Ook wilde Lagas weten wat het instituut verder voor de Nederlandse samenleving doet.
Uit de antwoorden van de minister van OCW blijkt dat de Nederlandse overheid de komende jaren 50% van de kosten voor het IHE zal dragen. Dit komt neer op zo’n 14 miljoen per jaar. Ook heeft de regering besloten haar bijdrage met 15% te verlagen. Daarnaast blijkt dat minder dan 2% van studenten en cursisten Nederlands is.
De Eerste Kamerfractie van BBB vindt het belangrijk om af te wegen of de baten en lasten voor ons land met elkaar in verhouding staan. Nederlandse waterbouwkundige bedrijven en maritieme maakindustrie moeten zoveel mogelijk baat hebben bij instituten zoals het IHE. Deze Nederlandse bedrijven zijn van wereldklasse en kunnen profiteren van ontwikkelingssamenwerking. Nederlandse onderwijsinstellingen kunnen daaraan bijdragen door Nederlandse studenten en werknemers van Nederlandse bedrijven goed op te leiden.