Kabinet-Lubbers II (1986-1989)
Dit kabinet was qua politieke samenstelling een voortzetting van het eerste kabinet-Lubbers1. De coalitiepartijen CDA2 en VVD3 hadden bij de verkiezingen van 19864 hun gezamenlijke meerderheid in de Tweede Kamer behouden.
Het kabinet was zowel qua bewindslieden als beleid een voorzetting van het voorgaande kabinet. Vrijwel alle ministers uit Lubbers I keerden terug. Ook werd het ombuigingsbeleid dat in de vorige kabinetsperiode was ingezet voortgezet, waarbij de bestrijding van de werkloosheid de hoogste prioriteit kreeg.
De samenwerking tussen CDA en VVD verliep echter minder soepel dan tijdens de vorige kabinetsperiode. In mei 1989 kwam het tot een breuk, na een conflict tussen het kabinet en de VVD-Tweede Kamerfractie over het reiskostenforfait5. Op 7 november 1989 trad het kabinet-Lubbers III6 aan als opvolger.
Contents
Formatie
De formatie van het kabinet-Lubbers II verliep voortvarend. De coalitiepartijen, CDA2 en VVD3, hadden de intentie om samen verder te regeren en de uitslag van de verkiezingen van 19864 stond dit ook toe, al verloor de VVD wel flink. Nadat onder leiding van informateur Jan de Koning7 een regeerakkoord en zetelverdeling overeen was gekomen, was het aan formateur Ruud Lubbers8 om zijn kabinet samen te stellen. Dat trad op 14 juli 1986 aan.
Regeerakkoord en regeringsverklaring
Op 11 juli 1986 kwamen CDA en VVD tot een ontwerp-regeerakkoord. Op 30 juli legde premier Lubbers de regeringsverklaring af.
datum |
wat |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|
14 juli 1986 |
Beëdiging9 nieuwe bewindslieden, aantreden kabinet |
2 mei 1989 |
1024 |
3 mei 1989 |
Ontslag gevraagd, kabinet demissionair10 |
7 november 1989 |
188 |
Totale zittingsduur11 kabinet |
1212 |
Drs. R.F.M. Lubbers (CDA)
Viceminister-president
Dr. R.W. de Korte (VVD)
Algemene Zaken
minister: Drs. R.F.M. Lubbers (CDA)
Buitenlandse Zaken
minister: Mr. H. van den Broek (CDA)
staatssecretaris: Drs. P.R.H.M. van der Linden (CDA) (14 juli 1986 - 9 september 1988)
staatssecretaris: Mr. B.J.M. baron van Voorst tot Voorst (CDA) (27 september 1988 - 7 november 1989)
minister voor Ontwikkelingssamenwerking
minister: Drs. P. Bukman (CDA)
Justitie
minister: Mr. F. Korthals Altes (VVD)
staatssecretaris: Mr. V.N.M. Korte-van Hemel (CDA)
Binnenlandse Zaken
minister: Drs. C.P. van Dijk (CDA) (14 juli 1986 - 3 februari 1987)
minister: Drs. J. de Koning (CDA) (3 februari 1987 - 6 mei 1987)
minister: Drs. C.P. van Dijk (CDA) (6 mei 1987 - 7 november 1989)
staatssecretaris: D.IJ.W. de Graaff-Nauta (CDA)
Onderwijs en Wetenschappen
minister: Drs. W.J. Deetman (CDA) (14 juli 1986 - 15 september 1989)
minister: Ir. G.J.M. Braks (CDA) (14 september 1989 - 7 november 1989)
staatssecretaris: Drs. N.J. Ginjaar-Maas (VVD)
Financiën
minister: Dr. H.O.Ch.R. Ruding (CDA)
staatssecretaris: Mr. H.E. Koning (VVD)
Defensie
minister: Dr. W.F. van Eekelen (VVD) (14 juli 1986 - 6 september 1988)
minister a.i.: Drs. P. Bukman (CDA) (6 september 1988 - 24 september 1988)
minister: Mr.Drs. F. Bolkestein (VVD) (24 september 1988 - 7 november 1989)
staatssecretaris: J. van Houwelingen (CDA)
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
minister: Drs. E.H.Th.M. Nijpels (VVD)
staatssecretaris: Mr. G.Ph. Brokx (CDA) (14 juli 1986 - 23 oktober 1986)
staatssecretaris: Drs. E. Heerma (CDA) (27 oktober 1986 - 7 november 1989)
Verkeer en Waterstaat
minister: Drs. N. Smit-Kroes (VVD)
Economische Zaken
minister: Dr. R.W. de Korte (VVD)
staatssecretaris: A.J. Evenhuis (VVD) (14 juli 1986 - 30 juni 1989)
staatssecretaris: Drs. E. Heerma (CDA) (17 juli 1986 - 27 oktober 1986)
staatssecretaris: Mr. Y.C.M.Th. van Rooy (CDA) (30 oktober 1986 - 7 november 1989)
Landbouw en Visserij
minister: Ir. G.J.M. Braks (CDA)
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
minister: Drs. J. de Koning (CDA) (14 juli 1986 - 3 februari 1987)
minister: L. de Graaf (CDA) (3 februari 1987 - 7 mei 1987)
minister: Drs. J. de Koning (CDA) (6 mei 1987 - 7 november 1989)
staatssecretaris: L. de Graaf (CDA) (14 juli 1986 - 3 februari 1987)
staatssecretaris: L. de Graaf (CDA) (6 mei 1987 - 1 oktober 1989)
Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
minister: Mr.Drs. L.C. Brinkman (CDA)
staatssecretaris: Drs. D.J.D. Dees (VVD)
Belast met coördinatie van aangelegenheden de Nederlandse Antillen betreffend en met de zorg voor aan de Nederlandse Antillen te verlenen hulp en bijstand
minister: Drs. J. de Koning (CDA)
De samenstelling van het kabinet wijzigde vier keer. Eén keer als gevolg van het aftreden van een minister en drie keer door het aftreden van een staatssecretaris. Ook werden twee portefeuilles tijdelijk door een ander bewindspersoon overgenomen.
-
-Brokx opgevolgd door Heerma als staatssecretaris van VROM
In oktober 1986 stapte staatssecretaris Brokx (CDA) op, omdat fractieleider De Vries van het CDA zijn aanblijven als een te groot risico beschouwde. De Tweede Kamer had een enquête ingesteld naar bouwsubsidies en De Vries vreesde dat Brokx daarvan schade zou ondervinden. Brokx' opvolger was staatssecretaris Heerma van Economische Zaken.
-
-Heerma opgevolgd door Van Rooy als staatsecretaris van Economische Zaken
De opvolger van Heerma als staatssecretaris van Economische Zaken was mevrouw Van Rooy, lid van het Europees Parlement.
-
-Bolkestein verving Van Eekelen als minister van Defensie
Minister Van Eekelen (VVD) van Defensie trad in september 1988 af in verband met zijn aandeel in de paspoortaffaire12. De parlementaire enquêtecommissie die een onderzoek naar deze affaire verrichtte, uitte ernstige kritiek op Van Eekelen in zijn toenmalige functie van staatssecretaris van Buitenlandse Zaken. Van Eekelen werd als minister van Defensie opgevolgd door het VVD-Tweede Kamerlid Bolkestein.
-
-Van Voorst tot Voorst verving Van der Linden als staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
De parlementaire enquêtecommissie paspoortaffaire uitte ook stevig kritiek op staatssecretaris Van der Linden van Buitenlandse Zaken. Die trad samen met minister Van Eekelen af. Topambtenaar Van Voorst tot Voorst werd zijn opvolger.
-
-Tijdelijke vervanging minister Van Dijk van Binnenlandse Zaken
Minister Van Dijk trad in 1987 enkele maanden terug als minister vanwege een hartoperatie. Minister De Koning nam zijn portefeuille waar en verruilde Sociale Zaken tijdelijk voor Binnenlandse Zaken. Staatssecretaris De Graaf werd tijdelijk minister van Sociale Zaken.
-
-Staatssecretaris Evenhuis van Economische Zaken trad af
In de zomer van 1989 stapte staatssecretaris Evenhuis op, nadat hij in opspraak was gekomen door een door hem verstrekte lening en subsidie. Omdat het kabinet toen al demissionair was, werd er geen opvolger benoemd.
-
-Minister Deetman vervangen door Braks
In verband met zijn verkiezing tot Tweede Kamervoorzitter nam minister Deetman ontslag. Minister Braks nam zijn portefeuille over.
CDA en VVD konden, net als tijdens Lubbers I, rekenen op 81 zetels in de Tweede Kamer. Verhoudingsgewijs was het CDA deze kabinetsperiode echter sterker geworden. In de Eerste Kamer had het kabinet bij zijn aantreden een meerderheid van vijf zetels. Ondanks het verlies van vier zetels door de VVD wist de coalitie bij de Eerste Kamerverkiezingen van 198713 een nipte meerderheid te behouden.
Er vonden in deze kabinetsperiode geen afsplitsingen plaats van de Tweede- of Eerste Kamerfracties van de regeringspartijen.
CDA |
VVD |
totaal |
|
---|---|---|---|
Kabinet: ministers / (staatssecretarissen) |
10/(7) |
5/(4) |
15/(11) |
Tweede Kamer op 14 juli 1989 |
54 |
27 |
81 (54%) |
Eerste Kamer tot 23 juni 1987 |
26 |
16 |
42 (56%) |
Eerste Kamer vanaf 23 juni 1987 |
26 |
12 |
38 (50,7%) |
Het kabinet-Lubbers II had de economische wind flink mee, maar had de collectieve uitgaven en de collectieve lasten gedurende de eerste jaren slecht onder controle. Het EMU-tekort steeg in 1987 en was in 1989 nog steeds hoger dan in 1986.
Neem contact op met de redactie van PDC voor een volledig overzicht van de wetgeving van dit kabinet.
Justitie14
-
-De Twee van Breda
Na jaren discussie besloot het kabinet de laatste twee tot levenslang veroordeelde Duitse oorlogsmisdadigers, de 'Twee van Breda', gratie te verlenen.
Onderwijs en Wetenschappen15
-
-Studiefinanciering
De uitvoering van de nieuwe Wet op de studiefinanciering leidde tot grote problemen. Minister Deetman kwam daardoor fel onder vuur te liggen van de oppositie en studenten. De minister ging zich meer en meer verzetten tegen verdere bezuinigingen op zijn begroting.
Financiën16
-
-Paaspakket
In maart 1988 werd een extra pakket (het 'Paaspakket') aan bezuinigingen aangekondigd van bijna 7 miljard gulden. Met name onderwijs, volkshuisvesting en welzijn moesten inleveren. De CDA-fractie verzette zich met succes tegen verlaging van het minimumjeugdloon.
-
-Herziening belastingstelsel
In 1988 kwam op basis van het rapport van de commissie-Oort een algehele belastingherziening tot stand (Oort-operatie), die voorzag in lastenverlichtingen.
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer17
-
-VINEX
In 1988 verscheen de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening (VINEX). Ruimtelijke kwaliteit werd voorop gesteld. Nederland moest de specifieke voordelen van de overzichtelijke stedelijke structuren uitbuiten in de internationale concurrentie.
-
-Groei mainports en Randstad
De mainports (Rotterdam en Schiphol) moesten via achterlandverbindingen via weg, water, rail en buis kansen krijgen zich te ontplooien. Het economische kerngebied van de Randstad moest worden uitgebreid tot de steden in Noord-Brabant en Midden-Gelderland. Er kwamen nieuwe woningbouwlocaties om aan de vraag naar woningen te voldoen.
-
-Nationaal Milieubeleidsplan
In 1989 bracht minister Nijpels het Nationaal Milieubeleidsplan uit. Hierin stond een analyse van de milieuproblematiek op lokaal, regionaal en mondiaal niveau. De veroorzakers van milieuverontreiniging werden verantwoordelijk gesteld voor het oplossen daarvan. Met doelgroepen, zoals het bedrijfsleven, werden taakstellingen afgesproken. Het streven naar duurzame ontwikkeling werd hoofddoelstelling van het milieubeleid.
Sociale Zaken en Werkgelegenheid18
-
-Stelselherziening sociale zekerheid
Het kabinet kwam met een stelselherziening in de sociale zekerheid. Daarbij kwam een nieuwe Werkloosheidswet tot stand. Na afloop van de uitkering kon een beroep worden gedaan op een IOAW- of Bijstandsuitkering. De IOAW was een uitkeringsregeling voor oudere (d.w.z. van 57 jaar en ouder) en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen. Een Toeslagenwet voorzag zo nodig in aanvulling op de uitkering tot het relevante sociaal-minimum.
Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur19
-
-Wijzigingen ziekenfonds en AWBZ
Na een rapport van de commissie-Dekker (o.l.v. van oud-Philipstopman Wisse Dekker) kwam staatssecretaris Dees met een (eerste) wetsvoorstel om een basisverzekering in te voeren en om bepaalde voorzieningen van de Ziekenfondswet over te hevelen naar de AWBZ.
-
-Mediawet
De nieuwe Mediawet leidde onder meer tot privatisering van het omroepbedrijf en verruimde de mogelijkheden van reclame en sponsoring. Ook kwam een derde publiek televisienet, Nederland 3.
Pensioen NSB-Kamerleden
Er ontstond een emotionele discussie over de pensioen van weduwen van Kamerleden van de NSB20. Een poging van Kamerleden om het pensioen aan de weduwe van oud-Tweede Kamerlid Meinoud Rost van Tonningen21 te ontnemen, mislukte.
Kruisraketten
De plaatsing van kruisraketten in Woensdrecht werd afgeblazen, vanwege de ontspanning tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Er kwam een verdrag met de Sovjet-Unie over wederzijdse inspecties op raketbases.
Bestrijding van werkloosheid, ingrepen in de sociale zekerheid en de ontspanning tussen Oost en West waren de belangrijkste thema's in de vier troonredes die het kabinet-Lubbers II opstelde. Bij de troonrede van 1989 was het kabinet al demissionair22.
Crisis rond het Reiskostenforfait
Op 3 mei 1989 kwam er een einde aan bijna zeven jaar samenwerking tussen CDA en VVD onder minister-president Ruud Lubbers8. De VVD-fractie kon zich niet vinden in het door het kabinet genomen besluit over afschaffing van het reiskostenforfait.
Tijdens een Kamerdebat over dit besluit op 2 mei kwam VVD-fractievoorzitter Joris Voorhoeve23 met een motie die het kabinet vroeg af te zien van afschaffing van het reiskostenforfait. Tevens werd gevraagd een voorgestelde verhoging van de dieselaccijns te beperken.
Nog voor de motie in stemming kwam, trok premier Lubbers de conclusie dat er een onoverbrugbaar conflict was. Het kabinet-Lubbers II was gevallen.
Meer over
- 1.Dit kabinet van CDA en VVD kwam tot stand na de verkiezingen van 1982. CDA-lijsttrekker Dries van Agt, premier van het voorgaande kabinet-Van Agt III besloot zich niet opnieuw kandidaat te stellen voor het premierschap. Premier namens het CDA werd daarom Ruud Lubbers.
- 2.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 3.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 4.De Tweede Kamerverkiezingen van 1986 waren dat jaar op 21 mei. Het waren reguliere verkiezingen, nadat de zittingstermijn van de Kamer erop zat. Er lagen ook enkele Grondwetsvoorstellen voor. Grote winnaar was het CDA, dat de leuze had: 'Laat Lubbers zijn karwei afmaken'. Opmerkelijk was het verdwijnen van de CPN.
- 5.Op 3 mei 1989 kwam er een einde aan bijna zeven jaar samenwerking tussen CDA en VVD onder minister-president Ruud Lubbers. De VVD-fractie kon zich niet vinden in het door het kabinet genomen besluit over afschaffing van het reiskostenforfait.
- 6.In het derde kabinet-Lubbers werkte het CDA samen met de PvdA. De VVD, coalitiepartner van het CDA in het voorgaande kabinet-Lubbers II, belandde na de verkiezingen van 1989 in de oppositie. CDA-leider Ruud Lubbers werd voor de derde keer premier.
- 7.Pragmatisch ingestelde CDA-politicus met een grote politiek-bestuurlijke staat van dienst. Maakte carrière in de Christelijke landbouworganisatie en werd Kamerlid voor de ARP. In 1977 minister voor Ontwikkelingssamenwerking in het kabinet-Van Agt I en daarna van Landbouw en Visserij in het kabinet-Van Agt II. Onder Lubbers als minister van Sociale Zaken de tweede man van het CDA. Zeer ingesteld op het zoeken naar compromissen en het 'haalbare'. Trad in de ministerraad vaak op als bemiddelaar. Voerde met zakelijke nuchterheid een stringent bezuinigingsbeleid in de sociale zekerheid. Hanteerde als stelregel: als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat. Als minister voor Antilliaanse zaken was hij nauw betrokken bij de 'status aparte' van Aruba.
- 8.Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
- 9.Bij het aantreden van een nieuw kabinet worden de nieuwe ministers en alle staatssecretarissen beëdigd. Zittende ministers gaan over in het nieuwe kabinet. Feitelijk wordt besloten het door hen gevraagde ontslag niet te verlenen (of zij komen terug op hun verzoek hun portefeuilles ter beschikking te stellen). Wel kunnen bewindslieden in het nieuwe kabinet een andere functie krijgen, maar dit wordt bij Koninklijk Besluit geregeld.
- 10.Als een kabinet of minister ontslag heeft gevraagd aan de Koning(in), maar dit ontslag nog niet is verleend, noemen we dat demissionair. Het is na 1922 gebruikelijk dat een kabinet op de dag van de verkiezingen zijn ontslag aanbiedt, tenzij het dat eerder al had gedaan vanwege een kabinetscrisis.
- 11.De zittingsperiode van een kabinet valt samen met de zittingsduur van de Tweede Kamer, namelijk vier jaar. Het is echter niet vanzelfsprekend dat alle kabinetten de rit tot het einde uitzitten. Bij een tussentijdse crisis wordt de Tweede Kamer ontbonden en komen er nieuwe verkiezingen. Op basis van de nieuwgekozen Tweede Kamer wordt een nieuw kabinet gevormd.
- 12.In 1988 werd een parlementaire enquête gehouden naar de mislukte poging om een nieuw, fraudebestendig (Europees) paspoort in te voeren. Sinds 1984 werd daaraan gewerkt. De Staat der Nederlanden sloot een contract met de organisatie KEP, een samenwerkingsverband van Kodak, Philips en Elba, een Schiedamse drukkerij. KEP bleek in april 1988 niet in staat zijn verplichtingen na te komen.
- 13.In de op 9 juni 1987 gekozen Eerste Kamer behielden regeringsfracties CDA en VVD samen slechts een meerderheid van 38 zetels. Dat kwam doordat de VVD vier zetels verloor. De partijen hadden hun lijsten verbonden. Bij de voorafgaande Statenverkiezingen speelde de vraag of de regeringsfracties hun meerderheid zouden behouden een belangrijke rol. De kleine linkse partijen leden verlies, terwijl de PvdA juist fors won dankzij herstel ten opzichte van de Statenverkiezingen van 1982.
- 14.Dit ministerie werd in 1813 ingesteld en hield zich bezig met rechtshandhaving (waaronder criminaliteitsbestrijding) en met het bewaken van de kwaliteit van de wetgeving. Het ministerie was belast met wetgeving op het gebied van straf-, privaatrecht en bestuursrecht, administratief recht, vreemdelingenzaken, rechtshulp, jeugdbescherming en delinquentenzorg.
- 15.Dit ministerie draagt de zorg voor het scheppen van een wettelijk kader voor het onderwijs, voor het uitvoeren van onderwijswetten en het verstrekken van financiële middelen daarvoor. Daarnaast heeft het ministerie de zorg voor de bevordering van wetenschappelijk onderwijs en wetenschapsbeleid en voor het cultuur- en mediabeleid. 'OCW' is sinds 2012 ook verantwoordelijk voor het emancipatiebeleid en sinds 2017 voor het 'groen onderwijs'.
- 16.Dit ministerie speelt een centrale rol bij het vertalen van het algemeen regeringsbeleid in financieel beleid. Daarnaast coördineert het de openbare uitgaven en zorgt het ministerie voor de inning van de belastinggelden. Het ministerie is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de financiën van lagere overheden als provincies en gemeenten. Het monetaire beleid is eveneens een zorg van dit ministerie. Het ministerie behartigt de Nederlandse, financiële belangen in Europa en de rest van de wereld.
- 17.Dit ministerie was belast met de zorg voor de volkshuisvesting en de stadsvernieuwing, de verbetering van de kwaliteit van onze woon- en leefomgeving (milieu) en de ruimtelijke inrichting. In de periode 2007-2010 hield een projectminister zich bezig met wonen, wijken en integratie.
- 18.Het ministerie is onder meer belast met het algemeen sociaaleconomisch beleid, met name voor het werkgelegenheidsbeleid, arbeidsaangelegenheden en voor het inkomens- en vermogensbeleid. Het ministerie draagt ook zorg voor de sociale zekerheid in Nederland.
- 19.Dit ministerie werd bij de formatie van het kabinet-Lubbers I gevormd. Het was de opvolger van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM), waaraan Volksgezondheid was toegevoegd. Het natuurbeheer dat onder CRM viel ging over naar Landbouw en de Algemene Bijstandswet kwam onder het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te vallen.
- 20.De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), opgericht in 1931, was een autoritaire, antiparlementaire, extreemrechtse partij die streefde naar een nationaal-socialistisch bewind. Verder vond zij dat er een Groot-Nederlands rijk moest komen, waartoe ook Vlaanderen zou behoren, voor een Nederlandse volksgemeenschap. Onder Duitse invloed kreeg de partij een antisemitisch (anti-joods) karakter.
- 21.Fanatieke antisemiet van Austro-nazistische signatuur en aristocratische huize. Gaf in 1936 zijn vorstelijk betaalde baan bij de Volkenbond in Wenen op om zich geheel aan het nationaal-socialisme te kunnen wijden. In 1939 als Tweede Kamerlid een dag geschorst na een handgemeen in de vergaderzaal. Kort voor de Duitse inval in 1940 geïnterneerd als staatsgevaarlijk persoon. In de NSB de grote rivaal van Mussert. Vertrouweling van Himmler. Was belast met de gelijkschakeling van de Nederlandse arbeidersbeweging en volgde in 1941 Trip op als president van de Nederlandse Bank. Twistzieke, wispelturige, ambitieuze en onverdraagzame man. Pleegde in 1945 na een maand gevangenschap 'zelfmoord' - er was sprake van dat hij was 'gezelfmoord' - voor hij kon worden berecht.
- 22.Het is diverse keren voorgekomen dat een troonrede werd voorgelezen, terwijl er een demissionair kabinet was. Na de kabinetscrises in 1982, 1989, 2010 en 2012 waren kort voor Prinsjesdag verkiezingen gehouden en was er nog geen 'missionair' kabinet gevormd. In 1956 en 1977 was de situatie vergelijkbaar met 2017 en 2021, want ook in die jaren was er sprake van een langdurige en moeizame formatie. In 2023 was er eerder dat jaar een crisis uitgebroken.
- 23.Hoogleraar en wetenschapper, die in 1986 Ed Nijpels opvolgde als fractieleider van de VVD. Was directeur van de Telders-stichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, en daarna hoogleraar internationale betrekkingen. Werd in 1982 Tweede Kamerlid en was aanvankelijk buitenland-woordvoerder. Lijsttrekker in 1989. Op hem bleef het stempel staan van een in de politiek verdwaalde professor. Deelde de politieke leiding van de VVD met vicepremier De Korte, wat onduidelijk was. Trad af op Koninginnedag 1990 en werd opgevolgd door Frits Bolkestein. Stapte over naar de wetenschap, als directeur van Instituut Clingendael. Keerde in 1994 terug als minister van Defensie en kreeg daar te maken met het Srebenica-drama. Na zijn ministerschap Tweede Kamerlid, hoogleraar en lid van de Raad van State. Stapte in 2010 over van de VVD naar D66.
- 24.Nederland heeft sinds 1945 tientallen verschillende kabinetten gehad. Drees en Balkenende leidden vier kabinetten, terwijl Lubbers twaalf jaar minister-president was. Mark Rutte was dat van 2010 tot en met 2024 en ook hij leidde vier kabinetten.
- 25.Deze periode wordt gedomineerd door het CDA van premier Lubbers. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl/Terlouw komt er in november 1982 een centrumrechts kabinet onder leiding van de opvolger van Van Agt. Dat kabinet neemt de sanering van de overheidsfinanciën krachtig ter hand, waarbij onder meer wordt bezuinigd op ambtenarensalarissen en uitkeringen.