Kabinet: stoom nieuwkomers klaar voor werk, niet voor een uitkering - Main contents
Afgelopen vrijdag luidde de Sociaal-Economische Raad (SER) in de noodklok over de integratie van nieuwkomers uit onder meer Syrië en Eritrea. Het inburgeringsbeleid is te vrijblijvend en het kabinet doet veel te weinig om die tienduizenden vluchtelingen aan het werk te helpen. De kritiek van de SER is hard, en terecht. Alle fouten die we nu maken met de integratie van de oorlogsvluchtelingen leggen de basis voor een nieuwe integratieramp: een generatie nieuwkomers die massaal zonder werk zit, en nauwelijks integreert. Het kwalijke is dat niet alleen de aanpak faalt, maar dat gemeenten die wél alles uit de kast willen halen om nieuwkomers de taal te leren en aan het werk te krijgen, worden geblokkeerd.
Veel gemeenten waar vorig jaar de 58.000 vluchtelingen in gymzalen en oude scholen werden opgevangen beseften dat de oorlog in Syrië nog wel even duurt, en we snel moesten handelen om de integratie op gang te krijgen. Alleen: veel regels zitten in de weg. Amsterdam stuurde dan ook direct een brief naar minister Lodewijk Asscher (integratie) met een paar verzoeken: 1. Geef ons de ruimte om vluchtelingen al tijdens die asielprocedure aan het werk te laten gaan. 2. Laat vluchtelingen die studeerden in Nederland hun opleiding voortzetten. 3. Laat ons al in de noodopvang Nederlandse taalles aanbieden door professionele docenten. Het antwoord van het kabinet was passief: we gaan de regels niet veranderen.
Nu, een jaar later, is inderdaad niets veranderd. Asielzoekers in procedure mogen de eerste zes maanden niet werken, en daarna maar een beetje. Veel vluchtelingen mét verblijfsstatus ‘wachten’ ook nog in asielzoekerscentra op een woning, voordat ze weer een leven kunnen opbouwen. Dat lieten we in Amsterdam niet gebeuren. Met de ‘Amsterdam aanpak’ worden asielzoekers die nog in een AZC verblijven maar al wel zijn toegewezen aan gemeente Amsterdam, direct en intensief begeleid naar werk of een opleiding. Met succes: 649 statushouders hebben zo een baan gevonden of zijn gestart met een studie. Het kan dus wel. Maar al die Syriërs, Eritreërs, Irakezen en Afghanen die nog wachten op een verblijfsvergunning mogen we van het kabinet niet klaarstomen voor werk. Terwijl het overgrote deel van hen uiteindelijk een verblijfsvergunning krijgt, en hier dus nog wel even blijft.
Onder politici is het populair om te stellen dat we ‘de voedingsbodem onder het populisme’ serieus moeten nemen. Dat vertalen de bewindsmannen Dijkhoff en Asscher - die over immigratie en integratie gaan - naar allerlei kafkaëske beperkingen voor vluchtelingen. Feitelijk creëren ze daarmee juist een nieuwe voedingsbodem voor populisme: duizenden Syriërs die met slecht inburgeringsbeleid en in nodeloze werkloosheid hun sociale huurwoning betrekken, op weg naar een leven op de gerafelde sofa omdat ze op de arbeidsmarkt met 3-0 achterstaan.
De oproep van de SER is helder. Het huidige beleid werkt niet. De gemeente Amsterdam laat zien dat het anders kan met vluchtelingen die een verblijfsvergunning hebben. Geef ook asielzoekers die nog in die lange procedure zitten alvast die ruimte. Want hoe sneller mensen de taal leren, naar school gaan of aan het werk kunnen, hoe groter de kans dat zij voor zichzelf kunnen zorgen als de verblijfsstatus eenmaal rond is.
Wat snelle integratie nodig heeft vanuit Den Haag is actie. Maar als er geen bereidheid tot actie is, laat dan op z’n minst niet allerlei regels de integratie tegenhouden. Stoom nieuwkomers klaar voor werk, niet voor een uitkering.
Jan Paternotte en Paul van Meenen zijn gemeenteraadslid in Amsterdam resp. Tweede Kamerlid voor D66
Dit opiniestuk verscheen op 20 december in de Volkskrant.
Integratie asielzoekers blijft steken door nalatigheid kabinet