Kabinet-Lubbers I (1982-1986)
Dit kabinet van CDA1 en VVD2 kwam tot stand na de verkiezingen van 19823. CDA-lijsttrekker Dries van Agt4, premier van het voorgaande kabinet-Van Agt III5 besloot zich niet opnieuw kandidaat te stellen voor het premierschap. Premier namens het CDA werd daarom Ruud Lubbers6.
Het kabinet presenteerde zich als een 'no nonsense-kabinet'. Het richtte zich op herstel van werkgelegenheid en sanering van de overheidsfinanciën door bezuinigingen en afstoting van overheidstaken. Er werd onder meer gekort op uitkeringen en onderwijs- en ambtenarensalarissen. Ook sectoren als volksgezondheid en welzijn moesten inleveren. De werkloosheid, die tot recordhoogte was opgelopen, nam geleidelijk af.
Vanwege zijn financieel-economische beleid, maar ook door het besluit kruisraketten te plaatsen, kreeg het kabinet te maken met veel maatschappelijk verzet. Het kabinet zat echter zijn hele termijn uit en premier Lubbers voerde het CDA bij de verkiezingen van 19867 naar winst. In het kabinet-Lubbers II8 zette het CDA de samenwerking met de VVD en het beleid van het kabinet voort.
Contents
Formatie
Het kabinet-Lubbers I kwam tot stand na onderhandelingen tussen de respectievelijk tweede en derde partij, het CDA1 en de VVD2. Op 8 september 1982 waren er Tweede Kamerverkiezingen3 gehouden. De grootste partij, de PvdA9, kwam buitenspel te staan nadat informateur Jos van Kemenade10 op 30 september concludeerde dat een kabinet van PvdA en CDA of van PvdA en VVD vanwege te grote tegenstellingen niet haalbaar was.
Regeerakkoord en regeringsverklaring
Op 30 oktober 1982 kwamen CDA en VVD een regeerakkoord (vanaf p.12) overeen. Lubbers legde als nieuwe premier op 22 november de regeringsverklaring af.
datum |
wat |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|
4 november 1982 |
Beëdiging11 nieuwe bewindslieden, aantreden kabinet |
23 mei 1986 |
1294 |
24 mei 1986 |
Ontslag gevraagd, kabinet demissionair12 |
14 juli 1986 |
53 |
Totale zittingsduur13 kabinet |
1347 |
Drs. R.F.M. Lubbers (CDA)
Viceminister-president
Drs. G.M.V. van Aardenne (VVD)
Algemene Zaken
minister: Drs. R.F.M. Lubbers (CDA)
Buitenlandse Zaken
minister: Mr. H. van den Broek (CDA)
staatssecretaris: Dr. W.F. van Eekelen (VVD) (5 november 1982 - 14 juli 1986)
minister voor Ontwikkelingssamenwerking
minister: Drs. E.M. Schoo (VVD)
Justitie
minister: Mr. F. Korthals Altes (VVD)
staatssecretaris: Mr. V.N.M. Korte-van Hemel (CDA) (8 november 1982 - 14 juli 1986)
Binnenlandse Zaken
minister: Mr. J.G. Rietkerk (VVD) (4 november 1982 - 20 februari 1986)
minister a.i.: Mr. F. Korthals Altes (VVD) (21 februari 1986 - 12 maart 1986)
minister: Dr. R.W. de Korte (VVD) (12 maart 1986 - 14 juli 1986)
staatssecretaris: Drs. M.J.J. van Amelsvoort (CDA) (8 november 1982 - 14 juli 1986)
Onderwijs en Wetenschappen
minister: Drs. W.J. Deetman (CDA)
staatssecretaris: Drs. N.J. Ginjaar-Maas (VVD) (5 november 1982 - 14 juli 1986)
staatssecretaris: Drs. G. van Leijenhorst (CDA) (8 november 1982 - 14 juli 1986)
Financiën
minister: Dr. H.O.Ch.R. Ruding (CDA)
staatssecretaris: Mr. H.E. Koning (VVD) (5 november 1982 - 14 juli 1986)
Defensie
minister: Mr. J. de Ruiter (CDA)
staatssecretaris: J. van Houwelingen (CDA) (5 november 1982 - 14 juli 1986)
staatssecretaris: Ch. Schwietert (VVD) (8 november 1982 - 11 november 1982)
staatssecretaris: Drs. W.K. Hoekzema (VVD) (19 november 1982 - 14 juli 1986)
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
minister: Dr. P. Winsemius (VVD)
staatssecretaris: Mr. G.Ph. Brokx (CDA) (5 november 1982 - 14 juli 1986)
Verkeer en Waterstaat
minister: Drs. N. Smit-Kroes (VVD)
staatssecretaris: Drs. J.F. Scherpenhuizen (VVD) (8 november 1982 - 14 juli 1986)
Economische Zaken
minister: Drs. G.M.V. van Aardenne (VVD)
staatssecretaris: Mr.Drs. F. Bolkestein (VVD) (5 november 1982 - 14 juli 1986)
staatssecretaris: P.H. van Zeil (CDA) (5 november 1982 - 22 juni 1986)
Landbouw en Visserij
minister: Ir. G.J.M. Braks (CDA)
staatssecretaris: A. Ploeg (VVD) (8 november 1982 - 14 juli 1986)
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
minister: Drs. J. de Koning (CDA)
staatssecretaris: L. de Graaf (CDA) (5 november 1982 - 14 juli 1986)
staatssecretaris: Mr. A. Kappeyne van de Coppello (VVD) (8 november 1982 - 14 juli 1986)
Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
minister: Mr.Drs. L.C. Brinkman (CDA)
staatssecretaris: Drs. J.P. van der Reijden (CDA) (5 november 1982 - 14 juli 1986)
Belast met coördinatie van aangelegenheden de Nederlandse Antillen betreffend en met de zorg voor aan de Nederlandse Antillen te verlenen hulp en bijstand
minister: Drs. J. de Koning (CDA)
De samenstelling van het kabinet wijzigde slechts twee keer. Eén keer door het aftreden van een staatssecretaris en een keer door het overlijden van een minister.
-
-Schwietert werd opgevolgd door Hoekzema als staatssecretaris van Defensie
Nog voor het kabinet goed en wel van start kon gaan, trad de nieuw benoemde staatssecretaris van Defensie, Schwietert, al weer af. Hij bleek zijn c.v. wat te hebben aangedikt en kon vanwege de discussie die dat opleverde niet goed functioneren. Zijn partijgenoot Hoekzema, burgemeester van Coevorden, volgde hem op.
-
-Rietkerk werd opgevolgd door De Korte als minister van Binnenlandse Zaken
Begin 1986 overleed minister Rietkerk (VVD) van Binnenlandse Zaken. Hij werd opgevolgd door zijn partijgenoot en Tweede Kamerlid De Korte.
-
-Staatssecretaris Van Zeil vertrekt voortijdig
Vanwege zijn benoeming tot burgemeester van Heerlen nam staatssecretaris Van Zeil in juni 1986 ontslag. Er kwam geen opvolger.
Het kabinet beschikte in beide Kamers over een kleine meerderheid. Als gevolg van verkiezingen voor de Eerste Kamer in 198314 en 198615 verstevigde de meerderheid in de Eerste Kamer.
De verhoudingen in de Tweede Kamer wijzigden door een afsplitsing. Op 8 december 1983 splitsen de Kamerleden Jan-Nico Scholten16 en Stef Dijkman17 zich af van de CDA-fractie. Zij vormden daarna de Groep-Scholten/Dijkman18.
CDA |
VVD |
totaal |
|
---|---|---|---|
Kabinet: ministers / (staatssecretarissen) |
8/(8) |
6/(8) |
14/(16) |
Tweede Kamer op 4 november 1982 |
45 |
36 |
81 (54%) |
Eerste Kamer tot 13 sept 1983 |
28 |
12 |
40 (53,3%) |
Eerste Kamer 13 sept 1983 - 3 juni 1986 |
26 |
17 |
43 (57,3%) |
Eerste Kamer vanaf 3 juni 1986 |
26 |
16 |
42 (56%) |
Het kabinet-Lubbers I stond bekend om zijn 'no nonsense' beleid. De nieuwe premier sloeg een andere koers in dan zijn voorganger Van Agt4. De ontsporing van de overheidsfinanciën werd tot 1985 succesvol gekeerd. Een aantrekkende wereldeconomie en loonmatiging na de ondertekening van het Akkoord van Wassenaar zorgden voor economisch herstel uit een diepe recessie.
Buitenlandse Zaken20
-
-Begroting EG
De financiering van de Europese Gemeenschap kwam onder druk te staan door de eis van het Verenigd Koninkrijk om minder te hoeven bijdragen. Nederland speelde een bemiddelende rol.
Binnenlandse Zaken21
-
-Status aparte Aruba
Aruba, tot dan toe deel van de Nederlandse Antillen, kreeg in 1986 een status aparte als autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
Onderwijs en Wetenschappen22
-
-Hervorming studiefinanciering
Er kwam een nieuw stelsel van studiefinanciering, waarbij verkorting van de studieduur een belangrijk doel werd. Er kwam een basisbeurs en een aanvullende beurs in de vorm van een lening. Studenten moesten daardoor vaker lenen en eerder een beroep doen op bijdragen van de ouders.
Financiën23
-
-Bezuinigingen
Er werd bezuinigd op alle sectoren, maar vooral ambtenaren- en onderwijssalarissen en uitkeringen merkten daarvan direct de gevolgen. In 1983 werd gekort op de kinderbijslag. Het totale bezuinigingspakket voor 1984 was bijna 12 miljard gulden. In de loop van 1983 trad licht economisch herstel op, maar de werkloosheid bleef erg hoog (in 1984 waren er nog 800.000 werklozen).
-
-Bevriezing ambtenarensalarissen
De ambtenarensalarissen werden per 1 januari 1983 'bevroren' en per 1 januari 1984 met 3% gekort. Er waren vooral in 1983 en 1984 diverse grote protest- en stakingsacties, onder meer van ambtenaren, onderwijzers, PTT-, bus- en spoorwegpersoneel en van politiefunctionarissen. Het protest leidde er in november 1983 toe dat de korting door premier Lubbers van 3,5 naar 3 procent werd gebracht.
Economische Zaken24
-
-Beëindiging overheidssteun bedrijven
In februari 1983 staakte de overheid de steun aan het RSV-concern. Ook andere bedrijven, zoals Boskalis en diverse scheepswerven kwamen in de problemen.
-
-Spreiding en privatisering Rijksdiensten
In het kader van de spreiding van rijksdiensten besloot het kabinet in 1984 dat de PTT-top zou verhuizen naar Groningen.
-
-RSV-enquête
De parlementaire enquête25 naar de ondergang van het RSV-concern bracht minister Van Aardenne (VVD) van Economische Zaken in 1984 in de problemen. Als minister van hetzelfde ministerie zou hij volgens de enquêtecommissie in 1978 de Tweede Kamer onvolledig en misleidend hebben ingelicht. Van Aardenne mocht van de Tweede Kamer uiteindelijk wel blijven zitten, maar werd nadien als 'aangeschoten wild' beschouwd.
Landbouw en Visserij26
-
-Invoering superheffing
Om de overproductie van melk tegen te gaan werd er een 'superheffing' ingevoerd.
Sociale Zaken en Werkgelegenheid27
-
-Arbeidstijdverkorting
In 1984 werd een akkoord bereikt over arbeidstijdverkorting die moesten leiden tot meer banen bij de overheid.
Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur28
-
-Euthanasierapport
De Staatscommissie-Jeukens bracht een rapport uit over euthanasie. Het kabinet kwam echter niet met wetgeving.
-
-Mislukte kandidatuur Olympische Spelen
De poging van Amsterdam om de organisatie van de Olympische Spelen in 1992 binnen te halen mislukte.
-
-Weigering toekenning P.C. Hooftprijs
In 1985 weigerde minister Brinkman om de satirische auteur Hugo Brandt Cortius de P.C. Hooftprijs toe te kennen.
Grondwetsherziening 1983
In 1983 werd de Grondwet ingrijpend herzien. De hoofdstukindeling werd gewijzigd, teksten werden gemoderniseerd, overbodig geachte artikelen werden geschrapt, en er kwamen bepalingen over sociale grondrechten en een algemene antidiscriminatiebepaling.
Plaatsing Kruisraketten
Op 1 juni 1984 besloot het kabinet tot plaatsing van 48 kruisraketten op de luchtmachtbasis Woensdrecht (die in juni 1983 was aangewezen als locatie). De daadwerkelijke uitvoering werd echter uitgesteld tot 1 november 1985. De plaatsing zou niet doorgaan als de Sovjet-Unie over minder dan 378 SS-20-raketten zou beschikken. Begin 1986 stemde het parlement in met een verdrag tussen Nederland en de VS over de plaatsing van de kruisraketten.
Het maatschappelijk protest tegen de plaatsing kreeg vorm in een grote vredesdemonstratie in Den Haag (29 oktober 1983) en door een volkspetitionnement (3,7 miljoen handtekeningen).
Kernramp in Tsjernobyl
Op 26 april 1986 vond in het Oekraïnse Tsjernobyl een kernongeluk plaats. Na een grote explosie in een kerncentrale verspreidde zich een wolk met radioactief materiaal over Europa. Rond 2 mei bereikte deze radioactieve wolk ook Nederland. Er werd een graasverbod voor vee ingesteld om besmetting van melk te voorkomen. Tevens mocht net geoogste bladgroente niet verkocht worden. Als gevolg van het kernongeluk ontstond er een discussie over het gebruik van kernenergie.
In de drie troonredes die het kabinet opstelde werd er vooral aandacht besteed aan de economische crisis, de grote hervormingen in de sociale zekerheid en, in 1985, de gunstige resultaten van dit hervormingsbeleid.
Het kabinet-Lubbers I maakte zijn volledige termijn vol. Op 24 mei 1986 bood de premier het ontslag van zijn kabinet aan en werd het kabinet demissionair.
Meer over
- 1.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 2.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 3.Op 8 september 1982 waren er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Deze waren nodig nadat het kabinet-Van Agt I al na acht maanden ten val was gekomen. De PvdA won de verkiezingen, maar kon desondanks geen aanspraak maken op regeringsdeelname. Onder leiding van Ed Nijpels maakte de VVD forse groei door, vooral ten koste van D'66. De komst van de extreemrechtse Centrumpartij zorgde voor veel beroering.
- 4.CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Was toen de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl; even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archaïsche taalgebruik.
- 5.Na de val van het kabinet-Van Agt II werd dit minderheidskabinet van CDA en D'66 gevormd. CDA-leider Van Agt bleef premier. De posten die waren opengevallen na het vertrek van de PvdA-bewindslieden, werden opgevuld vanuit de gelederen van de overgebleven coalitiepartners.
- 6.Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
- 7.De Tweede Kamerverkiezingen van 1986 waren dat jaar op 21 mei. Het waren reguliere verkiezingen, nadat de zittingstermijn van de Kamer erop zat. Er lagen ook enkele Grondwetsvoorstellen voor. Grote winnaar was het CDA, dat de leuze had: 'Laat Lubbers zijn karwei afmaken'. Opmerkelijk was het verdwijnen van de CPN.
- 8.Dit kabinet was qua politieke samenstelling een voortzetting van het eerste kabinet-Lubbers. De coalitiepartijen CDA en VVD hadden bij de verkiezingen van 1986 hun gezamenlijke meerderheid in de Tweede Kamer behouden.
- 9.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 10.Invloedrijke katholieke socialist met grote werkkracht. Uiteenlopende wetenschappelijke, bestuurlijke en maatschappelijke activiteiten. Kwam als Nijmeegse hoogleraar onderwijs-sociologie als minister van Onderwijs in het kabinet-Den Uyl. Was daarin een creatieve maar ook veel bekritiseerde bewindsman. Ontvouwde plannen voor de zgn. Middenschool en stimuleerde als tweedekansonderwijs de moedermavo en de Open Universiteit. In de periode 1978-1981 Tweede Kamerlid en fractiesecretaris. In 1981 weer minister in het kabinet-Van Agt II. Bracht later als Kamerlid een omvangrijke initiatiefwet tot stand over volwasseneneducatie. Was tot 1984 dé 'kroonprins' van Joop den Uyl. Na zijn 'Haagse' loopbaan universiteitsbestuurder, burgemeester van Eindhoven en Commissaris van de Koningin in Noord-Holland. Werd in 2002 minister van staat.
- 11.Bij het aantreden van een nieuw kabinet worden de nieuwe ministers en alle staatssecretarissen beëdigd. Zittende ministers gaan over in het nieuwe kabinet. Feitelijk wordt besloten het door hen gevraagde ontslag niet te verlenen (of zij komen terug op hun verzoek hun portefeuilles ter beschikking te stellen). Wel kunnen bewindslieden in het nieuwe kabinet een andere functie krijgen, maar dit wordt bij Koninklijk Besluit geregeld.
- 12.Als een kabinet of minister ontslag heeft gevraagd aan de Koning(in), maar dit ontslag nog niet is verleend, noemen we dat demissionair. Het is na 1922 gebruikelijk dat een kabinet op de dag van de verkiezingen zijn ontslag aanbiedt, tenzij het dat eerder al had gedaan vanwege een kabinetscrisis.
- 13.De zittingsperiode van een kabinet valt samen met de zittingsduur van de Tweede Kamer, namelijk vier jaar. Het is echter niet vanzelfsprekend dat alle kabinetten de rit tot het einde uitzitten. Bij een tussentijdse crisis wordt de Tweede Kamer ontbonden en komen er nieuwe verkiezingen. Op basis van de nieuwgekozen Tweede Kamer wordt een nieuw kabinet gevormd.
- 14.Op 31 augustus 1983 kozen de Provinciale Statenleden voor het eerst tegelijk de nieuwe Eerste Kamer. Die Kamer werd ook voor het eerst voor vier jaar gekozen. Grote winnaar was de VVD en grote verliezer de PvdA. Winst was er verder voor alle kleinere partijen. Na totstandkoming van de Grondwetsherziening in 1983 was het nieuwe kiesstelsel voor de Eerste Kamer wettelijk geregeld en daarna de Eerste Kamer ontbonden.
- 15.Op 20 mei 1986 kozen de Provinciale Statenleden een nieuwe Eerste Kamer. De verkiezing was nodig, vanwege aanneming van voorstellen in eerste lezing tot grondwetsherziening. De Eerste Kamer had tevergeefs aangedrongen op uitstel tot 1987. Voor het eerst stemden Statenleden uit Flevoland mee. Hoewel de samenstelling van de Staten nauwelijks was veranderd, verloor de VVD toch een zetel. In Drenthe vergisten twee VVD-Statenleden zich namelijk in het tijdstip van de verkiezing.
- 16.Gedreven christendemocratisch politicus, die uiteindelijk bij de PvdA terecht kwam. Schoonzoon van ARP-voorman Bruins Slot. Na zijn rechtenstudie negen jaar burgemeester in het land van Heusden en Altena. Kwam in 1970 in de Tweede Kamer en werd daar woordvoerder volkshuisvesting en mediabeleid. Was als student al sterk betrokken bij internationale problemen en werd later een bekend strijder tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Koos als buitenlandwoordvoerder van de ARP- en CDA-fractie vaak de zijde van de linkse oppositie. Kwam begin jaren tachtig steeds meer in conflict met zijn eigen fractie en steunde in 1980 een motie van afkeuring na afwijzing van een olieboycot van Zuid-Afrika. Verliet nadat hem in 1983 het fractiewoordvoerderschap was ontnomen de CDA-fractie en vormde met Dijkman een fractie (het duo 'Stef en ik'). In 1986 werd hij PvdA-lid en later senator voor die partij.
- 17.Uit de KVP afkomstige volkshuisvestingsspecialist in de CDA-fractie. Trok al direct bij zijn aantreden in 1977 aandacht door zich als enige voormalige KVP'er te voegen bij de zes uit de ARP afkomstige loyalisten die het kabinet-Van Agt slechts gedoogden. Nam met de oppositie en een minderheid uit de CDA-fractie principieel stelling tegen kernwapens en tegen de apartheid in Zuid-Afrika. Een dissident zonder veel vertoon. Dat in tegenstelling tot zijn collega Jan Nico Scholten met wie hij veel optrok. Het duo 'Stef en ik', zoals zij werden aangeduid, werd in december 1983 wegens verregaande deloyaliteit uit de fractie gezet. Ze vormden een eigen fractie, maar begin 1985 stapte hij over naar de PPR-fractie.
- 18.De Groep-Scholten/Dijkman was een tweemansfractie in de Tweede Kamer, die op 8 december 1983 ontstond toen de Kamerleden Jan-Nico Scholten en Stef Dijkman zich afsplitsten van het CDA. Fractievoorzitter Bert de Vries en partijvoorzitter Piet Bukman accepteerden niet langer dissident gedrag. De fractie en het partijbestuur steunden hen daarbij. Woordvoerderschappen waren aan Scholten en Dijkman ontnomen, omdat uitstoten uit de fractie juridisch lastig was. Uiteindelijk stapten Scholten en Dijkman zelf op, omdat de fractie de tegen hen genomen maatregelen niet wilde terugdraaien.
- 19.1982
- Interimwet Bodemsanering, die Gedeputeerde Staten opdraagt jaarlijks een saneringsprogramma op te stellen voor de in de provincie aanwezige vervuilde gronden. De kosten van de sanering worden verdeeld tussen Rijk en gemeenten (10%) en kunnen op de veroorzaker worden verhaald.1983
- Algehele Grondwetsherziening. De Eerste Kamer wordt voortaan om de vier jaar in haar geheel gekozen. De leeftijd om tot Tweede en Eerste Kamerlid te worden verkozen, wordt verlaagd naar 18 jaar. Eerste en Tweede Kamer kiezen zelf hun voorzitter (voor vier jaar). Het begrip 'zitting' wordt vervangen door 'parlementair jaar'; er vindt niet langer een sluitingsceremonie van het zittingsjaar plaats.
- 20.Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) heeft als taak de voorbereiding, de coördinatie en de uitvoering van het buitenlands beleid.
- 21.Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land. De hoofdtaken zijn het bevorderen van de democratische rechtstaat, slagvaardig bestuur, zorg voor betaalbare woningen en een goede leefomgeving. Sinds 2017 behoort ook de ruimtelijke ontwikkeling tot het taakveld. Met Koninkrijksrelaties worden de relaties tussen de vier landen van het Koninkrijk bedoeld, namelijk Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
- 22.Dit ministerie ontstond in 1965, nadat Kunsten (cultuur) was ondergebracht bij het nieuwe ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Tot de taken van het ministerie behoorden het gehele onderwijs, het wetenschapsbeleid en de studiefinanciering.
- 23.Dit ministerie speelt een centrale rol bij het vertalen van het algemeen regeringsbeleid in financieel beleid. Daarnaast coördineert het de openbare uitgaven en zorgt het ministerie voor de inning van de belastinggelden. Het ministerie is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de financiën van lagere overheden als provincies en gemeenten. Het monetaire beleid is eveneens een zorg van dit ministerie. Het ministerie behartigt de Nederlandse, financiële belangen in Europa en de rest van de wereld.
- 24.Het ministerie van Economische Zaken (EZ) is verantwoordelijk voor de bevordering van een evenwichtige economische groei, voor de ordening van het economisch leven, voor digitale economie en infrastructuur, voor het midden- en kleinbedrijf, telecom en post en voor consumentenbeleid. Het ministerie bestond tussen 1937-1940 en 1948-2017, maar had soms een andere naam. In 2010-2012 was de naam bijvoorbeeld 'Economische Zaken, Landbouw en Innovatie'.
- 25.In 1983-1984 werd een parlementaire enquête gehouden naar de ondergang van het scheepsnieuwbouwbedrijf Rijn-Schelde-Verolme (RSV). Dat bedrijf was eind jaren '60 mede onder druk van de overheid door een fusie ontstaan. Aan het concern was jarenlang door de overheid forse financiële steun verleend van zo'n 2,2 miljard gulden, maar uiteindelijk ging het bedrijf in 1983 toch ter ziele.
- 26.Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) had de zorg voor duurzaam voedsel, kringlooplandbouw, waardevolle natuur en biodiversiteit, visserij, biotechnologie en stikstofaanpak. Het departement was tussen 2010 en 2012 onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en tussen 2012 en 2017 van het ministerie van Economische Zaken. In 2024 wijzigde de naam in ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
- 27.Het ministerie is onder meer belast met het algemeen sociaaleconomisch beleid, met name voor het werkgelegenheidsbeleid, arbeidsaangelegenheden en voor het inkomens- en vermogensbeleid. Het ministerie draagt ook zorg voor de sociale zekerheid in Nederland.
- 28.Dit ministerie werd bij de formatie van het kabinet-Lubbers I gevormd. Het was de opvolger van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM), waaraan Volksgezondheid was toegevoegd. Het natuurbeheer dat onder CRM viel ging over naar Landbouw en de Algemene Bijstandswet kwam onder het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te vallen.
- 29.Deze periode wordt gedomineerd door het CDA van premier Lubbers. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl/Terlouw komt er in november 1982 een centrumrechts kabinet onder leiding van de opvolger van Van Agt. Dat kabinet neemt de sanering van de overheidsfinanciën krachtig ter hand, waarbij onder meer wordt bezuinigd op ambtenarensalarissen en uitkeringen.
- 30.Nederland heeft sinds 1945 tientallen verschillende kabinetten gehad. Drees en Balkenende leidden vier kabinetten, terwijl Lubbers twaalf jaar minister-president was. Mark Rutte was dat van 2010 tot en met 2024 en ook hij leidde vier kabinetten.