SGP en de Tweede Kamerverkiezingen vanaf 1946
De SGP1 neemt sinds 1918 deel aan de Tweede Kamerverkiezingen2. In 1922 haalde de partij voor het eerst een zetel. Hoeveel zetels behaalde de partij vanaf 1946 per verkiezing en welk kabinet werd vervolgens gevormd?
In het onderstaande overzicht vindt u de belangrijkste informatie rond de SGP en haar deelname aan Tweede Kamerverkiezingen. Naast de gevolgen van de verkiezingen, staat in het overzicht ook vermeld met welke lijsttrekker, programma en belangrijkste kandidaten de SGP deelnam aan de verkiezingen.
In de databank van de Kiesraad kunt u meer informatie vinden rond de SGP en de Tweede Kamerverkiezingen sinds 1946.
In onderstaand overzicht is per verkiezingsjaar aangegeven wie de lijsttrekker was, welke kandidaten op de kandidatenlijsten stonden en wat het verkiezingsprogramma voor dat jaar was.
Jaar |
Lijsttrekker |
Kandidaten |
Programma |
---|---|---|---|
* |
|||
* |
|||
* |
|||
* |
|||
* |
|||
* |
Verkiezingsprogramma 1972* |
||
* |
Verkiezingsprogramma 1971* |
||
* |
|||
* |
Verkiezingsprogramma 1963* |
||
* |
Verkiezingsprogramma 1959* |
||
* |
|||
* |
|||
* |
|||
* |
-
*(Nog) niet beschikbaar
In onderstaand overzicht is per verkiezingsjaar de verkiezingsuitslag opgenomen.
Jaar |
Zetels** |
Percentage |
Regering of oppositie? |
---|---|---|---|
3 |
2,1 |
Oppositie, kabinet-Schoof43 |
|
3 |
2,1 |
Oppositie, kabinet-Rutte IV44 |
|
3 |
2,1 |
Oppositie, kabinet-Rutte III45 |
|
3 |
2,1 |
Oppositie, kabinet-Rutte II46 |
|
2 |
1,7 |
Oppositie, kabinet-Rultte I47 |
|
2 |
1,6 |
Oppositie, kabinet-Balkenende IV48 |
|
2 |
1,6 |
Oppositie, kabinet-Balkenende II49 |
|
2 |
1,7 |
Oppositie, kabinet-Balkenende I50 |
|
3 |
1,7 |
Oppositie, kabinet-Kok II51 |
|
2 |
1,7 |
Oppositie, kabinet-Kok I52 |
|
3 |
1,9 |
Oppositie, kabinet-Lubbers III53 |
|
3 |
1,8 |
Oppositie, kabinet-Lubbers II54 |
|
3 |
1,8 |
Oppositie, kabinet-Lubbers I55 |
|
3 |
1,9 |
Oppositie, kabinet-Van Agt II56 |
|
3 |
2,1 |
Oppositie, kabinet-Van Agt I57 |
|
3 |
2,2 |
Oppositie, kabinet-Den Uyl58 |
|
3 |
2,3 |
Oppositie, kabinet-Biesheuvel I59 |
|
3 |
2,0 |
Oppositie, kabinet-De Jong60 |
|
3 |
2,2 |
Oppositie, kabinet-Marijnen61 |
|
3 |
2,1 |
Oppositie, kabinet-De Quay62 |
|
3 |
2,2 |
Oppositie, kabinet-Drees IV63 |
|
2 |
2,4 |
Oppositie, kabinet-Drees III64 |
|
2 |
2,3 |
Oppositie, kabinet-Drees I65 |
|
2 |
2,1 |
Oppositie, kabinet-Beel I66 |
** Tot 1956 waren er 100 zetels in de Tweede Kamer
Voor de ontsluiting van de verkiezingsprogrogramma's en verkiezingsaffiches is gebruik gemaakt van de collecties van Het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) van de Rijksuniversiteit Groningen. Ontbrekende affiches uit de collectie zijn afkomstig uit 'Om de stembus... verkiezingsaffiches 1918-1989', D.J. Elzinga en G. Voerman, Den Haag (1992).
Meer over
- 1.De SGP is een behoudende christelijke (reformatorische) partij aan de rechterkant van het politieke spectrum, die strikt volgens Bijbelse normen politiek wil bedrijven. Politiek leider van de SGP is Chris Stoffer. De partij werd opgericht op 24 april 1918 en is daarmee de oudste nog bestaande partij van Nederland.
- 2.De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.
- 3.De SGP nam deel aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 en behaalde 3 zetels. De fractie van de SGP heeft momenteel 3 zetels in de Tweede Kamer. Chris Stoffer was de lijsttrekker van de SGP.
- 4.Chris Stoffer (1974) is sinds 11 april 2018 lid van de Tweede Kamerfractie van de SGP en sinds 5 september 2023 fractievoorzitter. Sinds augustus 2023 is hij politiek leider van de SGP. De heer Stoffer was directeur netwerkmanagement bij Rijkswaterstaat, een organisatie waar hij daarvoor diverse functies bekleedde. Daarnaast was hij raadslid (fractievoorzitter) in de gemeente Nunspeet. Als Kamerlid houdt hij zich onder meer bezig met het algemene regeringsbeleid, buitenlandse zaken, onderwijs, cultuur, jeugd, infrastructuur en waterstaat, fiscale zaken en digitalisering.
- 5.Hieronder een overzicht van de kansrijke kandidaten en zittende Kamerleden op de lijst
- 6.Op 17 maart 2021 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Het ging om een reguliere verkiezing, maar er lagen ook zeven Grondwetsvoorstellen voor die in eerste lezing door beide Kamers waren aanvaard. De VVD werd de grootste partij. Winst was er vooral voor D66 en FVD. Verder waren er maar liefst vier nieuwkomers die zetels behaalden: Volt, JA21, BBB en BIJ1. Verlies was er voor GroenLinks, SP en CDA. Opvallend was dat de PvdA zich niet herstelde en dat de vier regeringspartijen hun meerderheid behielden.
- 7.Kees van der Staaij (1968) is sinds 1 juni 2024 staatsraad bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Hij was van 19 mei 1998 tot 6 december 2023 Tweede Kamerlid voor de SGP. De heer Van der Staaij was in 2010-2023 politiek leider van de SGP. Hij was eerder adjunct-chefjurist bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In de Tweede Kamer hield hij zich onder meer bezig met algemene politiek onderwerpen, veiligheid en justitie, buitenlandse zaken, Koninklijk Huis en volksgezondheid, welzijn en sport. Hij zat verder een werkgroep voor die de herziening van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer voorbereidde en in 2021 een werkgroep over versterking van de positie van de Tweede Kamer. Bij zijn vertrek was hij de nestor van de Kamer.
- 8.De SGP had bij de verkiezingen van 17 maart 2021 Kees van der Staaij als lijsttrekker. De titel van het verkiezingsprogramma luidde 'In vertrouwen'.
- 9.Op 15 maart 2017 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Het ging om een reguliere verkiezing na afloop van de volledige kabinetsperiode, maar er lagen ook drie grondwetsvoorstellen voor die in eerste lezing waren aanvaard door beide Kamers. Winnaars waren GroenLinks, D66, PVV en CDA, terwijl de twee regeringspartijen verloren. Voor de PvdA was dat verlies zelfs 29 zetels. De VVD bleef wel de grootste. Nieuw in de Kamer waren DENK en Forum voor Democratie.
- 10.De Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) had bij de verkiezingen van 15 maart 2017 Kees van der Staaij als lijsttrekker. De SGP haalde 3 zetels, daarvóór had de partij 3 zetels in de Tweede Kamer. De titel van het verkiezingsprogramma luidde 'Stem voor het leven'.
- 11.Op 12 september 2012 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de val van het kabinet-Rutte op 23 april 2012. De VVD won tien zetels en werd de grootste. De PvdA, met Diederik Samsom als lijsttrekker, won eveneens. Er was opnieuw verlies voor het CDA en ook de PVV ging flink achteruit. Verliezer was verder GroenLinks. Een nieuwkomer was 50PLUS met twee zetels.
- 12.De SGP had bij de verkiezingen van 12 september Kees van der Staaij als lijsttrekker. De SGP haalde 3 zetels, daarvóór had de partij 2 zetels in de Tweede Kamer. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Daad bij het Woord!'.
- 13.Op 9 juni 2010 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Deze waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende IV. De PvdA-bewindslieden traden in februari 2010 uit dat kabinet. Grote winnaars van de verkiezingen waren PVV en VVD. De VVD, met Mark Rutte als lijsttrekker, werd voor het eerst de grootste partij door de PvdA met één zetel voor te blijven. GroenLinks won licht. Het CDA leed een (zware) nederlaag, net als SP en D66. De Partij voor de Dieren kreeg voor het eerst (twee) zetels.
- 14.De SGP behaalde bij de verkiezingen van 9 juni 2010 2 zetels in de Tweede Kamer. Nestor Bas van der Vlies maakte voor de verkiezingen bekend terug te zullen treden, hierdoor werd Kees van der Staaij lijsttrekker. Het verkiezingsprogramma was getiteld Daad bij het Woord!'. Vóór deze verkiezingen had de SGP ook 2 zetels.
- 15.Op 22 november 2006 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. De verkiezingen waren aanvankelijk gepland op 15 mei 2007, maar werden vervroegd door de val van het kabinet-Balkenende II. Het CDA handhaafde zich als grootste, maar de SP onder leiding van Jan Marijnissen werd met zestien zetels winst de grote winnaar. De Groep-Wilders/PVV kwam met negen zetels in de Kamer. PvdA, VVD en D66 verloren.
- 16.De SGP haalde bij de verkiezingen van 22 november 2006 2 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Bas van der Vlies. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Naar eer en geweten'. De SGP had voor de verkiezingen eveneens 2 zetels in de Tweede Kamer.
- 17.Op 22 januari 2003 werden er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen gehouden. De verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende I. Deze val kwam doordat het CDA en de VVD het vertrouwen in hun coalitiepartner LPF hadden opgezegd. De verkiezingen stonden in het teken van de vraag of het door CDA, VVD en LPF uitgestippelde beleid kon worden voortgezet. De LPF verloor echter fors. De PvdA van Wouter Bos herstelde zich sterk ten opzichte van 2002. Het CDA bleef wel de grootste partij.
- 18.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 19.De SGP haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 2 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Bas van der Vlies. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Tot Uw dienst'. De SGP had voor de verkiezingen 2 zetels in de Tweede Kamer.
- 20.Op 15 mei 2002 waren er reguliere (vierjaarlijkse) verkiezingen voor een nieuwe Tweede Kamer, maar er lagen ook grondwetsvoorstellen voor, zoals over de kroonbenoemingen. Grote winnnaars waren nieuwkomer LPF, van de op 6 mei vermoorde Pim Fortuyn, en het CDA. De LPF kreeg als nieuwkomer 26 zetels, het CDA werd onder leiding van Jan Peter Balkenende de grootste. De drie regeringspartijen verloren 43 zetels, waarbij voor de PvdA fors achteruit ging. Naast de LPF was Leefbaar Nederland met twee zetels een nieuwkomer.
- 21.De SGP haalde bij de verkiezingen van 15 mei 2002 2 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Bas van der Vlies. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Tot Uw dienst'. De SGP had voor de verkiezingen 3 zetels in de Tweede Kamer.
- 22.De Tweede Kamerverkiezingen van 6 mei 1998 waren reguliere verkiezingen. Het kabinet-Kok I zat zijn gehele termijn uit. Er lagen ook grondwetswijzigingen voor, zoals het grondwetsvoorstel voor het correctief referendum dat in eerste lezing was aangenomen. De regeringspartijen PvdA en VVD wonnen de verkiezingen; de PvdA bleef de grootste. Verlies was er voor D66 en opnieuw het CDA. GroenLinks won flink. CD en ouderenpartijen verdwenen uit de Kamer.
- 23.Aan de Tweede Kamerverkiezingen in 1998 namen landelijk 17 partijen deel, en daarnaast enkele partijen die niet in alle kieskringen kandidatenlijsten hadden. RPF, SGP en GPV hadden een lijstverbinding.
- 24.Op 3 mei 1994 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Dit waren reguliere verkiezingen, nadat het kabinet-Lubbers III zijn hele termijn had uitgezeten. Daarnaast lag er een wijziging van de Grondwet voor ten aanzien van het niet langer ontbinden van de Eerste Kamer bij grondwetswijzigingen. Grote winnaars waren VVD en D66 en de nieuwe ouderenpartij AOV.
- 25.Aan de Tweede Kamerverkiezingen in 1994 namen landelijk 23 partijen deel, en daarnaast enkele partijen die niet in alle kieskringen kandidatenlijsten hadden. RPF, SGP en GPV en AOV en Unie 55+ hadden een lijstverbinding.
- 26.Op 6 september 1989 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de ontbinding van de Tweede Kamer door de val van het Kabinet-Lubbers II. Het CDA won de verkiezingen door evenveel zetels te halen als in 1986. De PvdA deed het onder Wim Kok minder goed. Verliezer was de VVD en voortzetting van het centrumrechts kabinet lag net voor de hand. Onder leiding van Hans van Mierlo behaalde D66 zetelwinst. Het nieuwe GroenLinks behaalde zes zetels.
- 27.De Tweede Kamerverkiezingen van 1986 waren dat jaar op 21 mei. Het waren reguliere verkiezingen, nadat de zittingstermijn van de Kamer erop zat. Er lagen ook enkele Grondwetsvoorstellen voor. Grote winnaar was het CDA, dat de leuze had: 'Laat Lubbers zijn karwei afmaken'. Opmerkelijk was het verdwijnen van de CPN.
- 28.Op 8 september 1982 waren er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Deze waren nodig nadat het kabinet-Van Agt I al na acht maanden ten val was gekomen. De PvdA won de verkiezingen, maar kon desondanks geen aanspraak maken op regeringsdeelname. Onder leiding van Ed Nijpels maakte de VVD forse groei door, vooral ten koste van D'66. De komst van de extreemrechtse Centrumpartij zorgde voor veel beroering.
- 29.Op 26 mei 1981 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Dit waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. Daarnaast lagen er verschillende grondwetswijzigingen voor, die definitief werden bij de Grondwetsherziening van 1983. Het CDA won de verkiezingen, D66 was de grootste stijger. Daar stond verlies tegenover van PvdA en VVD. CDA en VVD verloren hun krappe meerderheid.
- 30.Opgewekte Delftse ingenieur civiele techniek, afkomstig van Overflakkee, die van 1967 tot 1986 een alom gewaardeerd Tweede Kamerlid was voor de SGP. Genoot in waterstaatskringen groot gezag. Bracht in 1968 als beginnend parlementariër een initiatiefwet op waterstaatkundig gebied tot stand. Introduceerde aan het eind van het Kamerdebat over de RSV-enquête de term "aangeschoten wild " voor minister Van Aardenne. Vele bestuurlijke functies in de Gereformeerde Gemeenten. Sprak met het accent van zijn geboorte-eiland.
- 31.De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 waren op 25 mei. Dit waren vervoegde verkiezingen, nadat het kabinet-Den Uyl in maart ten val was gekkozen. De PvdA won, met als verkiezingsleus: Kies de minister-president, tien zetels en de VVD zes. Nieuwkomer CDA deed het iets beter van KVP, ARP en CHU in 1972. Winst was er ook voor D'66. Vrijwel alle kleinere partijen verloren.
- 32.Hervormde dominee (Gereformeerdebonder) en SGP-voorman met kenmerkend zwart pak en donkere domineesstem. Kwam in 1963 in de Tweede Kamer en volgde in 1971 Ir. Van Dis op als fractievoorzitter. Bleef daarnaast actief als predikant. Diende in 1979 met de GPV'er Verbrugh een, overigens kansloos, initiatiefwetsvoorstel in over bescherming van ongeboren leven, als alternatief voor de abortusvoorstellen van PvdA en D66 en van het kabinet-Van Agt. Stapte in 1981 over naar 'de overzijde van het Binnenhof'. Bleef ook in de Kamer allereerst dominee, die vaak citeerde uit de Bijbel. Als hij als Kamerlid sprak, richtte hij vaak de blik omhoog, het hoofd schuin achterover gebogen. Minzame en gerespecteerde 'getuigende' politicus.
- 33.Het politieke beeld veranderde door de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van 29 november 1972 drastisch. KVP en CHU verloren flink (elf zetels), waar PvdA en VVD wonnen. De PvdA bleef met Joop den Uyl als lijsttrekker de grootste. Hans Wiegel leidde de VVD naar zes zetels winst. Winnaar was ook de PPR, die vijf zetels won. Ter rechterzijde won de Boerenpartij twee zetels en behaalde de conservatief-katholieke RKPN één zetel.
- 34.De Tweede Kamerverkiezingen van 1971 waren op 28 april. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Kamer, maar tevens waren het grondwetsverkiezingen. Grootste partij werd de PvdA, grote nieuwkomer was DS'70 (nieuw met acht zetels). De zittende coalitie haar meerderheid verloor haar meerderheid; alle vier regeringspartijen verloren. Winst was er behalve voor DS'70 en de PvdA ook voor D'66. De nieuwe NMP kreeg twee zetels. Bij deze verkiezingen was voor het eerst de opkomstplicht afgeschaft.
- 35.SGP-voorman van christelijk-gereformeerden huize. Scheikundig ingenieur, die jarenlang een onvervalst orthodox-calvinistisch en anti-Rooms geluid in beide Kamers liet horen. Strijder tegen vrouwenkiesrecht, loterijen, crematie, sport, inentingen, emancipatie, de Verenigde Naties, etc., etc. Tevens een fervent dierenbeschermer. Was ruim dertig jaar parlementariër en daarnaast gemeenteraadslid in Rotterdam en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland. Lange tijd stond hij in de schaduw van de voormannen Kersten en Zandt, maar vanaf 1961 was hij fractieleider en in 1963 en 1967 lijsttrekker. Bekende, beminnelijke en onwankelbaar getuigende politicus, die altijd een donkere jas en hoed droeg.
- 36.Op 15 mei 1963 waren er reguliere Tweede Kamerverkiezingen. Er lagen ook enkele grondwetsvoorstellen voor. Winnaars waren de KVP, die 50 zetels behaalde en nieuwkomer Boerenpartij, die onder leiding van 'boer' Koekoek drie zetels kreeg. Kleine winst was er verder voor CPN en PSP, terwijl de PvdA juist verloor.
- 37.Op 12 maart 1959 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Drees III. Omdat de PvdA bij deze vervroegde Tweede Kamerverkiezingen twee zetels verloor, werd de KVP met 49 zetels de grootste partij. Grote stijger was de VVD met zes zetels, die daarmee voor het eerst de derde partij van het land werd. De communisten leden een zware nederlaag. Nieuwkomer was de PSP met twee zetels. De PvdA koos voor de oppositie en KVP, VVD, ARP en CHU vormden het kabinet De Quay.
- 38.Orthodox-hervormde predikant, die door zijn kenmerkende zwarte pak en conservatief-protestantse opvattingen jarenlang een opvallende figuur in de Tweede Kamer was. Pleitbezorger van een protestants, volgens bijbelse normen geregeerd Nederland. Antipapistisch. Maakte bijvoorbeeld bezwaar tegen een bankbiljet, omdat daarop een kleine afbeelding van Sint Maarten stond. Als nestor van de Kamer diverse keren waarnemend Kamervoorzitter. Raakte nooit zijn spreekangst kwijt, maar kon wel met Gronings accent scherp uit de hoek komen, bijvoorbeeld over de Indiëpolitiek. Was ook lange tijd gemeenteraadslid in Delft en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland.
- 39.De Tweede Kamerverkiezingen van 1956 waren op 13 juni van dat jaar. Het was een nek-aan-nek-race tussen KVP en PvdA, die werd gewonnen door laatstgenoemde partij. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. Er waren verder slechts kleine verschuivingen in de zeteltallen.
- 40.De Tweede Kamerverkiezingen van 1952 waren op 25 juni. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. De PvdA van premier Drees haalde een goed resultaat. Door een zetelwinst van drie en een hoger stemmenaantal streefden zij de KVP voorbij als grootste partij. Na de verkiezingen formeerden PvdA, KVP, ARP en CHU het derde kabinet-Drees.
- 41.Op 7 juli 1948 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig vanwege de aanstaande Soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië (en daarmee samenhangende grondwetsherziening). De KVP kwam als sterkste uit de bus. Net als in 1946 behaalde de partij 32 zetels. De PvdA verloor daarentegen twee zetels en kwam op 27 zetels. Nieuwkomer was de lijst-Welter, van een oud-minister die ontevreden was over de koers van de KVP. Lichte winst was er voor de VVD van Oud, de 'opvolger' van de Partij van de Vrijheid.
- 42.De eerste naoorlogse Tweede Kamerverkiezingen waren op 17 mei 1946. Het tegenvallende resultaat van de nieuwe PvdA sprong het meest in het oog. Daarnaast was het resultaat van de CPN zeer opmerkelijk. Die partij behaalde tien zetels. De verkiezingen maakten een einde aan het noodparlement, dat na de oorlog was ingesteld uit leden van de Tweede Kamer van voor de oorlog.
- 43.Dit kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB trad op 2 juli 2024 aan. Het kwam zeven maanden na de verkiezingen van 22 november 2023 en bijna een jaar na de ontslagneming van het kabinet-Rutte IV tot stand. Formateur was staatsraad Richard van Zwol (CDA) en minister-president de partijloze oud-topambtenaar Dick Schoof.
- 44.Dit kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie kwam na de langste formatie sinds de Tweede Wereldoorlog tot stand. Negen maanden na de verkiezingen van 17 maart 2021 en bijna een jaar na de ontslagneming van het kabinet-Rutte III stond er een nieuw kabinet op het bordes. Premier Mark Rutte leidde voor de vierde keer een kabinet.
- 45.Dit kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie kwam na de tot dan langste formatie sinds 1945 tot stand. Zeven maanden na de verkiezingen van 15 maart 2017 stond er een opvolger van het kabinet-Rutte II op het bordes. Voor premier Mark Rutte was het de derde keer dat hij een kabinet leidt. Het kabinet bood op 15 januari 2021 ontslag aan, vanwege de harde conclusies van het parlementair onderzoek kinderopvangtoeslag. Hiermee werd het kabinet, en de leden hiervan, demissionair. Deze demissionaire periode zou 360 dagen duren, een record.
- 46.Dit kabinet werd door VVD en PvdA gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012. VVD-leider Mark Rutte werd voor de tweede keer premier. Onder leiding van informateurs Wouter Bos en Henk Kamp wisten de coalitiepartijen hun grote onderlinge verschillen te overbruggen. De formatie van het kabinet-Rutte II was één van de snelste kabinetsformaties ooit.
- 47.Dit minderheidskabinet van VVD en CDA werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen 2010 en trad op 14 oktober 2010 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende IV. Voor een meerderheid in de Tweede Kamer sloten de regeringspartijen een gedoogakkoord met de PVV. VVD-leider Mark Rutte werd de eerste premier van VVD-huize.
- 48.Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.
- 49.Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
- 50.Na acht jaar 'paars' (de kabinetten Kok I en Kok II) trad in 2002 een centrumrechtse coalitie aan van CDA en VVD samen met nieuwkomer LPF (de Lijst Pim Fortuyn). De enorme winst van deze nieuwe partij (26 zetels) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 2002 maakte een kabinet zonder deze partij bijna onmogelijk. CDA-leider Jan-Peter Balkenende werd de nieuwe premier.
- 51.Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier.
- 52.Aan dit eerste 'paarse' kabinet namen PvdA, VVD en D66 deel. Het werd op 22 augustus 1994 gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 1994. De kleur paars refereerde aan de vermenging van het rood van de PvdA en het blauw van de VVD. PvdA-leider Wim Kok, minister van financiën en vicepremier in het voorgaande kabinet-Lubbers III, werd premier.
- 53.In het derde kabinet-Lubbers werkte het CDA samen met de PvdA. De VVD, coalitiepartner van het CDA in het voorgaande kabinet-Lubbers II, belandde na de verkiezingen van 1989 in de oppositie. CDA-leider Ruud Lubbers werd voor de derde keer premier.
- 54.Dit kabinet was qua politieke samenstelling een voortzetting van het eerste kabinet-Lubbers. De coalitiepartijen CDA en VVD hadden bij de verkiezingen van 1986 hun gezamenlijke meerderheid in de Tweede Kamer behouden.
- 55.Dit kabinet van CDA en VVD kwam tot stand na de verkiezingen van 1982. CDA-lijsttrekker Dries van Agt, premier van het voorgaande kabinet-Van Agt III besloot zich niet opnieuw kandidaat te stellen voor het premierschap. Premier namens het CDA werd daarom Ruud Lubbers.
- 56.Dit kabinet van CDA, PvdA en D'66 werd gevormd na de verkiezingen 1981. CDA-leider Dries van Agt werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I. PvdA-leider Joop den Uyl werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid.
- 57.Dit kabinet van CDA en VVD kwam na een lange formatieperiode tot stand, nadat vorming van een tweede kabinet-Den Uyl was mislukt. Hoewel de PvdA bij de verkiezingen van 1977 de grootste partij was geworden, werd CDA-leider Dries van Agt premier.
- 58.Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl.
- 59.Dit kabinet kwam tot stand na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. De partijen die het voorgaande kabinet-De Jong hadden gevormd (KVP, CHU, ARP en VVD) verloren bij deze verkiezingen hun meerderheid. Met nieuwkomer DS'70 als vijfde regeringspartij kon het beleid van het vorige kabinet echter voortgezet worden. Minister-president Barend Biesheuvel was afkomstig uit de ARP.
- 60.Het kabinet-De Jong regeerde aan het einde van de roerige jaren zestig. Er was tijdens deze kabinetsperiode veel onrust in de maatschappij onder meer als gevolg van de democratiseringsgolf bij universiteiten en hogescholen. Ook vrouwen, dienstplichtigen en werknemers vroegen om hervormingen en in 1970 was er een groot loonconflict met de vakbeweging.
- 61.Het centrumrechtse kabinet-Marijnen was als voortzetting van het kabinet-De Quay te beschouwen. De coalitie van KVP, ARP, CHU en VVD behield na de Tweede Kamerverkiezingen van 1963 zijn meerderheid. Minister-president namens de KVP werd echter niet Jan de Quay, maar Victor Marijnen - in het vorige kabinet minister van Landbouw en Visserij.
- 62.Dit centrumrechtse kabinet van KVP, ARP, CHU en VVD kwam tot stand na de verkiezingen van 1959 als opvolger van het kabinet-Beel II. Het was het eerste naoorlogse kabinet zonder de PvdA. Minister-president De Quay kwam van de KVP. Het kabinet trad op 19 mei 1959 aan.
- 63.Het kabinet-Drees IV was een coalitie van PvdA, KVP, ARP en CHU. Na de verkiezingen van 1956 zetten de partijen uit het kabinet-Drees III hun samenwerking voort. Het was het laatste van de rooms-rode kabinetten. Premier was PvdA-leider Willem Drees. Het kabinet trad aan op 13 oktober 1956.
- 64.Na de verkiezingen van 1952 kwam dit derde kabinet op brede basis tot stand. Het kabinet onder leiding van PvdA-voorman Willem Drees bestond uit ministers van de PvdA, KVP, ARP en CHU en telde verder een partijloze minister. Het was een van de rooms-rode coalities. De VVD, deel van het voorgaande kabinet-Drees II, werd als regeringspartij vervangen door de ARP.
- 65.Na de Tweede Kamerverkiezingen van 1948 kwam een coalitie van KVP, PvdA, CHU en VVD tot stand onder leiding van PvdA-voorman Willem Drees. In het kabinet zaten naast de ministers uit de coalitiepartijen ook twee partijloze ministers. Er was geen formele binding van de fracties aan een regeringsprogramma, maar die hadden wel daarmee ingestemd. Het kabinet volgde vanaf 7 augustus 1948 het kabinet-Beel I op.
- 66.Het eerste kabinet-Beel I werd gevormd na de verkiezingen van 1946, de eerste verkiezingen na de oorlog. Het bestond uit ministers van KVP en PvdA, alsmede drie partijloze bewindslieden en was de opvolger van het kabinet-Schermerhorn/Drees. Minister-president Beel was afkomstig uit de KVP. Het kabinet-Beel was het eerste van de rooms-rode kabinetten. Tot 1958 zouden KVP en PvdA blijven samenwerken als regeringspartijen.